No 11.
ZATERDAG 14 MEI 1904
4e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der SociaaSdemokratische Arbeiderspartij,
Bureau van Redactie en Administratie:
A. WINTERBERG, Raam 27.
De Arbeid hoog
De politieke partijen te Schiedam
De donderrede van den adviseur.
ABONNEMENTSPRIJS:
Hf
Losse nummers 2 cent.
ADVERTENTIËN:
8 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit
der Redactie zijn.
De Arbeid hoogdat zij ons streven
Héél onze wil en kracht
Wat droef terneer ligt opgeheven,
Tot blijder sfeer gebracht
Waarom miskend, geschuwd, vermeden
Waarom verguisd, gehoond, vertreden
Waarom tot loon voor noesten vlijt
Een levensweg door leed en strijd
Wie zijn het, die den akker ploegen
Wie bouwen 't kost'lijk graan
Wie zijn 't, die in fabrieken zwoegen
Yan prille jeugd af aan
Wie zijn 't, die aan de zee hun leven
Als prijs voor luttel visschen geven
Wie hebben steeds door hunne kracht
Al 't schoon der wereld voortgebracht
De Arbeid hoogdat zij ons streven
En krachtig dreunt het aan
Door Arbeid is er Licht en Leven,
Hij doet het al bestaan.
Het hoofd dan fier omhoog geheven
Onz' arbeid slechts voor recht gegeven
Geen slavenkeet'nen dulden wij
Wij willen werken maar slechts v r ij
P. de Bruin.
(Dit vers is bij de Zangvereeniging „Excelsior" in
repetitie
In den tijd van den grooten bloei der jeneverindustrie
werden de liberalen de alleenheerschers te Schiedam.
De liberale handels- en regeerings-denkbeelden stemden
uitstekend met de industriëele belangen van onze jenever-
stad. De gemakkelijk-verkregen winst, behaald met een
beetje kapitaal en een minimum-kennis, was evenwel
een groote belemmering voor de ontwikkeling van
energie en wijsheidhet Schiedarasche liberalisme, voort
gekomen uit den bloei der Schiedamsche industrie,
bracht dientengevolge geen krachtig maar een slap
liberalisme voort, geen talentvolle liberale partij, maar
een talent en energie-looze. De gemakkelijkheid,
waarmee in de jeneverindustrie een groot kapitaal werd
verdiend, werd de vloek voor het liberalisme alhier.
Met den industriëelen crisis kwam voor Schiedam de
val van het liberalisme. Dit had gesteund op den bloei
der jeneverindustrie. Het viel daar mee, omdat het de
innerlijke kracht en kennis miste, in die periode van
crisis nieuwe wegen te scheppen voor de Schiedamsche
industriëelen en arbeiders, omdat het, een schitte
rend omhulsel, om een vooze kern heen was gegroeid.
Nu is van dat heele liberalisme niets over dan de
herinnering aan zijn oppermacht. Majoor Visser tracht
in 't klein de rol te spelen, die burgemeester van Dijk
van Matenesse in het groot speelde; maar zooveel
verschil als er is tusschen den Majoor en burgemeester
van Dijk, zooveel verschil is er ook tusschen hun in
vloed: de burgemeesterspartij was oppermachtig, de
majoorspartij is een onbeduidend clubje, dat zijn wei
nigen invloed nog alleen te danken heeft aan de afwe
zigheid van iets flinkers daarnaast.
Eenige meer vooruitstrevende liberalen, waarvan de
kern in de 9 man sterke kiesvereeniging Schiedam
moet worden gezocht, trachten van tijd tot tijd het
slap gevallen Schiedamsche liberalisme een beetje over
eind te blazen, maar zij zijn daarvoor niet sterk ge
noeg, omdat ze te weinig talrijk zijn en voornamelijk
omdat ze op geen enkel deel der bevolking steunen,
geen enkel economisch belang vertegenwoordigen, en
slechts een groepje losloopende goedwillende mannen zijn.
Tegenover dat liberalisme, dat na den industriëelen
crisis niets meer is dan een liberaal-aangekleed geraamte,
kwamen uit den aard der zaak eenige clericale groepen op
den voorgrond. Datwas daarom zoo vanzelfsprekend, omdat
bij de volledige afwezigheid van iedere economisch-
sterke groep of partij en bij het volkomen gemis aan
energie en talent bij de liberale partij, en bij het ont
breken van een zelfstandige arbeidersbeweging, alleen
de clericale leus een partij kon vormen. Er was niets
anders. Het liberalisme gaat zonder strijd dood. Het
clericalisme neemt zonder strijd de verlaten plaats in.
Niet omdat Schiedam zoo geschikt is of ook maar
eenigszins steunt op de economische toestanden waarin
■"Schiedam leeft. Maar omdat het industriëel-geruïneerde,
van energie en keunis verstoken Schiedam voor zijn
politiek leven heelemaal niets anders had dan het
clericalisme. Dit treed hier dan ook volstrekt niet op
als bestrijder van het liberalisme en heeft ook geens
zins dit echt reactionaire-clericale karakter, dat het
elders vertoont. In denzelfden industriëelen ondergrond
opgegroeid als het liberalisme van Schiedam, is het
even energie- en talentloos gebleven. Zooals men het
liberalisme kan vergelijken met een liberaal-aangekleed
geraamte, kan men het clericalisme van Schiedam
vergelijken met een clericaal aangekleeden vogelver
schrikker.
Wil men één enkel bewijs voor de talentioosheid en
energieloosheid der Schiedamsche clericalen? Voor de
opengevallen plaats in den gemeenteraad moet men zijn
toevlucht nemen tot een toevallig hier gekomen rijks
ambtenaar, den kantonrechter: onder de Schiedammers
zelf' hebben de clericalen niet één geschikten candidaat.
Tegenover den aftredenden Heer Loopuyt weten de
clericalen ook al weer niemand te vinden dan dien
zelfden kantonrechter, feitelijk een vreemde nog te
Schiedam.
Het staat met de liberalen (als men daarvan nog
spreken kan!) niet veel beter; ook zij hebben geen
geschikte mannetjes. Maar dat bewijst alleen, dat én
het liberalisme én het clericalisme te Schiedam waarde-
looze partijen zijn, om de redenen zooeven genoemd.
Die clericale partij verdient evenwel een nadere be
schouwing. De hoofdafdeeling wordt gevormd door de
christelijk-historisehen, doorgaans genoemd de partij
van de Groote Kerk. Oorspronkelijk waren de liberalen
één met deze partij, in de kerk althans. Liberalen
waren de bestuurders enz.... Maar na de „zuivering,"
dat wil zeggen na de uitwerping der modernen, is deze
partij onder aanvoering der predikanten in het clericale
verbond getreden. In den grond der zaak zijn ze anti-
Kuyperiauen. Waarom ze nu met Kuyper meegaan
wel, omdat hun vrij-antirevolutionaire graaf dat ook
doet, en de vrij-antirevolutionairen, dat zijn immers de
zuiverste christelijk-historisehen
Maar verder moet men ook in deze partij geen ge
dachten zoeken als leiddraad voor hun politiek. Kracht
van denkbeelden, kracht van daden, kracht van per
sonen ontbreekt ook daar.
De zuiver anti-revolutionaire partij, in het kerkelijke
de vroegere doleerenden, daar zit per slot van rekening
nog het meeste fut in van alle burgerlijke partijen. En
dat kan ook niet anders, waar de kern dezer partij
door de „kleine luyden" wordt gevormd. Vandaar dat
zij ook nu weer én voor de gemeenteraadsverkiezing
én voor de Provinciale Staten hun clericale bondge-
nooten op sleeptouw nemen zoolang zij evenwel hun
beslist demokratisch karakter niet toonen en niet vol
ledig als een partij der „kleine luyden" optreedt maar
zich door conservatieve en reactionaire elementen laat
verwateren, zal zij nooit den invloed krijgen, die ze
hebben kon. Trouwens, ook bij haar mankeert het
aan mannetjes.
De katholieken nu ja, die te Schiedam als een
ernstige politieke partij op te vatten, dat is toch niet
wel mogelijk. De eenige lof, die de Nieuwe Schiedam
sche Courant, het katholieke orgaan voor Schiedam,
hun weet te geven, is: dat ze zoo zuinig zijn. Nu is
zuinigheid zeker een mooie eigenschap, maar als het de
eenigste eigenschap is eener politieke partij dan gaat
het toch niet aan, het politieke gewicht dezer partij op
aarde te zoeken. Trouwens, het feit, dat de katho
lieken een zoo volslagen prulblad als de N. S. Ct. toe
laten en niet zorgen voor wat beters, bewijst reeds
genoeg. En ook bij deze partij mist men de goede
krachten.
Een groote ergenis over de volslagen krachteloos-
heid en energieloosheid van alle burgelijke politieke
partijen is het eenige dat men overhoudt uit de be
schouwing van den politieken toestand te Schiedam.
Geen kracht, geen overtuiging, geen energie, geen
leven zelfs!
Die partijen ernstig bestrijden, dat is dan ook niet
goed mogelijk. Men kan toch niet tegen geraamten en
vogelverschrikkers gaan vechten? die verdedigen
zich niet.
Maar daarom is ook de taak der sociaal-demokratie
te Schiedam zoo moeielijk. Zij heeft niet tegen denk
beelden of partijen te vechten. Zij heeft geen oprui
ming te houden onder machtsgroepen, die hun macht
misbruiken volgens de geraffineerde regelen van het
kapitalisme. Zij staat tegenover partijen, die geen weer
werk geven uit krachteloosheid en juist daarom zoo
verbazend moeielijk zijn op zijde te zetten.
Immers de bestaande regeerings-toestand vloeit voort
uit de door den industriëelen crisis over geheel Schie
dam gebrachte ellende en uit de volslagen onmacht
van de Schiedammers om zich daaruit op te heffen.
Het verdringen der regeeringspartijen in Schiedam door
de sociaal-demokraten, tenminste in het bestuur der
gemeente, zou daarom gepaard moeten gaan met een
groote economische herleving, en die aan te brengen,
dat is natuurlijk voor de sociaal-demokraten een onmo
gelijkheid, zoolang zij niet de macht in handen hebben.
Te groot is de ellende, te groot de neergedruktheid,
en te weinig staat daartegenover een industriëele of
handels-welvaart, met andere woorden geheel Schie
dam, werkgevers en arbeiders, alles ligt onder dien
zelfden demoraliseerden druk, een druk te groot,
dan dat een gezonde arbeidersbeweging als reactie tegen
het plaatselijk kapitalisme zou kunnen ontstaan.
Toch is een krachtige gezonde sociaal-demokratische
beweging te Schiedam mogelijk. Maar die zal dan op
een andere wijze moeten groeien dan elders. En dat
doet ze ook. Onze beweging groeit. Onze partij wordt
steeds sterker.
Een volgende keer een woord tot de arbeiders van
Schiedam, een wegwijzing.
Hebben we in ons vorig no. reeds met 'n enkel
woord gesproken over de „mop" we kunnen 't
heele zaakje toch maar niet anders beschouwen! van
den geestelijken adviseur van den Ned. R. K. Volks
bond tegen de Sch. Crt. verzonnen, 't is nog wel de
moeite waard even op de donderrede van dit eerwaardig
mensch terug te komen. We volgen hierbij natuurlijk
het verslag der zege-pralende Nieuwewelke de advi
seur het volgende zeggen laat:
....Hem moet een ernstig woord van 't hart in
zake de (Oude) Schied. Ct. In een vorige verga
dering is hier een protest uitgebracht tegen de
Schied. Ct. wegens het plaatsen van een adver
tentie in zake het Nieuw Malthusianisme. Maar
de Schied. Ct. ging nog verder en nam nu weder
een advertentie op, die de strekking heeft dat
afschuwelijk kwaad nog verder te verspreiden.
Dadelijk na het opnemen van die advertentie heb
ben een aantal katholieke familiën hun abonnement
op dat blad opgezegd. Spr. brengt een eeresaluut
aan die Katholieken en volkomen onderschrijft hij
wat een inzender in de N. S. Ct. schreef: „Moge
dit voorbeeld algemeene navolging vinden!"
Voor degenen die 't nog niet weten, zij gezegd dat
hier, zooals trouwens uit de geheele rede blijkt, de
apostel der liefde aan 't woord is. De tuinman in de
wijngaard des Heeren.... die onkruid, vergifplanten van
onverdraagzaamheid, geen medelijden met den armen
ïnisleiden broeder, aan 't planten is.
Tot dusverre heeft spr. altijd de meest mogelijke
welwillendheid aan de red. der Schied. Ct. betuigd
MOKER