SCHIEDAMSCH SOCIAALDEMOCRATISCH WEEKBLAD.
No. 51.
ZATERDAG 14 FEBRUARI 1903.
2e Jaargang.
L^p^cent j
Na de staking.
Ongevallenwet.
ABONNEMENTSPRIJS:
Losse nummers 2 cent.
BUREAU van
ADMINISTRATIE en REDACTIE:
{yOORDVEST 12.
AD VERTENTIËN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stokken voor 't eerstvolgend
nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in
het bezit der Redactie zijn.
-
In het hoofdartikel, dat de Nieuwe Eotterdamsche
Courant schreef na de opheffing van de groote staking
van het spoorwegpersoneel (Tweede Blad B van 8
Februari), erkende de redactie volledig de reusachtige
overwinning van de werkliedenorganisatie. En zij eindigde
met dezen zin
Door die overwinning is het beginsel van vrijheid
van arbeid, de grondslag van ons economisch leven,
in zijn wezen aangetast.
Zuiver en zonder nevenbedoelingen is hierin het
tweeledig karakter van de. staking geformuleerdstrijd
voor het recht der organisatie, strijd voor het „recht
van den arbeid," of wil men andere woorden: strijd
tegen de belemmering van het vereenigingsrecht, strijd
tegen het „beginsel van vrijheid van arbeid."
Om iets anders is het niet gegaan. Al de bijkomstige
verschijnselen van solidariteit, zoowel van het. spoorweg
personeel tegenover de stakende havenarbeiders als van
de spoorwegmannen tegenover elkander, zullen na reeds
korten tijd als voorbijgegane gebeurtenissen kunnen
worden geboekt in de annalen van het vakverenigings
leven in Nederland. Blijven zal deze overwinning met
al hare gevolgen: de overwinning der vakorganisatie.
Met deze overwinning is een nieuwe periode begonnen
in de geschiedenis van het Nederlandsche vakvereni
gingsleven: de periode der stelselmatige vervolging.
Door alle mogelijke middelen zullen de belanghebbenden
bij het voortbestaan van ons maatschappelijk stelsel
trachten, overal waar zij kunnen iedere vakorganisatie
tegen te gaan. Er zijn zoovele „wettelijk geoorloofde"
middelen, om dat grondwettelijk vereenigingsrecht te
bestrijden. De R. K. Volksbond met zijn geestelijke
adviseurs, de anarchisten, de geheele burgerpers, zelfs
het vrijzinnig-demokratische Sociale Weekblad met zijn
waanzinnige onderkruipers-aankweeking, dat zijn
allemaal hulptroepen en dienaren van het wankelende
kapitalisme, dat bovendien nog beschikt over het kunst
matig in leven gehouden werkeloozenleger.
En blijven zal ook de ingetreden wankeling van het
kapitalisme. „Door die overwinning is het beginsel van
vrijheid van arbeid, de grondslag van ons economisch
leven, in zijn wezen aangetast."
„Vrijheid van arbeid'' was de aanvalsleus tegen het
economische stelsel van protectie, werd een onderdeel
van het programma van het 19e eeuwsche liberalisme,
en verliep evenals het liberalisme tot een anarchistische
bespottelijkheid.
„Vrijheid van arbeid" wordt nu opgekalefaterd tot de
aanvalsleus tegen het „>echt van den arbeid" der ge
heele arbeidende klasse, tot de strijdleus van het
wankelende kapitalisme tegen het georganisee de pro
letariaat.
Zonder het te willen, uit louter schrik over de ont
dekking van den vulkanischen ondergrond van het
kapitalisme, wees de N. E. Ct. zoo duidelijk als slechts
mogelijk is het klassekarakter der bourgeoisie en door
dit verband het wezen van den klassestrijd aan.
Vrijheid van arbeid. Durft iemand nog in onzen tijd
volhouden, dat de menschen vrij zijn in hun arbeid, vrij
in de keuze, vrij in de methode, vr ij in den tijd, vrij in
de middelen? Want dat alleen kan „vrijheid" beteekenen?
Is er nog iemand, die niet weet en ziet en volmondig
erkent, dat de arbeid vast zit aan het kapitaal, de
arbeider is vastgeklonken aan de wet van vraag en
aanbod, en dat ieder stukje van het economische leven
der kapitalistische maatschappij zijn recht op leven
alleen uit de brandkast krijgt?
„Vrijheid van arbeid" wordt de bedriegersleus van
het aan tering lijdende kapitalistische stelsel, dat zich
bovendien door een groot vertoon van soldaterij nog
voor wil praten dat het heel sterk is en zijn wankeling
liefst zoo veel mogelijk wil weg redeneeren.
Daarom staat voor de strijdende georganiseerde
arbeidersklasse nu dit dubbel werk te verrichten: lo.
zich sterk te maken tegen iedere vervolging, en 2o. het
wankelende kapitalisme flink door te laten wankelen.
Sterk tegen vervolging, och, de kapitalisten maken
het hun tegenstanders soms zoo gemakkelijk, ook nu
weerimmers hun geheele aan krankzinnigheid grenzende
optreden na de staking en hun dolend plaatsvergeten
geredeneer drijven vakbeweging en politieke beweging
in één span voor denzelfden wagen. Sterk tegen ver
volging kan het proletariaat slechts worden door de
verovering van een belangrijk deel der politieke macht,
door de bezetting van steeds meer plaatsen in de ge
meenteraden, de provinciale staten en de Tweede Kamer.
En het wankelend kapitalisme aan het wankelen te
houden, dat kap op twee wijzen: een voortdurende
stormloop tegen de kapitalistische rechten op de bepaling
van loon, arbeidsduur enz...., en de vervorming der
voortbrenging door de productie coöperatie.
Arbeiders, de roes van deze stakingsoverwinning mag
u niet langer afhouden van verderen arbeid. Weest op
uw hoede.
Voorwaarts! Met dubbele kracht aan het werk, want
het werk zal nu dubbel zwaar zijn.
Allen samen gewerkt, wil aaneengesmeed aan wil,
kracht vereenigd met kracht
Het kapitalisme heeft gekraakt. Nog eenige krachtige
bijlslagen. Nog een zware tijd van aangehouden samen-
rukken. Dan valt het.
De belofte van den komenden beteren tijd klinkt uit
het gekraak van het wankele kapitalisme.
Laat die belofte spoedig de werkelijkheid brengen
van dien veelbegeerden nieuwen tijd, waarin geluk
mogelijk zal zijn voor een ieder.
ii.
Het Bestuur der Rijksverzekeringsbank zond dezer
dagen aan alle werkgevers in verzekeringplichtige be
drijven de noodige gedrukte stukken toe.
Uit de begeleidende circulaire nemen wij het volgende
over
„Met ingang van dien datum (1 Februari 1903) zijn
alle werkgevers iu yerzekeringsplichtige be
drijven, dus ook zij, die eventueel worden toegelaten
tot het dragen van het risico der verzekering hunner
werklieden of tot het overdragen van dat risico aan
een naamlooze vennootschap of rechtspersoonlijkheid
bezittende vereeniging verplicht
2o. aangifte te doen van ongevallen, in ver
band met de uitoefening van het bedrijf aan de ver
zekerde werklieden overkomen."
De arbeiders moeten dus wel bedenken, dat hun patroons
verplicht zijn aangifte te doen van bij hen voorgekomen
bedrijfsongevallen. In hun eigen belang doen zij het
best, bij een voorkomend ongeval zich bij hun patroon
te informeeren, of de aangifte van het ongeval heeft
plaats gehad.
Dezelfde begeleidende circulaire bevat ook de vol
gende zinnen, gericht tot alle werkgevers
„Indien een werkman in uwe onderneming in ver
band met de uitoefening van het bedrijf een ougevai
treft, ïust op U of op hem, die U ter plaatse van
het ongeval vertegenwoordigt, de verplichting te zorgen,
dat onmiddellijk na het ongeval een geneeskundige
geroepen wordt, teneinde de getroffene de noodige
hulp te verleenen. Het honorarium voor den genees
kundige, zoomede het wegens genees-, heel- of ver
bandmiddelen verschuldigde, wordt, tenzij eene bijzon
dere regeling is getroffen, betaald door de Rijks
verzekeringsbank. Eene lijst wordt of zal U worden
verstrekt, waarop de deskundigen vermeld staan,
die in uwe gemeente zich bereid hebben verklaa d
aan 'getroffenen geneeskundige hulp te verleenen.
Intusschen staat het U vrij voor het ve leenen der
eerste hulp een ander deskundige te roepen, ter -
wijl U, als de getroffene zijn wensch te kennen geeft,
een bepaald geneeskundige te roepen, daaraan behoort
gevolg te geven.
„Binnen 24 nur na het eerste geneeskundig
onderzoek en uiterlijk binnen tweemaal 24 uur
n» het ongeval moet daarvan aangifte worden
gedaan in duplo, door u of door hem, die u ter plaatse
van het ongeval vertegenwoordigd, op een daartoe
vastgesteld formulier, dat kosteloos aan de postkan
toren verkrijgbaar is."
De arbeiders hebben hier dus op te letten:
lo. dat hun patroon of diens vertegenwoordiger (mees-
teiknecht en dergelijken) den geneeskundige moet-laten
roepen en dat zij dat niet zelf moeten doen
2o. dat zij noch voor het geneeskundig onderzoek,
noch voor de geneeskundige behandeling iets hoeven
te betalen; dat wordt allemaal betaald door de Rijks
verzekeringsbank of de .verzekeringsmaatschappij, die
het risico overnam dat kost dus den arbeiders alle
maal niets
3o. dat zij er vrij in zijn, zich te laten behandelen
door den dokter, dien zij verkiezen, en niet
hoeven aan te nemen de behandeling van den dokter,
dien hun patroon hen aan de hand doet.
De doktoren en apothekers, die zich bereid verklaar
den, genees- of heelkundige hulp te verleenen en genees-,
heel- of verbandmiddelen te leveren aan verzekerden,
die door een ongeval zijn getroffen, zijn
te Schiedamde doktoren B. de Bruyn, N. T. Elsevier
Dom, J. Endtz, P. J. Jansen, D. N. Janssen, A. P.
M. Koene, D Ris Jzn. en W. v. d. Sman
en de apothekers A. F. van Lissa, firma ErkeRms
en Swart (Hoog-traat 118).
te Ylaardingen de doktoren C. M. Hoogeboom, H Kik
kert Cz., L. W. H. Tjeenk Willink en J. Voogd
en geen apotheker.
Uit de aanteekeningen bij het formulier van premie
bei ekening, eveneens aan alle werkgevers toegezonden,
nemen wij het volgende over
„Onder de verzekerden zijn begrepen zoowel vol
slagen werklieden (waaronder behooren vaste en losse
werklieden alsook sjouwerlieden en dergelijke personen)
als volontairs, leerlingen en andere dergelijke per-'
sonen, wier opleiding nog onvoltooid is, zelfs al
ontvangen zij geen loon.
„Voorts is in acht te nemen, dat onder de ver
zekerden gerekend worden
a de directeuren en administrateuren van naamlooze
vennootschappen, coöperatieve en andere vereeni-
gingën (niet de firmanten eener vennootschap of
firma), alsmede de reizigers en het kantoorpersoneel,
ten behoeve van het verzekeringsplichtig bedrijf
werkzaam, en het winkelpersoneel in geval de
winkel behoort bij het verzekeringplichtig bedrijf
en daa-mee plaatselijk is verbonden.
b. Kinderen of andere bloed-of aanverwanten van den
werkgever, in het verzekeringsplichtig bedrijf werk
zaam, onverschillig of zij al of niet inwonend zijn
en of zij al of niet loon in geld genieten."
Wij hebben deze aanteekening in haar geheel over
genomen, omdat hierdoor een groot aantal vragen over
het al of niet verzekerd zijn worden beantwoord.
De arbeiders letten vooral hierop:
lo. dat zoowel vaste als losse werklieden in
een verzekeringsplichtig bedrijf verzekerd zijn
2o. dat ook leerlingen, volontairs e.d. verzekerd
zijn, zelfs al ontvangen zij geen loon;
3o. dat ook reizigers, kantoorpersoneel en ten deele
winkelpersoneel in verzekeringsplichtige bedrijven
werkzaam zijn.
De wet zelf is op deze punten niet erg duidelijk.
Deze officieele toelichting is het wel. Men onthoude
die dus.
len slotte deze zin uit de aanteekeningen bovenge
noemd, een zin die ook onthouden moet worden
„Het Is den werkgever verboden de voor
liem uit de Ongevallenwet 1901 voortvloeiende
kosten geheel of ten deele af te houden van
het loon der verzekerden."