Spoorzaken.
Eens kiezers klachte.
Schiedamsche industrie.
onrecht, daarvoor zijn ze nog niet genoeg ontgroeid aan
den heiligen eerbied voor groote en kleine kopstukken
van gezag, daarvoor zit er nog te veel vrees in de
harten, nog te weinig begrip van macht in de hersens
van die mannen, wier vereelte knoken bewijzen, dat
ook zij weten wat werken is.
En toch is 't hard noodig dat er eens verbetering
wordt aangebracht nog veel beter dan wij, kunnen
allen, die op kistenmakerijen werkzaam zijn, dit weten,
heerschen bijvoorbeeld zonderlinge toestanden.Waarom
moet de een een per uur, de ander per weekloon,
erde per stukloon arbeiden, allemaal op één werk-
ts Allemachtig zot is zoo'n instelling maar slecht
1 voor laatstgenoemden, de stukwerkers. O zeker,
■~nen wel goede weken maken maar ze maken
e door zoo'n onzinnige instelling. Bijv.aan alle
k wordt niet evenveel verdiend. Wie krijgt 't goede
degeen, wien de baas 't geven wil. 't Slechte
diiet over voor hem, op wie de baas 'n pik heeft,
h laat ons aannemen, dat er een weekgeld door
ekwaardig stukwerken, dat de arbeiders afjakkert
t, betaald wordt in gewone tijden maar hoe
eene malaise? bij slapte? Dan kunnen de men
en godsganschen dag luieren hebben 'n leventje
n[ prins komt 'r 'n kistje, even maken en
erdjags hollen ze met twee of drie gulden naar huis.
ar 'daarvoor hebben ze immers óók goeie weken
ad
Hallo! kistenmakerij-personeel, d'r is 'n Augiasstal
on te maken. Neemt eenparig den bezem eens ter
en waar geveegd moet worden, zorgt daar te raken.
iseert uOntwikkelt u! Verteede t den geest
'el 't gemoedgeen middeltjes tot verdoooving.
vergif, geen slaapdrankjes, geen alcohol meer
afhouden van uw menschenplic&f, uw menschen-
e veroveren de handen ineen en gestreefd
oger, naar beter, verheffing van uw positie als
r zonder vrees voor tegenspoed of gevaren,
gieter zegt zoo mooi
Worst'ling kenschetst onzen tijd
Hebt er oog voor aller wege
Slechts wie deelneemt aan den strijd
Smaakt de vruchten van den zegen
open in 't volgend no. van „De Moker' tekun-
blden, dat er 'n flinke vereeniging van kisten-
s en aanverwanten is opgericht.
uhrij/k staat onder redactie en verantwoordelijkheid
dtp Af deeling 'Schiedam der Ned. Vereen,
van Spoor en Trawwegpersoneel.)
Verdeel en Heersch is thans de leuze, aangeheven
oor al wat reactionair en aau den geldzak verbonden
De „bent" van uitzuigers en klaploopers heeft een
geduchte klap in het aangezicht gehad, om er 't bijltje
maar bij neer te leggen, af te wachten wat de
iren raddraaiers thans, nu zij de macht in handen
bben denken te doen.
Ze is eenigszins bekomen; ook al gloeit haar wang
wel eventjes als ze denkt aan 31 Januari. Ze
mt middel op middel, om de organisatie der spoor-
annen, die getoond heeft zoo sterk te zijn, uit een
ken. De koelie-Wet in portefeuille er buiten gelaten,
ze nog een geduchter wapen in de hand genomen,
m Godsdienst. Het schoonste en Heiligste wat een
maar bezitten kan, wordt thans door Farizeeërs
uieèen misbruikt, om den armen misdeelden ar-
der er van af te houden zjjn natuurlijk recht op te
hen.
De heele priesterschaar van Dominees en Pastoors
in dienst getreden van het kapitaal. Zij komen aan-
agen met het vuile smoesje, als zou een Roomsch
tholieke maag niet gelijk zijn aan die van een Pro-
stanten of van welk ander arbeider ook. Zij hebben
aa- één doel en streven, het knechten de arbeiders,
en te doen zijn en blijven verworpelingen der Maat
schappij.
Er is, bij de bestaande Anti-Soc. dem. spoorwegver-
eeniging „Recht en Plicht" een protestantenbond opge-
en daarnevens nog een neutrale, genaamd de
ond van „orde", die te zamen moeten dienen
e loonslaven goed in te prenten slaafsche onderdanig
heid aan den geldzak, d. w. z. voortgezette verwoesting
van hun menschelijk geluk tot in het oneindige.
Hier in Schiedam heeft men ook mee gedaan aan dat
etjeJ. Doodenhuis, stationchef, in combinatie met
d van Dortland, opzichter van Weg en Werken,
ten deze beide Heeren (arbeidersvrienden zich
te goed, aan zoo'n „vuil" zaakje hun krachten te
Met allerlei leugen en bedrog heeft de Mammon
.0 ver weten te drijven, dat jl. Zondag een ge-
van het Schiedamsch spoorwegpersoneel, naar de
ering der „O de"-bonden te Utrecht zijn gegaan,
daar hun ziel en lichaam als onderkruipers te ver
heren aan ee lijke, brave, Eerwaarde Hoogmogende
ren, die, zoo de arbeiders hun raad maar opvolgen,
zullen zorg dragen dat ze nog dieper in de goot
rden getrapt, ten eeuwige dagen prijs gegeven aan
ommer en verdriet zich voedende met afval
wonende in krotten, en als ten tijde van Job liggende
op stroo en vuiligheid.
Of het zal lukken de arbeiders met een „vuil praatje"
te vangen, dat is een andere vraag. Haast durven wij
zeggen van neen. Het zaad gestrooid door ons, in de
harten der Schiedamsche spoo weg-proletaren, had reeds
te diep wortel geschoten. Vele „orde"-gangers, die wjj
hebben gesproken deze week, gaven als hun meening
te kennen, dat die grove opsnijderij daar gepleegd, veel
weg had van boerenbedrog. Ja zelfs was er een zoo
brutaal geweest, toen de leider der verg. stond op te
sommen, dat hij van f 1500 heel best kon rondkomen,
het uit te galmen, het loon van een arbeider ook eens
na te rekenen. Of hij, de temperaar van den klassen
strijd, daaraan is begonnen, weten wjj niet, maar dit is
zeker de heeren weten niets beters uit te denken, om
het leed van den arbeider te verzachten dan.... het op
richten van spaar- en kredietkassen.
Of er ook iets te sparen valt, als een arbeider met
vrouw en kroost van fl.20 of f 1.40 een heelen dag
moet leven En denkt men met die krediet-kassen het
zelfde te verkrijgen als de. houders van de huizen van
ontucht, die door het leenen en kredietgeven die onge
lukkige stumpers voor altijd aan die gevaarlijke inrich
tingen vastkoppelen, zoodat ze niet meer in staat zijn,
als vrij mensch. in de maatschappij terug te keeren? Is
dat uw doel mijne Heeren? Wees dan op uw hoede,
mijne braven, want werkelijk wij zien u reeds lang in
de kaart.
Weg met de ronselaars!
Geen onderkruipers J
Schiedamsche arbeiders, zet uw oogen en ooren in
deze kritieke tijden goed open, wacht u voor de mus
kieten die de pest in zich ronddragen, en vertrouwt
alleen op uw kameraden. Zij met u brengen alleen
ware vrijheid.
Onder vele beroerde en misselijke zaken,
Die het menschdom in 't ongereede doen raken,
Behoort in dit aardsche tranendal,
Wis en zeker een klem of een val.
Nu slaat hetgeen ik hier behandelen zal,
Direct niet op een muizen- of rattenval
Dat staat bij mij pal,
't Was ook te mal,
Daar een rat zich zelden meer tot een val verlaagt.
Bovendien is dit thema al te afgezaagd.
Mijn doel is hier meer duidelijk te maken,
In welk een val alzoo menschenkinderen kunnen raken.
Want de bij de. dieren bekende val slecht ter faam,
Bestaat voor de menschen ook, maar onder anderen naam.
Wie uwer heeft er niet- gekend, die, jagend naar 't een
[of ander doel,
Van uit de hoogte vielen, iu een diepe poel
Zooals er in alles verschil is, zul je wel voelen,
Zijn er verschillende soorten van poelen.
Je hebt er als bij den bakker in allerhande,
Poelen van jammer, van zonde en van schande.
Enfin, ze beoogen allemaal hetzelfde doel,
En de 2de naamval vrouwelijk isVan der Poel.
Men leert ons hoe de verloren zoon al z'n centen
[opmaakte,
En daarna bij de varkens te dineeren geraakte,
Na al liet feestelijk gejuich en gejoel
Raakte hij ten slotte in een varkenspoel.
Als wij nu even scherpen onze memorie,
Dan zien we in de vaderlandsche historie,
Hoe Willem Friso, ten strijde getrokken, gezeten te paard,
In een poel viel van zeer moerassigen aard.
Men ziet, als de moedereend zich heeft ve-menigvuldigd,
Al de kleintjes, poeltjes genaamd, heel geduldig,
Haar na zwemmen En roert de oude zijn bek,
De jongen schreeuwen cito nakwek, kwek.
Hieruit nu valt te leeren, da's vast en gewis,
Dat een poel veel narigheid of een naprater is.
En nog niet veel jaren geleden
We herinneren 't ons nog op den dag van heden,
Dat Frankrijk's President
Faure, die kranige vent,
Doodgestoken werd door een van een woeste bende,
En de familie in 'n poel stortte van jammer en ellende.
Ach had hij zich maar gehouden buiten de politiek,
Familie en kiezers waren nu niet beroerd en ziek.
Brandersslaven. Den 7en September 1901,
dus ongeveer anderhalf jaar geleden, beschreven we de
toestanden in een branderij aan den Buitenhavenweg,
niet wetende, dat we zoo lang daarna weer op diezelfde
branderij de aandacht moesten vestigen. De loonen,
schreven we toen, zijn daar zeer laag, en dan zijn de
arbeiders nog volstrekt niet zeker van dat erbarmelijke
loon.
Intusschen is onze wensch, toen uitgesproken, vervuld.
De brandersknechtsvereeniging is intusschen opgericht,
en trots alle bestrijding van verschillende patroons en
meesterknechts bloeit zij. Steeds sluiten zich meerdere
leden aan.
Voor enkele patroons schijnt dit een oorzaak te zijn,
hun personeel te ontslaan, als zij tenminste geschikte
plaatsvervangers gevonden hebben.
De patroon aan den Buitenhavenweg denkt er ook
zoo over. Hjj weet dat er een onderafdeeling van bran
dersknechts bij den R. K. Volksbond bestaat. Hij begeeft
zich naar den voorzitter en vraagt hem
„Zeg eens, vriend, heb je voor mij ook vijf mannetjes,
want mijn personeel is aangesloten bij dien bendezooi
van de Hoogstraat.
Hoe gauwer hoe liever. Ik ontsla ze dan allemaal*
op staanden voet."
De voorzitter van die afdeeling vond dat toch wel
een beetje al te bar, en beloofde den allerchristeïijksten
patroon bericht te sturen.
Dat bericht werd door den secretaris gestuurd. En
wat hield het in Dat de onderafdeeling van den R.K.
Volksbond zich niet kon bereid verklaren, voor vijf man
direct vijf anderen aan te wijzen, wanneer een patroon,
al noemt hij zich nog zoo christelijk, zoo maar, omdat
zijn brandersknechts lid van een vakvereeniging zijn,
al zijn personeel wil ontslaan.
Die patroon kan wel wat anders te doen vinden. In
die branderij van zes bak werkt vijf man. De meester
knecht verdient f 20.per week, de vier andere bran
dersknechts te zamen f37.Kom, brander, wees nu
eens werkelijk patroon, en houdt u eens bezig met een
herziening van genoemde loonen. Dat is zeker meer
christelijk, dan wat ge nu in uw schild voert!
We letten op u. Zoo gauw de* loonen verbeterd zijn
zullen wij ze vermelden in „de Moker." Laat dit gauw
noodig zijn.
Uit onze Jeneverholen. De man, waarvan
we de vorige week vermeldden, dat hij gevallen was
in den heeten beslagbak in de branderij van de
firma Kranen Co. is dood. 't Schijnt dus wel, dat
de toestand niet zoo redelijk was, als men eerst wel
gaarn geloofde. De risico van den arbeid voor de
arbeiders is wel groot. Vooral in de Schiedamsche
jeneverindustrie.
Ongelukken in de jeneverfabrleken.
'k Heb eens iemand gesproken, die me vroeg of men
in Schiedam de ongelukken expres maakte. Hij kon
geen courant in handen krijgen ot Schiedam was onder
de rubriek „Ongelukken" behoorlijk vertegenwoordigd.
Wanneer men dan ook eens een statistiek van de
ongelukken in plaatsen van dezelfde grootte als Schiedam,
opmaakte, zou blijken, dat onze zwarte jeueverstad
daarin heusch niet achteraan kwam.
Het bedrijf, waarin de meeste, ja bijna alle onge
lukken voorkomen is onze heerlijke jenever-indu
strie. Rekenen we de kleinere ongelukken niet mee,
dan toch hebben wij in den tijd van enkele maanden
vier groote ongelukken te vermelden, waarvan twee
met doodelijken afloop.
Allereerst de man, die omkwam ten gevolge van
't doorbreken van den ruwketel in de branderij van den
heer Herman Jansen.
Toen iemand, die in een heeten spoelingbak viel.
Dood is ook hij, hoewel zijn toestand zoo redeljjk was
zooals de „S. C." zeide.
Daarna viel in de branderij van E. H. Ris de bran
dersknecht H. Slavenburg in een kuip heet water. Hij
bekwam zeer ernstige brandwonden. Hoe 't met
'm zal afloopen is nog onzeker.
En ten vierde kreeg Maandagmorgen de branders
knecht J. G. Koren een kit heet water over rug en
hals, doordien een andere bi andersknecht op de trap
met dien kit uitgleed. Ook dit vierde slachtoffer bekwam
ernstige brandwonden.
Nu is 't wel waar, dat dit maar vier arbeiders zijn,
dat er geen een brander is gekookt of verbrand, maar
dit neemt toch niet weg, dat wij wel eens even stil
mogen staan bij de oorzaken van deze ongelukken.
Want al zijn 't dan maar arbeiders, 't zijn toch menschen,
menschen met een zelfde gevoel als de grootste
kapitalist.
We stellen bij die beschouwing op den voorgrond,
dat wij niet den eigenaar van iedere branderij, waar
een ongeluk gebeurt, aansprakelijk willen stellen voor
dat ongeluk. We begrijpen zeer goed, dat er in iedere
branderij, trots de beste voorzorgen een ongeluk kan
gebeuren. Maar we vragen iederen brander af: hebt
ge voor u zelf de zekerheid, dat gij alle mogelijke voor
zorgsmaatregelen tegen eventueele ongelukken ge
nomen hebt.
We vragen aan iederen brander: Is 't verantwoord
iemand op enkele losse planken boven een kuip
heet water te laten staan, zooals o a, de man moest
doen, die in de branderij van E. H. Ris zoo deerlijk
te land kwam!
We vragen aan iederen brander: Is 't verantwoord,
menschen te laten klimmen met kitten heet water, van
half uitgesleten, glibberige trappen?
We vragen aan iederen brander: Hebt ge de zeker
heid, dat al uw ruwketels in orde zijn?
Zie, we willen hier niemand persoonlijk een grief
maken, daar wij overtuigd zijn, dat el- in alle brande-
1) Door toevallige omstandigheden de vorige week blijven liggen