Straatboenen Ditjes en Datjes. Coöperatie. Een ernstig woord aan de arbeiders. Een goochelaar. Want hoe „dan" in den vollen zin van 't woord wijlen De Nieuwe was, De Schiedammer is heelemaal 'n Van Schralensteijn. Zelfs raenschen die heel wel bevriend zijn met de anti-revolutionairen, konden dit nieuwe ding niet ernstig nemen, naar zij ons verklaarden, 't Is me dan ook godhelp 'n hutspot. De Spaar-remedie, hierachter besproken, spant de kroon in de prullaria, lorrig hangt de boel in elkaar, domheid en absoluut gemis aan inzicht spreken schier uit iedere regel. Dat zijn de kwalen welke het jonge leven reeds teisteren en bedreigen, en dat ons op dit oogenblik alreeds doet vreezen voor zijn leven... waar wij hem reddeloos verloren weten, als niet heel spoedig nieuw bloed kan worden aangevoerd. En nieuw bloed en anti-revolutionairen schijnen zelfstandigheden, niet tot elkander te voeren. Wij zullen echter trots dat al ons best blijven doen onze zuster in 't leven te houden, door steeds de alge- meene aandacht voor haar te vragen. We verwachten zusterlijke dankbaarheid! Ofschoon in 't algemeen de ordelijkheid, door onze gemeentenaren betracht, te roemen valt, en ieder zich beijvert om toch maar als 'n braaf en gehoorzaam bur ger van staat en gemeente te worden aangerekend, heeft men er toch, trots al die braafheid, ook heel aardig slag van zich te verzetten tegen bepalingen, die niet met de gewone inzichten strooken en totnogtoe ge noten vrijheden belemmeren. Zoo ziet men ook hier honderden van die gemoede lijke vrouwtjes, die in andere gevallen o, zoo zuinigjes hun stapjes afmeten en al bang zijn als manlief 'ns naar 'n vergadering gaat, waar-i misschien wordt „op geruid" en tot slechte dingen overgehaald en morgen overhoop ligt met z'n patroon (die altijd zoo goed voor 'm was) en overmorgen door twee gehelmde dienaren van het sterke gezag uit 't huis wordt gesleurd en wat al verschrikkelijkheden meer in moeder's brein opdoe men diezelfde schuchtere, bedeesde, naïve menschjes ziet men nu een taaien, volhardenden strjjd voeren tegen de heiligheid Wet, waar deze de van ouds be kende Hollandsche zindelijkheid durft aantasten. Met alle mogelijke trucs en met de zelfverloochening (doodsverachting zouden we haast zeggen) op 't gelaat, worden alle kansjes waargenomen om het groote gebod te overtreden. En lustig ziet men de verboden bedrij vigheid in alle straten, tot plots 't geflikker van 'n helm in de verte 'n algemeene paniek veroorzaakt en al de heldhaftigheid verdwijnt als kaf voor den wind.... Natuurlijk loopt 'r toch nog al 'ns een tegen an; zoo voorzichtig kun-je niet zijn of vandaag of morgen zit-je d'r toch tusschen en dan is 't Leiden in last. Manlief boos wil voor dat geflodder dien last niet hebben dagvaarding thuis lange dagen van angst en agitatie veroordeeld tot 50 ct. boete, bij herhaling meer. De schrik zit 'r voor 'n paar weken in maar niet langer, en dan wordt 't nog maar 'ns geprobeerd. Enzoovoort Dat de overtredingen in deze nog al legio zijn, bleek onlangs te Rotterdam waar hetzelfde verbod geldt, toen op één dag 200 dienstmeisjes voor den kantonrechter waren gedaagd. In verhouding zullen die gevallen zich hier wellicht niet zóó menigvuldig voordoen, maar toch is het aantal groot. Verstandig is het zeker niet, zich terwille van 'n straat, boete's op den hals te gaan halen, 't Is zelfs dom. Maar dit brengt men geen vrouw aan 't verstand 'n vrouwenoog verdraagt nu eenmaal geen gruwelen van zwarte, inplaats van gele straat- steenen. En vertel ze nu maar dat onze watertoren maar net is ingericht om onze gemeente van drink- water te voorzien; zonder meer boenen zullen ze. En de overheid mag op scherper strafbepalingen zinnen men moge noteeren waar het snoodst de overtre dingen geschieden om daar de strikken te spreiden 't helpt geen lor. Boenen zullen ze't gaat hard tegen hard. 't Wil ons voorkomen dat de autoriteiten in dit opzicht van taktiek kunnen en moeten veranderen, 't „Kwaad" geheel uitroeien kunnen ze toch nietze zijn tegen de tegenstanders nu eenmaal niet opgewassen. En billijk heidshalve hebben zij ook te erkennen dat 't niet aan gaat dit verbod algemeen te stellen. Moet met het productie-vermogen onzer drinkwater leiding rekening gehouden worden, laat men dan andere middelen beramen. Ofschoon vreemdelingen op dit terrein, willen wij toch het idee opperen, of men niet de stad verdeelen kon in zooveel gedeelten als men maar wil, en ieder gedeelte een dag of halve dag aanwijzen, waarop onze vrouwen hun hart nog 'reis kunnen opha len. Dan heeft men niet alles tegelijk en zal het be- noodigde water wel kiinnen worden aangevoerd. Op deze wijze is naar onze bescheiden meening de kwestie op te lossen als nu de wil er maar was om 't eens te probeeren. Of wellicht weet iemand nog andere middelen Zoo ja men vertelle 't ons maar eens. Als we een ver zameling hebben, doen we ze aan het Schiedamsche gemeentebestuur cadeau. Die kan 'r z'n nut dan van hebben. Door onze politie werden aan de Rotterdamsche politie overgegeven een vijftal kinderen, te Rotterdam woon achtig, maar door hun moeder naar hun alhier woon achtige grootmoeder gezonden met de boodschap „of ze maar blijven zonên." Grootmoeder oordeelde zich daartoe niet in staat, zond ze terug moeder zond ze ook weer terug en zoo wandelde dat troepje ellende wezentjes driemaal van Rotterdam naar hier, tot Grootmoe ze ten slotte bij de politie onderdak bracht. Arme kleinen, die reeds zóó vroeg met het barre proletariërsleven in z'n allerstrengste vormen leert ken nismaken.... De wed. Olthof herdacht onlangs den dag. waarop zij gedurende 25 jaar als verpleegde in het Sint Jacobs- Gasthuis is geweest. Zoo'n herinneringsdag mag men zeker wel onder de merkwaardige rangschikken," zegt De Schied. Courant. „Maar niet onder de bepaald aangename" zouden wij er aan toe willen voegen, waar 't ons alles behalve benijdenswaardig toeschijnt, te kunnen bogen op 'n vijf- en-twintig jarige levensworsteling als gasthuis-bes. De hooge muren, de gevangenis-achtige trant van 't ge bouw moge onaangenaam, huiverig zelfs aandoen, wie wel 'ns z'n neus er binnen heeft gestoken, weet, dat 't in de Schiedamsche onde-menschen-bergplaats in vele opzichten nog droevig gesteld is, zij 't er misschien iets beter dan vroeger, toen 't er alleen wat eten en drin ken betrof (zuur bier met oudbakken kropbrood) meer dan schandelijk was. Maar toch, zoo'n vijf-en-twintig-jarig jubileum gunnen we nog niemand. Zonder commentaar geven we hier een bloemlezing uit De Schiedammer Hieruit spreekt vijandschap tegen den Heere én zijn Gezalfde(Met dit laatste personaadje wordt Dr. Kuyper bedoeld). In haat en vijandschap tegen het beginsel van de volle souvereiniteit Gods staan socialisten en liberalen solidair. Want men vergete niet: als wij die meerder heid (Prov. Staten) verliezen, verliezen we, naar den mensch gesproken, ook ons Christelijk Minis terie en komen wij weer onder den dwang van het liberalisme, nu versterkt door het socialisme. Over de Hooger-Onderwijs-wet De Linkerzijde is nu eenmaal onverzoenlijk. Zij wil geen recht doen; maar ook, zjj wil dit Minis terie een hak zetten, hopende dat de Eerste Kamer het wetsontwerp zal verwerpen. Indien dit nu eens gebeurde en dit Ministerie moest aftreden, wat dan Zijn de liberalen gereed om als regeerings- partij op te treden Welk program hebben zij Hoe zullen zij een liberaal Ministerie kunnen steu nen zonder de hulp van de socialisten Of zou Troelstra dan Minister van Justitie ivorden p Laten we bedenken dat 't Maart is. Om van te watertanden. De Maatschappij „Vooruit" te Gent, is een arbei- ders-koüperatie gesticht in 1881 en telt 7000 LiEDEN, bezit een Broodfabriek en Steenkolenmagazijn, zes Apotheken, tien Kruidenierswinkels, een Kleeder-, Schoen- en Ledermagazijn. Verder een lokaal „Ons Tehuis" met een Koffiehuis voor 350 bezoekers, een Bibliotheek met 7000 boekwerken, een aantal bureaux ten dienste van de vakvereenigingen, een Volksdruk kerij, een Boekwinkel, een Weve ij enz. De Maatschappij „Vooruit" kan met een gedeelte der winst der arbeidersbeweging in haar ekonomischen en politieken strijd krachtdadig steunen. Dit alles is door en voor arbeiders tot stand gebracht. Komt, Schiedamsche arbeiders neemt daar een voor beeld aan. Sluit U allen aan bij de Arbeiders-Coöperatie, maakt haar groot en sterk, dan zal een uitbreiding zeker spoedig komen. Coöperator. Ingezonden Nog weinige dagen en de driehonderd slacht offers die er nog in Amsterdam zijn, zullen geen uit- keering meer krijgen van het Landelijk Steuncomité. Of hun toestand dan zoodanig is dat zij niet meer hulpbehoevend zijn? Dat ware te wenschen! Een onderzoek door Van Eeden en Reens persoonlijk ingesteld, heeft echter bewezen dat de ellende in meest Wij eursiveeren. [Red. Moker.] alle gezinnen onbeschrijvelijk is en dat nu meer nog dan voorheen de wanhoop zich van velen meester zal maken. Die driehonderd mannen aan hun lot over te laten zou schandelijk zijn.Ze zijn gevallen in een grootschen strijd, dus verdienen zij onzen steun. En toch kan maar niet altijd gegeven blijven worden. Er moet eenmaal een einde aan komen. Het „Landelijk Comité" is zich volkomen bewust van dit gevoelen, dat de groote massa klaarblijkelijk bezielt en dat zich uit in de steeds kleiner wordende inkomsten, die het ont ving. Daarom heeft het Landelijk Comité gemeend voortaan langs een anderen weg de belangen der slacht offers te moeten dienen. Van 1 April af heeft het Landelijk Comité, met in stemming van de vakbonden en zelfstandige vereenigingen, zich vervormd van een weldadigheidsinstelling tot een maatschappij van toerkverschaffing. Wij zullen trachten eerst voor de oudsten, dan voor de vaders van de grootste gezinnen, en, zoo het mogelijk is, ook voor de dan resteerenden werk te vinden door alles te exploiteeren wat maar werk kan geven. Of wij zullen slagen? Het Landelijk Comité durft, zonder onbescheiden te zijn, beweren, dat het tijdens zijn bestaan getoond heeft met ijver, werkkracht en oorspronkelijkheid bezield ge- weest_ te zijn. En daar het nu voor deze moeilijke kwestie geplaatst wordt, antwoorden alle leden eenparig, dat zij gelooven in de mogelijkheid van te kunnen slagen. Echter onder één voorwaarde, en wel deze: dat het Nederlandsche proletariaat hulp verleent door het geld bijeen te brengen noodig voor de aanschaffing van materialen. Daarom doet het Landelijk Comité voor het laatst een beroep op de werkersmassa. Het vraagt o.m in de bestuurs- of huishoudelijke vergaderingen der arbeiders organisaties het besluit te nemen om een zeker bedrag als laatste gift voor het Landelijk Comité te bestemmen. Het vraagt aan de organisatie-mannen voor het laatst, op karweien, fabrieken, werkplaatsen, vergaderingen, gezellige bijeenkomsten, familie- of vriendenclubs, de bedelnap voor de uitgeslotenen te laten rondgaan. Is de oogst naar onze verwachting, dan hopen wij de Nederlandsche arbeidersbeweging niet langer te zullen moeten lastig vallen. Het Landelijk Comité. Zij, die aan dezen oproep gehoor willen geven en tot 't einde toe hun plicht tegenover de slachtoffers ver vullen willen, kunnen hun bijdragen weder aan de Administratie van De Moker inzenden, die voor over making zorg draagt. Alle giften worden verantwoord. Bij dezen genieten wij de eer 't geachte publiek voor te stellenja, och 't ligt aan ons niet, dat we 't niet verder kunnen brengen dan 't voorlettertje melden van den man, die een heksentoer heeft verricht, welke Bamberg hem zeker benijden zou. In De Schiedammer is 't kunststuk vertoond maar d'r staat niet anders aangegeven als v. A. te Z. 't Is schijnbaar 'n nieuwe komiekeling aan 't Kuyperiaansch Theatre maar zeker niet een van de minste. Ziehier 't gewrochtsel van dezen Pierrot „Er bestaat in onze maatschappij een zeer breede groep van bezitloozen men heet ze proletariërs. Dezulken hebben geen kapitaal, geen huis, geen akker, niets dan hun kroost. De bitterheid der tegenstelling tusschen bezitters en niet-bezitters erkennende, moet men in dien toestand verandering verlangen." 't Ideaal voor den veldarbeider bijv. zou zijn: 't bezit van eigen huis met zoo mogelijk een stukje grond erbij. De kunst om dit ideaal te verwezenlijken? Héél een voudig hier is ze De arbeiders kunnen niet sparen 't loon is te laag. Loonsverhooging alleen kan helpen. Niet waar. Mondje houen. Loonsverhooging begeeren zonder dat ze 'r-is, geeft niks. Zou sparen voor de weinig verdienende arbeiders mogelijk zijn? Even vertellen. Loonstandaard in sommige plaatsen onzer provincie vijf gulden. Te weinig voor 'n gezin. (Hoe 't mogelijk is!) Als man, vrouw en zes kinderen daarvan moeten leven, is 'r geen boter op 't brood, geen vleesch bij de aardappelen (als deze T ook maar zijn) kleeding en meubilair worden minder 't gezin verarmt niet sparen, 't Is al veel, als gebrek de woning niet binnen treedt, (niet te erg maken, hoor Maarde redding komt! Kleine kinderen worden groot gaan verdienen. Als vader met drie zoons werken, de vader f 5.de zoons f 4.verdienen, vloeien de inkomsten mildelijk, dan komt er wel zeventien gulden in huis. (Heere-m'n-tijdkapitale som Nu kan zeer zeker slechts een betrekkelijk klein deel daarvan worden overgelegd. Want wie het arm heeft gehad, wil het wel eens wat beter hebben; dat mag ook, ja, 't is zelfs de vraag, of het niet moet. (Dat valt mee; da's royaal gesproken zelfs!) Wie droog brood heeft gegeten, wil er wel eens boter op, en wie vele jaren niets bij zijn aar dappelen had, wil nu wel een stukje vleesch. Dan roept ook de behoefte aan meubelen en beddegoed en kleeding om voorziening en vraagt veel uitgaven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1904 | | pagina 2