Ten doode gedoemd
Mr. G. J. Sybrandy.
rende eenheid onlangs in de Kamer getoond door het
starre behoud, waar men enkel wist te redekavelen
hoeop welke wijze dus, met wetenschap (volgens
den ond-liber aal Van der Vlugt en den vrijzinnig
democraat Drucker) of met Bijbel-openbaringen enz.
(volgens Talma) men het socialisme er onder krijgen
moest, broederlijk-eengezind als men was in de over
tuiging dat 't er aan gelooven moest, schijnt op den
Hooggeleerden heer van machtigen invloed te zijn
geweest. En met 'n voor zoo iemand belachlijke
onkunde van zaken, heeft-i hier en daar met groote
bombarie z'n aanvallen op het socialisme gedaan, op
alles behalve professorachtige wijze argnmenten(!) aan
voerend, te dun, om ze ontrafelen.
Zoo verklaarde hij zich tegen de socialistische staats-
almacht, omdat deze zou regelen.... hoe laat of men
'smorgens moet opstaan!.... Toonende alzoo dat 't
zelfs in den geleerden bol van een professor in som
mige opzichten nog heel donker kan zijn
„Andere tijden, andere zeden." Voorheen was de
geliefkoosde taktiek der burgerlijk-gezinden „dood-zwij-
gen"nu dit niet proefhoudend is gebleken, nu de
desondanks ontstane steeds grooter en krachtiger-wor-
dende aandrang naar het Nieuwe voor hen onrustbarende
afmetingen aanneemt, gooit men 't over 'n anderen boeg.
Maar dat men er alzoo op vooruit gaat, zal men toch
slecht kunnen meenenNeen, mijne heeren, ook door
al uw wonderlijke behendigheid in razen en tieren, zult
gij het nieuwe niet weren, ook daardoor zult ge u niet
staande kunnen houden De „non-valenten" (stijl Van
Wijk) eischen, met steeds sterker wordenden aandrang,
nu eenmaal hun menschen-waarde, eischen stem in 't
kapittel, eischen invloed op de zaken lang, 't is
waar, hebben zij met zich laten sollen en tollen, doch
de tijden veranderen! Veege teekenen voor uwe macht,
bourgeoisie, doemen langs geheel den horizont meent
ge met uw klein gedoe den tijd te kunnen stil zetten
Nóch gij, Sybrandi, noch gij, Bolland, nóch gij, ver-
eenigd klerikaal en liberaal behoud, hebt daartoe de
macht. Trots allen en alles de toekomst behoort óns
Het onderstaande ingezonden stuk kwam voor in één
van de nummers der vorige week van De Schiedamsche
Courant. Het vindt ook hier een plaatsje, omdat er
enkele korte opmerkingen aan toegevoegd kunnen
worden.
Vergun mij een plaatsje in uw geacht blad, om mijn
medewerklieden opmerkzaam te maken, hoe weinig zij
vertrouwen kunnen op de groote woorden van sommige
sociaal-democraten, wanneer zij een zooveel beteren tijd
beloven aan den werkman, wanneer zij zich slechts bij
den Sociaal-Democraten-Bond en diens actie aansluiten.
Aan de kettingfabriek aan de Willemskade alhier
werd in steenkolen en cokes gewerkt door de zakken
dragers van het hier bestaande gilde. Daarbij be
merkte ik echter dat aan die fabriek ook in de cokes
werd gewerkt door werklieden die niet tot het gilde
behoorden. Daarom ging ik naar den directeur om te
vragen naar de reden waarom de zakkendragers van
het gilde werden verdrongen door werklieden, die buiten
het gilde staan.
De oorzaak, zoo werd ons medegedeeld, was, dat de
bedoelde werkman, colporteur van het socialistisch dag
blad „Het Volk", lid van de S. D A. P., had aange
boden het zelfde werk te verri hten voor 11 cent per
1000 kilo, dat is 20 minder dan het daarvoor
geldende loon.
Nu laat ik aan het publiek over om te oordeelen
over de handelwijze van dezen ijveraar voor de
S. D. A. P., die steeds schettert met groote woorden
als: volksbelang, volksvriend, onder
kruipers e. d. g.die in de dagen der spoorweg
staking hemel en aarde bewoog, zooals men dat noemt,
om alle werklieden tot staking over te halen onder de
schoone leuze „hooger loon" en die nu zelf aanbood
werk te verrichten tegen een loon beneden het geldende
tarief.
U, mijnheer de Redacteur dankzeggend voor de ver
leende plaatsruimte.
Uw. Dw. Dr.
H. Duimel.
Volgens den inzender beloven de sociaal-demokraten
een zooveel beteren tijd aan den werkman, wanneer zij
zich slechts bij den Sociaal-Democraten-Bond en diens
actie aansluiten.
In dit zinnetje ligt veel onwetenheid. Vijftien,
twintig jaar geleden werd de domme gemeente door
domme voorgangers gesticht met het sprookje van
de socialen willen alles gelijk deelen Daarna gaf het
sprookje van de toekomststaat veel vermaak aan jong
en oud en nu smullen de socialen-vreters aan het
beloften-sprookje en aan hun eigen, diepere wijsheid in
wereldsche zaken.
H. Duimel riep het in dit ingezonden stuk ze beloven
maar, en Pater Perquin riep het hem in de vergadering
van den Volksbond Zondag j.l. na. Ze beloven maar!
Is daar iets van aan? En zoo ja, wat is er dan
van aan
Het schijnt vreemd, maar 't is toch waar H Duimel
en Pater Perquin zijn beiden even onwetend in deze
zaak, arbeider en priester denken beiden verkeerd,
arbeider en priester denken toch zeer eensgezind
en zoo hoort het. Dan gaat het zoo goed in de wereld,
als het al negentien-honderd jaren lang gaat.
Wat is er nu van aan, van die uitspraak van H. Duimel
en Pater Perquin
Daar is niets van aan.
De sociaal-democraten hebben een verkiezings-program
voor den Gemeenteraad en voor de Tweede Kamer.
Daarop zijn enkele punten, die ze gaarne zouden be
reiken in de naaste toekomst. Zoodra nu de sociaal
democraten in de meerderheid zijn, kunnen ze bij ver
kiezingen zeggenDie of die punten zullen we nu
verwezenlijken en die en die overgangsmaatregelen
zullen we treffen, om er te komen. Doen ze dat dan
niet, dan is de tijd gekomen om te zeggenZe be
loven maar
Een partij, die verreweg in de minderheid is te
beschuldigen, dat ze al maar beloofd, is is
veronderstellen, dat die partij net zoo dom is, als men
zich zelf toont.
H. Duimel voegt er aan toe: (zij beloven) den werk
man een zooveel beteren tijd. Neen, Duimel, die zaak
is niet alzóó. Gij weet het nu: De socialisten beloven
niets. En hoe zit het nu met dien beteten tijd, waar
ze toch van spreken? Kijk, in de laatste nummers'
van De Moker hebt ge kunnen lezen, hoe de
arbeiders in de tegenwoordige maatschappij het
loodje leggen, hoe zij van alle kanten door het
kapita'istisch stelsel geknepen en uitgezogen worden,
hoe ze hoopen geld betalen aan indirecte belastingen,
hoe ze lang werken voor lage loonen, hoe ze lichamelijk
en geestelijk ondergaan, hoe ze voor weinig of niets
geteld worden, waar het rechten betreft, hoe ze bela
den worden met wat de heeren hun plichten gelieven
te noemen.
Aan deze menschonteerenden toestand willen velen
een einde hebben. De sociaal-democraten leeren, let wel,
leeren, dat er een einde aan kan komen. Zij doen dit
niet op goed geloof, maar op grond van de ontwikke
ling der maatschappij zelve. Dat is in geen twee woor
den uit te leggen.
En wie zijn het, die er een einde aan moeten maken
Dat zijn de arbeiders zelf.
Wat is het middel Vereeniging, een middel, niet zoo
maar verzonnen, maar ook al weer aangegeven door
den ontwikkelingsgang. Door vereeniging tot ontwikke
ling, van ontwikkeling tot weten, van het weten tot
handelen. Vereenigen is dus pas de eerste stap op den weg.
Wanneer zij (de arbeiders) zich slechts bij den Sociaal-
Democraten-Bond en diens actie aansluiten, dan zijn
zij pas aau het begin. En weet gij, wat de sociaal
democraten ze dan wel kunnen beloovenEen moeielijk
leven, een leven van opoffering, van moeite, van strijd,
van hard werken in hun vrijen tijd, en het dragen van
geldelijke lasten. Door dat alles behalen ze voordeelen,
ook voor de arbeiders, die toekijken, maar die de voor
deelen wel willen genieten, al komen ze van de sociaal-
demokraten.
Vreemd, hé, dat er arbeiders zijn, die zóó hevig het
onrecht van hun klasse voelen, en zóó zijn aangedaan
door de ellende van deze maatschappij, dat ze met
onweerstaanbaar geweld worden gedreven, te strijden
voor „een zooveel beteren tijd." En dan komen ze in
de gelederen van de sociaal-democratische-arbeiderspartij
(zóó heet-i).
De tweede opmerking geldt het volgende:
De inzender schijnt te meenen, dat een sociaal
democratisch arbeider niet behoeft onderworpen te zijn
aan dezelfde voorwaarden, waaronder alle arbeiders
leven, dat die wel kan teren op „een zooveel beteren
tijd." En dan: „het heilige gilde" is aangerand. Wat
is dat, St. Authonis of zakkendragersgilde eigenlijk? Dat
is een antikiteiteen erfstuk uit vorige eeuwen, 't is
iets, dat schreeuwt tegen de omgeving, gevormd door
deze moderne maatschappij.
't Is iets, om den vreemdeling: te laten zien als 'n
voorbeeld, hoe in 't achterlijk Schiedam midden-eeuwsche
instellingen zich hebben kunnen handhaven tot op dezen
tijd. 't Zonderlingste is, dat de betrokken arbeiders dit
zelt niet inzien, of neen, niet zonderling. Ze zijn zóó
met die instelling samengegroeid, dat ze zich de wereld
zonder Anthonis-gild niet goed kunnen voorstellen.
En toch, en toch het is ten doode gedoemd.
En het is een man van het gild zelf, die 't eerst aan
het touw trekt, dat het doodsklokje doet kleppen.
Alleen denken de anderen, dat er alarm geluid wordt.
In den goeden, ouden, gouden tijd van Schiedam
had het gilde alle draagwerk. Er was geen reden,
waarom 't.anders zijn zou. Werk in overvloed. De
patroons verdienden goed, de arbeiders hadden volop
werk en als 't druk was kwamen de zakker dragers. Ja,
ja, het gild had de heerschappijHet sloot de arbeiders
buiten de organisatie. Het was en is dus een bevoor
rechte instelling, met eigen reglement, eigen gebruiken,
eigen gewoonten. Nu zijn de tijden veranderd, maar
het gild nie';. De arbeiders, zakkendragers, schijnen te
meenen, dat het met het gild altijd zoo blijven moet.
Dat toch is niet waar. Het gild heeft werk bij de
gratie van de patroons. Dat die het tot nog toe, met
uitzonderingen, die hoe langer hoe meer voorkomen,
het werk aan het gild laten behouden, bewijst niets
meer dan de kracht der gewoonte.
Als er werk is, wordt er op „'t zakkondragershuisje"
om gegooid. Is er zooveel werk, dat de mannen van
't gild het niet aan kunnen, dan mogen wij, die buiten
het gild staan, mee dingen. Dat is dus een gunst,
door de bevoorrechte welwillend toegestaan. Wie houden
in zoo'n geval het beste werk? De mannen, die mee
hebben mogen gooien, moeten 10 afstaan van hun
loon voor het fonds, zonder aanspraak te kunnen maken
op uitkeering. Dat komt hier op neer, dat die mannen
voor lager loon moeten werken dan de bevoorrechte.
Maar daar schrijven de mannen van het gilde geen in
gezonden stukken over.
Nu is er van sociaal-democratische zijde al dikwijls
op gewezen, dat het kapitalistische stelsel de arbeiders
dwingt, tegen elkander te concurreeren. Er zijn crisissen,
die loonsverlaging tengevolge hebben, er is werkloosheid,
er zijn arbeiders. De werkelooze arbeiders bieden hun
arbeidskracht te koop aan het kapitaal, maar hun onder
linge concurrentie, gevolg van werkloosheid, is ook één
van de oorzaken, die het loon drukken. Nu komt het
achterlijk Schiedam in het tijdperk, dat de kapitalistische
invloeden merkbaar beginnen te werken en.... nu geven
de arbeiders hun medearbeiders de schuld.
Er wordt gesproken van een geldend tarief. Waar
komt dat vandaan? Denk het gilde, dat het ooit, iets
gedaan heeft, om zoo iets als een geldend tarief te
maken? Kom, kom. Als morgen aan den dag een hon
derd boerenarbeiders in Schiedam komen, (zooals in
Rotterdam bij de bootwerkersstaking) die aanbieden,
het graan en de kolen te lossen voor de helft van den
prijs, zouden de patroons dan niet toehappen?En hoe zou
het gilde dan zijn tarief kunnen handhaven? Dat is de
zaak.
Dat zou het niet kunnen. Daartoe mist het alles, wat
tot de strijdmiddelen van een moderne vakvereeniging
behoort.
Het gilde is een oude, stramme, vermolmde instelling,
die bij den eersten stoot in elkaar valt. Laten de
mannen het niet vergeten„Zij eten door de goedgun
stigheid van de patroons."
Er is geen tarief, dan voor de zakkendragers, de
bevoorrechten alleen. Die buiten het gilde staan, hebben
zich daaraan niet te storen, en wanneer de nood dwingt
en nijpt, de ellende der werkloosheid niet meer te
dragen valt, dan treden zij op als concurrenten van
hun medearbeiders.
Eén ding is te doen, dat is: een vakvereeniging te
vormen, die alle vakgenooten omvat. De heerschappij
der bevoorrechten staat op rolletjes. De concurrentie
van ongeorganiseerde arbeiders is voor 't gilde niet vol
te houden, of 't moet de loonen laten dalen, tot de
uiterste grens bereikt is. Maar ook dan ligt het gilde
tegen den grond, omdat dan de kosten van administratie,
beheer, enz., niet meer te dragen zijn.
De invloeden van 't kapitalistisch stelsel, die zich
nu ook hier duidelijk doen gevoelen.
Het middel is bekend: de moderne vakvereeniging.
Daarvoor moet gewerkt, gedacht, tijd en moeite en geld
opgeofferd worden. Doet gij het niet, dan zullen zij,
die na u komen, dat werk moeten aanvatten. Maar
kómen zal het, en niets zal de arbeiders kunnen ver
lossen van de plicht, die op hen rust, de plicht, hun
door de ontwikkeling der maatschappij opgelegd, zich
te vereenigen. Daaivoor wijkt alles, ook eerwaardige
instellingen als het St. Anthonis-gilde, waarover het
doodsklokje luidt, dat ten doode is gedoemd."
Maandag 15 Februari zullen wë het onschatbaar ge
noegen kunnen smaken den heer Sybrandy te liooren.
De anti-rev. propagandaclub „Groen van Prinsteren"
heeft een openbare vergadering uitgeschreven, waar
genoemde heer het onderwerp „Klassenstrijd" zal be
handelen. Debat vrij.
Nu is natuurlijk niet te zeggen hoe de houding en
het optreden van den heer Sybrandy zijn zalwe hopen
van zoo gul en eerlijk mogelijk, doch waar de berich
ten van alle plaatsen, waar de heer S. optrad nu niet
bepaald pleitten voor de door hem betrachtte eerlijk
heid ten opzichte zijner tegenstanders, komt het ons
wenschelijk voor, den heer Sybrandy bij de Schiedamsche
arbeiders, wien hij als spreker nog wel onbekend zal
zijn, te introduceeren.
De heer Sybrandy volgt 'n zonderlinge taktiek. In
z'n rede is hij betrekkelijk zakelijk en waar, en heusch
denkt men, wanneer men hem zoo aan den gang hoort
nou, dat is de kwaaiste nog nietMaar z'n eigen
aardigheden volgen later.
Zooals ook wij hier de gelegenheid tot debat niet
ongebruikt hopen te lateb, was er overal, waar Mr.
Sybrandy tot dusver is opgetreden wel een onzer man-
uen present om hem te best1 ijden. Hermans en Loopuyt
debatteerden herhaaldelijk met hem ook Schaper,
Sterringa e. a. Maar bij allen volgde Mr. Sybrandy
dezelfde taktiek: in z'n repliek trachtte hij door de
grofste onwaarheden en absoluut uit-den-duim-gezogen
vertelsels z'n tegenstanders af te maken en alzoo de
vergaderingen voor zich te winnen. Dupliek werd niet
gegeven men had dus al den onzin, vaak de onmo
gelijkste gekheid, voor zoete koek te slikken en.te
zwijgen, 't Gevolg daarvan was, dat 't op sommige ver
gaderingen wel 'ns wat rumoerig is toegegaan dat
men, waar de geordende gelegenheid tot protest tegen