No 16. ZATERDAG 20 JUNI 1903 3e Jaargang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemocratische Arbeiderspartij. Bureau van Redactie en Administratie: „CONSTANTIA" Hoogstraat. Bericht van de Administratie. Ingezonden Mededeelingen. Gemeenteraads-Y erkiezing. Schoolgeldheffing. 'ri^B ONNEME NTS PRIJS: 25 cent per kwartaal l -,7 franco per post 30 cent hj voor^^hng. Losse nummers 2 cent. ADVERTENTIËN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Stukken voor 't eerstvolgend nnmmer moeten niterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. Aan de Postabonneé's wordt bericht dat de volgende week over het verschuldigde abonnementsgeld zal worden beschikt. Verder wordt men nogmaals opmerkzaam gemaakt op het veranderd -adres van redactie en administratie. Steunpenning, railnummers enz., gelieve men te zenden aan de administratie, Nieuwe Sluisstraat No. 5. Alles wat de Redactie aangaat aan Constantia, Hoogstraat. Arbeiders-Coöperatie „Voorwaarts." Het Bestuur deelt bij dezen den leden het volgende mede: Beschuit en kleingoed zijn de geheele week door verkrijgbaar, kadetjes en krentenbollen alleen Zaterdags. Alle bestellingen worden aan huis bezorgd. Men wordt beleefd verzocht, het bedrag zijner pen ningen te laten inschrijven op de penning enkaart. Wie zijn aandeel heeft volgestortis verplicht, het register in de Bakkerij te komen teekenen. Verzuimt dit niet! Het Bestuur. Van niemand minder dan van Johan de Witt is de uitspraak, dat slechts zij, die tot een gegoede familie behoorden, de noodige geschiktheid konden bezitten, om als regenten op te treden. In de eerste plaats, omdat zij dagelijks in aanraking kwamen met de magistraten (overheidspersonen) en ten tweede, omdat hij over tijd en geld te beschikken had den om hun kennis door studie en reizen uit te breiden. Wat hij door dat optreden verstond, blijkt uit het volgende. Tijdens den oorlog van 1652 werd de burgerij ontevreden over den stilstand in handel en hijverheid. Die ontevredenheid werd openlijk of minder openlijk ook uitgesproken. De schuld van den bestaanden nood werd toegeschreven aan de regenten. Johan de Witt wist nu te bewerken, dat een aan schrijving werd gericht aan de schouten (rechters), waarin zoo 't één en ander werd voorgeschreven over te nemen maatregelen, om die ontevredenheid den kop in te knijpen. Spionnen (expresse personen heeten ze deftig) moesten goed toeluisteren in veerschuiten of an derszins, of daar geen personen, 't woord voerden, die, dieja, tegenwoordig zou 't heeten revolutie predik ten. Verdachte personen moesten aan de poorten worden aangehouden. Drukkerijen moesten worden bezocht en als er opruiende geschriften heet 't tegenwoo: dig gevonden werden, letters en persen inpakken! Alle goede ingezetenen moesten worden opgewekt, verdachte per sonen bekend te maken, met belofte van belooning. 't Is haast als 't geluid van een Christelijke regeering, die ootmoediglijk hetKruist hen, kruist hen, tegen de arbeiders aanheft na 'n verloren algemeene staking. Het blijkt evenwel, dat regeerders in die dagen ge zaghebbers waren, echte, onvervalschte, maar óók, dat zij er iets voor deden, om gezaghebbend te kunnen zijn. Er is sprake van het uitbreiden van hun kennis door studie en reizen. De aldus gevormde regeerders waren ten slotte een stand, wien 't regeeren om zoo te zeggen in 't bloed zat. Wie er niet toe behoorde, voor dien was 't wachtwoord: „Opzitten en pootjes geven" en hij kon zich troosten met de gedachte„Wat de heeren wijzen, moeten de gekken prijzen." Er kwam natuurlijk 'n hoogheid in 't gemoed van zulke menschen, die 't begrijpelijk maakt, dat zij zich zelf zoo verheven von den bij de gratie Gods." Over het gewone burgerdom spraken zij met zekere welwillendheid van „den min deren man", wat daar beneden ging was het „plebs De vroedschappen (gemeenteraden) in de steden kregen onbeperkt gezag door het benoemen tot alle ambten, het opleggen van belastingen, het uitzetten van personen, die haar onaangenaam waren (recht van politieke uit zetting) en de beschikking over alle aangelegenheden der stad. Bovendien sloten de heeren onderling over eenkomsten, om elkanders familie in de vroedschappen te houden en ook, om eikaars bloedverwanten aan goed- bezoldigde ambten te helpen. Die regeerkunst droeg natuurlijk haar eigen onder gang in zich. Tijdgenooten teekenden in de tweede helft der 18de eeuw den toestand aldus „De gemeenten hangen af van de willekeur van een klein getal harer burgers, die, hun rechten onder elkan der verdeelende, de kunst bezitten, de klachten der burgerij te leur te stellen of de macht, ze te smoren. Hoe is 't nu? Wordt er nu een regeerkunst beoefend, die haar eigen ondergang in zich draagt? Hangen de gemeenten nóg af van de willekeur van een klein getal harer burgers? Er is vooruitgang. Het getal rechthebbenden is ver groot, maar is het zóó groot, als het zijn moet? Er is een klasse van bezitters, die over het kiesrecht heeft beslist. Aan de bevoegdheid, hei kiesrecht uit te oefenen, ligt welstand ten grondslag. Het sluit het overgroots deel van de Nederlandsche arbeiders uit. Dit teekent den on-welstand van deze groep burgers, gemeten aan het welstandsbegrip der bourgeois-klasse. Om tot een zuiveren politieken toestand ook in onze gemeenten te geraken, is in de allereerste plaats noo- dig: het Algemeen Kiesrecht. Geen uitsluiting van gelijkgerechtigde burgers. Het praatje van het niet-rijp-zijn doet geen opgeld meer. Wie nog niet rijp is, zal 't spoedig worden, daarvoor is de heftige democratische strooming borg. En de ge schiedenis leert, dat de souvereiniteit bij de gratie Gods van een zekere regeerklasse uitdraait op 't verkwanse len van goedbezoldigde baantjes en 't op 't groene kussen houden van de familie. De feitelijke toestand is dezelfde als ruim honderd jaar geleden, daar nu de talrijkste klasse, die der arbei ders, geslagen is met politieke rechtloosheid. En ook nu draagt de regeerkunst haar eigen ondergang in zich. De ontevredenheid wordt nu niet bedwongen per aan schrijving, maar door de wet, en de „expresse perso nen" zijn nu particuliere maatschappijen en werkgevers, die gerugsteund door dwangwetten de vakorganisaties uit elkaar trappen en de arbeiders klein maken. De politieke mondigheid der arbeiders, het algemeen kiesrecht, is het werktuig dat dien rugsteun kan om houwen. De arbeiders moeten dus hun vertegenwoordigers in de gemeenteraden brengen. De proletarische elementen moeten plaats nemen tusschen de burgerlijke De prak tijk leert, dat dit kan zonder het algemeen kiesrecht. Door de socialistische kritiek toch zijn veel burgers de oogen open gegaan. De allereenvoudigste eisch, die men zijn afgevaardigde stellen kan, is dezedat hij werk make van zijn ambt, dat hij iemand zij, die weet wat hij wil in gemeente-aangelegenheden. Er moet rich ting zitten in 'n raadslid, de vrijheid van gang, en deze eigenschappen komen iemand maar niet aanwaaien. Kennis van zaken is 'n eerste voorwaarde en de daaruit ontstaande kracht van overtuiging houdt het individu in de vaste lijn. Met een koel hoofd, een klaar verstand moet elke maatregel worden overwogen, worden vast gesteld, of hij leidt tot de machtsgroei en de vrijmaking der arbeiders. En veel valt te doen in de gemeenten tot wegneming van belemmerende oorzaken: zorg voor arbeiderswoningen, zorg voor volksgezondheid, kinder voeding en schoolbaden, opnemen van bestekbepalingen, of aan wat tot zedelijke versterking der arbeidersklasse leidthet onderwijs. Maar de afgevaardigde dient studie te maken van deze dingen hij moet zijn uitgesproken meening kunnen docuihenteeren, (van bewijsstukken voorzien). En wat leert de ervaring omtrent onze heeren-raadsleden Aan de hand der kritiek wordt ontdekt, dat zij van de behandelde zaken zoo goed als niets afweten. Er worden achter het groene laken 'n zwerm algemeen heden verkocht, die de eerste, de beste eveneens kan debiteeren. Zoo bij gelegenheid valt zoowel de meest vrijzinnige vrijzinnig-demokraat om, als de meest conser vatieve clericaal. Ook is meermalen in „De Moker" opgemerkt, dat die of gene zich met 'n kluitje in 't riet liet sturen. Van zulke vertegenwoordigers wordt zells het meest lijdzame kiezers-corps wee en de slappe, futlooze houding van onze vroede mannen is oorzaak, dat velen niet-arbeiders-kiezers stemmen op den sociaal- demokraat. Nu barsten binnenkort de kiesvereenigingen los. Bij de vorige verkiezing werden de Christelijke heeren aan bevolen, omdat zij zoo bijzonder zuinig waren, wat op 't belastingbiljet niet blijkt. Bij deze gelegenheid zal 't wel meer gaan over „beginselen", die ieder bekend zijn. Toch zou 't geen kwaad kunnen, als alle candidaten nu eens optraden voor hun kiezers, dan konden die beginselen eens gewogen worden. Wat de aftredenden betreft, hun kiezers hebben er recht op, te weten, wat zij in de afgeloopen zittingsjaren gedaan hebben in 't belang der gemeente. Die heeren moeten nu eens aan 't publiek hun staat van diénst toonen. De kiesvereenigingen komen met 'n vodderig strooibiljet voor den dag. Daarop kunnen hun belang rijke diensten toch zeker niet worden afgedrukt Wan neer bovenstaande raad wordt opgevolgd, dan beloven de volgende weken voor Schiedam 'n ongehoord leven dig politiek tijdperk te worden. De heeren zijn geen baanbrekers, de candidaten van de S. D. A. P. hebben al jaren zoo gehandeld. En tot slot een kleine wenk aan de kiezers. Zouden zij de besturen van de diverse kiesvereenigingen niet kunnen opdragen, een schrijven in bovengenoemden zin aan de aftredende candidaten te richten? Bij mogelijke niet voldoening aan dit billijk verlangen zal „De Moker" den staat van dienst in een der volgende nummers bekend maken. Onze vroede vaderen hebben een verordering op de schoolgeldheffing vastgesteld. In 't jaar 1899 is 'n protest-vergadering gehouden tegen verhooging (ver dubbeling) van schoolgeld op de openbare scholen voor gewoon lager onderwijs. De belangstelling was toen niet bijzonder groot. De vergadering kon drukker be zocht zijn geweest. Maar de kwestie was ook van niet veel gewicht. Wat toen de huisvaders evenwel hebben verzuimd, moeten nu de huismoeders dubbel en dwars bezuren. De schoolgeldheffing binnen Schiedam is als 'n verslin dend monster, het eischt hoe langer hoe meer slacht offers. Nog vrij versch ligt in 't geheugen de publieke verkoop van 'n arbeiders-inboedel, omdat het schoolgeld niet was betaald, 't Is, of het monster sinds dien nog wraakgieriger is geworden. Sissend sluipt het voort door de arbeiderswijken, zoekende naar een prooi. Is het aantal groot genoeg geworden, dan rolt er weer een papier van 't stadhuis, waarop de slachtoffers staan vermeld. De kleinste gave wordt hier met liefde aangenomen. Of die ook bereidwillig wordt geofferd? De bezoeken, die de wethouder van onderwijs ontvangt, kunnen van 't tegendeel getuigen. Vertoornde moeders, die 't slachtoffer zijn geworden van 't sluipende monster, komen met hun protesten aandagen En nog al dikwijls wordt ontheffing verleend. Hoe komt dat? Er moet iets in die schoolgelderij zitten, dat niet richtig is. Dat ontheffing wordt verleend, is vermeld, maar hoe komen de huisvrouwen aan den aanslag? MOK 3 cent per regel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 1