Nog een almachtige meesterknecht
Vlaardiogsche IJzerkoekjes
van dat bezoek (Donderdag) noodweer stormde 't
en plasregende. Da's geen oranje-daagje met oranje
weertje door oranje-zonnetjes, waarover onze pershelden
zoo graag vertellen.
D'r wordt zoo vaak gezegd 't staken zit in de lncht.
Is dat letterlijk waar geworden
We zien hopend naar den 31sten.
Op de branderij van den heer I. T. Benkers, Lange
Haven, deed zich het volgende geval voor:
H. Beumer, gistzitter, voor een loon van 600 centen,
waarVoor hjj ook water moet storten, was Woensdag
10 Augustus 's namiddags c.c. 4 uur klaar met „ver
koelen" zonder nog tjjd gehad te hebben om zijn
prakkieop te eten) toen hem door den meesterknecht
Lelieveld gelast werd „Manus, neemt eens den gist-
wageu en gaat eens naar t spoor om voor Mijnheer
een hondenhok te halen." Manus was natuurlijk niet
erg ingenomen met dat bevel, omdat hjj nog niet ge-
gegeten had, en omdat het z. i. geen branderjjwerk
was, en weigerde daarom het hondenhok te halen.
Waarop de meesterknecht hem toevoegde: „Wann er
je het verdomt kan je Zaterdag vertrekken." Waarop
Manus antwoordde dat hij niets te verdommen had,
maar dat hij meende dat hij werk genoeg deed voor
zijn 600 centen.
Zaterdag, bjj het uitbetalen van het loon, zeide de
meesterknecht: „Manus, hier heb je je geld, enje
hebt er zeker op gerekend
Zeker heb ik er op gerekend, maar omdat ik al reeds
ander werk heb gevonden, zal ik toch de vrjjheid
nemen, Uwe wjjze van handelen publiek te maken,
waarop de meesterknecht hem toevoegdedat durf je
toch niet.
N.B. Deze man was £772 jaar in dienst bij dezen
patroon. Het oordeel over deze wjjze van handelen is
overgelaten aan het publiek.
PikZeg Por, je weet zeker nog wel wat je mjj
de vorige week meedeelde over dat geval in 't Hof
aangaande die politie-agentPor: Jawel, en wat wou
je daar van zeggen
PikIk wou zeggen dat je met de namen der per
sonen abuis was, het was niet de Adjunct-inspecteur,
die op z'n loer lag, maar het was dat jonge ventje, de
volontair, je begrjjpt me toch wél, dat ventje dat men
bjj zekere gelegenheid een 'sikkebokje toedacht, voor het
opsporen van logger deserteurs
PorZoozooNou ik ben big, dat ik dat weet,
want ik moet je zeggen dat de Adjunct bjj mij en meer
andere een beetje gedaald was, en ik moet je ronduit
zeggen dat ik er zelf wél een beetje van stond te kjjken,
omdat voor zoover bekend is, de Adjunct nu niet zoo
erg kinderachtig is.
PikMaar nu wat anders. Heb je de Raadszitting
van gepasseerden Dinsdag nog bijgewoond
PorNou of ikEn wil je wel gelooven dat ik er
nog stijf van in m'n beenen ben Verbeeld je eens, ik
heb me daar drie en een half uur staan luisteren. Ik
dacht op 't laatst in mekaar te zakken, maar enfin,
ik ben er geweest, en ik wil je mjjn bevindingen mee-
deelen. Na de gewoue opening maakte de Heer aan
merking op de notulen. Daarin stond, dat bjj de dis
cussie over de zaak Schuitmaker in een vorige verga
dering de Witte met de wethouders alleen overbleef,
en de Heer beweerde dat dit onjuist was, want ook
hjj (de Heer) was tot 't laatst gebleven.
Pik: Welnu, hoe liep dat ai? Werden de notulen
gewijzigd of aangevuld.
PorZij werden na een kleine opmerking van de
Witte zelf aangevuld.
PikMaar wat zou de Heer daar mee beoogen,
dat er dit zoo bjj moest?
PorWel ik vermoed, dat hij het w^gloopen van
den Raad bij dio g-legenheid zou'n groote kwajonyns-
streek vind, dat hij er niet voor anigezi ii wil worden
daar ook aan mee gedaan te hebben. Eu als dat zoo
is, heeft hij wel degelijk geljjk als hij op die wijze de
notulen laat aanvullen.
Pik: Zeg Por, die de Heer schjjut daar toch de
miuste niet te zjjn, is 't wel?
Por: Volstrekt niet; hij toont waarlijk niet te doen
zooals vele anderen, voor Jan Klaassen zitten. Dit
bleek ook weer toen de ophooging van den Maassluischen
dijk, Markt en Hoogstraat ter sprake gebracht werd
door de Witte.
PikZoo, heeft de Witte dat zaakje weer aangepakt
En hoe deed hjj dat?
'Por: Wel, dat zal ik je zeggen. Er was een adres
ingekomen van een commissie uit de bewoners dier
straten met verzoek, middelen te beramen die tot ver
betering kunnen leiden. Aan dit adres klemde Witte
zich vast, en bleek het dat hjj, na gedane informatiën
in die zaak, kon constateeren, dat Burgemeester en
Wethouders niet al het mogelijke hebben gedaan wat
zjj konden om die ellendige ophooging te voorkomen.
Pik; Maar als ik mjj niet bedrieg, hebben zjj in
een vorige zitting beweerd dit wel gedaan te hebben!
Wie heeft nu geljjk?
Por: Wie gelp had? Wel de Witte, want ook de
Heer bevestigde hetgeen de Witte aanvoerde.
Pik: Maar dan vind ik het meer dan schandelijk,
dat het Dageljjksch Bestuur den Raad maar wat zit
voor te liegen, en komt men hoe langer hoe meer tot
de ontdekking, dat de lui die daar reeds lang gezeten
bebbeu zich ulijjd maar door hebben laten afschepen
met smoesjes, en bljjkt het tevens wat goede kracht
iemand als de Witte is, die bjj elke zitting blijk geeft,
zich in at de zaakjes in te werken, en niet te rusten
voordat zp tot klaarheid zjjn gebracht. Ik moet je
zeggen, 't. is een vent hoor!
Pik: Maar Por. welke houding nemen de beide
wetnouders aan, toen zjj zoo in 't gedrang kwamen?
Por: Een meer dan treurige houding, verbeeld je!
Versteeve beweerde opnieuw door (dik en dun heen),
dat al het mogeljjke was gedaan ter voorkoming, en
de welbekende Heldenfiguur Van Dam kwam ook nog
een duit in 't zakje gooien met te beweren, dat het
vroegere raadslid Moerman al zjjn aktiviteit ten loon
gespreid had bjj Delfland, maar zonder resultaat.
Pik: Wat zeg je daar van Van Dam? Had Moer
man al zjjn aktiviteit ten toon gespreid?! Wat is dat
nou voor taal. Verspreek je je nou, of is't een grapje?
Por^een heusch nietVan Dam heeft dat woor-
deljjk gezegd, en je mot zien wat een voornaam gezicht
hij bij zooiets zet, zoo'n echt Wethoudersgezicht.
PikMaar nou ter zake, hoe liep dat af?
Por De Heer stelde voor een commissie te benoemen
uit den Raad, welke zal onderzoeken de middelen die
tot verbetering kunnen leiden.
Pik: En vond dat bjjval bjj het dageljjksch bestuur
Ik bedoel bjj de Wethouders Versteeve en van Dam?
Por: Wel neen! Versteeve beweerde opnieuw dat
al het mogeljjke was gedaan, dus zei hjj, men komt
toch niet verder. Maar de Raad oordeelde anders.
Die wilde wel, en toen men dan daarover aan 't stem
men ging waren het alleen Schippers en Figee die
tegen stemden.
PikWat zeg je Figee ook tegen? Wat beweegt
dat mannetje om ook daar tegen te stemmen
Por: Ik vermoed dat hjj, evenals Schippers, het
dageljjksch bestuur in 't zonnetje wou zetten, en daarom
tegen stemde.
PikAlles goed en wel, maar ik vind hjj zit daar
niet om de Wethouders te vermaken, maar wel om de
belangen der burgerij te dienen. Aldus was het ook
zjjn plicht vóór dat voorstel te stemmen, en ik hoop
dat de kiezers dat heer een beetje in de gaten zullen
houden, want op die manier zjjn hun belangen bjj hem
niet in veilige handen.
Por: Maar wie denk je nou wel dat in die Com
missie zjjn gekozen?
Pik Wel ik zou zoo zeggen, de Witte, als de man
die zich 't eerst en het meest voor die zaak interresseert,
zeker wel nummer één, en dan de Heer, en verder
PorIk vind ook dat de Witte het eerst in aan
merking moest komen. Maar mis hoor! weetje wat hij
kreeg één stem zegge één stemen toen ik dat zag
gebeuren, toen kookte ik bjj de gedachte, dat men zelfs
van dit zaakje, waarvoor de Witte zich zoo warm
maakte, en dit deed met zuivere en edele bedoelingen,
dat men zelfs van dit zaakje een partij-zaak maakt.
Hier toonden men weer, moreel zeer laag te staan, laag
genoeg om wel aan de grootste nullen in den Raad z'n
stem te geven, maar niet aan een werkzaam, knap, en
kundig man alzijdig werkt als maar immer mogelijk is,
maar... het is ook zoo'n.... rooie en men mocht ook
eens besmet worden als men met zoo'n monster in een
Commissie zit, je kan nooit wetenMaar ik dacht
ook. hoeren sraat zoo je gang maar, offert de belangen
van u v medeburgers maar op aan uw partijhaat, de
lijd is met ver in -er, dat je nog meer van dat goedje
op je dak krijgt Je zult het nog wel warmer krjjgeu.
Pik: Was er uog meer te behandelen?
PorO ja. er was een voorstel van Burgemeester
en Wethouders om de erfpacht voorwaarden om de 10
jaren te herzien, en dan te verhoogen met 10 procent.
Pik: En is dat er door gekomen?
Por: Hei is niet afgehandeld, en dat wel hierom,
d tt de tijd tussctien het indienen van het voorstel en
de behandeling, was zooals de Witte zeer terecht op
merkte, veel te kort, om grondige studie van de zaak
te maken. Deze meening werd ook door de andere
heeren gedeeld, en zoo werd dan besloten op een vol
gende vergadering deze zaak te behandelen. En dit kan
mooi worden. Verbeeld je, er waren adressen ingezonden
van „Bouwkring" en van de Metselaars-patroonsver-
eeniging met verzoek de erfpacht te laten wat zjj is.
Daarbij verwacht ik dat zjjn Hoog Edel Gestrenge, de
Meelfabrikant Jan van Dusseldorp, daarin krachtig
bjjgestaan door Notaris Knottenbelt wel weer aardig
ageeren zullen tegen dit voorstel, en verwacht ik daar
dan ook een mooi tournooi tusschen Jan Dusseldorp
en de Witte. Wat Hoogendjjk zal doen, ik zou zoo
zeggen, hjj moe t er voor zjjn, in verband met zjjn vroegere
houding bjj die zaak, en de restis net als de rest,
ik geloof eigenljjk, dat er niet één meer bjj is die goed
begrip heeft van erfpacht, of het moest zjjn,
broeder Droppers dat is nog al een kun d ig
man
Pik: Maar verder, was er nog meer dat de moeite
waard was?
Por: Jawel, de Vereenigiug „Flardinga" had ver
zocht een subsidie uit de Gemeentekas. Het Dageljjksch
Bestuur had voorgesteld f 175,te geven, maar
„Flardinga" wenschte dat verhoogd te zien tot f 325.
Pik: En ging dar,?
Por: Dat wil zeggen, het is er door gegaan met
twee stemmen tegen, nl. die van de Heer en de Witte.
PikEn op welke gronden stemden zjj tegen.
Por: Dat zal ik je zeggen, en dan begin ik er>t
bjj de Witte, deze begon te zeggen, rht de bedm ling
en de opzet van Flardinga was geweest,, i w<>> i n
een Neutrale vereeniging, dat wil zeggen een in
ging waar iedere Godsdienstige en Politieke g oep in
son worden opgenomen, maar, zoo redeneerde De
Witte, het blijkt nu reeds anders te zijn, want, zei
hjj, men heeft wel rekening gehouden met de Gods
dienstige overtuiging vau anderen, door niet op Zon
en erkende Christeljjke feestdagen openbare feesten
te orgauiseeren, doch dit is niet het geval met de
politieke overtuiging van anderen, want immers waar
men begint met het organiseeren van volksfeesten op
den verjaardag der koningin, daar is men niet neutraal,
daar doet men aan politiek, daar huldigt men een re-
geeringsvorm die al meer en meer tot een verouderde
instelling kan gerekend worden, daar doet men iets
waarmee een tamelijk groot gedeelte in de tegenwoor
dige tjjd niet meer mee kan instemmen, en waar nu
de kiesvereeniging „Volksbelang" een verzoek had ge
richt aan den Raad, deze subsidie alleen te verleenen
op voorwaarde, dat „Flardinga" zoowel Politiek als
Godsdienstig zuiver neutraal bleef, daar klemde de
Witte zich aan dit adres vast, en het feit, dat de
Voorzitter hem in deze geen voldoening kon geven,
ja zelfs erkende nog af te wachten wat „Flardinga"
in den vervolge zou doen. Dit was voor de Witte een
afdoende reden om tegen de aangevraagde subsidie te
stemmen.
Pik: Maar Por, om wat reden stemde de Heer tegen?
PorOch, dat was niet zoozeer beginselwerk. Hij
motiveerde z'n stem aldusHij begon met te zeggen,
dat door de twee oudste muziekkorpsen„Concordia"
en Oudschutterjjmuziekkorps aan het Gemeentebestuur
was gevraagd om op de bekende feestdagen in aan
merking te komen voor het geven van concerten, het
Gemeentebestuur had hen verwezen naar „Flardinga,
en waar nu Flardinga is, de jongste vereeniging hier
ter stede, achtte hjj het van het dageljjksch bestuur een
formeele fout, dat men de oudste vereenigingen had
verwezen naar de jongste vereeniging. Dat is, zeide hjj,
de omgekeerde orde dat is met andere woorden, de
moeder naar het kind doen gaan in plaats van het
kind naar de moeder.
PikDus om die reden stemde de Heer ook tegen
die subsidie
Por: Bljjkbaar wel, maar.... zonder hier de eerljjk-
heid van de Heer in twijfel te trekken, geloof ik, dat
er nog wat anders achter zit. Ik bedoel ditDe liberale
heeren die zich afsloven in en voor Flardinge, hebben
tot heden goed gevonden, dat op Zon- en erkende Chr.
feestdagen geen openbare feesteljjkheden gegeven zullen
worden, maar.... waarom hebben zjj dat gedaan
Sinds eenige jaren is de Vlaardingsche Barometer van
een kerkelijk merk voorzien. Er is hier in Vlaardingen
wat het liberale Kamerlid Mees zou noemen, een
Neutrale Zon (ik voeg er bjj, zoolang het duurt)
En dat is naar mijn meening de reden, waarom de
Heer niet zoo ingenomen is met Flardinga. Hij begrjjpt
drommels goed, wanneer de barometer nog eens rees
van kerkeljjk tot liberaal, dat al die lievigheid van die
liberale menschen in Flardinga zou verdwjjnen als
sneeuw voor de zon. In t kort, hjj vertrouwt net zaakje
niet, en als je nou mijn meening wil weten ik vertrouw
het ook niet, het is zooiets van kunst- en vliegwerk..
Pik: Maar Por, wat tobben die ménscheu toch om
dat zaakje te doen slagen! Zij moeten alles in 't werk
stellen om genoeg leden, niet alleen, maar ook om
genoeg geld te krjjgen! Verbeeld je eens. Eerst hebben
dames gecollecteerd, toen subsidie aangevraagd, en in
't begin dezer week hebben zij met toestemming van
Burgemeester en Wethouders weer gecollecteerd, maar
nu ging dat anders.
Por: Hoe bedoel je dat anders!?
Pik: Wel zjj gingen gepaard, dat wil zeggen, er
werd gecollecteerd door groepjes van twee, namelijk
door een dame en een heer
PorMooi zoohard gaat-ie en was dat geen
leuk gezicht
Pik: Nou of het, en weet je wel wat ze opgedaan
hebben
Por: Neen! zegt het maar.
Pik: Zjj hebben opgedaan ruim driehonderd gulden.
Por: Dat valt mij tegen, en weet je waarom?
Omdat bjj die collectanten menschen waren, die
zonder daarvoor honger te moeten lijden alleen wel dat
bedrag konden geven. Maar het bljjkt al weer, zjj
willen wel met een Hooge hoed oploopen
dat wil zeggen EErebaantjes vervullen maar bijpassen
ho maar!!!!
Pik: Maar Por, nu weer iets van den Raad zelf.
Wat zeide de andere heeren wel van die subsidie?
Por: Och, zoo weinig. Je moet rekenen dat daar
zoo weinig menschen zitten van één stuk. Zjj scharrelen
daar maar wat, zjj zjjn daar dooréén genomen zoo
bang zich aan koud water te branden één was
er die nog z'n meening ten beste gaf, en dat was
Hoogendijk.