Arbeiders! Maakt den 23en Augustus tot
een dag van het proletariaat.
BINNENLAND.
Schiedamsche arbeiders! Sluit U aan bij
de drommen uit deze provincie.
Iets over de Zending.
waaronder 't socialisme welig groeit Op den druk is
geantwoord met werkstakingen. Natuurlijk melden nu
de bladen, dat door het energieke optreden der regee
ring alles weer rustig wordt, dat wil zeggen, dat de
kozakken de arbeiders bij honderden dooden en wonden
De stakers worden bij hoopen gevangen genomen, maar
'tis nog niet uit.
In Amerika wordt geld geslagen op een nieuwe
manier uit een oude wet.
Een wet van 1878 bepaalt, dat iedere burger die
het voornemen heett om land te ontginnen, voor 2Va
dollar per acre één tot aan 160 acres kan koopen. In
de sedert verloopen 25 jaar is echter menig stuk land,
twee-, driemaal en meer waard geworden. Speculanten,
spoorwegmaatschappijen, mijnbouwondernemingen, pa
pierfabrieken, houtkoopers, maken hiervan gebruik, en
later door stroomannen, die moeten zweren ontgingrage
burgers te zijn, het land koopen, om het onmiddellijk
over te nemen, en er soms 20 tot 200 dollars per acre
voor te maken. In het laatste jaar ontving de schat
kist voor verkocht land elf millioen dollar, terwijl de
werkelijke waarde minstens 60 millioen was. De be
ambten in de regeeringsbureau's zien alles door de
vingers, leden van den Senaat en het Kongres behooren
tot de koopers, zoodat deze diefstal aan de gemeenschap
onder bescherming van alle machthebbers in den Staat
wordt voortgezet.
Zooiets is de zedelijkheid van 't kapitalisme.
Onze regeering levert zeldzame proefjes van „sociale
rechtvaardigheid", och ja, de schoone verkiezingsleuze
van 1901 wat waren 't anders dan phrazen? Wat
blijkt het heele menu, toen den kleinen man voorgezet,
anders geweest te zijn dan lcool? En is niet 'tgeheele
bewind der christelijken één groot fiasco? Onder geen
regeering, van welk söort konservatisme ook, is zooveel
gepasseerd als onder dit gepasseerd zijn dingen van
't grootste belang voor land en volk, doch van wijs
rechtvaardig beleid, van meer dan gewone „zegen" is
bij het tegenwoordig bestier al treurig weinig gebleken.
Het beloofde land van 1901 is dor en dood nog wél
zoo onvruchtbaar als dat, waarin wij toefden....
De schreeuwers over „vrijheid" de mannen die
het socialisme bestreden hebben en nog bestrijden op
grond van bezwaren tegen Staats almacht, waar het
individu zou zijn opgelost in de gemeenschap en de
maatschappij zijn zou een complex beschikkende over
het zijn, over de wil der individuen, waarin geen vrije
zelfstandige wil kan worden geduld, doch men
in alles zich te voegen zou hebben naar de eischen
van den Staat, aan wien zelfs het huiselijk leven zou
moeten worden opgeofferd daar de ouders hun kinderen
niet meer zouden opvoeden en onderwijzen mogen naar
eigen keuze, doch volgens voorschrift van hooger hand,
diezelfde bestrijders van „socialistische" Staatsalmacht
geven nu proeven van Staatsalmacht op christelijken
grondslag, in den vorm van Staats-tyrannie.
Van die tyrannie van ons allerchristelijkst ministerie
is ook de dupe geworden onze partijgenoot S. Lindeman,
ingenieur, leer aar van de rijkslandbouwschool te Wage-
ningen Deze heeft in de Aprildagen, als lid van de
S. D. A. P., die, aangesloten zijnde bij het Comité van
Verweer, dit allen steun verleende, zijn plicht als
sociaal-democraat betracht, gedaan wat hij naar zijn
overtuiging meende te moeten doen, en is op verschil
lende plaatsen, o.a. ook te Gouda, als spreker voor het
Comité van Verweer opgetreden.
Dit kost 'm z'n betrekking. Van minister De Marez
Oyens kreeg-i verschilDnde brieven, waarin z'n houding
berispt, daar 'n staatsambtenaar niet tegen den staat
opponeeren mag en ook is hij bij den minister ontboden
geworden, waar hij in tegenwoordigheid van den direc
teur-generaal van landbouw, die nog extra-hatelijk tegen
hem was, eerst een verhoor onderging en daarna de
noodige verwijtingen en standjes mee naar huis kreeg,
met de buitengewone verzekering, dat de minister hem
straffen zou.
Maar... en dit maar werpt een zeer eigenaardig licht
op de houding van den heer De Marez Oyens, onze
partijgenoot kon „gratie" bekomen, al z'n zonden zouden
hem vergeven worden, als hij maar een door den mi
nister opgemaakte verklaring teekenen wilde, dat hij
verleid was. Dit hangt tegenwoordig in de lucht. Als
je van andere meening bent dan de huidige gezags-
mannen en ze krijgen je in handen dan moet je zeggen
dat zullie knap en dat jezelf dom bent, dat je verleid
ben geworden. Dan zijn ze grootmoedig genoeg je te
vergeven krek zooals in den hervormingstijd ge
schiedde, met gevangen ketters die volmaakte absolutie
verkregen als ze ook maar „verleid" wilden wezen.
Je moet je beginsel opbergen je heele overtuiging
uittrekken als 'n oude plunje, als dat gevraagd wordt
door de omstandigheden. We weten 't: ook de groote
Kuyper kan hiervan meepraten.
Onze partijgenoot toonde een slecht goochelaar te
zijn hij walgde van de judasrol, van hem gevergd.
Hij antwoordde eenvoudig niet verleid geweest te zijn,
héél goed te hebben geweten wat hij deed en weigerde
de verklaring te teekenen.
Na deze stommiteit is-i op christelijke manier ont
slagen uit z'n betrekking. Flink zoo! We verwachtten
nu elk oogenblik van den dag van onzen partijgenoot
bericht dat-i overtuigd geworden is van z'n onrecht en
nu op 't rechte spoor aangeland is. Natuurlijk zal-i na
zulk een krachtig argument van ministers zijde, over
tuigd moeten worden.
Och, de lui weten 't zoo; de een smijt z'n uitge-
judaste matrozen over boord, no. 2 degradeert z'n voor
anderer recht opkomende onder-officieren en no. 3 trapt
z'n leeraren de school uit die anders deDken durven
dan hij, en toch niet verleid willen zijn.
Heerlijk koestert en verwarmt de Nederlandsche
staatsburger zich in den gloed en de warmte, welke
de goeddoende christelijk-ministerieele-zon tot hem
neerzendt....
Wij lezen in De Volksstem
Ken vreemde geschiedenis.
Wanneer men zoo dagelijks in treinen en trams ver-
keeren moet, dan gebeurt het soms dat men meer zaken
in bijzonderheid aan de weet komt, dan men denkt.
Men hoort zoowat van alles in die compartimenten
verhandelen. Over het weêr en over politiek, over kunst
en moord, over leugens en menschenliefde overja
over de wonderlijkste zaken.
Een zéér vreemd gesprek had ik in den trein, toen,
(het zij opgemerkt dat het méér dan eenige weken is
geleden) ik met een praatgraag boertje de luisteraar
moest wezen van eene onthulling, die als ze geheel
waarheid behelst, een groot misdrijf mag heeten, en is
ze leugen, wat ik van harte hoop, dan mag het lezend
publiek, waaronder ook 't boertje hier bedoeld, er wel
door op worden gewezen, wat het beteekent, praatjes
te presenteeren in den trein.
Waar is Emile Regont,
Steenfabrikant te Maastricht gebleven
Voor ongeveer enfin het was kort voor 't vorige
bezoek aan Maastricht kreeg Emile Regout aanzoek
om deel te willen uitmaken van de feestcommissie ter
regeling der feestelijke ontvangst van H.H. M.M. Zon
der daar bezwaar in te zien, zette hij zijn naam op de
aangeboden lijst, en zie.... een paar dagen later volgt
eene oproep om welwillende steun voor 't feest, om geld
voor versiering enz. onder meer onderteekend „de feest
commissie" o. a. ook E R. Daar gaan de poppen aan
het dansen
De geestelijkheid verwondert over zoo groote bruta
liteit, zal die brutale Regout eens onder handen nemen.
„Zeg eens," aldus die priester, „hoe durf jij zoo
brutaal zijn, om je naam te plaatsen onder de leden,
en tot lid der feestcommissie ter feestelijke ontvangst
van H.H. M. M. zonder mijons daarin te raadplegen,
of onze goedkeuring te vragen Wij zijn er tegen, dat
je er zitting in neemt en waarschuw je, komt zoo iets
weer voor, buiten onze toestemming, dan zullen we je
anders aanpakken."
Bleek van woede hoort de jeugdige ruim dertigjarige
E. R. hem aan, en in woede ontstoken zegt hij hem geen
druk van hem te verwachten.
„Reeds lang ergert mij jullie kliek, ik heb genoeg van
die R. K. Kerk en haar dwingend gedoe. Jelui kan van
mijn part met je heele rommel naar den bliksem loopen.
Ik was al langen tijd van plan je te zeggen, dat ik zóó
erg van jelui kerk en zwendel walg, dat mijn oudste zoon
die nu pl.m. 14 jaar oud is, protestant zal worden, en
beter leeren zal, dan voor jullie goed is. Ik zelve ga ook
over en laat ik ulieden dit er bij zeggenIk walg met
mijn geld, van mijn geld op deze
„Zeg" buldert de geestelijke, „past je zoo een taal
tegen ons Zijn wij het niet die je werkvolk naar de
fabriek drijven? Zijn wij het niet die je werklieden dom
houden, en laten werken, zóóveel, en den langen duur
door je zelf laat regelen Zijn wij het niet, die je
behulpzaam zijn met het behalen van groote winsten,
ten koste dier armen, wier lage loonen gij nog kunt
verlagen, en de werktijd zonder extra belooning kunt
verlengen
Eene langdurige, hooggaande woordenwisseling deed
den priester vet trekken en onder belofte hem Emile
Regout te zullen vinden verliet hij den in woede tot
spreken gebrachten katholiek.
Reeds merkte ik op dat er in den trein veel afgerede-
neerd wordt wat waardeloos is, doch de verteller gaf
de volgende feiten er bij
E. R. vervoegde zich korten tijd hierop bij een leer-
aar M. U. L O. en maakte conditie met prijs enz
vöor zijn zoontje. Daar de Geestelijkheid zag, dat het
ernst zou worden, en hij, E R., daarvoor reeds een
leeraar had besproken in de provincie Utrecht, moest
er wat anders op worden gevonden.
Hij werd daarom ziek verklaard en bleef eenige
dagen onder leiding van Dr. Mol te Utrecht, die hem
op grond van volkomen gezondheid, ontsloeg.
Toen vertoefde, aldus de verteller, Emile Regout te
Zeist, waar hij geruimen tijd, ver van vrouw en kinderen
bleet. Hij was helaas tot de ontdekking gekomen dat
zijne vrouw zeer onder den druk der kerk was, en
zich niet veel om hem bekommerde. Plotseling is de
vervolgde verdwenen uit Zeist en bevindt zich in een
krankzinnigengesticht bij den Haag, vanwaar hij na een
kort verblijf verdween, waarheen
Eenigen zeggen, aldus de verteller, hij is dood, ande
ren, en dat kwam hem beter voor, weggemoffeld in
't zuiden der wereld. 'tKomt mij voor, dat het eene
goede zaak was, als door middel uwer courant, dit
praatje een praatje bleek te zijn, door tegenspraak met
bewijzen, van wie ook.
S. F.
Als deze geschiedenis waar was
Is zij niet waar, dan is er eenvoudig en gemakkelijk
genoeg te zeggen waar de heer Regout vertoeft. Wordt
dit gedaan, dan zwijgen alle lastertongen.
Maar als de geschiedenis waar is, als er niet gezegd
kan worden daar of daar is de heer R, en zus of zoo
is 't met hem gesteld, als hij verdwenen blijft, dan is
er al een infaam gemeen stuk afgespeeld. Wij meen
den, dat gesshiedenissen als De tvandelende Jood tot
't verre verleden behoorden, wij meenden dat de dui
stere werken der priesters hadden afgedaan is dit
dan nog niet zoo
Wij oordeelen een onderzoek in elk geval hard en
dringend noodzakelijk wij vertrouwen dat de pers
(en de arbeiders-pers zal wel voorgaan) de algemeene
aandacht op de „vreemde geschiedenis" vestigen zal,
wij meenen 't meer dan noodig, dat aan priesterskne
velarij een einde gemaakt wordt, waar zij zóó in-brutaal
durft te werk gaan
Halloh katholieke persbroeders, waar is Emile
Regout gebleven
Kappetein, onze partijgenoot, met 6 maanden cel ge
straft voor het verspreiden van strooibiljetten met zoo
genaamde opruienden 'inhoud, is nu door den gemeente
raad van Den Helder ontslagen als onderwijzer. Of nu
die dubbele straf nóg wel zwaar genoeg is voor 't
misdrijf, valt nog sterk te betwijfelen. Eigenaardig is
het dat onder degenen die hem z'n ontslag bezorgd
hebben ook behoo:t.... de Christen-demokraat:
Staalman, 't Zou wel de moeite loonen als die beroemde
demokraat z'n demokratische opvattingen, bij die ge
legenheid getoond, eens in 't openbaar ont. looien wou
Bah, wat 'n misselijke streek!
In de stakingsdagen gaf de Spectator een plaat,
voorstellende de Christus, tot de ministers Kuyper en
Loeff, die met het ontwerpen der dwangwetten bezig
waren, zeggende: „Heere, vergeef het hun, want zij
weten niet wat zij doen!"
Deze plaat heeft vrij wat ergernis gegeven aan de
regeeringsvrienden.
Naar aanleiding van het bericht in de bladen, dat
het plan bestaat om bij de verjaardag der koningin
ridderorden toe te kennen aan hen die in de stakings
dagen buitengewone diensten hebben bewezen, geeft de
Spectator thans een plaat, voorstellende: een ontwerp
stakingsorde.
Het is ongeveer het model van de Militaire Willems
orde, met in het kruis de woorden Gezag Ga boven
Recht. In het midden is een gemuilband hondje, in
opzittende houding, met puriteinenhoed en een kistje
colorado-sigaren in de pooten, tusschen de cijfers 19 en
03. De stralenkrans is een krans van bajonetten; in
den lauwerkrans die haar bedekt staat te lezen: Bonden
van orde. Het geheel is gedekt door een zwaard, waarop
Muilkorfwet, daarboven de helm van een politie-agent.
Erg ondeugend van de Spectator.
Het koninklijk echtpaar is te Groningen op de vee
tentoonstelling geweest. De verslaggever van het
Nieuwsblad van het Noorden deelt meê, „dat de
beesten door hun geloei als 't ware hun een ovatie
wilden toebrengen
Snuggere koeien, inderdaad.
Het mag als bekend gerekend worden, dat door ver
schillende Zendingsgenootschappen werkers worden ge
zonden naar den vreemde om aan „arme heidenen" het
zaligmakende Christendom te brengen. Vele arbeiders
zonderen van hun karig loon dikwijls nog een pen
ningske af, om de zending in die „heidensche" streken
mogelijk te maken.
Hoe de zendelingen onder de „heidenen" werkzaam
zijn is van mindere bekendheid. Daarom volgen hier
bijzonderheden, ontleend aan de mededeelingen van
C. G. Büttner, voorheen Missionaris in Demaraland
(Z. W. Afrika) en te vinden in de Controleur van
8 Aug. 11.
Deze zendeling verhaalt o.a. van de eerste vestiging
in Demaraland bewoond door de Herero-negers en „hoe
de christenleeraren veel moeite hadden met het kom-
munistisch besef, volgens hetwelk ieder die iets bezat,
zoolang van het zijne verplicht was te geven tot hij
zelf niets meer bezat, wat iedere vooruitgang belem
merde."