De fut er uit De Branderijen in de Tweede Kamer. bij de oprichting hadden voorgesteld, is niet alleen be reikt, maar het resultaat heeft de verwachting ver overtroffen. Weer is gebleken, dat ook in Schiedam een kern van strijders wordt gevonden, die alle middelen wil aanwenden om den machtsgroei der arbeidersklasse te bevorderen. Steunt de CoöperatieHet zal meer en meer blijken welk een machtige factor zij is bij den strijd ter be vrediging uwer wenschen. Werft leden voor de „Voorwaarts" We kunnen in geen enkel opzicht beweren, dat we in 'n Eldorado wonen! Schiedam met z'n zwart-roetige aanblik z'n aan blik van verval, van misère, door onregelmatigen bouw van huizen en fabrieken, hier en daar 'n brok, 'n klomp van zwart-aanklevende gebouwen en gebouwtjes, waarop zwart-dwampende schoorsteenen héél den omtrek overwuivend met rookgewelven, door wier sluier men hoort het doffe, heesch geknars en gepomp, het hijgend gezwoeg der machines waarbij men nog ruikt den öpwalmenden, verpestenden stank onzer modder-kana- len, god beter 't „rivieren" genoemd neen, Schiedam lijkt in de verste verte geen EldoradoD'r is héél weinig behoorlijks aan te ontdekken of men 't vieze nest al opkalefatert met hier en daar 'n plantsoentje, 't is en blijft een vuil, vies nest. Zeker, gedeeltelijk doemt de industrie tot den desolaten toestand, maar gedeeltelijk slechts Er kan nog veel ten goede gedaan worden Maar och, schoonheidszin is 'n artikel, dat afgedaan heeft. Als we iets doen, dan is de allereerste vraag levert 't wat op en zoo niet, dan houden we onze handen op den zak. Nietwaar, heeren gemeente-autoriteiten Eischen der hygiène? Larie! Wat hebben we daar mede te maken Hoepel op met je gekheidDenk je dat we onzen tijd daaraan kunnen verspillen Wis en waarachtig nietWe hebben wel wat beters te doen, hoorWat raken ons die modderpoelen wat raken ons al die andere oorzaken, die de volksgezondheid benadeelen en in gevaar brengen Wat raakt het ons of de begraafplaats, tegen alle eerste hygiènische be grippen in, in het centrum der stad ligt? Wat raakt het ons of alle volksbuurten eiken dag uren achtereen totaal verpest zijn, door den zwaren walm, welke de beerwagen achter zich laat Zou je denken dat we ons met privaatlooze krotwoningen gaan bemoeien Nou zeg, die is goedHoor 'ns, je-kên van 'n ge zondheids-commissie toch ook niet al te veel verlangen En 't resumé moet op ieder gebied zijn: Schiedam is door-en-doorachtertijk. 't Is eenmaal een verschijnsel, dat zich overal, in alle steden, in elk gehucht, openbaartwaar de ar beiders-beweging het zwakst is, is ook de algemeene toestand het beroerdst. De drang van onder-op moet het 'm doen de pressie door 'n gezonde, aktieve arbeiders-beweging is de kracht, de groote, niet te weerstreven stuwkracht der bourgeoisie. Het bewuste proletariaat is de drager van de vooruitgang, de orga nisatie der verdrukten en uitgebuitenen moet en zal brengen nieuwer tijden, betere sociale verhoudingen en toestanden. Maar waar die drang, die stuwkracht van onder-op niet aanwezig is, daar leunt de behoudszucht, daar drukt het stijve conservatisme met heel z'n logge; domme kracht op het algemeen welzijn beklemmend, ver stikkend in malle schuwheid voor het nieuwe, al dat gene wat den algemeenen bloei zou verheffen en be vorderen. En we kunnen helaas nog niet zeggen, dat in de stad onzer inwoning zich dien drang zoo bijster krachtig gevoelen doet. Daar hapert nog veel aan 't Is waar, de demoraliseerende invloed onzer industrie is ook hier weer kranig merkbaarmen kan niet verwachten dat fabrieksslaven zooals wij ze hier kennen, die, uitgebuit naar lichaam en geest door den arbeid, nog vergiftigd en verder gesloopt en afgetakeld worden door hun eigen noodlottig product men kan niet verwachten dat die categorie van arbeiders aan de spits der be schaving staan zal Maar de tijden zijn voorbij, dat de Schiedamsche in dustrie alleen het brandersbedrijf omvatte. We kennen op 't oogenblik meerdere nijverheid we kennen op 't oogenblik 'n proletariaat dat niet zóó afgetakeld, niet zóó gesloopt, niet zóó gedemoraliseerd, beter z'n tijd begrijpen en er met meeleven moest. Doch ook dat niet ook daar geen leven schier geen zweem van ontwaken nog 't is alom in ons geliefd Schiedam kalm, dood-, akelig-kalm Ja, dat mag nu 'ns gezegd worden en 'tis eigenlijk wel zoowe leven hier in zoo'n soort 1 ij k e n -huis (wat alles behalve prettig is, 'tis waar!) maar wie zal daar nu eens wat aan veranderen?.... Wie zal ook hier eens wat meer flenr, wat meer leven trachten te enten op dorre stam? Wie zal nu ook hier eens trachten dien drang van onderop te doen ontstaan wie zal ook hier eens pogen, in den geest van onzen tijd, de lauw- en laksheid daar in de onderste lagen overheerschend te verdrijven dat onverschillig- aanzien en er-onder-koud-blij ven van wat er daar boven wordt uitgevoerd, te doen plaatsmaken voor belang stelling O, schei uit! liefhebbers te over. Daar mankeert het niet aan, hoor! 'n Heele rij-present, asjeblieft: De Ned. R. K. Volksbond kranige figuur in ons geheele land, munt speciaal uit in Schiedam, voor de wijze, waarop hij de arbeiders-beweging altijd en altijd bevordert heeft en nog bevordert.... Houdt zoo nu en dan, tot voorlichting van de arbeiders, besloten ver gaderingen, waar men altijd vrij z'n meening zeggen mag als men 't met spreker eens is.... „Patrimonium" zoogzuster van den Ned. R. K. Volksbond in haar wondervolle evolutiën op 't zelfde terrein niet genoeg te bewonderen. Vooral het uit haar midden voortgekomen specialiteiten-gezelschap oftewel „propaganda-club", munt uit door aktiviteit. Verdien sten gewoonweg niet te noemen vooral den laatsten tijd betreffende... Dan de organisatie van de „fatsoenlijke lui" van de orde van majoor-Bulder-de-boem. De verschillende wegen door dit nette clubje bewandeld om de volksontwikke ling te bevorderen, zijn steeds hardnekkig geheim ge houden. Maar dat de verdienste groot is, gelooven we daarom des te meer... Dan onze broeders-demokraten de vrijzinnigen Ha! dat's nou nog eens 'n stelletje om voor den dag te komen! Jongen ja, wat 'n weldadigen invloed gaat 'r van daar uitWel is waar hebben we nfi in lange niets van hen gehoord, maar toch leven ze misschien nog wel Laat ons het devotelijk hopen De fut er uitschreven we hierboven en we mo gen dit zeker wel vragen aan onze stedelijke politieke organisaties, waar er zoo'n doodsche kalmte heerscht en blijft heerschen. Waar men overal zoo vast den slaapmuts over de ooren schijnt te hebben getrokken en zoo hardnekkig in z'n rustige rust volhardt. Waar men alles wel wil gelooven en goedvinden en gods watertje over gods akkertje loopen laat in de zalige berustings-idée na ons de zondvloed Toen de sociaal-demokratie haar intrede deed in Schiedam enkele jaren geleden, hebben we 'n oogen blikje 'n andere tijd gekend. Toen stonden allen op om te laten zien dat ze d'r óók nog waren en vereenigden ze hun getokkel tot één akkoordtegen het rooie gespuis. Toen wilde men den volke nog eens kond doen van al z'n groote' en grootsche daden ten bate van 't algemeen, in tegenstelling van die slechte socialisten, die wel veel praats hadden, maar nooit iets voor de arbeiders deden. O ja, misschien als er 'n verkiezing is.... voor de 2e Kamer, (voor den gemeenteraad behoeft niet, de schaap jes loopen nog goed aan de lei) dan laten we mis schien wel wéér zien dat we er nog zijn. Wij R. K. Volksbond, Patrimonium, liberalen en vrijzinnig-de- mokraten Maar, tot zóólang wel-te -rusten! Zooals bekend, zou onze partijgenoot Melchers in de 2e Kamer ter sprake brengen de misstanden, welke aan het brandersbedrijf kleven. De toestand aldaar toch, zelfs den meesten Schiedammers totaal onbekend, is wel zóódanig, dat er, zonder het bedrijf als zoodanig ook maar in 't minst te schaden, groote hervormingen, voor het personeelverbeteringen, kunnen worden inge voerd, maar die totnogtoe afstuitten op den onwil der branderspatroons. Men heeft de boel steeds laten waaien zoo 't woei men heeft hier vooral, in 't branders bedrijf, alles en alles koud over zich heen doen gaan, en gezocht, geploeterd en gejaagd naar winstnaar winst alléén Zorg voor het personeel bestond niet. Veiligheid, be hoorlijke rust, behoorlijk loon, behoorlijke bestaans zekerheid, voor de brandersknechts allemaal dingen behoorende tot de vrome wenschen... Hij behoeft ze niet, volgens der heeren oordeel op hun daden af te gaan zoomin als nachtrust. Ook iets wat den brandersknechts met groot gemak kan worden verschaft nachtarbeid wordt door den aard van het bedrijf heele- maal niet geëischt, maar 't zint den heeren nu eenmaal het zóó te verordineeren... Dies zij het zóó Het ontstaan en de opkomst van den brandersknechts- bond heeft bewezen, dat dat er verandering mogelijk is. Toen de heeren branders de verbazende ontwikke ling van dien bond tot hun grooten schrik constateerefi moesten, toen kon de absolute macht van den mees terknecht wel worden beperktt o e n kon er voor de veiligheid van het personeel wel wat worden gedaan toen kon de nachtarbeid wel worden afgeschaft En toen hebben verschillende brandersknechts een oogenblik van verademing gekend, waar hun de lasten van het leven, het ontzettende branderij-leven met z'n vele verschrikkingen, werden verzachtWat slechts van zoo korten duur was. Want de reaktie van April heeft ook hier z'n ver woestingen aangericht -van de krachtige organisatie der branderijslaven is nog maar weinig over. Van welke gelegengeid *H. H. Branders niet verzuimd hebben partij te trekken en alle gedane concessies introkken. Er was nu immers toch niets en niemand meer, die 't hun belette Ja, tóch, mijne heeren, daar is tóch nog iets, dat n op uwen rooftocht den voet dwars zetten zaldat uwen plunderzucht bekampen, u uwe bezuiniging tot r o e k' e- looze, misdadige bezuiniging zeer dikwijls over slaand, zullen trachten te betengelen. Daar is van den eertijds zoo krachtigen en door u zoo gevreesden Bond nog een kern, nog een klein, maar vastberaden, voor ontmoediging niet vatbaar, troepje mannen overgebleven, dat met hand en tand de belan gen hunner klasse, de belangen van zichzelf en hunne lotgenooten, verdedigen en behartigen zal. En al kun nen zij niet meer optreden als voorheen, tóch zal hun vastheid van wil, hun onverpoosden energie, hun de middelen verschaffen, die zij behoeven. Dat clubje mannen was het, dat gezorgd heeft dat de schandelijke wijze van exploitatie, hier aanwezig, besproken is geworden daar op d i e plaats, waar dit behoort, en noodzakelijk is dat clubje mannen is het, dat alle brandersknechts dank verschuldigd zullen zijn, wanneer in hun zoo wanhoopvolle positie verbetering zal worden gebracht Dat clubje mannen was het, dat, vrij van alle malle vrees voor „politiek in de vakvereeniging" aanklopte aan 't goede adres hun zaak in handen gaf van den voor hen, degel ij ksten advokaat, den arbeiders- afgevaardigde Melchers. En hem in de gelegenheid gesteld heeft, met feiten, sterk-sprekende, onweerleg bare feiten de noodzakelijkheid van ingrijpen van over heidswege te betoogen. De plaatsruimte van ons blad laat niet toe, hoe gaarne we dit ook wenschen zouden, van de rede' van onzen partijgenoot woordelijk verslag te doen. Gelukkig is de Schiedamsche Courant zoo vriendelijk geweest ons tegemoet te komen en het verslag der rede, zooals het in „de Handelingen" voorkomt, in hare kolommen af te drukken. We zijn haar hiervoor erkentelijk, daar 't zeer zeker in 't belang der zaak kan geacht worden aan 't gesprokene publiciteit te geven en doen zelf zoo hier en daar een greep. Melchers dan zeide o. m. Ik heb getracht mij het doorluchtig voorbeeld van den Minister volgende door een persoonlijk onder zoek op de hoogte van den toestand toestand te stellen om mij een oordeel te vormen van het bedrijf. En, om dat de nachtarbeid daarin algemeen is, heb ik er een nacht aan opgeofferd om eens te zien hoe dat gebeurt. Toen is mij opgevallen, dat de jeneverstokerij, een be drijf waarin een stof wordt voortgebracht, waarvan iedereen zal moeten erkennen, dat hij veel ellende ver oorzaakt, niet zonder ongevallen wordt gedreven, dat dus de productie daarvan evengoed met ellende gepaard gaat als het gebruik. Spr. geeft daarna een beschrijving van de werkzaam heden, welke in de branderij plaats vinden, om uit- voeiig stil te staan bij den ruwketel. Een ruwketel is vervaardigd van zwaar rood koper heeft een inhoudsruimte van 22 a 25 H. L. en een ge wicht op zich zelf van 700 tot 800 K. G. Vooral de ruwketel nu heeft regelmatig toezicht noodig. Hij is geplaatst op een steenen fundament en wordt van boven met een helm afgesloten, die door een stut tegen den zolder bevestigd wordt. Onder de geheele oppervlakte van den bodem brandt het vuur. Nu gebeurt het vaak dat door het stoken de bodem aanzet, dat is inwendig komen er korsten aan bodem of wand. Hoofdzakelijk gebeurt dit door het gebruik van minderwaardige grondstoffen, het zoogenaamde branders- meel. Zijn de grondstoffen goed, dan heeft de ketel in 't algemeen weinig te lijden van het stoken. Maar, dank zij de concurrentie, neemt het gebruik van slechte grondstoffen eer toe dan af. Het gevolg van het aanzetten is dat de koperen bodem verteerd wordtde ketel verbrandt. En dan komen de gevaren. De ruwketel kan vooreerst springen of openbarsten. Dan golft de kokende massa er met kracht uit en wee dan de ongelukkigen, die in de nabijheid zijn. Zoo sprong in 't laatst van Januari 1903 in de branderij van Herman Jansen, staande aan de Noord- vest te Schiedam, de ruwketel, waarvan de bodem geheel verbrand was. De brandersknecht Buisman, vader van 7 kinderen, kreeg daarbij den golf over zich heen en was direct dood. De man was gekookt. Is de ketel echter sterker, dan openbaren de gevolgen van het aanzetten zich op andere wijze. Dan staat hij te schudden en te dansen op zijn fundament, totdat er een uitweg komt. Dan wordt, wanneer de sluiting van den helm solide en dus naar boven de weg afgesloten is, de h e c h t- h e i d van het fundament beproefd. En is die niet in ordeDan zijn de gevolgen het vreeselijkst. Dan blijft de kolossus niet lang meer op zijn plaats staan, maar begint zich hortend en stootend, draaiend en dansend, voort te bewegen totdat de helm is vrijge- werkt en de ketel omstort. Op 14 October 1899 is in de branderij van Kroes (Noordvestsingel) door den slechten toestand van ketel

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1903 | | pagina 2