Ditjes en Datjes. Het ontslag-van-Beesten voor de Kamer van Arbeid. Vakkroniek. Dat hij door niet kachelsmid te zjjn de gevorderde zelfstandigheid mist, ben ik niet met de Commissie eens, overigens is dit een kwaal, -die zeer spoedig te boven te komen wtas. Doordat ik mjjn eischen zooveel hooger stelde dan de Commissie, was er trouwehs niemand, die daaraan volkomen voldeed, en nam ik degene, die daaraan m. i. het meest nabij kwam. Ten slotte vervalt de Directeur in dezelfde fout, door te adviseeren wat de Raad te doen zou hebben tegenover Nobel. Uit dit rapport spreekt intusschen heel wat meer deugdelijke kennis dan uit het vorige, en de zwakke stelling der commissie treedt te sterker op den voor grond. De Raad heelt nu in z'n laatste zitting besloten de beide rapporten te behandelen in de e.v. zitting, welke gebonden wordt a.s. Dinsdag. We veronderstellen, dat er dan een hartig woordje vallen kan, daar de inter- pellant Dr. Ris, zich vvel niet bang zal laten maken door het groote-woorden-piotest der Commissie voor Gemeentewerken. In die zitting zal, dunkt ons, dan toch ook nog eens teruggekomen dienen te worden op de houding van vriend-Klein tegenover Nobel, welke toch de hoofd aanleiding tot de interpellatie was. Naar aanleiding van die geloofsvisscherij en representatie als orgel trapper, sprak de heer Ris van feZieft-benoeming. En de heer Klein heeft tot nog toe maar steeds vergeten, voor dat feit een verdediging te leveren. Bij de Kamer van Arbeid voor de Bouwbedrijven alhier, kwam enkele dagen geleden een verzoek in om haar tnsschenkomst te verleenen in zake het ontslag van C. van Beesten, die 19 jaar werkzaam geweest was bij de firma G. J. Vincent Co., thans Machine fabriek voorheen G. J. Vincent Co. De pogingen door den voorzitter der kamer in het werk gesteld om den directeur der fabriek te spreken, 1) mislukten, waarom zoowel van Beesten als de directeur werden uitgenoodigd voor de vergadering van de kamer te verschijnen. Alleen Van Beesten verscheen; van den heer Frits M. Beukers kwam bericht in dat hij aan het verzoek der Kamer niet kin voldoen, aangezien er van bemiddeling geen sprake wezen kon. Daar Van Beesten verklaarde dat hij niet meer bij de firma aan het werk wilde komen, moesten de pogingen, om te trachten tot verzoening van beide partijen te geraken, achterwege blijven. Na uitvoerige discussie werd echter besloten aan C. van Beesten en genoemde firma te berichten, dat de Kamer door het niet verschijnen van een der partijen, niet in staat was in deze zaak een volledig oordeel uit te spreken, doch dat zij het in casu gegeven ontslag aan een werkman, die 19 jaren de firma gediend heeft, wien het blijkens het door die firma afgegeven getuig schrift noch aan oppassendheid, noch aan bekwaamheid heeft ontbroken, ten zeerste heeft betreurd, en van dit besluit in het orgaan der Kamers van Arbeid en in de plaatselijke bladen mededeeling te doen. Men ziet aan deze uitspraak der K. v. A. dat wij geenszins overdreven, toen wij het ontslag-Van Beesten een schanddaad der firma G. J. Vincent Co. noemden. De verwatenheid van den patroon ging zelfs zoover, dat hij den voorzitter der K. v. A. niet eens te woord wilde staan ging zelfs zóóver dat hij weigerde op de vergadering der Kamer te verschijnen. Nu is 't natuurlijk goed, dat de uitspraak van dit officiëele lichaam de daad der directie „ten zeerste betreurd" het blijkt hieruit dat het onrecht in dezen aan de zijde der directie is, ook volgens de K. v. A. maar nu is de vraag tochwat is nu van Beesten met zulk een verklaring gebaat en in hoeverre wordt de firma Vincent Co. aan 't verstand gebracht dat zulke willekeur niet straffeloos wordt toegelaten? De laatste heeft natuurlijk (dit is gebleken) maling aan 1001 Kamers van Arbeid de eerste wordt totaal niet schadeloos gesteld voor 't geleden onrecht. Voelt de wetgever niet dat op deze wijze de K. v A. feitelijk geen recht van bestaan heeft dat het eigenlijk maar wat vertooning is, zoolang haar de dringende macht wordt onthouden? Een flinke boete zou de hardhoorende firma wel aan 't verstand brengen, dat ze niet op zoo'n ruwe wijze als tegenover van Beesten getoond, met haar arbeiders heeft om te springen. Doch onder de tegenwoordige omstandigheden wordt de oude arbeider door z'n patroon op straat gezet met een prachtig getuigschrift der firma, plus een verklaring ten zijne gunste der Kamer van Arbeid en nu moet ie maar zien die-ie verder komt. De kristelijk-sociaal-beweldadigden Nederlandschen arbeider, is recht geschiedt Wie mag dat betalen? B. en W. stellen voor het aantal agenten van politie te brengen van 30 op 32, en van hoofd-agenten van 2 op 3. Dit alles om tot betere organisatie te komen opdat de agenten om de 8 dagen een vrijen dag kunnen hebben en het ook niet meer kan voorkomen dat de hoofd-agentenbij ziekte van een hunner of van een inspecteur in geen maand een rustdag hebben. Het doel is prachtig, doch we zouden 't toejuichen als het op een andere manier kon worden bereikt en de f2266.— voor de gemeentekas werden gepaard. Houden we er voor 'n stadje als Schiedam niet een al te uitgebreiden dienst op na, die zonder gevaar voor veiligheid en rust der gemeentenaren wel wat kon worden ingekrompen? 'tls maar een vraag.... Afgeluisterd. Meneer B. tot een werkelooze 'k Heb 'n piek-fijn werkje voor je. Asjeblieft meneer. Je moet mineralen verkoopen hier en in Rot terdam.... Je neemt den wagen en je verkoopt maar. 'k Heb 'r nu zoo'n oüe voor, maar 't gaat niet erg, 't wordt niks, dns 'k ruim 'm maar op. Je krijgt salaris en provisie. Zoo, zoo, meneer en zonder onbescheiden te zijn, hoeveel bedraagt het salaris? O ja, zie-je, veel betaal ik juist niet twee gulden per week. Maar je hebt provisie En hoeveel kan 't nu bedragen als 't een beetje, gaat Ja, dat weet ik zoo precies niet; dat is al eens ongelijk laat'reis zien nou ja, zoo ongeveer 50 centen ja, je verdient bij mekaar zoowat f 2.50 per week. De werkelooze wilde niet werken bij meneer B. den mineraalwaterfabrikant. Aphorisinen. Dr. ENDTZ (in een vergadering in Musis) In mijn praktijk is mij opgevallen, hoeveel ge vallen van zenuwziekte voorkomen bij onderwijzers en onderwijzeressen. De heer C. KERDEL (in 't verslag van den toestand van het L. O. over het jaar 1903) Bijna het geheele jaar was het personeel onvol ledig wegens ziekte, meer nog dan door de vacature- Heijkoop. 1) De hoog-geleerde volstrekt-niet-socialisten-vreterig- uitgevallen, maar naar feiten-en-bewijzen zoekende cor respondent van het Rott. Nieuwbl. ....Dat dit te wijten zou zijn aan 't zenuwachtig leven op de school kunnen we niet aannemen, daar dit dan toch op alle onderwijzeressen zou moeten bljjken en juist dit integendeel. De Schiedamsche Courant heeft het Lager Onderwijs behoofdartikelt. Uit het geheele artikel spreekt duidelijk dat er iemand aan de schrijverij is die van onderwijs krek zooveel verstand heeft als een slak van springen. Dit blijkt er wèl uit, dat de schrijver (evenals meer anderen) de meening schijnt te zijn toegedian, dat de onderwijs-ambtenaren een groep menschen is, waarop ieder hak- en vit-lustige z n bekwaamheden eens pro- beeren kan. Het bestuur van den B. v. N. O. heeft zich echter niet onbetuigd gelaten en laat het pseudo- onderwijs-autoriteitje harde pillen slikken 't Mooiste is echter dat de redactie verklaart nu slechts als uitzon dering kritiek op een hoofdartikel toe te latenEen hoofdartikel van de S. Ct. is dus gedecreteerde wijs heid Och tante Vrije dagen. We lezen in „De Bakkersbode" We hebben een heele sprong gemaakt! Wisten vooral de bakkersgezellen totnogtoe niet wat verstaan werd onder „vrije dagen"; wisten vooral de bakkersgezellen tot nogtoe niet wat het zeggen wilde in mooie zomer dagen er eens tusschen uit te gaan;'een, twee, drie dagen de bakkerij vaarwel te zeggen en te genieten van wat de natuur voor moois en heerlijks biedt; eens voor een paar dagen ontrukt te zijn aan den eentonigen arbeid voor een paar dagen van zich af te schudden die idéé van tot-werken-alléén geboren te zijn thans is plots het begrip ingeburgerd dat ook de arbeider wel op 'n weinig méér, dan hij tot heden genoot, recht heeft en hij toch óók wel, zij 't dan ook voor korten tijd, leven mag in den vollen zin van 't woord. De Kamer van Arbeid voor Voedings- en Genots middelen richtte onlangs aan alle patroons het verzoek, hun personeel eenige dagen vrijaf te geven, met behoud van tractement. Dat verzoek was krachtig en met groote juistheid geargumenteerd. Nu behoeft liet natuur lijk geen verbazing te wekken, dat deze daad der K. v. A- warm werd toegejuicht in de kringen der arbeiders, eischen voldeed. Bij de stemming met gesloten briefjes werden op hem vier stemmen uitgebracht. Alleen de voorzitter bracht zijn stem niet schriftelijk uit omdat, zooals hij zeide, hij met de voordracht van den directeur meeging. Terloops zjj hierbij gevoegd, dat deze wijze van stemmen, door den voorzitter, nog een woord van afkeuring uitlokte, daar toch elk der leden van den secretaris een stembriefje had ontvangen. Hoewel ongaarne acht de commissie thans zich ver plicht mede te deelen waarom Nobel niet in aanmer king kon komen. De directeur van gemeentewerken had genoeg te ver staan gegeven dat Nobel als het ware in de leer zou komen, iets wat reeds in strijd was met de voorwaar den aan de benoeming gesteld, daardoor toch miste hij de gevorderde zelfstandigheid. Bovendien was hij, als eenvoudig bankwerker, niet op de hoogte van het kachelsmedeh. De onbeholpen wijze, waarop dit rapport is samen geflanst, springt duidelijk in 't oog de oppervlakkig heid in redeneertrant ligt er duimen dik op. Er wordt gevraagd een hulp machinist de benoemde moet meest machinist zijn en in staat als zoodanig den hoofd-machinist te vervangen (zie le) en de commissie benoemd een kachel-smid! Een eenvoudig bank werker (die zoo goed als machinist is!) kan niet in aanmerking komen omdat hij geen kachel-smid is. (Als die hutspot nog eens goed uitgezocht kan worden, kan 't een recept worden voor H H. sollicitanten, dat als de commissie voor gemeentewerken bv. een teekenaar vraagt, ze een straatveger bedoeldEen heel mooie verdraaiïng-van-woorden vinden we ook nog in 't commissie-rapport, waar ze den Directeur zeggen laat: dat Nobel als het ware in de leer zon komen, iets wat dan in strijd zou zijn met de voorwaarden aan de benoeming gesteld. De Directeur had echter verklaard, dat Nobel wel zou aannemen (aanleeren) wat iets anders is als het door de Comm. betoogde. Aanleeren moet welhaast een ieder, die in een nieuwe betrekking komt. Ten slotte ontraadt de commissie aan Nobel een schadeloostelling toe te kennen iets wat volgens onze bescheiden meening heelemaal buiten hare bevoegdheid ligt. Maar 't orgel heeft véél wind. In het rapport van den Directeur lezen we o.a. het volgende Hoewel het mij bevreemdde, dat deze benoeming nu in eens geschiedde, zonder dat met mij eenig overleg was gepleegd, vermeende ik hierover het stilzwijgen te moeten bewaren, daar men immers, toen ik eenmaal naar benoeming informeerde, te kennen had gegeven, het volle vertrouwen in mij te blijven stellen. Na deze opmerkingen, wil ik iets zeggen, over de keuze zelve. Al dadelijk valt het op dat de Commissie de plaats het liefst zag ingenomen door een Schiedammer en zich dan ook schijnbaar beperkte tot het onderzoek naar de bekwaamheid van de Schiedamsche sollicitanten. Het is dan ook niet te verwonderen, dat zij tot een andere keuze kwam dan ondergeteekende, die, daar de oproeping gericht was tot iedereen,er geen rekening mede hield of deze ook Schiedammer was en meent de gemeente het best te dienen, door uitsluitend te letten op be kwaamheid. Nog een reden waarom ik tot eene andere keuze kwam dan de Commissie, is dat de eischen, die door mij gesteld zijn voor de kandidaten om aan te voldoen, ook eenigszins afwijken van die door de Commissie gesteld. Mijn eerste eisch was gelijkluidend aan die van de Commissie, waarom ik meende, de door haar onder 2 genoemde eisch te kunnen missen, daar m. i. iemand om aan 1 te voldoen, ook aan 2 moet voldoen. Als tweede eisch had ik gesteld, de man moet smid zijn. Voor de duidelijkheid wil ik deze eischen hier voor U nog wat nader uitwerken, waardoor U ook zal blijken hoe ik tot mijne keuze kwam. De eerste eisch was, de benoemde moet een goed machinist zijn, in staat v. d. Berg te vervangen. Nu is het in de technische wereld bekend, dat de meeste goede machinisten van orgine bankwerkers zijn, waar om ik dan ook een bankwerker heb aanbevolen. Dat hij in staat was v. d. Berg te vervangen, is in de 3 weken dat hij in mijn dienst was reeds gebleken, daar hij meermalen alleen bij de machine is geweest wat v. d. Berg tot nu toe niet heeft durven toestaan aan v. Haasteren, hoewel hij reeds 5 weken in dienst is. De tweede eisch wasde benoemde moet smid zijn, want'hoewel de hoofdzaak het kachelsmeden is, en dit het warme smeden bijna geheel heeft verdrongen, door het toenemen van het aantal kachels, was -mijn plan, als ik beter personeel kreeg, weer meer warm smeed werk op onze smederij te doen uitvoeren, omdat dat goedkooper is dan het werken met de metaalsmeden. Nu kan iemand, die warm smeden kan, in korten tijd het kachelsmeden leeren, en worden voor kachelsmeden gewoonlijk de minder knappe vuursmeden gebruikt, waarom ik er niet tegen opzag, iemand te nemen die wel vuursmid maar geen kachelsmid was. Ik heb dan ook de Commissie medegedeeld, dat Nobel wel geen kachelsmid was, maar in andere op zichten mij uitstekend voorkwam, en het kachelsmeden spoedig zou leeren. 1) Wij cursiveeren. Red. Moker. 1) Aan school C (hoofd C. Kerdel, is geen enkel sociaal-demo- kraat werkzaam. Red. Moker.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1904 | | pagina 2