SCHIEDAMSCH SOCIAALDEMOCRATISCH WEEKBLA No. 46. ZATERDAG 10 JANUARI 1903. 2e Jaargan Bericht aan de Postabonnées. ABONNEMENTSPRIJS: bij vooruitbetaling. 25 cent per kwartaal franco per post 30 cent Losse nummers 2 cent. NOORDVEST 12. ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Stukken voor vt eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s 's middags 12 uur in liet bezit der Redactie zijn. Het loopende kwartaal, den len December ingegaan, is door een groot aantal postabonnées nog niet voldaan Wij verzoeken daarom, het verschuldigde bedrag voor dit kwartaal 25 c.ten spoedigste tevoldoen. Binnen een paar weken worden de postkwitanties, groot 32VS c., verzonden. De Administratie. Volksgezondheid. 't Is van algemeene bekendheid, dat 't percent der arbeiders, dat jaarlijks sterft, veel grooter is, dan het procent der rijken, dat den tol der natuur moet beta len. Hiervoor is natuurlijk een reden; zelfs veel oor zaken zijn voor dil overbekende feit aan te wijzen. Langdurige arbeid, zware arbeid, ongezonde arbeid, slechte voeding, slechte kleeding, slechte verwarming, slechte woning, slechte behandeling bij ziekte, dikwijls totale onbekendheid met de eenvoudigste begrippen der hygiëne zijn enkele van de factoren, die den vroe gen dood van vele onzer proletaren veroorzaken. Cijfers aangaande de sterfte onder arbeiders en onder de rijken zijn verzameld en overal en ten allen tijde bleek dat de arbeiders ook in deze weer aan het kortste eind trekken. Teekenend vooral is het dat hoe hooger de huurprijzen der woningen zijn, hoe geringer het aantal sterfgevallen onder de bewoners is, hoe geringer de huurprijs, hoe grooter dat aantal. Zij, die de huizen met de geringste huurwaarde be wonen, verkeeren natuurlijk ook in de slechtste condi ties, wat voedsel, kleeding, verwarming enz. aangaat, Dit zijn dus mede oorzaken van het groote sterftecijfer, maar toch blijft het een sprekend feit, dat de vele ellendige, ongezonde, vunzige krotten, die den naam van woningen dragen, den dood van menig arbeider veroorzaken. Het bestaan van die krotten is weer een uitwas van or,ze kapitalistische maatschappij. Evenals de grond zijn ook de woningen in handen der bezitters. Het doel, het eenige doel van die bezitters is: geld verdienen, winst maken. Om de gezondheid der bewoners wordt door de bouwondernemers en de huisjesmelkers al heel weinig gedacht. Kunt ge een hoogen huurprijs betalen, o zeker, er staat een woning voor u open vol licht, lucht en geriefelijkheid. Kunt ge dat niet, dan moet ge u met wat minder lucht, wat minder licht tevreden stellen, om van de geriefelijkheid nog maar niet eens te spreken. Hoe minder huury hoe minder lucht, hoe minder gezondheid. Nu wenschen we nog wel niet voor iederen arbeider een paleis, maar we wenschen toch voor hem zoo'n woning, dat hij zijn gezondheid tenminste niet in al te ergen graad helpt verwoesten. We wenschen voor hem een woning, die behoorlijk ruimte bevat voor een ar beidersgezin, waarin de frissche lucht ongehinderd kan toestroomen, waarin niet de paddestoelen door de wijde naden van den vloer komen groeien, waarin niet het water langs de gekalkte muren komt sijpelen, waarin niet de atmosfeer verpest wordt door gesloten privaten. Of het dan in Schiedam zoo erg met de woningen van onze arbeiders gesteld is? Och, waarschijnlijk niet erger dan in andere plaatsen. Maar in elk geval wel zoo erg dat er in de oudste deelen van onze stad zeer veel huizen gevonden worden, die in vele opzichten niet voldoen aan de allerredelijkste eischen, die men aan een woning mag stellen Bewoners van de Lange Haven en Tuinlaan zullen dit natuurlijk erg overdreven vinden, maar we geven ze den welgemeenden raad: ga eens op ernstig onder zoek uit, treedt de woningen onzer armen eens binnen, vertoeft er eens een poosje. We denken, dat ge den hemel dankt als ge weer de frissche buitenlucht inademt, en bij uw zelf de opmerking maakt dat gjj uw kat nog niet in zoon atmosfeer als in die woning heerschte, zoudt willen laten. Wat we dan zouden willen? Dat de gemeenschap ingrijpt. Ze kan dit op twee wijzen doen. Ten eerste door zelf bouwonderneemster te worden en luchtige, gezonde, flinke arbeiderswoningen te bouwen en ten tweede, door zeer strenge gezond- heidseischen te stellen aan iedere bestaande woning. Het eerste middel heeft een dubbele waarde, immers verschaft de gemeente op deze wijs niet alleen goede woningen, maar worden ook de particuliere bouwonder nemers gedwongen betere woningen te bouwen, willen ze 't gevaar niet loopen, met hun leege huizen te blijven zitten. Het tweede middel: verscherpt toezicht, zal paal en perk stellen aan de schandelijke verwaarloozing der arbeiderswoningen. De eigenaren zullen zich gedwongen zien, verbeteringen aan te brengen, daar zij ande s gevaar loopen, dat hun panden onbewoonbaar verklaard worden. Geen der beide wenken, hier doo- ons gegeven zullen n tuurlijk door onze vroede vaderen in overweging genomen worden. De ideeën van onze regeerders in deze stad zijn voldoende bekend. Wanneer ze gingen bouwen, zouden ze dat doen evenals nu de^ particulieren doen, om winst te maken. Dat is gebleken bij de concessie-verleening voor den aanleg voor den tram, het is nog pas door den heer van Westendorp openlijk in den Raad gezegd. Eenig hooger idee dan winst maken zit er bij de heeren niet voor. En wat het tweede punt aangaat. Ging men aan het onbewoonbaar verklaren, men zou in botsing komen met de belangen van de bezitters van den grond en van de woningen. Het klassegevoel dat de heeren aan kleeft, zal hen wel voor een zoodanige botsing behoeden. Heusch met onzen tegenwoordigen Raad zullen de arbeiders zich vooralsnog wel met hun treurige woningen moeten vergenoegen en kunnen de huisjesmelkers gerust hun hoofd neerleggen. De belangen van de laatsten zijn veilig in handen der heeren. Of die van de arbeiders het ook zijn! Over de Grenzen. Ik wil elke week eens een oogenblik met jullie praten over wat er gebeurt in andere landen. De redacteur van „De Moker" heeft mij dit gevraagd, en ik kan het maar moeilijk weigeren. Nu moet jullie" niet zeggen Wat kan mij het schelen wat er in andere landen ge beurtWant dat moet jullie een heele hoop kunnen schelen. Ons landje is maar klein; het stukje modder en zand dat je, zooals je dat op school is geleerd, ge trouwelijk je vaderland noemt, het „land der vaderen, (jullie vaders worden daar niet bij gerekend) is zoo onmogelijk klein, dat je onmogelijk hier een oordeel kunt vormen over het geweldige van de arbeidersbe weging van de wereld. En zoo'n oordeel is noodzakelijk. Ik zal je zeggen waarom. Ik weet. zeker dat er onder jullie lezers zijn die zeg gen: Wat zoo'n socialistische spreker of schrijver daar staat (of zit) te beweren, is alles wel heel mooi, maar 't gebeurt toch niet. Dat zeg jullie natuurlijk omdat je alles beoordeelt naar 't geen je om je ziet. Nu is Schiedam maar een ongelukkig uithoekje van de wereld, 't Is een ongelukkig, beroerd nest met zijn holle, zwart- berookte branderijen, zijn sloppen en stegen en hofjes. Wie de aarde beoordeelt naar Schiedam vraagt hoe veel dagen het nog duren zal voor de wereld vergaat. Om in zoo'n stad den moed te hebben van te gelooven aan een nieuwe, betere wereld, zonder vuile, holle bran derijen, zonder sloppen, stegen, hofjes, zonder molens zonder kop, en havenwerken zonder schep: n, daar behoort wat moed toe, en ook wat kennis van hoe 't er in de rest van de wereld uitziet. Dien moed hebben reeds talrijke Schiedamsche arbeiders getoond. Dat is iets moois, dat is heerlijk. Maar nog lang niet genoeg! Er moeten er nog veel meer komen die vast gelooven aan de komst van een betere maat schappij. Die dat gelooven, werken er voor ook. En óm te gelooven, hebt gij allen noodig te weten wat er in de wereld geschiedt. Om nu zoo af en toe jullie een kijkje in het geweldige leven van de tegenwoordige wereld te geven, en te laten zien hoe ove al, op vele plaatsen oneindig veel sterker dan hier, de maatschap pij vast en zeker naar het socialisme toe gaat, daartoe laat ik deze stukjes drukken. Deze week heb ik maar heel weinig plaats. Er gebeuren óveral groote dingen, maar ik mag ook niet te veel ruimte vragen en wil dus deze keer maar iets vertellen van een werkstaking ergens heel ver in het Noorden, in de buurt van de Noordpool. Heel in het Noorden van Europa, in het Noorsche stadje Fromsö, is er strijd ontstaan tusschen een cargadoor of zoo iemand, Holmboe van naam, en zijn arbeiders. De ar beidersbeweging is daar wat sterker dan hierde haven arbeiders zijn flink georganiseerd, en hadden met dien Holmboe dan ook een contract kunnen maken dat hij bij het laden en lossen van zijn schepen voor minstens twee derde gedeelte alleen georganiseerde arbeiders zou nemen. Dit is al het overdenken waard. Waar gebeur zoo iets in Holland? En waarom gebeurt het niet? Nu zijn er geen onbestendiger wezens op aarde da werkgevers. Er wordt wel gezegd dat vrouwen de wis pelsturigste schepsels op de wereld zijn, doch dat is maar kool. Een patroon die den geheelen dag hoen e weer geslingerd wordt tusschen de vrees 'om winst te moeten verliezen en de lust om meer winst te kunnen maken, zoo n slingerende patroon staat nooit vast op zijn stuk. Vriend Holmboe verbruide het dan ook lan ger dit contract in acht te nemen, en koos bij zekere gelegenheid alleen arbeiders die buiten de vakorgani satie stonden Het gevolg was oorlog. De haven van Fromsö werd door de georganiseerden geblokkeerd en het schip, waar 't omging, kon niet gelost worden. Wat doet een baas als hij ruzie heeft met zijn ar beiders Hij doet als een schooljongen die bang is van zijn makkers op z'n gezicht te krijgen en zijn grooten broer gaat roepen. De groote broer van de patroons is de politie. Baas Holmboe bleef niet achter, maar... wat in Holland nog nooit is gebeurd, verbeeld je de burgemeester deed het lekker niet. Hij gaf geen politie en geen soldaten. Dat is natuurlijk een wereld op zijn kop. De bur gemeesters worden gemaakt om de belangen hunner gemeentenaren te behartigen. De belangen van de ge meentenaren zijn natuurlijk de belangen der gegoede menschen. Dat is zoo geweest zoo lang geld de ziel was van elke negotie, en dat behoort zoo te blijven,... zoolang deze krankzinnige maatschappij bestaat. Zoo dacht die Holmboe er ook over, en hij stuurde een briefje aan den Minister van Justitie. De Minister deed wat elk fatsoenlijk Minister behoort te doen en stuurde wat gevraagd was. De arbeiders sloten toen een wapen stilstand. Er waren brave lieden in het Noorsche Parlenie. die de houding van dien koppigen burgemeester al heel onvriendelijk vonden. De Minister werd geïnterpelleerd. Maar wat zei toen de Minister: dat hij erg spijt er van had dat hij andeis had gedaan dan de burgemeester. Als hij geweten had wat hij nu wist, dat die Holmboe zijn contract had verbroken, dan had hij geen politie en geen soldaten gestuurd. Hij meende nu, integendeel, dat er van hooger hand voor gezorgd moest worden dat die baas aan de rechtvaardige eischen van de ar beiders toegaf. Wij hebben in Holland een buitengewoon groot man als Minister van Justitie Een deftig man. Een geleer man. Wij hebben een nog grrrooter geest als Mini-ter van Binnenlandsche Zaken. Een zeer geleerd man; een zeer deftig man een zeer vroom man, fijn als ge malen.... nu jaMaar stel je eens voor dat zoo'n def tig mensch in de Hollandsche Kamer ging verklaren BIIKËAI van ADMINISTRATIE en RED1CTIE:

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 1