Zandruiters.
Ditjes en Datjes.
Een wandeling door Schiedam.
Vlaardingsche IJzerkoekjes
blijven aandringen) dat art. 26 moet worden toegepast.
De heer Jansen oordeelt de interpellatie en wets-
dniding van den heer de Groot kleinzielig en peuterig.
Een zeer eigenaardig oordeel misschien wel eenig
in z'n soort. Want al denkt men nu art. 24 eens geheel
weg, dan zal men toch nog wel verplicht zijn rekening
te houden met art. 94 (4e al.) waarin bepaald wordt:
„Behalve die jaarwedde genieten de Wethouders, onder
welken naam ook, geenerlei inkomen uit de gemeente
kas, dan hetgeen verbonden is aan eene andere, hun
opgedragen openbare gemeente-bediening." En voorts
„dat voor geenerlei door den Raad uit de gemeentekas
mag worden toegekend." (Besluit van 13 Februari 1883).
Men neme bij de geheele kwestie toch in acht, dat
Mr. Jansen wethouder is, welke positie z'n plichten
verzwaart en de gepleegde feiten des te erger maakt.
Het is eenvoudig onzinnig van ons of van wie dan
ook, te vorderen, dat men de gepleegde handelingen
onaangemerkt zon laten passeeren. Dit beginsel zou
moeten voeren tot 'n machtige anarchie tot een
groote janboel in de gemeente-huishonding. Hoe het
gestel, het karakter, den levensloop van Mr. Jansen zijn
mogen, draakt ons geen zier wij hebben met hem
te doen als wethouder als een der voornaamste ge
meente-autoriteiten maar verder niet. In die kwaliteit
hebben wij hem te beoordeelen nu te ver oordeelen,
waar de vraag van den heer de Groot volkomen ge
rechtigd waswat doet (en deed) de heer Mr. Jansen
ooit in het belang der Gemeente? En als dan moet
nagegaan worden wat hij deed, zijn we gauw klaar,
't Eenigste wat we hem danken, is 'n inkomsten-be-
lasting-wetje, waarop z'n stempel alweer duidelijk lees
baar is. Een ding, dat 'n zeer onbillijke grondslag
heeft, en dat slechts met duivelkunstjes, zouden we
haast vermoeden, den raad in de schoenen geschoven
moet zijn, waar het met zoo weinig, haast heelemaal
geen oppositie, is aangenomen geworden. Dit is de
eenige gave, welke de gemeentenaren hem danken.
Anders gezegdmeneer's licht -zijde.
Maar de schaduw-zijde is des te sterker. Met hand
en tand houd-i, driedubbel-overgehaald-conservatief,
als hij is, alles tegen wat 'n meer demokratisch tintje
heeft. Als zoodanig kan hij echter een gedeelte onzer
burgerij het deftig gedeelte, dat hier vrij sterk
is, en 'n drie eeuwen na z'n tijd leeft; wier zuinige
gezichtjes blozen van eerwaardige schaamte als ze 't
woord „vooruitgang" slechts hooren misschien nog
aangenaam zijn. Doch het behartigen van eigen-
belang, dat indruischte tegen 't algemeen-belang, te zien
verdedigen op de wijze, als we dat van Mr. Jansen te
zien en te hooren kregen, doet de maat overloopen.
Dat dwingt tot de uitspraak die man gaat fè ver; aan
zulke handelingen moet een einde gemaakt worden.
En mogen in andere gevallen, die dan meer onwille
keurig bedreven worden, met de wet de hand gelicht
worden in een geval a s hier mag dat niet, ter-
wille van de hoogheid van 't gezag, dat althans in dit
opzicht smetloos moet zijn.
Wij wijzen er dan ook bij deze gelegenheid nog eens
met nadruk op, dat nóch door den heer P. C. M., noch
door den heer W. H. Jansen de aanval van den heer
de Groot op onzen wethouder is teniet gedaan kunnen
worden en de rechtsgeldigheid onaangetast gebleven
en dat, datgene, wat door beide heeren als „verdedi
ging" (of verontschuldiging) is aangevoerd geworden
met alle gerustheid voor kennisgeving kan worden
aangenomen.
Ten slotte nog de verklaring, dat wij gaarne in den
tegenstander het goede, brave en nuttige huldigen,
maar er ten opzichte van Mr. Jansen geen reden voor
kunnen ontdekken. Dat de positie van Schiedam ver
beterd zou zijn sinds het „zuinig beheer" van Mr.
Jansen is een bewering die we wel gaarne wat nader
zagen aangeduid, want totnogtoe is die verbetering
door ons onopgemerkt gebleven.
Of wordt de waterverversching hier soms bedoeld?
Zondag j.l. heeft de afd. Schiedam van den Ned. R. K.
Volksbond hare maandelijksche vergadering gehouden
en uit het verslag der Nieuwe blijkt, dat men zich daar
weder heeft bezig gehouden met de bespreking van
enkele onderwerpen, die men blijkbaar niet machtig
was. Deze „eigenaardigheid" doet zich daar meer voor,
en al zij het de lui van harte gegund mee te praten
over zaken het algemeen belang rakende, er mag toch
wel van gevergd worden dat zij, voor-onderwerpen van
sociaal of ekonomisch belang, zich eerst eens behoorlijk
op de hoogte stellen van datgene, waarover zjj zich
een oordeel vermeten.
En dit nu laat nog altijd maar veel te wenschen
over. We hebben onlangs de totaal onjuiste beweringen
gehad van den voorzitter, onze hooggeachte vriend
Mouwens, ten opzichte van de steunbeweging voor de
Diamantbewerkers, welke wij met feiten en cijfers hebben
weerlegd, doch door den heer Mouwens nog altijd niet
zijn herroepen. En nu gingen de Volksbonders het ont-
werp-arbeidswet behandelen op een wijze, die weer
glashelder laat zien, dat ze van de eigenlijke zaken
ook maar geen flauw begrip hebben.
Zoo o.a. kwam ter sprake de nachtarbeid in bakkerijen.
Volgens bepalingen der Arbeidswet, zal de arbeid
voor de bakkers beginnen 's ochtends vijf ure,
terwijl 2 maal per week in het geheel 60 maal
per jaar, gelegenheid zal worden gegeven, dien
arbeid 's nachts te 2 uren te doen aanvangen. Een
belangrijke kwestie is of ook de patroons onder de
bepalingen van deze wet moeten vallen. Het artikel
moet naar veler meening een verbod van nacht
arbeid bevatten zoowel voor den patroon als voor
den werkman. Maar de Centrale Raadsleden der
afd. Schiedam meenen, dat de persoonlijke vrijheid
van den patroon niet zóó beperkt moet worden,
dat nachtarbeid hem absoluut verboden is Na eenige
discussie keurde de vergadering deze conclusie goed.
Hiermede bewijst men eenvoudig van de zaak zelve
totaal onkundig te zijn. De „vrijheid" der bakkerspa
troons, die men met zooveel liefde en zorg koestert, is
een groot onding. Wordt door de betrokkenenen zelf
absoluut niet begeerd! Dit is reeds in vele uitspraken
neergelegd, doch onze Volksbonders schijnen er onkundig
van. Zij begrijpen niet dat door zulke „vrijheid" de
geheele afschaffing van nachtarbeid tot een paskwil
wordt gemaakt en dat door de eerbiediging van die
bewuste „vrijheid" het bakkersbedrijf, dat industrieel
toch nog zoo achterlijk is, al gaat het zich den laatsten
tijd zoowat regelen, wordt teruggevoerd naar nog treu
riger toestanden. Want de onbillijkheid welke in zoo'n
bepaling ten opzichte van groote ondernemingen gele
gen is, wier hoofden of bestuurders natuurlijk toch
geen nachtarbeid kunnen verrichten, zal tot noodzakelijk
gevolg moeten hebben, dat het klein-pruts-patronaat
weliger dan ooit zal gaan tieren, omdat men als „baasje"
s morgens vroeg versch brood hebben zal en de daarop
verlekkerde menschen altijd tot klant krijgen kan. Daar
gelaten dan nog of men dit soort „klein bedrijf" al of
niet wenschelijk acht, zal men toch moeten erkennen,
dat de afschaffing van nachtarbeid op nihil uitloopt.
Dit alles nu zijn toch zaken, die bij de beraadslaging
over genoemd onderwerp voor de hand liggen maar
die tóch nog verborgen zijn voor onze wakkere Volks
bonders. Die kletsen maar raak, ook al huppelen ze
totaal buiten de zaken om oorzaak en gevolg zijn
dingen, waarmee ze zich nu eenmaal niet kunnen bezig
houden en als straks de som hunner berekeningen
hen in 't gezicht slaat en al hun filosofie als waarde
loos uitwijst, dan beseffen ze nog op z'n best, wat zand
ruiters of ze wel zijn. 'tZou misschien heel wat aan
beveling verdienen, als die ruiters maar wat lager bij
den grond bleven én zich vermaken wilden met een
hobbelpaard. Dan zijn zulke kunsten lang zoo gevaar
lijk niet
Als 't verslag der vergadering van den R K. Volks
bond, zooals dit in het eenig begiftigde en begunstigde
blad voorkomt, niet onvolledig is, is er in die vergade
ring met geen woord gerept over de bekende schunnige
ingezonden stukjes in De Nieuwe geteekend F. Durft
men de zaak niet aan Of slikt men die walgelijke
kost voor zoete koek
Dit zou na de verklaring van den heer Frederiks
niet te verwachten zijn. Of eigenlijk, te verwachten
alles te verwachten als 't van dien kant komen moet
ze hoüen d'r nog altijd een machtig groote doofpot op
na, zooals 't schjjnt.
't Volgend ingezonden stukje halen we uit De Nieuwe.
Mijnheer de Redacteur!
Ik verzoek u vriendelijk bijgaand resultaat van
een scheikundig en bacteriologisch onderzoek van
het water der Noordvestsingelgracht in uw blad
op te nemen, misschien dat de treurige toestand,
aldus blootgelegd, de Heeren met de belangen der
stad belast tot spoediger handelen zal doen optreden.
Scheikundig onderzoek.
Samenstelling Milligrammen per liter.
Residu370
Chloor28
Organische stoffen 44.3
Albuminoid Ammoniak 2.4
Ammoniod6.4
Salpeterzuur. Zeer sterke reactie.
Salpeterig zuur. Sporen.
Hardheid in Duitsche graden 10°
IJzeroxyde0
Bacteriologische Samenstelling
aantal per cM2. na twee teldagen.
Bacteriën512000
Vervloeiend19000
Soorten6
Ziektekiemengeene.
Het oordeel over het water is allertreurigst.
Ik zeg n bij voorbaat dank, Mijnheer de Redacteur.
Schiedam, 1 Aug. 1904. M.
We willen een steunpenning openen om den heer
Mr. Jansen, als hij eenmaal z'n afscheid uit de ambte
naarswereld nemen zal, een blijk van hulde aan te
bieden. Dit zal dan bovenstaand tabelletje wezen met
of zonder lijst, als eeuwig aandenken voor wat hij in
dit opzicht voor Schiedam heeft gedaan.
Wie draagt bjj
De verjaardag van de Koningin-Moeder werd hier
ter stede weer op de „gebruikelijke" wijze gevierd.
De hoofdschotel van de vreugde was een extra voor
stelling onzer roemruchte schutterij, die b. v. onze zus
ter Nieuwe weer in een machtige extase heeft gebracht.
Ze is een en al verrukking.
Grootje vergeet in d'r bewondering al de verwen-
schingen, die de gedwongen komedianten op de lippen
gehad zullen hebben bij de gedachte aan de flauwiteiten
die ze ten genoege van anderen mochten uitvoeren en
waarvoor aan velen a. s. Zaterdag door de patroon
zooveel verzuim in rekening wordt gebracht.
't Zal voor De Nieuwe 'n heele konsternatie wezen,
als de schutterij zal zijn opgedoekt. Waar moet dan de
goê ziel zich mee vermaken?
ui.
ApolloDie naam zegt veel. De Grieksche mytho
logie leert van een God Apollo, welke de gave der
voorspelling werd toegekend, benevens verzoenende
kracht, en die als lijfspreuken had„Ken u zelven" en
„Overdrijf niets."
Ken n zelven, dusbegeer niet te veel Dit zou
kunnen slaan op dividend-nitkeeringen. Men zal er dus
niet naar trachten, dat dividend-cijfer tot het onmoge
lijke op te jagen, tot 24%, 27% of hooger.
Overdrijf niets dat zou kunnen beteekenenals
ge menschen in uwen dienst hebt, die voor u werken,
van wier arbeid gij de meerwaarde inpalmt, overdrijf
dan niet met in die menschen enkel winst-machines
te zien en ze uit te mergelen en uit te buiten, tegen
veel te laag loon een veel te langen arbeidsduur hun
opleggende overdrijf niets!
Is dat 't symbool van Apollo."
Zoo, blijken de menschen nogal tevreden Dat is
altijd een goed teeken en aan aangenaam verschijnsel.
Doen ze toch aan vereeniginkie-speulenIs 't waar?
Er zijn daar nogalgevaren bij O niet da's
plezierig. Zoo, zoo, doen ze 't onder goedkeuring en
bescherming der directie? Neen, maar, dan zal 't wel
goed wezen die zal wel met voorspellende gave en
verzoenende kracht dat vereenigingetje in 't richtige
spoor houden.
Neen hoor, die arrebeiers van de kaarsenfabriek zijn
de beroersten nog niet die weten zich ten minste
nog als ordelijke menschen te gedragen. En in onzen
boozen tijd van misleiding en weerspannigheid (stijl-
Kees Klein) doet znlk een verschijnsel aangenaam en
lekker aan. Die lui motten 't maar nooit in d'r hoofd
krijgen om 'n zelfstandige vereeniging d'r op na te
houen. Zij bovenal moeten zich zelven kennen en zij
bovenal moeten niet overdrijven, door bijv. wat meer
loon, of korter arbeidstijd of wat dan ook te gaan
begeeren.
Ziezoo, als nu die brug 'ns zoo genadig zijn wil
naar omlaag te komen, dan gaan we naar de over
zijde
Een politie-bureauWel, wel, wat 'n snoezig ge
bouwtje! Je zou je voor de leut 'reis laten inpikken,
alleen om 't 'ns van binnen te bekijken. Zoo van buiten
heeft 't veel overeenkomst met wat 'k als kleine jongen
van een bouwplaat van 3 centen in mekaar plakte.
Groene laan modder-laan mot 't zeker wezen.
Ajakkes, wat 'n zonderling groen is dat.
En die keien nou hoor, 'n hobbelweg.
O, Wilhelminaplein, hoe schoon zijt gijPrachtig
plantsoen van.... koolasch ge verrukt het oog
't Is toch royaal van 't gemeentebestuur, dat 't niet
enkel in de stad plantsoenen aanlegt, doch ook de
arbeiderswijken gedenkt. Ja, als hier niet zoo'n mooien
aanleg was, zou die Wilhelminaboom met dat fraaie
hek erom, wel wat potsierlijk zijn neergekwakt, doch
nu wordt de blik gestreeld en worden de zinnen be
koord. Ja, ja, arme menschen moeten óók natuurschoon
hebben.
Hier in de Gorzen, heb 'k gehoord, wonen de men
schen, die 's zomers tóch het meest genieten, Zes maan
den van 't jaar zijn ze „uit". Niet naar Zwitserland,
niet naar Schotland (zooals de burgemeester) gaan ze,
o neen, doch denk aan de lommerrijke Diefhoek en
verdere groene dreven als 't „kleine dijkje" daar
bivakkeeren ze daar genieten ze van wat de natuur
schenkt.... om den geest te laven.... en gras en kervel
te snijen (als de veldwachter niet in zicht is) voor
konijnen en geitenWant Nederland dus ook Schie
dam is een vrij en heerlijk land
Wordt vervolgt.)
PikZoo is er dan nu gebeurd hetgeen verwacht
kon worden, onze Burgervader is niet meer.
Por: Nou, ik vind dat wij onder alles en voor alles
mensch moeten blijven en zijn, en dan kunnen wij ge
rust met deelneming kennis nemen van hetgeen daar
in die ziekenkamer is afgespeeld.... de man heeft veel,
zeer veel geleden naar het lichaam in den laatsten tijd,
en dat z'n ziekte niet verzonnen of voorgewend was,
zooals velen dachten, is nu gebleken.
PikZoo, waren er nog die dachten dat die ziekte
verzonnen was