een groot gelukkig Meifeest.
Op Socialisten, sluit de rijen!
ACHTUREN-MARSCH.
den werkgever gewezen. Wie er uitvoeriger over lezen
wil, koope voor 77s cent de mooie brochure „Op voor
den achturendag', uitgegeven door de Brochurenhandel
der S. D. A. P.
De verkorte arbeidsdag moet de lichamelijke
gezondheid der geheele arbeidersklasse verbeteren
en verkoogen. Door op jeugdige leeftijd met een langen
arbeidsdag te beginnen en in den grootsten ontwikke-
lingstijd van het lichaam dit geen voldoende rust,
geen voldoende voedsel en geen voldoende lucht te
kunnen geven, ontwikkelt zich het lichamelijk weer
standsvermogen onvoldoende. En dit is een van de
groote redenen (slechte voeding en voortduring van den
overmatigen arbeidstijd en onvoldoende werkplaatsen
zijn de andere hoofdredenen), dat de sterfte onder de
arbeidersklasse zoo verbazend veel grooter is op jon
ge en leeftijd dan in de meer gegoede klassen, en dat
er juist in de arbeidersklassen enkele ziekten van zeer
verwoestenden aard bizonder sterk woeden.
Eén enkel voorbeeld diene ten bewjjze, dat verkorting
van den arbeidsdag vergrooting van het lichamelijk
weerstandsvermogen en daarmee verlenging van den
levensduur veroorzaakt. De gemiddelde leeftijd der
Engelsche machinebouwers was in 1871 bij mannen
'38V4 en bij vrouwen 871/.! In 1872 werd voor hen de
9-urendag ingevoerd, met dit gevolg dat in 1899 hun
leeftijd was gestegen tot 48Ys jaar gemiddeld.
Maar de vergrooting van het lichamelijk weerstands
vermogen door verkorting van den arbeidsdag is niet
voldoende. Daarbij moet aangestuurd worden op verhoo
ging van loon, verlenging van den leertijd, het verbod van
arbeid voor kinderen van hoogeren leeftijd, en de verschaf
fing van goedkoope uitgebreide onderwijsgelegenheden
ook voor volwassenen. Dit is weer alleen mogelijk dooi
de wetgeving, en een dergelijke wetgeving is weer alleen
mogelijk, indien de arbeiders zelf aan de wetgeving
kunnen deelnemen, dat isdoor het algemeen kies
recht (zie op een andere plaats in dit nummer van
„De Moker").
De werkgevers over het algemeen willen niet van
een zeer verkorten arbeidsdag, allerminst van en acht
urendag, weten. Deels beweren zij, dat dan de arbeids-
loonen zouden dalen en een verhooging van loon zou
moeten gegeven worden Eu voor een ander deel bewe
ren zij, dat de voortbrenging dan zou verminderen.
Overai, waar een groote verkorting van den arbeidsdag
of den achturendag is ingevoerd, is evenwel het tegen
deel gebleken.
Een enkel voorbeeld uit de talloozen. In 1892 werd
in de groote fabriek der firma Freese te Hamburg de
8-urendag ingevoerd. Er werken daar 6 arbeiders
groepen. Bij ieder steeg het loon nd de verkorting van
den arbeidsdag.
In Zwitserland, waar bijna overal met korter arbeids
dag en veel ook met den achturendag wordt gewerkt,
is de katoenspinnerij bij handhaving en soms vermin
dering van het aantal spindels in voortbrenging voor
uitgegaan nd de verkorting van den arbeidsdag.
Ook de werkgevers moesten in hnn eigen belang
meewerken tot de verkorting van den arbeidsdag. En
toch doen slechts weinigen dat, zoolang de wetgeving
hen er niet toe verplicht. Hoe komt dat?
Dat komt daar vandaan: dat zij wel begrijpen, dat
bij verkorting van den arbeidsdag de arbeiders ook voor
hen iets meer worden dan gehuurde arbeidskrachten, en
dat bij verkorting van den arbeidsdag groote zorgen zullen
moeten worden besteed aan de ontwiUkellug van de
arbeidende klasse, en dat kost geld en ontneemt aan
hun eigen kinderen het voorrecht va,n beter onderwijs
en langer voortgezette ontwikkeling, omdat zij dat kunnen
betalen. En voor geen geld van de wereld zouden zij
door eigen sehuld(?) de voorrechten hunner klasse willen
opheffen.
Ook hierom staat de arbeidersklasse tegenover de
werkgeversklasse.
Ontwikkeling.
Met den strjjd voor voldoende rust moet samengaan
de strijd voor voldoende ontwikkeling.
De tevreden burgerpartijen vinden het al heel mooi
van zichzelf, dat ze voor wat lageronderwijs voor de
„volksklasse" zorgen. Hoe ongelukkig is het evenwel
reeds daarmee gesteld door de krenterigheid der burger
lijke partijen En hoe treurig vertoonen deze partijen
hun onwaardig klassekarakter door op alle mogelijke
wijze te toonen, dat ze het nu genoeg vinden: „het
onderwijs kost al zoo veel, men moest liever probeeren
erop te bezuinigen dan het nog uittebreiden en daarmee
nog. duurder te maken."
Wel ja, zoolang de burgerpartijen nog middelen be
zitten om voor hun kinderen de ontwikkeling te koopen,
die zij noodig hebben voor een betrekking, zoolang
laten zij de ontwikkeling evenals het kiesrecht en andere
rechten vastgeklonken aan het geld. En zoolang
denken zij er niet aan, dat door dit afschuwelijke geld
stelsel duizenden bij duizenden uitgesloten zijn van de
mogelijkheid op een eenigszins behoorlijke ontwikkeling.
Zoolang begrijpen zij niet, dat zij door deze stelsel
matige onthouding van de kansen op goede ontwikke
ling aan de geheele arbei 1 ersklasse op nieuw hun op
geld steunende klasse stellen tegenover de arbeiders
klasse van hen gaai ook hierin de klassetegenstelling
uit, door hen ontstaat ook hierin de klassenstrijd.
Proletariërs zijn ook menschen. Zij mogen door de om
standigheden langzamerhand werkbeesten en loonslaven
z\jn gemaakt, menschen blijven het desondanks, wat het
kapitalisme ook moge doen of beweren.
En als menschen hebben zij er recht op, dat hnn
heele mensch-zijn de gelegenheid heeft zich te ontplooien.
Als menschen hebben zij er recht op, dat de gaven
van hersens en gemoed, van hoofd en ziel de gelegen
heid hebben, zich in hun volle kracht te ontwikkelen.
En als klasse, wie stelselmatig deze rechten zijn
onthouden, hebben zij de plicht, steeds heviger op te
komen voor hun rechten, steeds krachtiger hun stemmen
te doen klinken in de ooren van de zelfzuchtige on
rechtvaardige kapitalistenkl asse.
Naast rust door verkorten arbeidsdag eischen wij
daarom gelegenheid voor ontwikkeling voor de als
arbeidskracht geëxploiteerde i roletariërsklasse.
En het is op dezen eersten Meidag, dat wij dezen eischen
weer laten hooreu de heele wereld door, overal waar
het socialisme zijn intocht heeft gedaan.
Het nieuwe arbeidsjaar.
Een jaar geleden, wat was onze Meidag vroolijk en
opgewekt
Nu, op dezen dag, verbittering heeft onze vroolijkheid
opgeheven.
Maar, makkers, daarin mogen wij niet volharden.
Verbittering moge onze stemming beheerschenzij mag nooit
onze strijdlust «ioovcu, zij mag nooit ontmoediging brengen.
Als wij ons weer indenken in de omstandigheden
waarin de heele arbeidersklasse leeft, en wij leven weel
een oogenblik in de propaganda-eischen van den Meidag
in,.... zeker, die ve: bittering kunnen wij niet verbranden,
maar de hooge roode vlammen van onze strijdbegeerte
tegen dat doemwaardige menschenvernietigende kapita
lisme, ze kunnen toch wel die verbittering doen mee-
gloeienhooger zal dan de roode gloede van onze
strijdlust schitteren, en onze strijdkracht zal vertien
voudigen door de spanning van onze geheele strijdnatuur.
Het nieuwe arbeidsjaar is heden begonnen. Het zal
een jaar worden van veel heftiger strijd dan ooit te
voren Er zal meer strijdvaardigheid en meer strijdkracht
van ons gevergd worden dan ooit te voren.
Makkers, arbeiders, laten wij allen ons waardig
toonen, in dienst te staan van de zaak van den
arbeid! Laten wij allen bewijzen, dat wij ten volle
begrijpen, welke verplichtingen wij op ons hebben ge
nomen, toen wij ons schaarden in de rijmi van hen, die
de bevrijding, de vrijmaking, de ontknech-
ting van het proletariaat ten doel hebben.
Indien wij daarvan ons ten volle rekenschap geven,
en indien wij ons deze dingen met volle bewustzijn weer
duidelijk voor oogen stellen, makkers, dan zal ook
deze Meidag in werkelijkheid voor ons zijn
orgen in Ibvdl IE31.
In droeve rouw ligt 't al terneer
In duister; doodsch en kil;
Een neev le sluier spreidde zich,
Het voog'lenheir zwijgt stil.
Geen vleermuis fladdert in 't rond,
Geen vorsch kwaakt in de sloot,
Geen wormpje schuifelt langs het pad;
't Is alom stil en dood....
Geen ster Honkt aan den hemelbaan,
Geen windje zoeft of zucht;
Zoo aard als hemel schijnen wreed
Met somb'ren last bevrucht.
Daar plots'ling kliukt een schel gekraai,
De echo antwoordt dra;
En weldra galmt van alle kant
Eenzelfd' gekraai er na.
En opstijgt uit het dauwig veld
De leeuw'rik naar omhoog,
Terwijl uit bosch en boomgaard nu
Ook 't voog'lenleger toog.
En vroolijk kwaakt het- iu de sloot
En dartelt 't in de wei....
In volle majesteit verrees
De eerste dag van Mei!
Ontwaakt! ontwaakt! klinkt 't luid in 't rond,
Herboren is Natuur;
Gegroet, gegroet, gij nieuwen dag!
Gezegend morgenuur!
Wij, pelgrims naar den Nieuwen Tijd,
Wij groeten u zoo blij.
Eén dag aan onze hoop gewijd....
Eén dag voor óns.... 1 Mei!
1 Mei.
Gegr< et, gij nieuwe dag; gegroet gij dag van nieuw
en verjongd leven alom; van opleving, van herrijzenis
der Natuur uit bange winterslaap gegroet, gegroet,
gij dag, die ons, betoov'rend en verkwikkend door
wondertooneelen rond ons heen, bovenal innerlijk als
met nieuwen gloed doet opleven en versterkt krach
tiger en volhardender doet streven lot verwezenlijking
onzer schoone idealen.
Gegroet, 1 Mei.
Wij, die in 't leven een pad kozen, vol oneffenheden,
schier onbegaanbaar grijnzend van alle kanten ont
zettende moeielijkheden en gevaren vloek en spot,
smaad en hoon die vaak een leven vol bekoorlijk
heden prijsgaven om door smart en leed te worstelen
met allerlei vijandige machten, ons geheele leven lang
wii vragen één dag.
Eén dag voor ons
1 Mei.
Op dezen dag komen wij bijeen allen, die met ons
kozen dat moeitevolle pad in 't levende vaak ver
moeide en ontmoedigden pelgrims door dat barre oord
met zoo vele beproevingen op dezen dag komen wij
bijeen... 'tis onze dag!
Eén dag voor ons om te herdenken wat achter ons
ligt; wat we verwonnen, wat we verloren. Te denken
aan de tallooze gevaren welke wij bestreden hebben en
overwonnen, te denken aan hen, die eenmaal met ons
streden en leden, doch die wij nu derven....
Herdenken doen wij nu die gewichtige gebeurtenissen
vooral, wier herinnering ons nog zoo versch in het ge
heugen liggen; die gebeurtenissen wier werkelijken in
vloed en omvang momenteel nog slechts zoo heel vaag
door velen onzer worden waargenomen en die te
veel miskend, te veel onderschat worden.
Nóch direct succes, noch directen tegenslag geven
in voorvallen van beteekenis zuiver balans, en wat ook
gebeurde er na, we hebben een periode, een phase,
zij 't ook een kortstondige, doorleefd, waarin helder,
glashelde" doorstraalde de groote waarde, de zuiverheid
van ons Idealisme waarin de onbetwistbare moge
lijkheid ervan werd aangetoond op verrassende wijze.
De arbeid kan heerschen heeft geheerscht
En voort doolden wij hijgend rond...
Het kleine lichtpunt op onzen weg bracht ons tot
bovenmatige krachtsinspanning wij waarden de ster,
die lichtte, de scheemring van den dageraad onzer hope...
Wij waanden het mosgroene plekje dat wij op den
dor-dooden weg ontmoetten, de grens van het land der
belofte... wij waanden alreeds een schrede te hebben
gedaan in het rijk van Nieuwen Tijd wij waren
zoover nog niet.
Duur hebben we die begoocheling geboetverzwaard
zijn onze schreden nóg woester is het pad; nog
feller dreigen gevaren uit ons midden zijn wegge
rukt velen, die onze wank'le schreden steunden en ons
moed en volharding toespraken.
En uit de vert' klinkt het gekrijsch van hen die eens
den overwinnaar zoo luid toejuichten, doch den ver-
slagene nu om 't hardst uitjouwen.
Op, socialisten, sluit de rijen!
Nóg hebben we onze Idealen nog voelen we 't
bloed in de aêren koken bij de tergende wanverhoudingen
in de huidige samenleving nog zien we de misdadige
overvloed van alles aan de ééne en het nijpendst ge
brek, de bitterste ellende en nood aan de andere zijde.
Nóg zien we de brutaalste tyrannie hier en de treurig
ste noodgedwongen onderwe ping daar. En nog altijd
droomen wij van beter nog altijd voelen we in ons
de roeping te strijden tegen onrecht en tyrannie te
ijveren voor Geluk en Welvaart voor ALLEN!
Met dit doel voor oogen, versagen wij nooit
Al nauwer en nauwer sluiten zich onze gelederen
aaneen tot een onverbreekbaar geheel krachtiger en
luider klinken na iedere nieuwe beproeving deze krijgs
liederen van het strijdende proletariaat vóórt, vóórt
moeten we dof als 't rom'len van de donder dreunen
de voetstappen op de aarde van die duizenden die al
reeds met ons optrekken hoog wapperen de vanen
van Vrijheid en Recht boven onze hoofden, en moedig
gam we voorwaarts in de wetenschap dat elke schrede
ons nader brengt tot het oord van verlossing...
Makkers, ten laatste male
tot den strijd ons geschaard
Dan zal de Arbeid
eens heerschen op aard!
Acht uur! zoo klinkt door alle landen,
Acht uur zij onze arbeidstijd!
Acht uur' aan d' arbeid onzer handen,
Of dien van onzen geeH gewijd.
Wij willen flink en krachtig werken,
Maar 't lichaam geven zijnen eisch.
Wij willen lijf en geest versterken,
En vrjj zijn, vrij! tot eiken prijs.
i
'V-
1XH -.1