I Welzalig hij! Drankbestrijding. Van week tot week. Ook hiervoor kan de rech ter ontzetting van het recht om te kiezen of gekozen te Deze bepaling gehandhaafd, worden uitspieken. II. Ontwerp tot uitbrei ding van de spoorwegcom pagnie bij het corps genie troepen en uittrekking van een aanvankelijk crediet daarvoor op de oorlogsbe- grooting ten bedrage van f 60.000. III. Ontwerp tot instelling eener staatscommissie, be last met een onderzoek naar „de rechtsverhoudingen en de voorwaarden, waar onder het personeel bij het spoorwegbedrijf in dienst is, en naar de grieven, die tegen beide bij het perso neel bestaan, enz Nieuw is het volgende De regeering deelt mede, dat zoo spoedig mogelijk, als 't kan nog vóór de open bare behandeling der ont werpen, zal worden uitge vaardigd een maat' egel van bestuur, die aan de spoor wegdirecties de verplichting oplegt om lo. dat al hetgeen op de rechtspositie en de dienst- voorwaarden van het per soneel betrekking heeft, het loon inbegrepen, behoorlijk worde gereglementeerd, en als reglement aan de goed keuring der Regeering zal worden onderworpen; 2o. dat dit reglement om de vijf jaren zal worden herzien; 3o. dat in dit reglement een geordende weg tot het in dienen van grieven en wen- schen zal worden geopend; 4o. dat gewaakt zal wor den tegen te langen termijn van opzegging van den dienst; 5o. dat voor discipli naire geschillen, behoudens de veiligheid van den dienst, scheidsrechterlijkeuitspraak zal worden ingevoerd; 60. dat deze scheidsrechterlijke uitspraak op korten termijn in werking zal moeten tre den; en 7o. dat voor de ge schillen van disciplinairen aard, die van 1 Mei 1903 af mochten voorkomen, als nog jop dit scheidsgerecht, zoodra het werken kan, be- roep].zal openstaan. Het is feitelijk niet noodig om meer te doen dan de beide voorstellen naast elkander te leggen ten einde te zien, dat het ministerie-Kuijper geheel en al den geest en het wezen van zijn eerste voorstellen heeft gehand haafd. Principieel is er niets aan veranderd. Zooals prof. Treub te Utrecht het uitdrukte„Men wil het gezag bouwen ten deele op de rechtsonzekerheid van alle deelnemers der arbeidersbeweging en op het onrecht vaardig stakingsverbod tegen hen wier rechtspositie niet is geregeld." Bedreigd blijven alle ambtenaren, ook hen die niets met de staking te maken hadden zooals het personeel van post en telegrafie en belastingpersoneel. Bedreigd blijven de leiders van iedere vakorganisatie en van iedere arbeidersbeweging. Zij kunnen niet slechts de gevangenis ingaan als zij gewoon werken aan de versterking der organisatie, waarvoor zij optreden, zij kunnen ook ontzet worden van het kiesrecht en de verkiesbaarheid, van het recht om bij het leger te dienen en betrekkingen te bekleeden. Bedreigd blijft iedere actie tegen onderkruipers; het vreedzame posten zelfs wordt er onmogelijk door gemaakt. Bedreigd blijft dus de geheele arbeidersorganisatie bedreigd de vrijheid van den arbeider, om het eenige rechtsmiddel te gebruiken dat hij bezit, nl. de werk staking bedreigd het recht, het heilig recht van den arbei der om op te komen voor een behoorlijke betaling van zijn arbeid, voor de belangen van hemzelf en zijn ge heele gezin. Door deze wetsvoorstellen wordt aan de patroons een nieuw wapen in de hand gegeven tot nog meerdere knechting en uitbuiting van de werkslaven. Het is een nieuwe vermomde wettelijke regeling eener moderne slavernij onder christelijke leuze. En dat geschiedt in den naam van Hem die kwam ter bevrijding van de verdrukten en armen! Is er krankzinniger farizeïsme denkbaar Maar niet waar? De brandkast moet beschermd, het kapitalisme verdedigd, en... het is geen nieuw feit in de geschiedenis dat wisselaars en tollenaars den tempel gebruiken voor hun bedrijf. Intusschen wandelen de liberalen in de deftigste orde in den Kuyperiaanschen muizenval en versterken het leger van wie knagen aan de rechten en de welvaart van het arbeidende volk. Welzalig hij, die heel zijn leven Ten best aan eigen-ik kan geven, Geen dwaze zorg vobr and'ren voedt Tevreê zijn eigen zaakjes doet Nooit opkomt voor vermeende rechten, Geen heil'ge orde durft bevechten Die trouw naar alle Tterken loopt, Maar zich aan Beëlzébub verkoopt. Die met een uiterst glad gelaat Slechts schelm- op Schelmenstreek begaat; Die zalvend, suikerzoet van toon Een krater is van smaad en hoon Die huich'len kan op een'ge wijze En als „rechtzinnig" zich laat prijzen; Die, hoe de zweep zijns beuls hem treft Geen hand tot tegenweer verheft; Die enkel weet van ploet'rend zwoegen, Van geen verpoozen, geen genoegen, Wiens lafheid, onbeschrijflijk groot, Elk edeler gevoelen doodt. Welzalig hij, de lage kruiper, Welzalig hij, de valsche gluiper, Welzalig hij, de Judas hij, Die meer dan iets verafschuwd zij! Deze woorden, de basis voor iedere goede, vruchtbare propaganda, brachten mij in herinnering hoe treurig het hier is gesteld met de bezieling die uitgaat van een nieuw leven, een rein en edel beginsel, nl. de drankbestrijding, de onthouding. Zou dit beginsel onze bezieling wel waard zijn hoor ik sommigen vragen. 'k Laat het Bestuur van de afd. Schiedam der S. D. A. P. het antwoord op die vraag geven. 1) „Zeer zeker oefent de sterke drank een nadee- „ligen invloed uit op de ontwikkeling van de arbeidersbeweging. „De arbeiderspartij moet den strijd aanbinden „tegen den drankduivel." Deze uitspraak, van denkende mannen, vertegenwoor digende de afd. Schiedam der S. D. A. P., mogen u tot nadenken brengen. O zoo dikwijls wordt er smalend over de onthouding gesproken, 0 zoo vaak acht men het de moeite niet waard, zijn belangstelling daarvoor te betoonen! En toch, 't is de onafwijsbare plicht van ieder, die er naar streeft, de in sleur levende massa op te heffen, haar te ontrukken aan de ellende, welke de kapitalistische maatschappij ons opdringt, die massa ook voor oogen te houden, dat een eerste vereischte voor veredeling is een helder hoofd en een rein hart. En de leiders en strijders der arbeidersbeweging, zij hebben noodig een vaste handeen helderziend oog. Zij, vooral zij, dienen te beseffen, omdat zoo dikwijls het oog op hen gevestigd is, en zij nog al eens tot voorbeeld worden gesteld, dat nuchterheid een eerste vereischte is voor een gezonde arbeidersbeweging. „De drinkers zijn in den regel de laatsten, die in de vereeniging komon 1) (Voorzitter Ned. Stukadoorsbond.) „Drinkende leden zijn slechte contributiebetalers, willen op de vergadering zoo spoedig mogelijk de agenda's afwerken en bijbiljart en kaart zitten drinken, de bespreking hindert hen, schijnt hun hersens te zwaar. Over 't algemeen gaan ze spoedig de vereeniging uit en komen er nooit meer in." 1) (Afd. Tilburg S. D. A. P.) Alle uitspraken uit voornoemde "brochure weer te geven, is moeilijk. Maar die enkele, zeggen zij reeds niet genoeg De drinkgewoonte is oud, zeer oud, maar de bedwel ming van nu met die van vroeger vergeleken, ver schilt veel. Toen... groote hoeveelheden gelijk bij speciale gele genheden. Nu.een chronische bedwelming, gestadige vergiftiging. Thans heerscht de drinkgewoonte zoowel bij den maatschappelijk-laagst als bij den maatschappelijk-hoogst staande. En gaandeweg, langzaam maar zeker, zal die be dwelming voortgaan, langzaam zal de stroom van nu een machtige waterval worden... mits wij ons allen opwerpen tot een reusaehtigen dam en de kracht dier stroom breidelen. En, S. D. A. P.'ers, voornitstrevenden, menschen- vrienden, is 't niet uw plicht ons te helpen, opdat de leus „Eenheid met allen" bewaarheid worde? In verheffing der mensch ligt verheffing der gemeen schap. Met dit voor oogen, moet gij allen onzen strijd verlichten, en begrijpen, dat het alcoholisme vloekt tegen het Excelsior van onzen verlichten tijd. ITit de Zondagsbode. Aineig mijn hart en vurig zielsverlangen, O, Heernaar uw getuigenis alleen Laat gierigheid mij in haar strik niet vangen Bovenstaande is taal uit de „Zondagsbode" van 28 Maart. Schoone woorden, zal ieder zeggen, wij ook. Ze komen voor in een artikel, waarin wordt gebeden om meer licht, geen geestelijk licht, neen, zuiver stoffe lijk, nl. lampen. Wie soms mocht denken, dat ze in de „Zondagsbode" dat stoffelijke heelemaal verdonkere manen, heeft 't glad mis. Éen groot deel van 't blad handelt over de lieve centjes. Da's nou niet zoo erg, maar 't maakt een hoogst komisch effect, om bij 't ont vangen of vragen van geld telkens den Heer aan te roepen. En om dan zooals nu te vragen om „meer licht" en daarmee te bedoelen een paar petroleum lampjes! Dat wordt in een „Zondagsbode" een bana liteit. In de „Kikeriki" verwacht je zulke moppen, maar niet in een domineesblad, ,,'t Krantje van „van Poortwijk."" Onder de zeer gewaardeerde politieke bladen in onze gemeente behoort ongetwijfeld het Nieuwsblad voor Schiedam en Omstreken, in de wandeling meer bekend onder den naam van „'t krantje van van Noortwijk." 't Staat haast op één lijn met het Nieuws en Advertentieblad voor Schie dam, waarin de heer Holt iedere week zijn verkropt gemoed komt luchten over stinkende modderslooten, hekken, die er niet zijn en er wezen moesten, stoepen, die er wél zijn en niét moesten wezen, en wat meer tot des mans competentie behoort, en da's heel wat. Om nu echter weer op dat krantje van „van Noort wijk" terug te komen: 't is Anti-revolutionair, en als zoodanig komen er gloeiende artikels in voor, tegen de revolutie en de revolutiemakers, van die artikeltjes, die je met plezier leest, en waarvan je, of je wilt of niet, moet betuigenheel dierbaar, heel dierbaar. Deze week zoo'11 pakkend ding: „Over de roeping van de christelijke werklieden in onze dagen." De titel is wat lang, haast al te lang voor zoo'n kleinen inhoud, maar aangezien uit alles blijkt, dat ze daar van lange titels houden, zullen we er maar niet overvallen. Wat nu 't eigenlijke dingetje aangaat, da's verduveld leuk in mekaar gezet. Bovenaan staat een prentje, mooi; mooi van lijn, mooi van kleur, bepaald aitistiek. Op dat prentjeeen tafeltje, twee stoeltjes, en daarin gezeten. Karei en Hendrik, chique meneeren met boorden en manchetten aan. Als je niet beter wist, zou je denken 't zijn twee kapitalisten, zoo netjes in de plunje. Je kunt 't aan de gebaren en aan de houding van Karei en Hendrik zien, dat ze druk aan 't redeneeren zijn. Karei komt nl. Hendrik vragen lid te worden van een Christe lijke vakorganisatie. Hendrik zat echter net te grasduinen in een stichtelijk boek, (dat helaas niet op 't prentje voorkomt) en wil er niks van weten. Ze moeten er is een bidstond houden in deze gemeente, zegt Hdat helpt veel beter dan die vereenigingen. Ja, zeit K., bidden is een heel goed ding, en onze dominee heeft dat al gedaan, (maar daar was je zeker niet bij) maar bidden alleen is niet genoeg, we moeten ook werken. En als wij nou de Christelijke arbeiders vereenigen, dan loopen wij geen gevaar dat ze in die socialistische vereenigingen komen, snap je? Zoo wor den ze gevangen gehouden. Nou heeft H. er in eens ooren naar om lid te worden. Te drommel ja: as ze in zoo'n Christelijke vereeniging zitten, benne ze wel bewaard, denkt hij, en hij besluit het maar te doen „om de zaak en den naam des Heeren." Da's dus de taak van de Christelijke arbeiders in onze dagen: Mekaar zoet houden. We zullen er nota van nemen. Uit de Meuwe. Pater F. van Kerkhoff heeft voor de leden van den R. K. Volksbond een lezing ge houden over de Arbeidersbeweging. De „Nieuwe" geeft een groot verslag, dat wel de moeite waard zou zijn eens in zijn geheel na te gaan. Wegens onze beperkte ruimte zullen wij er echter maar enkele dingen uitpikken. Pater begon met de verklaring dat de toestand van 't oogenblik inderdaad door sociale wanver houdingen in 't leven is geroepen. Da's zoo wat 't eenige uit 's mans rede, dat we kunnen onder schrijven, en waar we die Katholieke arbeiders, die den klassestrijd en de sociale wanverhoudingen nog ont kennen zeker wel op attent mogen maken. Natuurlijk werd er ook een motie aangenomen, een orde-motie, onder krachtig applaus. Nadat dit krachtig Gehandhaafd. Gehandhaafd. t Een nieuw leven moet het hart van den enkele bezielen, en die enkelen moeten worden velen, en die velen legio. El. Browning. 1) Aangehaald nit de brochure „Arbeiders en Alcohol" door H. Roland-Holst-van der Schalki verkrijgbaar bij J. de Ligt.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 2