No. 38.
ZATERDAG 19 NOVEMBER 1904
4e Jaargang.
ORCAAnl van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Bureau van Bedactie en Administratie:
A. WINTERBERG, Raam 27.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Een sociaal-democratisch priester.
Juffrouw Zanik op de thee.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal j Uj v00ruithetalin
franco per post 30 cent j J
Losse nummers 2 cent.
ADVERTENTIËN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Van dit nog zeldzame feit gaf Het Volk vorige week
reeds liet volgend relaas, dat wij gaarne in ons vorig
no. hadden overgenomen, ware niet dat plaatsgebrek
het ons belette.
Maar 't is nog altijd lezenswaard en voor Schiedam
kan het nog z'n nut hebben. In 't bizonder verzoeken
wij de aandacht van onze katholieke zuster De Nieuwe
ervoor, in de verwachting, dat zij althans niet doen
zal als de overige katholieke pers, die met geen letter
over de zaak spreken wil.
Eenige weken geleden berichtten wij, aldus Het Volk,
dat te Breda eea roomsch-katholiek priester, dr. Jan
van den Brink, verboden was zijn ambt te vervullen op
grond dat hij een jong sociaaldemokratisch arbeider te
Breda in een brief als „partijgenoot" toegesproken had.
De katholieke pers heeft op dat bericht natuurlijk ge
zwegen als een mof.
Deze priester heeft thans bij het sociaaldemokratisch
blad De Eendracht te Eindhoven een brochure doen
verschijnen. „De groote vraag" getiteld, waarin hij de
maatschappij uit beslist sociaaldemokratisch oogpunt
beschouwt. Wij zullen er hier een en ander uit mede-
deelen, niet omdat wat er in gezegd wordt nieuw of
bizonder is, maar omdat het zoo bijzonder is dat het
door een katholïèk priester gezegd wordt. Er behoort
een ontzaglijke-moed toe voor een geestelijke dier kerk
om zich ronduit voor de sociaaldemokratie te verklaren
er zijn ons meer katholieke priesters priesters in ons
land bekend die aan de zijde der S. D. A. P. staan,
maar Dr. v. d. Brink is de eerste die er open voor
nitkomt.
De groote waarde van deze belijdenis steekt in den
vernietigenden slag die er mee wordt toegebracht aan
den in de katholieke pers zoo gretig gecolporteerden
leugen, dat onze party vijandig zou staan tegenover den
godsdienst,
Thans een en ander uit de brochure:
„Des Heeren is de aarde en hare volheid, zegt de
H Schrift en Hij heeft de aarde en alles wat zij voort
brengt uit zichzelf en met de vlijt der menschen ge
schonken aan alle menschen, aan de gemeenschap der
menschen, opdat een ieder zou ontvangen volgens zjjne
behoefte.
„Dat de tegenwoordige toestanden in lijnrechten strjjd
zijn met deze hoogere verordening, is gemakkelijk te
zien voor een ieder, die zjjne oogen wil openzetten. Het
heeft er tegenwoordig veel van alsof deze aarde een
paradijs moet zijn voor een aantal van betrekkelijk
weinigen, maar eene plaats van ellende, jammer en
ontbering voor de overgroote menigte en dit nog wel
vooral voor die klasse van menschen, die door lichame-
lijken arbeid in hun onderhoud moeten voorzien, die
enkel leven moeten van den verkoop hunner arbeids
kracht en die toch, zooals paus Leo XIII zegt, de wel
vaart brengen in de maatschappij. „Ja, het is eigenlijk
de arbeid op het veld, in de werkplaats, op de fabriek
die de welvaart brengt in den Staat." Ook bjj stjjgende
produktiviteit krijgt de arbeider slechts een klein aandeel
in het produkt, nl. alleen het allernoodzakelijkste levens
onderhoud. Zoover is het gekomen, dat men kan zeggen:
die het hardst moeten werken eten het slechtst en die
niet werken eten het lekkerst en dat de paardenstallen
der rijken soms paleizen zijn in vergelijking met de
krotten, die door de armen worden bewoond. Nu be
weert men wel, dat de armoede een gevolg is der eif-
zonde, maar daartegen stellen wij den vraag: waarom
moet dan dit gevolg der erfzonde alleen drukken op de
schouders der arbeiders en van hunne gezinnen, terwijl
de rijken en welgestelden daarvan niet gevoelen, ter
wijl toch St. Paulus zegt, dat „God geen onderscheid
maakt". Dat is dus ook weer een praatje voor de vaak
om zand te strooien in de oogen der behoeftigen."
„Wil nu God, de rechtvaardige bij uitstek, zoo'n on
gelijkheid? Neen, volstrekt niet. Hier is een maatschap
pelijk misdrijf in het spel, iets, dat God nu toelaat,
evenals Hij de zonde toelaat, maar streng veroordeelt.
„Waarom zoo hoor ik vragen sluit zich de
kerk nog niet aan bij de sociaaldemokratie, wier stre
ven toch zoo edel is en nuttig en ik antwoord daarop
Heb geduld. Die tijd zal wel komen. Er zijn reeds
voorteekenen van hier en daar. Die tijd komt dan zeker
wanneer de sociaaldemokratie in de voornaamste lan
den van Europa de politieke macht zal in handen heb
ben. Nu reeds maakt de kerk eene zwenking daarheen,
zooals onze strijdmakker Jansen aantoont in zijn veel
gelezen brochure„de Sociaaldemokratie en waarom,
hoe en waarmee zij bestreden wordt".
De geestelijken der kerk betrekken hun salaris uit
de staatskas en uit de legaten der rjjken en gegoeden.
„Viel dit beletsel weg dan zou de kerk spoedig
staan aan de zijde van het maatschappelijk socialisme.
In meer dan een priester klopt een socialistenhart,, maar
ze mogen zich niet uitspreken en men maakt hun wijs,
dat het socialisme tegen het geloof is."
„Daar de bezittende klasse over het algemeen
gesproken zich aanstonds harnast ten strijd, wan
neer er sprake komt van eenig tornen aan hunne
klasse-voorrechten ten bate der menigte en zich dus
plaatst op het standpunt van den klassenstrijd zoo
staan de arbeiders van zelf, wanneer zij om meer zon
licht vragen voor zich en de hunnen, op hetzelfde
standpunt, waarop de „bourgeoisie" hen dwingt. Men
wil in sommige kringen wel beweren, dat er geen klas
senstrijd wordt gevoerd en noemt dan den economischen
strjjd een belangenstrijd. Maar het wegredeneeren kan
niemand, dat twee verschillende klassen, de bezittende
en de niet-bezittende klassen, tegenover elkaar staan,
omdat zij hebben tegenstrijdige belangen. Twee klassen,
die elk om haar belang strijden tegen elkaar.
„De sociaaldemokratie, wetende dat duurzame ver
betering en verandering in de maatschappelijke ver
houdingen slechts te verkrijgen is, behalve door de vak
verenigingen door de macht in den staat maakt
daarom van hare beweging ten gunste der onterfden
eene sociaal-politieke beweging, waarbij alle bewoners
van een land kunnen saamgaan, zoowel geloovigen als
ongeloovigen, katholieken, protestanten, israëlieten, enz.
enz. De sociaal-demokratie betreedt niet het terrein der
kerkelijke leerstukken en roept slechts allen op tot
vervorming der slechte, dikwijls hemeltergende maat
schappelijke toestanden in betere, welgeordende, waarby
geluk en welvaart te vinden zal zijn voor allen en niet
alleen voor een betrekkelijk klein getal van bevoor
rechten, ten koste der ellende en uithongering van
duizenden.
„Hoofdzaak is en bljjft het wegnemen van de maat
schappelijke ellende der bezitloozen, door produktie door
de gemeenschap voor de gemeenschap Dat zij onze
leuze
„Daarom richt ik mij tot allen, ook tot de kleine
burgers, die gebukt gaan onder hypotheken-last, tot de
kleine boeren, die maar al te dikwijls moeten zeggen
„de oogst komt in handen van hen, die niet gezaaid
en gemaaid hebben" tot de goedgezinde welgestel
den tot de werkers en tot allen, die het goed mee-
nen met het heil der menschheidSluit u aan bij de
partij, die hoog houdt het vaandel der gelijkheid, der
broederschap en van het recht voor allen, de Sociaal-
Demokratische Arbeiderspartij."
De katholieke pers leest ons blad van a tot z. Of
zij deze sociaaldemokratische belijdenis van een roomsch-
katholiek priester nu ook weer zou doodzwijgen?
De anti-revolutionaire Schiedammer (De Hollander)
wordt nog als eens behoofdartikeld door 'n zekere X,
de sinjeur wiens kladderadatsch over onderwijszaken
wij onlangs reeds vermelden.
Meneer X schijnt te Gouda gevestigd te zijn aan z'n
berichten te merken en men gaat 'm werkelijk voor
een echte „kaaskop" houden ook. Straf onlogisch in
héél z'n redeneertrant, heeft-ie 'n manier van in de
lucht schermen, die direct doet denken aan de wonder-
verrichtingen van wylen Mr. Don Quichot. Ook is z'n
hutspot niet vrij van eenig sybrandiseeren.
Hij bewerkt bijv. „de Leerplichtwet." Uit alles blijkt
dat 't geen man van 't onderwijs-vak is, maar toch
spreekt meneer X met 'n aanmatiging, die je zoo zoudt
doen veronderstellen met 'n heele autoriteit te doen te
hebben. Ziehier een paar van z'n kluchtsprongen
Als er dan ook eens van „prulwet" gewaagd moet
worden, dan kan men hier bij dit product van den heer
Borgesius terecht.
Wjj zijn echter lang niet meer de eenigen die wen-
schen, dat dit wetje, hoe eer hoe liever, althans zeer
belangrijk zal gewijzigd worden.
Wjj hebben ernstig bezwaar tegen het beginsel der wet.
Niet op den Staat, niet op de Overheid rust naar
onze beginselen de plicht der opvoeding van Neerland's
jeugd, maar op de ouders.
En eerst als nu duidelijk wordt, dat er ouders zijn,
die ten opzichte van de naleving dezer verplichting
schuldig staan, en de hooge belangen hunner kinderen
schandelijk verwaarloozen, eerst dan heeft een ander,
uit kracht van het gezag, door God op hem gelegd,
het recht ter bescherming van die kinderen, in deze
materie regelend op te treden, en de ouders als schuldige
overtreders der gerechtigheid te straffen.
En dan komt het ons voor, dat daartoe wijl het
hier in de opvoeding allermeest een geestelijk goed is
de Kerk van Christus in de allereerste plaat is aan
gewezen als het instituut ter handhaving van dit recht
Gods.
Terwijl de Staat, voor zooverre het onderwijs ook
het stoffelijk belang der kinderen en het belang van den
Staat zei ven betreft, eerst in de tweede plaats gerechtigd
is op te treden.
In elke kerk dan ook, die de tucht van Gods Woord
handhaaft, zullen de ambtsdragers wel degelijk bij het
huisbezoek b.v. acht nemen op het gedrag der leden
voor wat deze zaak betreft, en vermanend, waarschu
wend, eindelijk straffend optreden.
Maar waar nu lang niet alle kerken in Nederland
hare tocht handhaven, en ook niet alle Nederlanders
zich door de kerk willen laten tuchtigen, kan de over
heid wel eens verplicht zijn, als dienaresse Gods, die
het zwaard tot wrake van het kwade niet te vergeefs
draagt, op te treden, daar waar zij anders haar zwaard
in de schede zou laten. Echter nooit anders dan wan
neer zij geroepen is tot bescherming van het zwakke
op te komen.
Geen wonder, dat onzerzijds met blijdschap vernomen
werd, dat ons tegenwoordig Ministerie belangrijke wij
zigingen in deze wet zal voorstellen.
De Nederlander gat een schema voor de wijziging
van de Leerplichtwet, dat ons voorkomt een zeer goeden
weg aan te wijzen.
De Nederlander zegt
„Om geregeld schoolgaan te bevorderen wat, met
het oog op goed onderwijs, onmisbaar is moet men
veel meer dan tot dusver den onderwijzer zelf in den
arm nemen."
Inderdaad lijkt ons dat bij den feitelijken toestand
de beste oplossing.
De wet kortweg intrekken zou thans niet gaan, maar
pas ter laatste instantie, en als duidelijk gebleken is
onwilligheid te bestaan, moeten de ouders met com-
missiën, schoolopzieners en strafrechters in aanraking
komen.
De onderwijzer is de natuurlijk aangewezen persoon
om alle vreedzame en minnelijke middelen uit te putten.
En eerst als die nutteloos blijken, kome de Staat.
Het is een komieke indruk, dien men na het lezen
van dit artikel van dien Nc/ïieeZammer-behoofdartikelaar
ontvangt. Je denkt zoo onwillekeurig aan het type,
„Juffrouw Zanik" het menschje, dat overal over wil
mee babbelen al weet ze van de zaken zelf tittel noch
jota af, en ze er dus maar op los-leutert.
Men ziet hoe de oolijkert over de hoofdzaken zóó
weinig overtuiging bezit dat hij met zichzelf in strijd
komt, waar hij eerst dominé als absolute macht de
school wil doen regeeren en later de onderwijzer, welke
verstandige zet hij De Nederlander na-babbelt.
T)E MOKER