St. Nicolaas-Kinderfeest. No. 39. ZATERDAG 28 NOVEMBER 1903 3e Jaargang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij. Ingezonden Mededeelingen. Arbeiders-Coöperatie „Voorwaarts". Oude Kerkhof 7, Woensdag, 16 December a. s. Ons partij-leven. BUITENLAND. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal j Mj vooruitbetalin tranco per post 30 cent j J Losse nummers 2 cent. BUREAU VAN REDACTIE Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat. BUREAU VAN ADMINISTRATIE A. WINTERBERG, Nieuwe Sluisstraat 5. AD VETRTENTIËN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 unr in het bezit der Redactie zijn. 3 cent per regel. Aan de Leden. Van Maandag 30 November a. s. af ligt de Rekening en Verantwoording voor de leden ter inzage De ledenvergadering is vastgesteld op HET BESTUUR. De commissie welke zich belast heeft met het orga» niseeren van dit Kinderfeest heeft besloten lo. Toegangskaartjes uit te reiken; om zeker te zijn van het aantal kinderen dat komen zal. 2o. Alleen voor kinderen beneden den leeftijd van 12 jaar worden kaartjes afgegeven. 3o. Bij het halen der kaartjes moet men leeftijd en geslacht der kinderen opgeven (liefst schriftelijk.) 4o. Het Kinderfeest zal gehouden worden op Zon dag 6 December a. s. ten 6 uur in „Constantia". Let op hetgeen hier volgt: Zondag 29 Nov., 's avonds na 7 uur, zal onder- geteekende in „Constantia" zijn om de kaartjes af te geven. Allen, die op een der ljjsten reeds het aantal kinderen invulden, worden dus verzocht, voor elk kind, dat gezonden wordt, een kaartje te laten afhalen. Na Maandag worden geen kaartjes meer afgegeven. (Men lette op 3o.). Zonder deze kaartjes worden geen kinde ren toegelaten. Voor hen die nog niet op een der lijsten teekenden en kinderen wenschen op te geven, bestaat daarvoor a. s. Zondagavond na 7 nur gelegenheid in „Constantia". Na Zondag worden beslist geen kinderen meer bijgeschreven. Ieder neme hiervan goed nota A. WINTERBERG. De triomph der reaktie heeft ons menig offer ge vraagd. Financieele, om te steunen hen, die in den strijd voor hun rechten, in den strijd voor hun begin selen, die ze trots alle lagen en listen der tegenstanders manmoedig getrouw bleven, ten onder gingen In den strijd, waar Recht het afleggen moest tegen brutaal geweldTe steunen die dapp'ren, die alles, alles wat ze bezaten op 't spel zetten en trouw bleven aan de groote zaak van hun klasse, der arbeiders. De dapp'ren, die het kleine stukje recht, den arbeider nog gelaten, zich niet weerloos wilden doen ontnemen. En voor die „misdaad" door den meadoogenlooze en wreeden overwinnaar vreeselijk werden getuchtigd Die met hun gezin werden overgeleverd aan de afschuwelijke martelingen van honger-ellende wier leven werd verwoestWier éénige hoop was geves tigd op ónze solidariteit en naar ons vermogen brachten wij bij, hen, onze trouwe makkers, het leed te verzachten, hen voor algeheele ondergang te behoeden.... Maar nog andere offers werden ons gevraagd. Wjj zagen velen, die eens nevens ons streden en leden, heengaan Heengaan, nu ze hun hoop zagen in rook vervliegen hun verlangen onvervuld bleef, nu ze juist de ver vulling zoo nabij dachten en de teleurstelling hun t e machtig geworden, verslagen en ontmoedigd terug zonken in onverschillige berusting Heengaan, waar ze meenden dat nil de zaak hopeloos was de vooruitgang voor goed den kop was inge drukt de arbeidersbeweging was ten onder gebracht. Ze zagen het scheepke hunner hoop, nog straks rank en fier de baren klievend, op 'n klip geloopen, als ont redderd wrak krakend onder eiken golfslag der woe dende reaktie-golven, straks uit elkaar geslagen.... En zagen den opvarenden een wissen ondergang beschoren. O zeker, reeds lang hebben zij het kimnen vernemen „zij, die ge verloren waart, zijn welvarend en laten u groeten"; reeds lang hebben de courantberichten hen kunnen overtuigen, dat de arbeiders-beweging niet ten onder is gebracht, door 't gezwoeg der reaktie maar hun vertrouwen op hun geloof in de eindelijke zegepraal is t e zeer geschokt, alsdat ze weer zich plaatsen daar, waar ze behooren, in ónze gelederen, in.de rijen van het internationale, strijdende proletariaat. En zij blijven verre van onshoe noode wij hen missen. Och, 'n voorwendsel is zoo licht gevonden. Deze vindt dit, gene dat als uitvlucht, om z'n wegblijven te verontschuldigen.... Toch dienen we te erkennen, dat, al is 't gelukkig als uitzondering, ook wel 'ns 'n gemotiveerde reden bestaat en wordt aangevoerd, waartegen wij te zwijgen hebben. Zoo hebben we in onze afd. wel iemand zien heengaan, die werkelijk op een flinken dienststaat in dienst der partij bogen kon wien het nóg niet aan overtuiging mangelt, maar die is heengegaan omdat hij zoo bitter weinig apprecieering vond bij de partijge- nooten, hoeveel hij ook presteerde. Neen, erger nog, door sommigen als een goed doel wit voor spot en scherts gehouden werd en steeds hun mikpunt was. Geplaagd en gesard werd.... Nn raakt dit alles niet de beginselen, en wij vinden dan ook dat die partijgenoot zeer verkeerd deed, de partjj om die reden vaarwel te zeggen, doch i s h e t niet te begrijpen? Zeer zeker en de houding dier spotvogels is niet genoeg te laken en te geeselen. 't Komt totaal niet uit anderen lastig te vallen met gekheid, waarvan we weten dat de menschen niet zijn gediend, als het partij- genooten betreft, dan is het nog zooveel te dommer en meer afkeurenswaardig; in stede de partij te dienen, berokkenen wij haar schade, door haar vaak de krach tigste elementen te ontrooven. Wij moeten beseffen, dat bij het steeds grooter wordende aantal partijgenooten er steeds meer verschil lende karakters onder ons komen, daarmede moeten wij rekening houden. Alle menschen zijn nu eenmaal niet gelijk van aanleg, en dom is het, iemand die met ons in 't een of ander verschilt, daarom te bespotten of lastig te vallen. Dit mag niet gebeuren en waar wij het zien, hebben wij dit kwaad, dat helaas in onze afdeeling een groote, althans t e groote afmeting heeft aangenomen, te bestrijden. Wij, sociaal-demokraten vooral, hebben te beseffen, dat onderling getwist, de wortel van 't verdeel en h e e r s c h, uit den booze is. Wij hebben te staan en te strijden naast en voor elkander. Wij hebben te appre- cieeren ieders werk in 't belang der goede zaak wie veel kan, hoort veel te dpen, wie over minder arbeids kracht beschikt, zal niet zooveel doen, doet veel of weinig, allen dragen hun steentje bij tot het optrekken van het grootsche gebonw onzer idealen en daarom hebben we te eerbiedigen alle individualistische eigen schappen onzer mede-arbeiders. Niet dat we elkaar met handschoentjes behoeven aan te pakken. Dat's ook niet noodig. Maar zonder plagen en sarren hebben we te staan eerlijk en ruiterlijk tegen over onze tegenstanders, doch bovenal hebben we die zelfde deugden te betrachten tegenover partijgenooten. Dan alleen is ons partij-leven normaal en zullen we ons gezond en krachtig zoowel naar binnen als naar buiten kunnen ontwikkelen. Dan zal de stormwind der reaktie over ons heengaan, zonder ons schade te berokkenen dan zal het ver woede conservatisme vruchteloos zwoegen tegen de komst van 't nieuwe en betere, tegen den vooruitgang, dan zal de marsch der naar Nieuwen Tijd opgaande uitgebuitenen door niets en niemand te stuiten zijn dón zal, speciaal voor het Nederlandsch proletariaat, straks blijken, wanneer de orkaan is uitgebulderd, dat het graan prachtig weer oprijst en de velden wit van te oogsten Als goede tuiniers hebben wij te zaaien niet alleen, doch óók te wieden. Welnu, partijgenooten, laat ons allen doen al datgene wat ons behoort. Geeselen wij, daar, waar gegeeseld moet worden, doch vergeten wij dan ook niet te appre- cieeren, datgene, wat daarop aanspraak maken kan. Dat zij zoo Frankrijk. Vele jaren lang heeft daar de school gestaan onder een sterken invloed van den clerus. Daaraan is nu een einde gemaakt. De heer Combes heelt gister in den Franschen Senaat in zake de school een overwinning behaald, die als definitief kan worden beschouwd. Men kent de kwestie. Het geldt de intrekking der wet-Falloux, die het onderwijs vrijlaat, dat wil zeggen, die den toestand schept, welke in ons land vóór de wet-Mackay bestond, dat iedereen scholen op kan richten, op eigen kosten, en met door den Staat geautoriseerde onderwijzers. Wordt deze wet ingetrokken zonder meer, dan heeft men de verplichte staatsschool. Doch dat was de be doeling niet. Deze was eigenlijk alleen om de klooster scholen uit te roeien, en daarom werd een artikel voorgesteld waarbij het aan leden van „niet-geautori- seerde" kongregaties verboden was scholen te houden en onderwijs te geven. Er was een voorstel-Delpech om dat „niet-geautori- seerde" weg te laten vallen en zoodoende alle kongrega- nistisch onderwijs af te schaffen. Met dit voorstel verklaarde Combes in te stemmen. Nu kwam het gewichtige oogenblik. Waldeck-Rousseau, de vorige minister-president, bestreed het. amendement, en .Combes, ministerieel leven hing nu aan een zijden draadje. Het amendement werd echter aangenomen met 147 tegen 135 stemmen. In de Kamer heeft Combes een vaste meerderheid in deze, maar dat hij den Senaat zóó zou weten mede te krijgen, is hem zeker een flinke meevaller. Op het kantje af ging het dus. Maar er is na een begin gemaakt. Italië De Christen-Democraten hebben toch overal pech. Ze komen telkens in de verdrukking tusschen Christen-Conservatieven en onchristelijke de mocraten. Let maar eens op de ruzie onder de Itali- aansche Katholieken. Te Bologna had een katholiek kongres plaats, waar over de konservatieve bladen minstens half razend zijn. De christelijke democraten aangevoerd door den be kenden a,bbé Murri, hebben 't op het kongres gewonnen en er zijn besluiten genomen om zich als politieke partij te organiseeren. Dat is de vorm waarin paus Leo XIII niet wilde hebben dat ze zich organiseerden. Volgens de korrespondent van l' Europeen te Rome, heeft paus Pias dit goedgevonden en zal zich niet ver zetten tegen een optreden bij de verkiezingen. De Tijd schimpt op dezen geestelijke Murri alsof hij een simpel sociaaldemocraat was. De christelijke democratie noemt ze een „geestelijke afdwaling"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 1