Op koopjes loopen.
Bezuiniging
V erkocht.
brood hebben gehad, terwijl vader en moeder zijn
opgestaan en weer ter ruste zich hebben begeven,
zonder dat zij iets hebben gegeten.
Daar hebt gij een gezin, dat na alles te hebben
verkocht of verpand, met de laatste stoel eij tafel
en matras, door den huisheer op straat wordt ge
jaagd
Het landelijk comité van steun verzoekt ons 'n in-
teekeubiljet te plaatsen, gelijk wij hieronder doen. Men
teekent voor 'n wekelijksche bijdrage, (welke desverlangd
wordt afgehaald) en bezorge het aldus ingevuld biljet
aan ons administratiebureau, Nieuwe Sluisstraat 5.
Wie geen kwartje per week missen kan, geve dan
een dubbeltje of een stuiver.
Vele kleintjes maken een groote.
Wanneer een ieder, zonder uitzondering, iets geeft,
dan is de groote vraag: hoe steunen wij die arme
menschen in dit barre jaargetijde, opgelost.
Niemand mag zich aan deze beweging onttrekken.
Want deze beweging staat buiten en boven de partijen.
Wie de arme menschen steunt, doet niet meer dan
zijn plicht.
Want het is plicht z'n medemensch de behulpzame
hand toe te steken als ie in nood verkeert.
Reeds is 't aantal groot van hen, die op deze wijze
hun penningske offeren, maar nog niet groot genoeg.
Welaan, kameraden, welaan Schiedamsche arbeiders,
zult gij achterblijven?zult gij uwen plicht ver
zaken
Neen, niet waar?!
INTE EK EN-BILJET.
Bij ondergeteekende
wonendeNo
zal iedere week (tot wederopzegging)
cent storten (kan van huis afgehaald worden.)
(N. B. De gevraagde steun loopt slechts tot einde
Maart.)
Zooals onze lezers in ons raadsverslag in ons vorig
no. zullen hebben gezien, krijgen we ook hier, in Schie
dam, schoolartsen.
Wat 'n weelde! Wie had dat durven denken, dat we
't hier nog 'ns zoover brengen zouden! Voorzeker
kunnen zij, die dit punt op hun programma hadden, die
er steeds voor geijverd hebben, al zoovele jaren op 't
zelfde aambeeld geslagen hebben, voorzeker kunnen de
onderwijzers(essen) bij 't behaald succes dankbaar
wezen
Want wat er ook nog aan moge ontbreken, 't beginsel
is nu ingehaald. Dan zal ook de rest volgen.
We kunnen nu eenmaal niet verwachten van de
bourgeois-menschjes, die nog de zetels in de raadzaal
bezetten, dat ze zoo erg hard van stal draven. Daarvan
hebben vooral de Schiedamsche vroede mannen nooit
veel geweten, 't Slakkengangetje is hun nu eenmaal
lief en 't is noodig, hard-noodig ook, dat ze zoo nu
en dan van buiten-af 'n por in de lenden krijgen.
Schoolartsen voor f 100. 't Is belachelijk zulk
'n voorstel te doen, doch onzen Raad was 't ad libitum.
Ah! ze loopen zoo graag op 'n koopje! Da's
terwille van de belasting-betalers, vat-je A la, die van
den rang f 13.05 zeker, want dat men hier in 't alge
meen minder belasting betaalt dan in andere steden, dat
zouden we wel willen zien bewezen.
Onze Schied. krenterigheid is 'n geliefhebber van nul
en geener waarde niets dan janklaassen. We hebben
hier nog altijd 'n massa onbegaanbare straten, (modder
poelen op 't oogenblik) waarbij een groot aantal zonder
verlichting, is dat ook al terwille van ons zuinig ge-
meentebeheer Betalen we daarom zooveel minder
belasting Dan asjeblieft wat meer
En goede straten en beter bezoldigde schoolartsen,
die dan wat meer gevoel voor hun arbeid zullen hebben
en ja, en als 't er overschiet, dan ook in dagen
als nu, krek als bijna alle andere steden, 'n paar
mannetjes meer om de sneeuw op te ruimen, opdat er
ook andere straten dan Kerkstraat, Marktplein enz. enz.
een beetje begaanbaar worden gemaakt.
Heusch, die op-de-koopjes-looperij veroorzaakt de
burgerij meestal veel last en moeite. We denken nog
maar 'ns aan vroeger aan de dagen toen Schiedam
(ook al uit zuinigheid) niet één bruikbaren brug meer had.
Zouden we niet 'ns gaan leeren
Voor onze koloniën is er geen geld genoeg. Van ver
schillende kanten drong men er bij Minister Idenburg
op aan, wat voorzichtig met de dubbeltjes om te springen.
En op Maandag 23 November 1.1. verklaarde de Minis
ter van Koloniën mondeling tegenover de Volksverte
genwoordiging
„Naar bezuiniging wordt gestreefd."
Hoe in Indië die bezuiniging wordt opgevat, wordt
in een eigenaardig licht gesteld door de volgende mede-
deelingen, die een Indisch „oud-gast" aan „het Vader
land" deed toekomen
„Slaan wij nu het 2 a 3 maanden geleden
verschenen Verslag over Burgelijke Openbare Werken
in Ned.-Indië open, dan lezen wij op blz. 8 dit:
„Vernieuwing van de kap en deel van den vloer der
woning van den resident te Batavia f 25.590" Van
de paar dozijn woningen der residentiën, die alleen
Java en Madoera telt, is die te Batavia een der
grootste. Toch wil het ons voorkomen althans ons,
die die residentie-woning zagen dat hier wel wat
al te kwistig is vernieuwd.
Voor een leek in Indische toestanden diene, dat
de prijzen der bouwmaterialen in Indië niet noembaar
duurder zijn dan hier te lande. Pannen zijn wellicht
iets hooger, doch hout waarschijnlijk lager. In elk
geval is het Indische uurloon voor metselaar en tim
merman honderd percent goedkooper dan bijv. te
Amsterdam of den Haag.
Om het voor een leek wat helderder voor te stellen
zouden we een paar jaren terug moeten gaan, om aan
te toonen, dat men in Indië op geen dubbeltje kijkt
waar het gouvernement als bouwmeester optreedt.
Bijv. vernieuwing van het kippenhok van het landhuis
van den Gouveneur-Generaal te Tjipanas (dus niet
voor het paleis te Buitenzorg) f 2987,50.
Iedereen kan zich een voorstelling vormen van een
kippenhok en eveneens van de kapitale reparatiesom
voor zulk een voorwerp ad f 2987.50.
Wij achten daarom commentaar dan ook vrijwel
overbodig. Alleen de vraag aan de Volksvertegen
woordiging of, nu Indië geen melkkoetje meer is,
doch lastpost is geworden, de tijd niet daar is om
haar stem te verheffen tegen zulke fabelachtige be
dragen voor het repareer en van een dak en vloer
eener ambtenaarswoning.
Ieder sociaal-demokraat xij propagandist;
Propageeren doet men onze ideeën door
't verspreiden van onze lektnur;
LEEST en VERSPREIDT dan „De Moker".
WERFT ABOMEES OP OAS READ!
„Maar Dora, huil toch niet zoo Zeg, Door, valt het
je dan zoo erg moeilijk
Er kwam geen antwoord. De vrouw had de armen
op de vensterbank gelegd en het gezicht in de handen
verborgen. Haar heele lichaam trilde van het snikken.
De man leunde tegen de tafel. Op zijn vermagerd
gezicht kwam een pijnlijke uitdrukking. Hij zeide zacht
jes „Dan zullen wij het liever niet doen."
„En wat dan Zij richtte zich op „Neen, Willem,
het is slecht van me zoo te huilenEn alleen
om zoo'n oude, onnoozele kast. Als de koopman er maar
veel voor geelt, zoo dat wij den huisbaas kunnen beta
len en wijn en vleesch voor je kunnen koopen. En 't
zal toch ook wel eens goed worden, als jij maar eerst
weer gezond bent en werken kunt, en dan koopen wij
er een nieuwerwetsche voor terng".
„Ja, alsHij staarde voor zich uit
„'n Heel nieuwerwetsche met ejai opzet." In een
poging om hem op te vroolijken, glimlachte zij zelfs,
maar dadelijk zuchtte zij weer met een smartelijken
blik op de oude kast: „'t Is alleen maar.... alleen
maarde herinneringenen moeder had hem al
en thuis stond ie op het portaal en toen speelden wij
er verstoppertje achter,en en
„Ja, kind, er zit toch niks anders op." Hij ging achter
haar staan en legde zijn hand op haar schouder.
„Och, neen... ik ben al weer stil." Zij hief het hoofd
op en trachtte zich ferm te houden. „Eu nu we al zoo
veel moesten verkoopen, komt het op de kast ook al
niet meer aanMaar dat kan je zoo eens hebben
Zij nam haar naaiwerk en begon te naaien„Ik
moest eigenlijk niet zoo huilen. Zie ik er uitgehuild
uit Dan denkt de koopman dat wij het noodig hebben
en dan biedt hij juist weinig."
„Ik ben toch nieuwsgierig wat hij bieden zal." Hij
bleef voor de kast staan en bekeek haar aandachtig.
„Nou, dertig gulden moet hij geven Dertig gulden
op zijn minst, het is toch prachtig mahoniehout. Moeder
heeft 't mij dikwijls verteld dat zij er indertijd vijf en
zeventig gulden voor had betaald."
„Ja, indertijd!" Hij lachte.
Zij werd bang: „Zeg, hoor eens, hij zal toch wel
dertig gulden geven! Als wij niet eens dertig gulden
krijgen, wat dan? Dan zouden wij den huisbaas niets
kunnen geven. Maar waar zon die man nu blijven?"
„Ja, ik weet het ook niet." Hij ging naar het venster
en keek op straat „Tk heb hem gezegd dat hij tot vier
uur hier kon komen, want dat wij niet langer thuis zijn."
„Dan komt hij misschien niet eens meer; het is al
over vieren. Loop er nog eens heen
„Dan merkt hij toch, dat wij op het geld zitten te
wachten, en dan biedt hij zoo veel minder. Dat zou hij
juist willen!"
„Maar, als hij nu in 't geheel niet komt?" Zij begon
weer te zuchten.
„Nou wees maar stil, daar heb je hem al." Hij ging
van het venster weg.
„Huil toch niet zoo, vrouwtje, huil toch niet zoo.
Wat moet die man wel denken? Als hij merkt dat wij
in den nood zitten, geeft hij heelemaal nietsHij werd
zenuwachtig van haar tranen, Toen keerde hij zich
om en liep de gang in, de bel was overgegaan.
De koopman bleef voor de kast staan en monsterde
haar met onderzoekende blikken.
„Het is een heele beste kast," zei Dorazij was
dichter bij gekomen en haar oogen volgden elke be
weging van den koopman in heimelijken, koortsigen
angst. „Het is een heele beste kast. Ik zou hem
zeker niet verkoopen als hij niet zoo groot was. Ik
doe hem alleen maar weg omdat hij zoo groot is; ik
wil liever een nieuwerwetsche koopen."
De koopman gaf geen antwoord, hij maakte de deur
open en bewoog ze in de scharnieren.
„Ja, wij willen ons heelemaal opnieuw inrichten,"
bevestigde de man. „Heelemaal nienw en nieuwmo
disch, wij willen ook eens netjes netjes netjes"
Een droge hoest belette hem verder te spreken.
De koopman morrelde aan het slot,
„Het is zelfs een heele mooie kast!" herhaalde Dora.
„Er is een stuk politoer af." zeide de koopman, „ja,
en hier mankeert een knopje."
„Ja, dat is hier, dat hoeft er maar op vast gelijmd
te worden." De jonge vrouw nam het haastig van
de plank.
De koopman keek nog eens goed naar het slot, ging
een paar passen achteruit staan en monsterde de kast.
Hij maakte een beweging met de handen en zei: „Een
oude bonk! Niet te gebruiken. Wat moet u er voor
hebben?"
„Neem me niet kwalijk; een oude bonk!"
De man keek op.
„Ik had gedachtvijf en. twintig," zei Dora aarze
lend. Zij vond plotseling niet meer den mond om de
begeerte dertig te vragen. De koopman lachte hard.
„Vijf en twintig? Beste juffrouw! Daar verkoop ik
u een nieuwe voor. Komt u maar bij mij als u je
nieuwe meubels koopt. Zeven gulden kan ik u geven,
meer niet!
„ZevenDe man en vrouw stonden verbluft.
„Zeven gulden voor zoo'n meubel? Neen, daar doe ik
hem niet voor weg."
„Dat zou al buitengewoon veel zijn," sprak de koop
man; „als het u dan niet om het geld te doen is, hak
het dan stuk, dan heb u een heelen tijd brandhout.
Meer is het ding niet waard." Hij lachte cynisch.
„Neen.... neen.... Zegt u dan tenminste tien." Dora's
stem klonk bijna vleiend. Haar man zei heelemaal niets,
hij leunde maar tegen de tafel en staarde voor zich
uit. De koopman ging nog eens naar het meubel en
draaide de deuren.
„Tien gulden," herhaalde Dora, „voor tien mag u
het hebben, alleen maar... alleen maar.... omdat ik het
dan eindelijk kwijt ben. Zeg maar tien...."
„Acht en een halven gulden omdat u het bent."
De koopman meesmuilde vriendelijk: „Acht en een
halven gulden, juffrouw. Hebt u -soms nog iets anders
om te verkoopen? Hij wierp een onderzoekenden blik
in de armoedige kamer. „Hebt u geen bed? Wat is dat
daar dan voor een bed?"
„Maar wij willen eigenlijk in 't geheel niets ver
koopen." De man zei het langzaam. Hij wisselde een
snellen blik met Dora, op zijn wangen verschenen roode
koortsplekken. Zij herhaalde zijn woorden„Neen
wij willen niets anders verkoopen. Alleen de kast.
Maar maar Zij scheen zich plotseling te bezin
nen. „Wat denk je van het onderbed, Willem Ik zal
het eens halen. Wij hebben toch twee stel onderbedden"
zij loog koelbloedig „ziet u eens." Zij haalde het
wat open en liet het den koopman zien. Hij voelde er
binnen in en vertrok den mond: „Geen dons,jnffrouw!
Nou, wat moet u er voor hebben
„Tien gulden!" in de oogen der vrouw glansde een
straal van hoop.
De koopman keerde zich om en ging naar de ronde
tafel Hij sloeg het kleed op en tilde de tafel op „Nou,
ik zal n wat zeggen, met de tafel er bij geef ik u voor
het heele zoodje twee en twintig gulden
„Maar de tafel," de vrouw staarde hem strak aan,
„de tafel.... ik wil eigenlijk heelemaal niets meer ver
koopen...."
„Wij willen eigenlijk heelemaal niets.... verkoopen,"
viel de man bijna krampachtig in.
„Twee en twintig gulden," herhaalde de koopman.
„Wat moet u met zoo'n tafel uitvoeren? Als u uw
woning netjes wil maken, moet u een nieuwe tafel
hebben.... Twee en twintig gulden. Hier zijn de moppen V'
Hij rammelde met de geldstukken en keek van den
een naar den ander. Er was een kleine stilte, toen
greep de vrouw plotseling naar het geld en zei met
ingehouden tranen:
„Geef hier, ik zal u een quittantie geven!"
(Vrij naar het Duitsch.)
(Het Volk.)