No. 26.
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1903
3e Jaargang.
ORCAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
23 Augustus.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal
franco per post 30 cent
Losse nummers 2 cent.
BUREAU VAN REDACTIE
bij vooruitbetaling.
Gebonw „CONSTANTIA", Hoogstraat.
BUREAU VAN ADMINISTRATIE:
A. YVINTFRBERU, Nieuwe Sluisstraat 5.
ADVERTENTIËN:
B cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Laat Kuyper ons kneevlen en Oyens
ons worgen
Wij zullen ons het Algemeen
Kiesrecht bezorgen
IMaar Rotterdam - 13 September!!!
Moeder natuur was zonderling verschijnsel
uitstekeud gemutstReeds vroeg nipten de zonnestralen
door de lichte wolkjes de ongure wind van den
laatsten tijd was voor vandaag maar 'ns „thuis" ge
bleven 't was heel 't idéé van 'n mooien zomerdag.
En daar doemden ze op in troepjes, de Schiedamsche
mannen en vrouwen, die dezen dag bestemd hadden
méé te manifesteeren voor het recht der arbeidende
klasse, méé te protesteeren tegen de groote uitsluiting
der arbeiders, méé te betoogen, te vragen, te eischen
het Algemeen Kiesrecht.
Volgens afspraak was de trein van half negen de
onze, en ofschoon wel 'n gedeelte per tram of op eigen
gelegenheid de reis volvoerden, 't gros was om half
negen aan 't station.
Zestig a zeventig man bestormden de coupê's allen
vonden plaats en daar ging 't.
Neen, nóg^piet. De machinist of wie dan ook, begreep
zeker dat Wij nog wat op 't hart hadden nog 'n
poosje bleven wij staan waar wij stonden (of zaten)
En dat oogenblik namen wij te baat om onze goede
stad 'n afscheidsgroet te zingen. Toen reeds bleek 't,
dat onze goê Schiedamsche kelen ons op reis verge
zelden en bovenalóók de opgewekte geest, dien bij
alles uitkomenden geestdrift, dien bezielenden, krach-
tigen gloed, onzen tegenstanders zoo geheel vreemd,
doch ons des te meer bekend en dierbaar. Uit volle
borst klonken de kiesrechtmarschen en ja, natuurlijk
de socialistenmarsch.
In Rotterdam ging 't, dan weer 'ns neuriënd, dan
maar weer 'ns fiks uithalend langs Stationsstraat, Oppert,
Hoogstraat enz. naar 't Oude Hoofd. Daar lagen de
booten van Smit Co., welke ons naar Dordt brengen
zouden. Heele jongens waren hettwee raderkasten,
één schroefstoomboot. We waren vroeg nog een uur
haast voor 't vertrektóch waren er al veel menschen
op de kaai die zoo eens stonden te neuzen wat 'r al
zoo voorviel. We stapten na bekomen vergunning alvast
maar op en heel Schiedam kon op den voorsteven
van een raderkast een plaatsje vinden. We zaten nog
onder 'n scherm en dus boften aardig.
Van lieverlede begon 't „te loopen" en om tien
uren staken we van wal. Alle drie de booten zaten
stampvol. We hadden ons den tijd maar weer gekort
door 'n mopje op te halen de vele aanwezig zijnde
leden van „Excelsior" werkten naar hun beste vermogen
en onder 't varen door bleven we met die bezigheid
maar aan den gang. Wel was ook op de „bovenste
verdieping" van onze boot evenals op de andere, 'n
muziekkorps aanwezig, doch 't mooie scherm waaronder
we zaten én het waterbriesje dat er woei, beletten ons
van de muzikanten iemand meer te hooren dan de
groote trom-slager. Dit echter is al veel, en wij zijn
gauw tevreden.
Natuurlijk hebben we veel gezien. Hebben we ons
goed georiënteerd, dan zagen we op de hoogte van
Hendrik Ido-Ambacht 't geraamte van 'n vroeger be
schavingswerktuig alias zooals in Holland heet
kannonneerboot, oorlogsschip of zooiets dergelijks, waar
van de verroeste schietdingen op den kant lagen. Leelijke,
lompe stukken ijzer, 'n Paar jonge gasten verkochten
er de noodige moppen over en beproefden zelfs ze an
't lachen te krijgen.
Zoo hier en daar gingen de meegenomen pakjes los..
en in 'n ommezientje zaten we „vreetzaam" bijeen.
Half twaalf waren we in Dordt. Maar neen, de men-
schenmassa daar bijeen, we hebben ze nog zelden gezien.
En op aller borst, op aller hoed van alle die duizenden
mannen en vrouwen prijkten kaarten, waarop ons vragen
en eischen van vandaag werd vertolkt in de spreuken
w(j eischen liet Algemeen Kiesrecht, iloe
open de stembus, het volk staat er voor,
enz. enz. In ontzettend lange rij, met vele en héél
mooie vaandels, met drie muziekkorpsen erover verdeeld,
rukten we op door de straten van Dordrecht naar het
meetingterrein. Reeds op de booten en verder op onzen
tocht waren de entréekaarten verkocht, wat het groote
voordeel had, dat er aan den ingang een regelmatige
doortocht plaats hebben kan.
Op het terrein een gezellige drukte. Eet- en drink
gerei meer dan genoeg aanwezig. Colporteurs te over.
Bosman opent de meeting in een korte toespraak,
waarin hij o. m. op het grootsche van deze betooging
wees, die in alle opzichten schitterend geslaagd mocht
heeten en Zadelhof deelde de regeling mede Wij waren
zoo gelukkig geweest in den tuin een paar stoelen te
bemachtigen en kregen eerst 'n nommer van de Zang-
vereeniging „Aurora" te hooren, daarna sprak Mevr.
RutgersHoitsema (in de plaats van Mevr. Dr. Jacobs)
toen pauze, onderbroken door de muziekver. „Kunst
aan 'tVolk", zang van „De Stem des Volks" en Oude
geest als sprebpf.
Een incidentj met 'n paar „vrijen" had geen belang
rijken invloed/ Tróts 't verzoek van Zadelhof niet met
'n velen kwetseand geschrift te kolporteeren, werd dit
toch gedaan, «faat sommigen aanleiding gaf zich boos
te maken. Samson maakte op z'n collega's een gunstige
uitzondering en kolporteerde enkel met propapanda-
brochures. As-i z'n geestverwanten ook 'ns op dien
goeden weg helpen kon....
Na afloop der meeting zijn we Dordt gaan bezichti
gen. Algemeen rondgewandel dus. 't, Park kreeg ook
'n beurt en we zagen 'n Dordtsche fontein met 'n vijver,
die bij Schiedamsche dito's vergeleken, nogal scherp
afstaken. Maar niet in 't voordeel van Schiedam.
Op onze reis komen we nog 'n wandelende troep
tegen en sluiten aan. Alweer 'n mopje gezongen. Op
een dijk, waar zooals overal uit alle ramen menschen-
hoofden staken, was 'r ook eentje, dat geheel de typee
ring was van 'n welvoldaan, gedistingeerd burger-juf
frouwtje. Kuifkrulletjes waren er op bedoeldrooie
hangwangetjes en 'n opgetrokken bovenlip en 'n ver
neerhangende vooruitstekend onderlipje gaven zooiets
van verhevenheid en van minachting tevens te kennen.
Juist toen wij voorbij haar gingen, galmde het acht
baar hoofd
„Weg1 met die Socialen"
En wij, ook niet lui, wij knikken 'ns tegen 't hoofd
goên dag en beantwoordden direkt de beleefdheid verder
door meê in te vallen
„Leve de Willem III"
't Hoofd was plots verdwenen en zal wel bij 'n bakje
leut en een regiment zwarte babbelaars z'n troost heb
ben gezocht
En zoo kwamen we weer aan de booten. Om 5 uur
zouden we afvaren om half vijf waren we ter be
stemde plaatse, doch reeds waren velen ons voor geweest.
Op de schroefstoomboot vonden we nu een plaats al
wat Schiedam was weer bij elkaar. We zaten nu op
den achtersteven, verstoken van zeil-bescherming, 't
geen ons ten opzichte der muziek ook goed te stade
zou gekomen zijn, nu ook de wind ons gunstig was,
alsnu de muzikanten maar niet den pas hadden
gemankeerdMaar dat mangelde ons nfl en dus
waren we zelfs verstoken van de groote brom.
In snelle vaart stoomden we naar Rotterdam terug,
weer onder de Kiesrechtmarschen en „Excelsior"-liederen,
onder wie vooral „Hou zee" uitverkoren was. Daarmede
ook landden wij 't duurde 'n poosje vóór al die
menschen waren ontscheept, en toen 't in optocht nog
maals door Rotterdam naar de Delftsche Poort.
't Was 'n dag, die 23en Augs. vol heerlijke genoe
gens en van machtige, luidklinkende propaganda.
De machthebbers hebben de stem van 't volk wél
gehoord
Arbeiderstreinen.
De reis van meer dan achthonderd partijgenooten
uit ons land naar Brussel en Gent heeft aan hen, die
meenden, dat wij op het gebied der coöperatie al aardig
gevorderd waren, doen zien, dat wij van onze zuide
lijke naburen nog veel kunnen leeren. De gedachte
evenwel, dat wij met onze arbeiders-coöperatie op den
goeden weg zijn, doet ons den moed niet verliezen,
neen, zij wekt ons juist tot harder werken, tot flinker
strijden op.
Ook op ander gebied kunnen wij van de Belgen
leeren. Onze partijgenoot E. van der Velde, lid van
de Belgische Kamer van Afgevaardigden, toont ons
dat in zijn artikel in de Sociale Praxis, dat handelt
over arbeiderstreinen. Hij leert ons daarin, dat de
Belgische arbeiders bij het zoeken naar werk zich niet
bepalen tot de plaats hunner inwoning, neen, dat zij
niet tegen zelfs groote reizen opzien. Enkele cijfers,
die hieronder volgen, zullen dit nader bewijzen.
Van der Velde betoogt in zijn artikel, dat het vroeger
in België evenzoo gesteld was als nu nog bij ons. De
arbeiders gingen 's Maandagsmorgens van hun familie
om ee st op Zaterdagavond terug te keeren. Dat is
sedert 1870, dus al meer dan dertig jaren lang door
de invoering van arbeiderstreinen heel wat veranderd.
Het tarief waarvoor de arbeiders vervoerd worden, is
buitengewoon laag. Alle cijfers te noemen, die ons ten
dienste staan, zou te veel van onze plaatsruimte in
nemen, daarom bepalen wij ons tot enkele.
Een weekabonnement voor dagelijksch heen en weel
reizen op 6 werkdagen kost voor den afstand van 5
K.Mdus ongeveer van Schiedam naar Rotterdam,
0.95 francs 47! cent. Van Schiedam naar den Haag
blijft het abonnement per week nog beneden een gulden,
n.l. ongeveer 75 cent. Om duidelijk te maken dat het
voordeel groot is, blijkt wel uit het feit dat een gewoon
retourbiljet derde klasse over een afstand van 50 K.M.
3.05 fr. 1 gulden 50 cent) kost, terwijl een werkman
voor 2.25 fr. (1 gulden 125 cent) op een arbeidersabonne
ment zes maal die retour heeft.
Andere cijfers bewijzen, dat de abonnementen zeer
in den smaak der arbeiders vallen. In 1830 toch be
droeg het aantal uitgegeven weekkaarten 14223, in
1885 al 667.522 en in 1901 reeds 4.412.723. In dertig
jaren is derhalve het getal ook dertig maal zoo groot
geworden.
Wanneer zullen wij in ons land zoo ver zjjn? Zou
de invoering van dwangwetten daarbij kunnen helpen,
of zou de arbeidersorganisatie daartoe niet haar steun
moeten verleenen Aan de arbeiders om hierop het
antwoord te geven.
Een nieuwigheid in Schiedam.
We beleven hier in Schiedam op 't oogenblik iéts
ongehoords, n.l. een met succes gevoerde boycot.
Voorzeker is dit voor onze achterlijke gemeente een
verblijdend verschijnsel, ook al betreft het hier maar
een biljart-boycot. Misschien is het voor sommigen een
oefenschool voor een mogelijk meer om 't lijfhebbende
boycot in de toekomst.
De eigenaar, die hier zijn biljart zoo jammerlijk ziet
versmaden, is het Volkshuis; het Volkshuis, dat moet
en dat zal bloeien of 't wil of niet. Daar wordt, of
liever gezegd, daar werd nog al druk gebiljart op een
oude rammelkast, waarvan men fluistert dat hij nooit
heeft gedeugl, hoewel hp meer dan duur is geweest.
Zoo'n kruk-biljart met zijn opgeplokt laken was altijd
een aardig melkkoetje voor het Volkshuis. Men wist
(d.w. z. het Bestuur)' wel, dat de biljart niet deugde,
of beter gezegd, enorm slecht liep, maar de gedachte
er woidt toch op gespeeld, weerhield hen waarschijnlijk
er deugdelijke verbetering in te brengen.
Nu wordt er al in drie weken niet op gespeeld. Men
wil niet meer. Formeele opstand dus in het zedelijk
lichaam, d. i. het Volkshuis.
Thans lapt men de oude tante, waarvan vakmannen
beweren dat er niets meer van te maken is, weer wat
op. Een timmerman heeft er zijn schaaf opgezet. Dan
een nieuw kleed erop en klaar isde biljart, die over
een maand wel weer een kolfbaan zal lijken.
Waar zooveel honderden guldens aan het gebouw zijn
besteed, voordat het eenigszins dragelijk ingericht was,
begrijpen we niet, dat men er niet toe over wil gaan,
een nieuw biljart te koopen.
MOKER