Raadsverkiezing.
j>
Men gevoelt 't, wanneer de Raad dezen kant uitgaat,
beteekent de beste verordening niets, zijn we misschien,
inplaats van vóóruit, achteruit.
Neen, wil men de concequentie aan van 't voorstel,
dan moet men noodwendig komen tot bezoldigde
gemeentelijke schoolartsen, die op gezette tijden
de scholen moeten bezoeken en alle kinderen, en 't
onderwijzend personeel moeten onderzoeken. Durft
men dat aan, dan verricht men een goed ding en brengt
men de volksgezondheid en daarmede de volks welvaart,
een schrede voorwaarts.
Of onze vroede vaderen echter allen zullen gevoelen,
dat de logische concequentie van 't voorstel, het aan
stellen van schoolartsen met zich brengt, is bij ons aan
eenigen twijfel onderhevig. Wanneer 't gaat om de
belangen van het schoolkind, gaat de meerderheid de
heeren uit van het standpuntEen koel hoofd en een
warmja, wat er warm is1 weten wij niet, in 't spreek
woord past het „hart," maar of we dit voor onzen Raad
moeten invullen? 't Is nog niet dikwijls gebleken bij
besprekingen, waarvan het schoolkind het onderwerp
uitmaakte.
Zoo zal 't ook nu wel weer gaan.
Al zullen er misschien eenigen zijn, die gevoelen, dat
't aannemen van 't voorstel der gezondheidscommissie
noodwendig de aanstelling van schoolartsen met zich
brengt, er zullen er meerderen zijn, die dat niet ge
voelen, of althans zeggen dat zij dit niet gevoelen. En
let op. 't Zullen zij zijn, die bij voorkeur het etiket
„Christelijk" op de borst dragen en weer hoogelijk
zullen schermen met „ingrijpen in 't huisgezin," „uit
een rukken van 't familielevenen meer dergelijke holle
phrases, waarmee je de centen in den zak houdt en de
arme volkskinderen niet al te veel verwent.
't Zou echter mogelijk zijn (de wonderen zijn de
wereld nog niet uit> dat onze Raad zijn christelijkheid
eens een oogenblik vergat, maar nog met zijn behoud
zucht in de war zat, en zou vreezen dat Schiedam,
door 't aanstellen van schoolartsen, zich aan de spits
zou stellen van andere „vooruitstrevende" gemeenten,
een onbescheidenheid wij geven 't. toe geheel
misplaatst bij zoo'n aan bloedarmoe lijdende stad, als
Schiedam.
Ter geruststelling zij echter onzen vroeden mede
gedeeld, dat zij in geen enkel opzicht oorspronkelijk
zullen zijn, maar in 't allergunstigste geval nog maar
navolgers.
In Duitschland kent men tweeërlei schoolartsen, jle
st^^schoülafts 'Sn de districts-schoolarts. Ieder dis
trict heeft een district-schoolarts, die o. a. heelt te
inspecteeren grootte der lokalen, aantal kinderen, toe
stand van het gebouw, luchtverversching, verwarming,
verlichting, enz., enz. Hij mag geen eigen practijk
hebben.
Naast deze districts-sclioolartsen hebben zeer veel
gemeenten nog stads-schoolartsen aangesteld. Berlijn
bezit ze reeds meer dan 10 jaar. En dat men daar
de zegenende werking er van heeft leeren begrijpen,
getuigt wel 't feit dat de schoolcommissie aldaar aan
den Gemeenteraad op 't oogènblik voorstelt het aantal
schoolartsen tot 30 uit te breiden.
Dit w7at 't buitenland aangaat. Laten de heeren er
een voorbeeld aan nemen. De nieuwe gasketel is toch
ook naar Duitsch model gemaakt.
En kunnen we de heeren ook op ons eigen landje
wijzen
ZekerIn Baarn, Maassluis en Assen zijn ze
reeds in optima forma aangesteld. Ook op de Christe
lijke school in Dordrecht, terwijl er nog meerdere
gemeenten zijn, waar de schoolkinderen geheel of ge
deeltelijk onder medisch toezicht staan. (Over de werking
van de schoolartsen in Assen is een belangrijk rapport
verschenen, dat wij den Raad ernstig aanbevelen.)
De heeren zien 't dusde voorbeelden zijn er.
Laten ze nu eens toonen, dat zij wat over hebben
voor 't volkskind.
Wij hebben 't reeds gezegdwij vreezen met. groote
vreeze, maar tevens, wij hopen, hoewel met zeer kleine
hope, dat de Raad ons ditmaal eens beschaamd zal zetten.
In de volgende week zal in distrikt II weer een
raadsverkiezing plaats hebben. Men moet het weten,
om er iets van te bemerken. Politiek leven ontbreekt
ongeveer geheel. Het kan de menschen niet schelen,
wat er gebeurthet gaat immers toch slecht, en het
wordt er nog voortdurend minder op. Waarom zich
dan druk gemaakt over een raadsverkiezing? Je zit er
nu toch eenmaal onder. En in Schiedam moet je nog
blij zijn, als je werk vindt voor f 6.
Goddelijk kapitalisme, dat de menschen verlaagt tot
versufte werkbeesten en ze vernedert tot kruipende
instandhouders van datzelfde kapitalisme, dat hen tot
slaven heeft gemaakt.
Maar er gloort zelfs hier eenige schemering, er is
zelfs hier een ontwakings-geruisch. En zooals dezer
dagen reeds lentekleuren lagen over het kale winter
landschap, zoo zijn de voorjaarstinten van den Nieuwen
Tijd leeds heengegleden over de dorre wintertoestanden
van de Schiedamsche maatschappij.
De Candidaten.
De officiëele candidaten zijn de volgende
Vacature J. Pinster (aftreding 1905)L. H. F. A. Faure,
gesteld door de Chr.-Hist., R K, oud-Liberalen; en
D. van Dijk, gesteld door de S D. A. P.
Vacature J. J. Vürtheim (aftreding 1907): A. J. van
de Poel, gesteld door de Anti-Rev., Chr. Hist, en
R. K.D. Ris EHz., gesteld door de oud-liberalen
en J. de Ligt, gesteld door de S. D. A. P.
De vryzli»nig-»ïemokr»teu hadden met veel moeite
2 candidaten opgescharreld, maar die bedankten allebei.
Andere waren er niet te vinden. Die arme temperaars!
ze meenen het zoo goed, maar ze zijn zoo ongeloofelijk
zwak en ze missen zoo heelemaal ieder ideaal behalve
het ideaal van den rustbewarendenpolitie-agent=;heeren,
doorloopen alsjeblieft, het verkeer niet belemmeren, toe
vooruit nu, geen oploop maken.
De andere partijen hebben wat meer geluk gehad
en zijn tot merkwaardige overeenstemmingen geraakt.
De Christelijk-Hisioriscbeu, die met de iutireto-
luticnairen niet mee wilden gaan, omdat dezen „met
Rome heuldeu", zijn nu met hun grootste tegen
standers liefderijk vereenigd en vonden in de Heeren
Faure en van de Poel gemeenschappelijke candidaten.
De Anti-revolutionairen schijnen iets tegen den
Heer Faure gehad te hebben en hebben alleen den
Heer van de Poel tot candidaat verheven. Heelemaal
pluis is het onder de christelijke broeders toch niet!
De Oud-'iberalen, genre Handelsblad, hebben net
het omgekeerde gedaan, die hebben wel den Heer Faure
en niet den Heer van de Poel aanvaard. Is deze niet
„heer" genoeg? Of is hij zóó verstokt anti-contra-tegen-
revolutionair, dat de makke, reactionairp, oud-liberalen
zelfs niet van hem willen weten?
Alleen de sucia&l-demokraten hebben zich van
vreemde smetten vrij gehouden en den moed gehad,
zelfstandig op te treden. Beginselverzakingen als alle
burgerpartijen zonder onderscheid (behalve de geheel-
onthoudende vrijzinnig-demok aten) zonder blikken en
blozen vertoonen, zijn de sociaal-demokraten gelukkig
vreemd gebleven. Daarin ligt tenminste een bewijs van
kracht en vertrouwen in eigen zaak en in de toekomst.
De Heere Faure is een candidaat, die om zeer vele
redenen niet behoort verkozen te worden. Enkele redenen
zullen wij noemen.
De allervoornaamste is wel dezedat de Heer Faure
schoolopziener is, in welke betrekking hij zoowel
tegenover den gemeenteraad, als tegenover het Dage-
lijksch Bestuur der Gemeente, als tegenover het onder
wijzend personeel van zijn schoolopzienerschap, dus ook
tegenover het geheele openbare gemeentelijk onderwijzend
personeel zelfstandig moet kunnen zyu. En deze
zelfstandigheid verliest hij als raadslid volkomen.
Als raadslid wordt hij tegenover de openbare onder
wijzers lastgever, waar hij als schoolopziener hun be
langen en de belangen van hun onderwijs en school ten
overstaan van (dikwijls tegenover) den Raad en B. en
W. moet vertegenwoordigen en behartigen. Als school
opziener doet hij mede voordrachten, waaruit hij als
raadslid zal moeten kiezen; zijn persoonlijk overwicht
wordt daarmee buitengewoon groot.
En gesteld eens, dat de omstandigheden hem dwingen,
tegen den Raad en tegen B. en W. in te gaan in zijn
hoedanigheid als schoolopziener, waar blijft hij dan met
zijn zelfstandigheid
Het is ons onbegrijpelijk, dat de heer Faure, dien
wij toch het recht hebben als een ernstig man te be
schouwen,. niet heeft gevoeld, dat de vereeniging van
schoolopzienerschap en raadslidmaatschap, hoewel w«i-
telijk mogelijk, moreel onmogelijk is. Want met zijn
zelfstandigheid raakt hij ook zijn onpartijdigheid
(genomen in wettelijken zin) kwijt.
Binnenkort zal bijv. het bouwen van een nieuwe school
aan de orde worden gesteld. De heer Faure als school
opziener zal daarbij alleenlijk voor de belangen van het
onderwijs, de kindei en en de onderwijzers moeten op
komen. Als raadslid staat hij verantwoordelijk tegen
over zijn kiezers, en die zullen naast die belangen ook
andere (bijv. financieele) belangen behartigd willen zien.
Niemand, ook de heer Faure niet, kan zich uit een der
gelijke dubbelhartige positie uitwringen zonder óf te
eener, óf te anderer zijde iets van zijn opdracht te
moeten laten vallen.
Tegenover deze groote reden waarom o. i. de heer
Faure niet mag gekozen worden, vervallen de andere
in het niet, bijv. dezedat de heer Faure nog slechts
zeer kort in Schiedam woont, vóór dien tijd in België
woonde en vóór dat hij naar België ging predikant
was, in welke hoedanigheid hij van gemeente-politiek
nooit eenige studie maaktedat de heer Faure noch
de belangen van een verwaarloosde minderheid, noch
die van de volkomen genegeerde arbeidende klasse, noch
die van een andere op zij gezette groep vertegenwoor
digt en dus louter een onderdeel van de politieke meer
derheid in den Eaad wordtdat de heer Faure in
ieder opzicht een onbekende grootheid is voor de Schie
damsche kiezers en deze dus zuiver een kat in den zak
koopen. De „partij der groote kerk" zal hem als
„emeritus pretlikani" op laten treden, maar in die
hoedanigheid zal hij toch zeker wel niet na rr den Raad
worden gezonden tenzij de bedoeling is, onzen Raad
met een dergelijk vakman te verrijken. Maar de be-
langen der verschillende geestelijkheden kunnen te Schie
dam toch wel niet tot de „verwaarloosde" belangen
gerekend worden
De heer A. J. van de Poel mag ook niet worden
gekozen. Waarom niet? Omdat hij nooit in eenig
opzicht zich heeft vertoond als beoefenaar, verdediger
of behartiger van de belangen der geheele gemeente
of eener bepaalde klasse. Hij is.:
en zulk wit papier, waarop anderen hun stemstempel
zetten, hebben wij in den Raad al genoeg. Er zijn
mannen noodig in den Raad, die bewezen hebben, een
krachtige persoonlijkheid en groote kennis der gemeen
telijke vraagstukken te bezitten, en bovendien...., maar
daarover later.
Hoe men aan den Heer van de Poel komt Och,
doodeenvoudig. Men zocht naar candidaten Men vond
er geen. Men zocht opnieuw. Nog geen. Men zocht
weertoen kwam er een lijstje voor den dag. Eigenlijk
niemand geschikt. Ten slotte toch een gevonden. Dat
het zoo gegaan is, is natuurlijk bloot afgeleid uit het
verschijnsel, dat een zoo volkomen onbekende grootheid
als de heer van de Poel nu de klandizie krijgt van de
besturen van liefst 3 kiesvereenigingen.
De heer l>. Ris EHzmen herhale het vooraf
gezegde over den heer van de Poel behoudens enkele
kleine wijzigingen.
En nu de candidaten der 8. D. A. P. Dat zijn
2 arbeiders, flinke degelijke mannen, die bekend zijn
bij ieder arbeider te Schiedam, die zich ook maar een
beetje met de belangen van zijn eigen klasse bemoeit.
Mannen die in de geheele plaatselijke arbeidersbeweging
een groote plaats innemen door de werkzaamheid, die
zij ontwikkelen, en door de vertrouwenwekkende wijze
waarop zij optreden, vertrouwenwekkend door hun
kennis en door hun inzicht, door hun eerlijke persoon
lijkheid en hun strijdkracht voor de verwaarloosde be-
langen hunner klasse.
Flinke degelijke vertegenwoordigers van het
ook te Schiedam buitengewoon verdrukte proleta
riaat. Daarom hooren zij in den Raad, waar de
zeer groote arbeidersbevolking der gemeente in het
geheel niet is vertegenwoordigd. Zij hooren daarin te
komen, als vertegenwoordigers van deze groote massa
onvertegenwoordigden, maar ook om hun persoonlijke
waarde.
Zij zijn geen onbekende stukken wit papier zooals
candidaten van de Poel en Ris. Zij zijn ook geen ambte
naren, die hun vrijheid en zelfstandigheid prijs geven
door lid te worden van den Raad, zooals de heer Faure.
Zy zijn onafh*nkeiyke krachtige leden van de
onvertegenwoordigde arbeidersklasse, van het
volkomen genegeerde proletariaat.
Wordt er gekozen naar de waarde der candidaten
en naar de eenvoudigste eiscben van recta' en bil
lijkheid, dan zullen zonder twijfel de candidaten der
S. D. A. P. uit de stembus konten
D. VAM DIJK en
J. DE LIGT.
Het Gemeente-Program der S. D. A. P.
De sociaaldemokraten, die lid zijn van dezen of genen
gemeenteraad, hebben voor hun gedragslijn zeer vaste
gegevens in het Gemeenteprogram der S. D. A. P., een
viertal jaren geleden vastgesteld. Dat program bevat
10 punten, die wij in het kort even zullen nagaan.
1. Uitbreiding van het grondbezit der ge
meenten, zoowel door onteigening als door aankoop,
samengaande met volkomen nalating van iederen ver
koop van grond.
Eén enkel voorbeeld uit ons eigen landde gemeente
Kampen bezit sinds eeuwen het zgn. Kampereiland met
100 boerenplaatsen. Uit dat bezit trekt zij jaarlijks meer
dan 300.000 gulden, door welke inkomsten Kampen het
zonder gemeentebelasting kan stellen Eigenaardig is
dat deze grond ook regelmatig in waarde steeg per
bunder bracht zij in 1800 op ruim f 30.—, in 1850 ruim
f70.in 1900 ruim f 100.
Eén enkel voorbeeld uit het buitenlandeen Wurtem-
bergsche gemeente, die al haar grond in eigendom hield
en uit ongeveer 1300 families bestaat, verdeelde in 1892
de opbrengst va,n haar grondbezit aldus: voor gemeente
uitgaven f 63 600, voor ondersteuning f 900 en verdeeld
onder de burgers f 19.800.
Geven deze 2 voorbeelden uit honderden een duidelijk
bewijs voor de waarde van grondbezit, daarnaast staan
ook weer duizende bewijzen van het nadeel dat voor
een gemeente voortspruit uit den verkoop van grond.
Eée enkel volsta hierhet eilandje Feijenoord werd
voor een paar duizend gulden destijds verkocht aan
eenige personen die het wilden bebouwennu is die
grond millioenen waard, en de gemeente moest voor
het aanleggen van een behoorlijken verkeersweg door
dit stuk nieuwe stad eenige honderden malen Aieer
betalen dan het heele eiland bij verkoop had opgebracht.
f