bezoekt de Cursusvergadering
op 3 Januari!
Een praatje over de Meest Onschul
dige" Alcoholische Dranken.
vreemd klinken in de ooren van met rede begaafde
ongeloovigen, maar wel in die der goddieners.
De christenen kunnen zich troosten met de gedachte,
dat een ander oogst, wat zij hebben gezaaid.
eerbied voor het woord „christe
lijk" verdwijnt, wanneer met al minder en minder
schroomvalligheid door iedereen dat woord op de lippen
wordt genomen, is dat te wijten aan de zich noemende
christenen zelf. De regeering is christelijk, de koers
is christelijk, de bladen worden christelijk dat wordt
gezegd. In het proefnommer van de Nieuwe Courant
staat natuurlijk ook: „Ons christenvolk heeft noodig
zijn christelijke courant." In de circulaire staat: „Ja,
onze mannen uit de 16de en 17de eeuw, zich eerbiedig
buigend voor Gods Woord, waren tevens de koenste
zeelieden, de ijverigste visschers, de kundigste ge
leerden, de knapste industrieelen van hun tijd. In
dien zin wenschen ook wij het woord „christelijk" te
verstaan. Eu daarom zal het ons streven zijn, ook op
maatschappelijk, op staatkundig, op alleilei terrein
mee te doen."
De cursiveeringen staan er óók zoo.
De christelijkheid van het christenvolk bestaat alzoo
in het meedoen op allerlei terrein. Waarin onder
scheidt zich dan het christenvolk van welk ander volks
deel dan ook? Meedoen, meedoen... pakt in, jongens,
stuurt we» jongens, en zet er „christelijk" op. Christe
lijk is in de mode, en vooral... meedoen, meedoen!
Maar is dat nu werkelijk al de armhartigheid, waar
over de sprekers van een nieuwen courant beschikken,
behalve de gewenschte advertentie's Neen, in het
proefnommer wordt de lezer verder ingewijd. Hier volgt
een lief brokje-:
Ook de geschiedenis van den dag is, voor wie een
oog kreeg, om het te zien, vol van „de groote daden
Gods."
Wij menschen z ij n niet een stelletje losse perso
nen, die als „droog zand" aan elkaar hangen, maar
met elkander vormen we het „menschelijk geslacht" en
dies kan de zucht niet zondig zijn, te worden ingelicht
over 't geen er in stad en omgeving, in land en gewest
omgaat.
Toch schuilt hier een gevaar.
In die menschenwereld en in dat menschenleven werkt
uw God en Zijn gangen na te speuren, voor zoover dat
onzen beperkten, door de zonde verdonkerden blik mo
gelijk is 't is een treffelijk werk.
Maar óók werkt satan daarin en schrikkelijk is de
verwoestende invloed der pers, wanneer ze z ij n gan
gen blootlegt en verheerlijkt
De „misdadige woeling" zou nooit dien omvang ge
kregen en zoovele duizenden meegesleept hebben, had
den niet bladen als Volk en Volksdagblad, de harten
stelselmatig dag aan dag vergiftigd.
en die's kan de zuclit niet zondig zijn, te worden
ingelicht over 't geen er in stad en omgeving, in land
en gewest omgaat.
Hoe vin j'em Hoe fijn, hé, om zoo behoedzaam, zoo
voorzienig, 'n vingerwijzing te geven aan vrome twijfe
laars, dat ze niet zondig doen, door zich te abonneeren
op de NieuwCourant of om iets per advertentie te
laten weten.
O, de vrome heeren kennen hun Pappenheimers zoo,
zij weten zoo te proeven de gemoedsbezwaren der een-
voudigen van hart. Maar op 't juiste moment grijpen
zij in om ze te ontheffen,
En nog een nieuwigheid kunnen we hieruit leeren.
De bladen „het Volk" en „het Volksdagblad" (de samen
koppeling voor rekening van de Nieuwe Cour.) staan
onder rechtstreeksche redactie van Satan. (De Moker
en dergelijke moeten zich maar behelpen met een van
zijn trawanten).
„Ga toch gauw naar binnen, kind. Je zult kou val ten."
't Kind staat op, slentert lusteloos de gang door.
Terwijl de dame de trap opklimt, denkt ze„Lize
zag er niet goed uit, zoo bleekjes, eigenlijk had k haar
dit zakje chocolaadjes wel kunnen geven, de kleine
jongen van m'n zuster krijgt toch al zooveel lekkers,
geeft er eigenlijk niet eens meer om; even weer de trap
afgaan? ze loopt nog in de gang, och nee, dan maar
is 'n andere keer.
'n Paar dagen later hoort ze de portiersvrouw tegen
den knecht van de familie boven zeggen: „Ach ja, zoo
naar as die moeder er over isze roept maar aldoor
m'n kind. m'n kind
„En met het raam openzegt Johan de knecht
afkeurend.
„Lieve hemel, ja, da's waar, maar zie je zulke men
schen houden toch ook van hunne kinderen.
„Jawel, jawel, maar zie je, juffrouw, je moet toch
altijd bedenken dat de andere bewoners geen last van
je moeten hebben. Zorg u er maar voor, dat ze er
niet te veel lawaai over maken, er is toch niks meer
aan te doen. Dus hoe minder ze er boven van merken,
hoe prettiger; zoo iets in huis is toch nooit plezierig.
Hij knikt uit de hoogte en verdwijnt.
De juffrouw schudt driftig 't hoofd, en zegt bij zicli-
zich: ,,'tls schande! Heelemaal geen hart, mooi aan
gekleed en opgekamd, liverei en verlakte schoenen
De vrees voor 't roode spook komt hier ook om den
hoek kijken. Dat. is de kwestie. Het christenvolk moet
opgeleid worden tot socialen-vreters, alt majorem Deo
gloriam, met behulp van advertentie's, wmt die moeten
et t em doen.
Of 't veel uit zal werken, zal te bezien staan. Zoo
bij slot van rekening schijnt het een onderneming, die
uit den zak der kleine luiden zal bekostigd worden.
Wanneer de affaire doorgaat, zal het niet onvermakelijk
zijn, eens te lezen, hoe hier de geschiedenis van den
dag zal worden geschreven, vol van „de groote daden
Gods."
Tot slot nog de mededeeling, dat „in den politieke"
het coalitie-kabinet op den steun van het komende blad
zal kunnen rekenen, dr. Kuyper is de man en als er
soms kritiek komt, welnu, zooals het van bevriende
zijde past. Ziezoo, dit is het einde van 't begin. Laat
de „Nieuwe Courant" komen en zich in de rij scharen
van de bestrijders van het socialisme. Zou het niet
eenigszins christelijk genoemd kunnen worden, als de
Nieuwe dit royaal had aangekondigd.benevens de
advertentiën natuurlijk
Vervolg.
O, dat heeft Dr. Snijders zeker niet gewetenMaar,
al kan het bier dan niet dienen als middel ter bestrij
ding van het drankmisbruik, dan is daarmede het bier
gebruik toch niet veroordeeld het bier is toch de meest-
onschuldige alcoholische drank.
Dat „meest-onschuldige" heeft voor mij iets valsch.
Geen enkele alcoholische drank is onschuldig. Op zijn
hoogst zou gesproken mogen worden van den minst
schuldigen drank. En het is nog zeer de vraag of het
bier de minst-schuldige is
Neen, maar nu ben ik toch bang, dat je geheel
onthouder-zijn je parten gaat spelen. Bier is toch de
drank, die de kleinste alcohol-hoeveelheid bevat en
moet dus wel de minst-schuldige zijn.
Prof. Von Pettenkofer laat op de straks aange
haalde woorden volgen„het geringe alcoholgehalte
van het bier wordt rijkelijk teniet gedaan door de groote
hoeveelheid, waarin het gedronken wordt." En dat is
nog al begrijpelijk Een matig drinker zal eer een liter
bier, dan een maatje jenever drinken. Vollenhoven's
lagerbier houdt 3 pCt. alcoholin een liter bier is dus
3 c.L. alc. Nemen wij heel goeden jenever, dan Houdt
die ongeveer 35 pCt.in een maatje is dus 3.5 c.L. alc.
Maar, geheel afgezien van het alcoholgehalte, zijn de
gevaren, aan het biergebruik verbonden, ontzettend groot
lo. Het gebruik van een verdunden alcoholischen
drank voert al spoedig tot de begeerte naar een ster
keren. De prikkel voldoet weldra niet meer en men
neemt er eens een cognacje tusschen door. Denk maar
aan het bekende „afzakkertje."
2o. Wie heeft van het bierhuis-leven- ooit iets ver
heffends bespeurd Hoor slechts naar de gesprekken
aan de tafeltjeswat lage en platte gedachten, wat
dubbelzinnige aardighedenIs niet de bierkneip het
voorportaal van de kroeg en bordeel
3o. Geheel afgezien van de werking van den alcohol
aan, maar van binnenZoo'n kerel als die Johan kan
'k niet uitstaan. Nou maar, die arme menschen bene
den, ik zal wel zorgen, dat alles in de puntjes gaat;
als er zoo iets gebeurt, dan zien we niet op een paar
mark, die menschen zijn hier nog vreemd dan moet je
ze wel zoo'n beetje helpen.
De dame heeft geen tijd om vragen te doen, want
haar neefje is haar al tegemoet gekomen, terwijl hij
druk vertelt en haar meetrekt. Ze bedenkt ook, dat
haar zuster niet wil. dat de kleine jongen iets aakligs
hoort of ziet. Er mag geen schaduw op zijn jonge
leven vallen.
De volgende Zondag is er familie-diner en alles keu
rig in ordehet eten, 't drinken en de bediening, 't Is
gezellig en prettig, en de vrouw des huizes is er trotsch
op, dat alles bij haar zoo mooi is en zoo netjes gaat.
Na de koffie, die in echte Turksche kopjes wordt ge
presenteerd, gaat de ongetrouwde zuster een poosje op
't balkon, om 'u luchtje te scheppen.
De straat is in Zondagrust. Daar komt 'n vreemd
rijtuig aan, vooraan is 'n soort kast met zwarte gor
dijnen. 't Is een kinderlijkkoets. Bij de voordeur houdt
hij stil, een troep nieuwsgierige menschen en kinderen
komen er omheen te staan. Kijken naar de deur die
wijd open is gezet Twee mannen in 't zwart gaan
naar binnen en komen terug met bloemen en kransen
bedekt. Die zetten zij in 't hokje voor, achter de zwarte
op geest en lichaam, levert de groote vloeistofmassa,
door het biergebruik naai' binnen gevoerd, een niet ge
ring te achten gevaar opvóór deze massa door lon
gen, huid en nieren wordt uitgescheiden, moet zij eerst
het hart passeeren. Hierdoor wordt van dit orgaan
een veel grootere werkzaamheid vereischt: hartver-
grooting, hartverlamming zijn er de gevolgen van. Ook
de nieren hebben er ontzettend van te lijden. „Bier
harten" en „biernieren" zijn in de bierlanden een zeer
gewoon verschijnsel. 1)
.Ja> naar zulke dingen zijn het gevolg van
biei misbruik, zooals dat in Zuid-Duitschland vele malen
voorkomt; doch bij gewoon matig biergebruik gebeurt
zoo iets toch niet.
Dat zou alleen voor het laatste punt gelden één
en twee zijn waar, ook bij matig gebruik. Maar wat
is toch eigenlijk dat matig gebruik? Eén glas, twee
glazen? En dan bovendien, bier is een alcoholische
di ank, de voorstanders van het biergebruik mogen
zeggen, wat zij willen, dat kunnen zij niet ontken
nen; en hetzelfde gevaar, dat het matig gebruik van
sterken drank aankleeft, levert ook het matig gebruik
van bier op: eenmaal er mee begonnen, komt men er
zoo licht toe meer te nemen.
De Zuid-Duitschers beginnen toch ook niet als on
matige drinkersEn onze samenleving maakt het
biergebruik zoo gemakkelijk terwijl jenever, e. d. „ver
gunning" eischen om verkocht te worden, kan het ver-
koopen van bier overal mede gecombineerd worden.
Bier is overal te krijgenbier staat klaar, waar koffie
no£ gezet moet worden, waar minerale wateren niet te
krijgen zijnbier iu de kroeg, bier in de volkskoffie-
liuizen, ja, bier op straatOp die wijze raken wij mooi
op weg om naast onzen jeneverpoel nog een biermoeras
te laten ontstaan. Door het bier heeft het alcoholisme
toegang gekregen tot kringen, die er anders voor ge
sloten geweest zouden zijn. Onze kinderen krijgen bier
aan tafel, zeker om ze al vast te gewennen aan het
gebruik van een gevaarlijk genotmiddel en ze zoo lang
zamerhand geschikt te maken voor het latere jenever-
drinken. Bij feestelijke gelegenheden onthalen wij de
schoolkinderen op bier, ten einde ze de meening bij te
brengen, dat feesten zonder alcoholica iets onmogelijks
is 2) O, het is verschrikkelijk En dan wordt in
allen ernst nog verzekerd, dat het bier zoo'n uitnemende
volksdrank isIk weet niet, waarover mij meer te be
droeven over ons arme volk, dat op deze wijze in het
verderf wordt gestort, of over het gebrek aan inzicht,
dat bij de aanprijzing van liet bier voorzit. „Geen denk
beeld is, uit geneeskundig oogpunt beschouwd, valscher
dan te meenen, dat de toenemende verdringing van
andere alcoholische dranken door liet bier, den verder-
felijken invloed van den alcohol zal verminderen,"
zeide prof. Strümpell op het Crongres van Duitsche
artsen en natuurvorschers.
gordijnen. Dan komen een man en een vrouw, hij
met een hooge hoed en zij met 'n lange rouw
sluier en ieder met een krans in de hand. Zij gaan
achter in 't rijtuig zitten. In een vigelante, die achter
de koets staan, gaan de portiersvrouw en nog een paar
andere menschen zitten.
De dame op 't balkon kijkt toe. Nu komt ook haar
zuster zien, wat er te doen is, de kleine jongen wil
ook kijken, maar ze duwt hem haastig weer in de
kamer terug„nee, nee, blijf daarhij moet zoo iets
niet zien, hij mag geen treurige indrukken krijgen, toe
blijf nu zoet in de kamer, dan krijg je nog een stuk taart
Langzaam rijdt de kleine stoet weg.
Mevrouw gaat weer naar binnen. Haar zuster blijft
nog, ziet Johan die de tafel afneemt en vraagt: „Van
wie was dat kind „O, van een mandenmaker, ze
wonen in de kelder, 'n meisje van vijf jaar, aan long
ontsteking. En nu begraven die menschen dat kind juist
op Zondag en dan nog wel met zooveel omslag, en dat
voor zulke arme menschen
„Arme kleine Lize, nu is haar wensch vervuld, nu
rijdt ze door de drukke straten van de groote stad
(De Arbeid.)
_1) Prof. Dr. Bollinger, Hoogleeraar in de pathologische anato-
mie te MüDclien, meldt, dat in het pathologisch instituut te Miin-
chen in 6 weken (na 1 Jan. '95) 141 lijken geopend zijn. Hieronder
waren 38 kinderen. Van de 83 volwassenen waren 45 mannen
waarvan 7 gestorven aan overmatig biergebruik. Zfj vertoonden
allen de karakteristieke idiopathiscke hartvergrooting („bierharteh").
Hun leeftijd was 25 50 jr.gemiddeld 42 jr. Bij de overige
da mannen waren er 5 in wier lever, nieren en slagaderen veran
deringen aan te wijzen waren, die zonder twijfel bet gevolg waren
van alcoholmisbruik. Alzoo 12 van de 45 mannen! Prof.
Bollinger voegt aan dit verslag toe: „Ik denk dat deze naakte
cijfers, die op het debet van bet alcoholmisbruik te zetten zijn,
geen commentaar behoeven; de daarmede samenhangende som van
ellende, van kommer en tranen van weduwen en weezen die hun
verzorger vroegtijdig missen moesten, U te schilderen, zal even
min behoeven."
Denken wij slechts aan de ergelijke vertooniug te Amsterdam
bij het laatstgevierde Koninginnefeest, waar een vereeniging, die
zich nota bene de Veredeling van de Volksvermaken ten'doel
stelr, de kinderen onthaalde op bier (pl. m. 2/3 L. per hoofd), niet
tegenstaande er ten ernstige tegen geprotesteerd was door eenige
Kinderartsen, ruim 20 Hoofden van Scholen, pl. m. 100 Klasse
onderwijzers en Onderwijzeressen, de Ned. Onderw. Propaganda-
Llub (voor drankbestrijding) e. m. a.