Op naar de Meeting. Zondag 13 September!
De lintjesregen.
Zonder rechtengeen plichten
BINNENLAND.
baarde misstanden. Had betoogd o. m. waarom z'n be-
zuinigings-woede zich allereerst tegen de conducteurs
heeft gericht wier aantal nn tot drie gekrompen is
dus véél te klein is en daardoor van de menschen j
een ontzettend zwaren en langen diensttijd vorderen
moet. Dat nu de conducteurs moeten overspringen van
den eenen wagen op den andere, dus heel den langen
dag geen oogenblik rust hebben!
Een zeer verkeerde zuinigheid van u, meneer V., in
ons oog, zoolang ge niet hebt opgehelderd, waarom ze
noodzakelijk was. Ofkomt hierdoor de aap uit den
mouw, waarom gij zoovele uwer ondergeschikten
waaronder zelfs de meest capable menschen hebt
weggejaagd? Waren uw redenen tot ontslag geen ge
zochte? welkome gelegenheden je er weer eentje
van den hals te schuiven? Want opmerkelijk is het toch,
dat voor al wat gij hebt uitgestooten, gij niets hebt in
de plaats teruggenomenSpreekt dit feit niet wat
al te sterk?
Natuurlijk zijn uw plannen in de toekomst uw zaak
zoover gij ze zonder iemand anders uitvoeren kunt
Tracht dit eens goed te begrijpen, waarde heerZoo
gauw als ge 'n ander noodig hebt, is 't uw zaak en.
die van nog een, twee, drie, tien, twintig enz. Snap-je'm
Wil de redactie der Moker doch alleen tegelijk
plus „Tijdgeest met mij persoonlijk van gedachten wis
selen ten mijne huize doch met die uit mijn per
soneel ei' bij, die ik daarbij wensch, ik ben bereid
op voorwaarde dat 't resumé van dat onderhond in alle
deelen punctueel in hun blad (De Mokerworde opge
nomen, ik vóór 't verschijnen van dat resumé eerst
lectuur daarvan krijgt opdat ik wete 't alles juist
teruggeeft
Tijdgeest wenscht van de gelegenheid niet te profi-
teeren wij wel. Doch wij hoorden of zagen niets
meer van den heer V., dus is dat zooveel gezegd als
dat meneer van 't onderhoud afziet. Alleen maar 'n
beetje nieuwsgierig geweest naar den persoon van Tijd
geest, hè?... Ondeugend, hoor, maar nog 'n beetje
nieuwsgierig blijven. Verder zijn wij zoo demokratisch
dit zeggen wij, Europeanen dat we 't vrije
woord vragen en geven aan ieder onzer tegenstanders
niets verdonkeremanen of 't voor of tegen ons is, dus
bij een eventueel volgende gelegenheid weet de heer
V. waarop onzerzijds te kunnen rekenen: Waarheid
bovenal
Ware 't niet voor recht en billijkheid tegenover
iemand die mij trouw en eerlijk dient ik had
zeker niets geschreven.
Hier is in twee en halve regel geheel het doel van
's Heeren V's schrijven blootgelegd. Z'n chef van alles
wat hem wordt aangewreven, waarvan hij beticht wordt,
waaraan hij schuldig staat in de oogen van 't publiek,
te ontlasten, schoon te wasschen, dat was de eenige
drijfveer, alles op eigen verantwoordelijkheid genomen
terwille van de eer, op te houden als Directeur, die
niet dulden kan dat er zou kunnen worden gezegdhij
heeft de teugels niet in de handen er gebeurt veel
buiten hem om, enz. En natuurlijk deert mij geen
smet, ben ik toch onkwetsbaar, wat er ook gebeure,
van welken kant men richteik sta hoog genoeg,
boven alles en allen verheven! Dus deert mij ook dat
geschrijf in de bladen niet. En m'n chef help ik uit
de slootZeg 'ns, meneer V., zoudt ge hem dat de
week voor Pinksteren óók gedaan hebben
Ten slottebovenstaande vraag van mij is 't eenige
waarin ik treed verder geschrijf kom ik niet in
ik wil niet medewerken aan bladvulling 't zij noodig
of niet ter wille van aanhoudende opwinding van 't
gemoedsleven.
Achtend,
Uw dw.
J. J. YÜRTHEIM.
Ged. Comm. Directeur der Schied. Tramw. Mij.
Och neen, 't is niet meer noodig ook dat u in ver
der geschrijf treedt. Éénmaal was genoeg u te repre-
senteeren 't Schiedamsche publiek weet in den ver
volge wie de heer Vürtheim, direkteur der S. T. M.
is. Houdt dus gerust uw gemak en.,., ga gewoonweg
uw gang, krek of je al niet meer op Europa's grond
je bevindt. Zoudt u d'r nog niet eentje kunnen ontslaan
Peins er 'ns op!... 't Is 'n aardige verpoozing!
De 31e Augustus van elk jaar is voor vele hoogst
fatsoenlijke en brave burgers en burgeressen een aller
belangrijkste dag. Dan toch daalt uit Den Haag op vele
borsten een stuk lint of een metaal neer, dat den mensch
in hooge mate boven zijn mede-landgenooten, die niet
tot ^de bevoorrechte kaste behooren, verheft. Dan maakt
zoo'n lint of een stukje goud, zilver of brons iemand
van gewoon staatsburger tot uitverkorene der natie.
Bij zoo'n groote uitdeeling, die heel wat kolommen uit
de Staatscourant vult, gaat de uitdeeler of liever de
uitdeelers zeer gewetensvol te werk. Heel gemakkelijk
gaat het niet, om b. v. een stukje lint, ter waarde van
misschien een enkele cent, machtig te worden. Men
moet al heel wat verdiensten kunnen toonen, om het
eindje lint in bezit te krijgen. Voeg daarbij het bestaan
van een groot aantal standen en standjes, dan behoe
ven wij daarover geen woord meer te reppen. We zul
len die linten, lintjes en medailles zooveel mogelijk in
volgorde noemen. Ziehier
lo. Commandeur in de orde van den Nederlandschen
Leeuw.
2o. Ridder in de orde van den Nederl. Leeuw.
3o. Commandeur in de orde van Oranje-Nassau-
4o. Officier in die orde.
5o. Ridder in dezelfde orde.
60. Broeder in de orde van den Nederl. Leeuw.
7o. De eeremedaille in goud, zilver of brons der orde
van Oranje-Nassau.
Alleen het Broederschap van den Nederlandschen
Leeuw geeft den bezitter per jaar een voordeeltje van
f200, de andere eereblijken zijn alleen uit zich zelf
eereblijken.
De opsomming der negen graden heeft doen zien, dat
er bij de uitdeeling goed uitgekeken wordt.
Niet ieder wordt maar, om niet het allerhoogste te
noemen, ridder van een der beide orden. Een verdien
stelijk werkman, lid van Volksbond of Bond van Orde,
hoe hoog hij ook in het oog zijner zoogenaamde meer
deren staat, zal nooit het ordelint van een der beide
orden op de borst mogen dragen. Dat is voor hem niet
weggelegd. Toch krijgt hij ook zijn deel. Voor hem is
bestemd de gouden, zilveren of bronzen medaille der
Oranje-Nassau-orde. Het lint is in het oog der regeering
erg duur. Dat kan nooit de bedoeling van den stichter
der orde geweest zijn, den minderen man ook in het
bezit van lint te stellen. De hoofdcondncteur Nibbelke,
een der meest bekende mannen uit de spoorwegstaking,
moet zich tevreden stellen met de zilveren medaille,
terwijl ons Kamerlid van Limburg Stirum den Neder
landschen Leeuw ontving. Wij hebben wel eens ver
nomen, dat een aantal zittingjaren in de Tweede Kamer
recht geeft op een Leeuw. Wel opmerkelijk dan, dat
de liberale en vrijzinnig-demokratische Kamerleden dit
maal geheel buitengesloten zijn
De ridderorde van Oranje-Nassau is voor een mindere
klasse, we zouden haast zeggen: de laagste sport
van de bourgeoisie, weggelegd. Voorzitters van
bonden nette bonden natuurlijk „paters, majoors
en kapiteins van de schutterij, schoolhoofden, commis
sarissen van politie, komen in het bezit van dit lint.
Voor een paar jaar werd in onze gemeente de majoor
Visser bedacht, voor deze keer was het schoolhoofd
Sander aan de beurt. Misschien toonen wij, niet goed
op de hoogte te zijn, door te vragenwelke verdiensten
hebben deze mannen, dat hun dit lint is toegekend?
Wordt bij de beantwoording tevens gelet op de kwestie
lint of medaille, dan weten we misschien gelijk, welke
verdienstelijke stadgenooten er schuilen in de heeren
Visser en Sander.
Komt, stadgenooten, wie beantwoordt bovenstaande
vraag
Protesteerende Stemmen. De redactie van
Stemmen is in haar jongste no. aan 't protesteeren. Dat
bij twee predikant-vacatures niet een plaatsje gegund
is aan een modern ziele-herder, heeft der Stemmen-
redactie misnoegen opgewekt, en zij geeft haar hart
aldus lucht:
't Schijnt dat in deze zaken „het recht van den
sterkste" heerschappij voert. En dus is 't maar
't beste om, voorloopig tenminste, in deze toestanden te
berusten. Maar dat berusten geschiedt niet zonder
protest. Wij gevoelen ons verplicht te protesteeren
tegen een daad van de meerderheid die toch zeker aan
een derde deel van de lidmaten der kerk een predi
king onthoud die overeenkomstig hun beginsel is en
die door geen enkele kerkelijke wet verboden wordt.
Hieraan denkende moeten wij constateeren dat door
haar het recht geschonden wordt en dat zij zich
schuldig maakt aan machtsmisbruik en plichtsverzuim.
Dan neemt de Stemmen-redactie het kies-collega nogal
tamelijk in de maling over z'n „orthodoxie" en zegt
verder
Immers de vrijzinnigen prediken het ware geloof
niet. (Het Schiedamsche kiescollege weet precies wat
het ware geloof is, de orthodoxie natuurlijk). Zonder
dat ware geloof nu, waarmede deze heeren zoo nauw
keurig op de hoogte ziin, kan slechts de verdoemenis
eens menschen deel zjjn. En nu mag men toch van de
christelijke kiescollegeleden niet verlangen dat zij
door een beroeping van een vrijzinnig predikant
meehelpen om een gedeelte van onze gemeente naar
den hel te brengen. In dat opzicht zou de heeler
net zoo slecht zijn als den steler. En de eeuwige straf
dien zij verwachten dat in de toekomst den vrijzin
nige prediker voor zijn dwaalleer niet gespaard zal
blijven, zouden zij, nu zulk een beroeping de prediking
der dwaalleer in de gemeente mogelijk maakte, niet
ontloopen. Zoo redeneert het orthodoxe kiescollegelid,
en als hij dat nu waarachtig meent, dan kan men
't hoofd schudden over 's man bekrompenheid die
herinnert aan het Farizeesche dogmageloog in 't begin
onzer jaartelling tegenover de milde en vrijzinnige
prediking van Jezus, maar kwalijk nemen kunt ge
het hem niet, omdat het zijn overtuiging is en hij
nu eenmaal niet beter weet.
Zou Stemmen naïef genoeg zijn dit te gelooven
Het matte slot doet aan het overigens zoo krachtig
betoog veel afbreuk, 't Is van algemeene bekendheid
en zou het Stemmen onbekend zijn dat de broe
deren juist ter oorzake der predikants-vacatures mekaar
tamelijk in 't haar zitten, 't Is 'n geworstel en geïntrigeer
van heb ik jou daar, óm.... de macht! Want ook onder
orthodoxie schjjnt surrogaat te zijn, en ons kies-college
handelt alleen in Natuur, en daarom worden alle kan
didaten zorgvuldig gewogen, of ze wel 't orthodox ge
wicht bezitten. Maar deze wil 't zóó, gene zus zwaar....
Maar overtuiging? Neen, handels-belangen gelden
daar, want men is daar vóór alles waar collega groen
teboer of opperman voor is.
Overtuiging, beginselen, zoek ze toch niet daar!....
Ontslag-Lindeman. Onze partijgenoot Linde
man ontving uit Middelburg een brief met het volgend
Den WelEdelen Heer
S. Lindeman,
ontslagen
ingenieur-leeraar aan
de Rijkslandbouwschool
thans nietsnuttend volbloed
socialist te
Wageningen.
De inhoud van dien brief luidt
19 Augustus 1903.
Mijnheer Lindeman de socialist.
Nu hebben ze jou leelijk te pakken hè Mijnheer de
socialistische leeraar. Flink hoorZoo moet dat ontuig
worden behandeld, ontslagen worden en zoo mogelijk
gebrek en armoê lijden. De minister houdt zich ferm.
Het gezag moet hoog worden gehouden en de over
treders streng gestraft. Zit nu maar niet te huilen
mijnheer Lindemanneke, het is verdiend loon voor jou
oproerig geklets en gewouwel voor stomme varkens
achtige socialistische werklui, 't Is waarlijk te hopen
dat de pest eens uitbreekt onder jou en je aanhangers.
Intusschen zit ik me hier aan mijn schrijftafel te
verkneuteren van pleizier over de straf jou, ellendeling
toegediend. Zoo moest dat tuig allemaal gestraft
worden, en willen ze zich dan niet bekeeren, dan
maar van den honger kapot gaan. 't Is ten minste te
hopen dat jij zulk een lot deelt. En werk nu maar
niet met de Tweede Kamer, want het helpt je niets,
er zitten maar enkele van die monsterdieren die jou
zullen helpen. Alle anderen zullen je tegenwerken,
waaronder ook ik in de eerste plaats. Wanneer je
soms honger mocht krijgen, zal ik een voorstel in de
Tweede Kamer doen om u enkele bonnetjes present
te doen, voor maaltijden in uw stedelijk soephuis.
Ha Ha Ha Ha Haaaaaa
De afgevaardigde van de Tweede Kamer in het
district Middelburg.
Mr. C. L.
Welke wangedrochtelijke schoeljesziel zooveel ploe -
tigheid en zwijnderij uitbraken kan, daarnaar is zeker
niemand nieuwsgierig. Dat 't Mr. L(ucasse) zijn zou,
is geen sprake van. Maar wie weet, wat 'n uitgestreken
en zalvend gelaat of 'r mee gemoeid is. Ja, ja, het
christelijk ei breekt door.... maar stinkt afschuwelijk
Hier is nog zooiets geïmporteerd van zuiver chris-
telijken kant. De Geldersche Bode schrijft
Een aap
We kennen Lindeman persoonlijk niet, ook niet van
hooren zeggen.
We weten dus niet, of hij een ernstig man of een
kwast is, en het kan ons ook niet schelen.
Maar dat hij de militaire uniform, de „rok des
Konings" het eerekleed van zoo tal van helden, de
kleederdracht van de verdedigers des Vaderlands
heeft genoemd „een apenpakje" in een volle openbare
vergadering, doet de vraag rijzenof we hier
niet te doen hebben met een grooten aap?
Aapachtig is de beleedigende uitdrukking
zeer zeker
Wanneer wij den uitstorter van dit christelijk venijn
indeelden onder de apen, zouden wij deze diersoort
onrecht doen. Daarvoor zijn ze te fatsoenlijk. Laten we
hem dus stilletjes in z'n kwaliteit van christelijk
journalist.
De Chrisen-Democraat heeft in eenige nummers z'n
meening verkondigd over 't ontslag, zoo ook in 't no.
van 26 Aug. Een saai en vervelend stuk „Machts
misbruik haast 3 kolommen groot, leuterend over de
grens van vrije beweging voor den ambtenaar van den
Staat. We kunnen 't lezen van dat artikel gerust ont
raden, wijl men er na even ver is als er vóór.
De Marez Oyens hadt groot gelijk den oproerigen
ambtenaar te ontslaan, dit is 't geen de demokraat
uit christelijk hout betoogt. In 't begin meenden we,
dat daar in Den Helder de hersens nog vanwege de
beroeringsdagen van streek waren, maar.... de meening
blijft dezelfde.
3idr6s