Ditjes en Datjes
Een gemeen stukje.
De werkstaking in de Glas-industrie,
Vervolgens beantwoordt de inleider den vraag
Wat beteekent toch een Christelijke Boerenbond
De Christelijke beginselen brengt de boeren tot
eenheiddaarin stellen ze vertrouwen. De boer is
christen in zijn hart en zal, naar wij vertrouwen,
den ouden God blijven dienen. Als ieder persoon
verplicht is de Tien Geboden te onderhonden, zou
dan een vereeniging van menschen daartoe niet
verplicht zijn Gelijk liet sap den boom voedt, zoo
moet het menschelijk leven gevoed worden door
den geest van het Christendom. Derhalveals de
Boerenbond een vereeniging is, die het gansche
leven der boeren omvat, dan is het noodzakelijk,
dat die Boerenbond Christelijk is en daarvoor uit
komt. Het algemeen streven der moderne maat
schappij is Ieder voor zich. Zoo is de maatschappij
geworden een wildernis van groote en kleine dieren,
die elkaar verslinden. De gelukkigen, de behendig-
sten komen er bovenop, de kleinen en zwakken
gaan te gronde. Daartegenover staat onze veree
niging van christelijke beginselen doortrokkenzij
helpt en steunt de zwakkenhet Bestuur offert
zich op voor het algemeen welzijn.
Sinds de „vervloekte" ketter en de „vervloekte paap"
één van ziel en zinnen zijn geworden, kunnen beiden
in één christelijken Boerenbond vereenigd zijn. Waarom
die vrijage vraagt ge misschien nog. Luistert, de heer
von Briel Sasse gaat 't u vertellen:
Met een woord van hulde en dank aan den ge-
wijden spreker voor het goede zaad, dat hij hier
heeft uitgestrooid, wenscht de Voorzitter de
hoogst belangrijke bijeenkomst te sluiten. Moge het
hoofddoel van deze schoone rede bereikt en het
Bestuur dezen winter besprongen worden om hulp
te bieden voor het oprichten van afdeelingen. Waar
Noord-Brabant 18000 boerenbonders telt en Zuid-
Holland pas eenige honderden, moet getracht worden
ook hier alle Christus-belijdende boeren tot samen
werking te brengen. Vervolgens dankt hij de H.H.
Geestelijken, die door hun aanwezigheid luister aan
deze vergadering bijzetten. Hij verzoekt hun dringend
ook volgens den wensch van het Njjmeegsche Con
gres, de organisatie der veldarbeiders met kracht
ter hand te nemen, opdat ze niet in handen van
het socialisme vallen. 1) „Wanneer wjj niet afdalen
tot de minderen", voegt pater v. d. Eisen hier nog
aan toe, „als wij hen niet opheffen, zullen zij ons
met zich naar den afgrond slepen." Moge Zuid-
Holland dan weldra met een net van afdeelingen
van den Boerenbond bedekt worden en ga ditmaal
van Schiedam de Victoria uit!
Die prutsers willen dus het Socialisme keeren! Dat
is 't heilig ideaal der bekoorlijke vrijage! Nou, dat
rooie spook zullen ze wel eens eventjes krijgen.
De H.H. Geestelijken, die „den luister" aan de ver
gadering hadden bijgezet, zullen nu wel hun best gaan
doen, nu ze door den heer von Briel Sasse zoo dringend
zjjn opgewekt de boeren uit de handen van het Socia
lisme te redden!
Meent ge nu werkelijk dat uw keutelig gedoe nog
iets om 't lijf heeft, waarde heeren?
In een ingezonden stuk in de Niemve van 18 dezer,
getiteld „Hoe lang nog?" en geteekend O. P., komt
o.a. het volgende voor:
„Zou er nu haast aan die ongelukkige staking een
einde komen Of moet dat nu nog langer zoo
duren In naam van vele stakers en en werkloo-
zen richten wij deze ongeduldige vragen tot hun mede
arbeiders, en vooral tot diegenen, die aan het hoofd
staan van deze beweging, die er de leiding van in han
den hebben, doch die er maar niet aan schijnen te den
ken, dat er een eind aan komen moet. Want zoo kan
het toch waarachtig niet blijven.
Wij laten hier thans in het midden wie er eigenlijk
gelijk, of het meeste gelijk heeft: de patroons of de
stakers. Wij stellen ons zelf gaarne op het standpunt
der stakers, en geven toe dat het hard, zeer hard is,
zoo gevoelig in hun loon getroffen te worden. Ook prij
zen wy ten hoogste de bestuurders der verschillende
vereenigingen voor hun bemoeiingen ter wille der ar
beiders. Wjj zijn er hen oprechtelijk dankbaar voor.
Maar met dat al komen wij geen stap nader tot de
oplossing. En een oplossing moet er toch komen. Daar
moet toch spoedig een beslissing genomen worden, hoe
dan ook, die weer werk geeft en brood."
En verder volgt:
„Het is heel mooi voet bij stuk te willen houden, heel
mooi vol te blijven houden dat men onrechtvaardig be
handeld wordt. Dat kan best zijn. Maar als er gebrek
geleden wordt, nijpend gebrek, dan komt de maag aan
het woord. En die vraagt niet naar recht of onrecht,
die vraagt om brood, luidkeels. En die is met praten
en redeneeren niet te stillen.
Bovendien moet men eens ernstig gaan bedenken, wat
een ontzaggelijk nadeel door die stakingsgeschiedenis,
niet alleen aan de arbeiders zelve en hun patroons,
maar ook aan de andere industrieën en aan den winkel-
Ij Cursiveering van ons. (Red. Moker)
stand berokkeüd wordt. Dat zijn toch ook belangen die
in aanmerking dienen genomen te worden. Misschien
dat sommigen, in hun verachting van de bourgeoisie,
daar onverschillig hun schouders over ophalen. Maar
wie het wel meent met zijn medemenschen, en aan
ieder gaarne zijn brood gunt, denkt daar anders over.
Laat men toch beseffen, wat een enorm kapitaal er voor
de stad verloren gaat, en in dat verlies zijn toch ook,
indirekt tenminste de arbeiders betrokken.
Wij voor ons meenen derhalve, dat de staking nu
lang genoeg geduurd heeft. En dit zeggen wij, wij her
halen het nogmaals, in naam van zeer veel arbeiders
aan de glasblazerijen. Zeer velen van die menschen
verlangen hard om weer aan het werk te komen, al is
het dan ook, indien het niet anders kan, onder de
nieuwe loonregeling.
En daarom zouden wij de heeren bestuursleden der
glasblazersvereenigingen, dringend willen verzoeken, een
beetje haast te maken, en als men toch niet verder
komt, zooals genoegzaam blijkt, de staking dan maar
op te geven Een eervolle terugtocht uit den strijd is
volstrekt geen schande, is zelfs een plicht, wanneer
men ziet dat men het toch niet wint, en intusschen
niets dan schade lijdt. Men houde dus niet vast aan de
leuze: buigen of barsten. Dat klinkt wel moedig en
manhaftig, maar dat is in het gegeven geval erg dom,
omdat het noodlottig is voor den werkman, die ten
slotte het kind wordt van de rekening.
Ziedaar een gemeen stukje, vol van leugens en op-
schroeverij. Daar het geschreven zou zijn, in naam van
zeer veel arbeiders aan de glasblazerijen die zelfs hard
verlangen weer aan het werk te komen, als is het dan
ook onder de nieuwe loonregeling is al bewezen een
fataal verzinsel te zijn. Ware het wel zoo, dan had dit
de vorige week wel gebleken.
Meneer O. P. die als orgineel patroon-trawant het er
eens opgezet heeft de stakers te ontmoedigen eenerzjjds,
het publiek tegen de stakers in 't harnas te jagen
anderzijds, speelt echter z'n jndasrol in 't oog-loopend
slecht. Huil geen medelyden met de stakers, ge kent
ze niet, waarde O. P. Ween niet over de ellende in
zoovele gezinnen ge zijt er koud voor meneer O. P.
Heel materialistisch (o zondig mensch bekeer uzoudt
ge de maag-kwestie boven alles willen stellen? De
encycliek „Rerum Novarum" leert u daarover andere
dingen, mannetje!
Maar gij zijt met heel uw jeremiades aan een verkeerd
adres. Als werkelijk de nood van 't algemeen u zóó ter
harte gaat als ge werkelijk zóó te doen hebt met
hen, die door deze staking zoo schuldeloos lijden,
ga uw klaagliederen dan zingen onder de vensters van
hen, die dezen jammerlijken toestand verwekt hebben,
die de oorzaak zijn van alles.
Maar dat ge uw gezanik richt tot hen, die in dezen
het recht aan hun zijde hebben, is een gemeen verzinsel
van u, meneer O. P.
Aan geruchten ontbreekt het nog altijd maar niet
zooals van 't begin der staking af hoort ot leest men
haast iederen dag verschillende dingen die een op handen
zijnde verandering in den stand van zaken zouden voor
spellen, doch tot op heden blijft de stand dezelfde.
Zeker, men dacht vorige week plots- een eind aan
de zaak te zien. Met betamelijke ophef was 't in de
bladen vermeld: op beide fabrieken waren de vuren
aangelegd; er was een gedeelte van de stakers dat
zich overwonnen verklaard had en beginnen wilde, (de
rest zou dan vanzelf wel volgen) en ziezoo, dacht
het publiek, daar is het einde. Ziezoo, gaf de pers te
kennen, de zaak is afgeloopen
Ziezoo, zoo gingen de H.H. van Deventer zich toen
langzamerhand verbeelden de zege is behaald, de
verslagene ligt zieltogend aan onze voeten.
En lustig brandden de vuren; en sterker werd de
hitte in de hutten; wèèker het glas, om te verwerken
straks zou alles weer het oude aanzbn hebben van
hei-brandend vuurvan terugslaande rook, waarin half
naakte menschen-geraamten als spookverschijningen in
't zwart van den nacht zich afjakkerenwaar de nieuw
gemaakte flesschen als bliksem-schichten flitsen, ter wille
van de aanvangers-premie, zij 't dan ook ten koste van
het kinderlichaam en leven van den aanvanger zelve
en 't batig slot, de meerwaarde, thans vergroot,
hoort ge, méér dan óóit bedragend, geperst uit 't zweet
en bloed dier glas-menschen en kinderen, strijkt de pa
troon met welgevallen in Z.Ed's brandkast.
Mooie, blanke rijksdaalders, wat zou men daarvoor
niet wagen
Lakoniek kalm hebben de stakers ook dit stofwolkje
laten opwaaien en wegtrekken. En de „ziezoo's" ver
anderden zoo van lieverlede respectievelijk in „Ei zoo"
„hm, hm!" en... „wel verd
't Slot van de geschiedenis was, dat de vuren helder
branden, eu dat het glas verwerkt kóu worden als
er maar verwerkers warenaan dat metaal
ontbreekt het nog op het oogenblik. Jammer, hè, H.H.
van Deventer
Als „kleingoed" vermelden we nog, dat de heer Van
Deventer aan de Schicd. Courant verzekerd heeft, dat
het gerucht als zouden de patroons door gebrek aan
flesschen verplicht zijn binnenkort den strijd op te geven,
volkomen onwaar is.
Da's er weer een, die ken-je an hooren komen
op klompen. Jawel, als 't waar was, dan zou meneer
Van Deventer het tóch zeggen, SchiedammertjeNou,
zeg
Verder dat hier een motie is aangenomen en naar 't
Hoofdbestuur doorgezonden, behelzende het besluit ook
na de staking niet met onderkruipers te werken.
Op gezag van den correspondent van Het Volk, zij
nog meegedeeld, dat een staker die aan den arbeid
was getogen van z'n meisje, bericht ontving, dat ze
maar van 'm afzag daar ze met een onderkruiper niets
te doen wil hebben en ten slotte dat er (voor de
zooveelste keer) vreemde glasblazers op de komst zijn.
Over dit laatste, heugelijke nieuws willen we wel
zeggen, dat we vermoeden dat de heer Van Deventer
zoo nu en dan zichzelf eens blij wil maken door zich
zooiets in 't hoofd te zetten en dan net te doen of 't-ie
heusch zélf gelooft.
Nu, ieder z'n sport.
Lieven in de brouwery. De vergadering voor
bierbrouwersgezellen, door bemiddeling van den Bestuor-
dersbond Zondag 11. belegd, was vrij goed bezocht.
Van Leeuwen was door omstandigheden verhinderd
geworden te spreken Kerkhof, de voorzitter van den
Bierbrouwersgezellenbond hield een korte, maar kern
achtige rede de Bruin vulde hem hier en daar aan,
en het resultaat was, dat er na afloop een correspon
dentschap van den Bierbrouwersgezellenbond werd op
gericht, terwijl verwacht wordt dat spoedig een afdee-
ling zal kunnen verrijzen.
Flink zoo als er een begin is, dan komt de rest
vanzelf. Nu maar dapper aan de propaganda, mannen!
Gedenkt den SabbathdagEr moeten 5
broeders ouderlingen gekozen worden. In de beide
kerkgebouwen (A. en B.) zou Zondagavond na de Gods
dienst-oefening van 8 tot half tien ure de stemming
plaats hebben
Te drommel, broeders anti-revolutionairen, gij die
zoo'n spektakel maakt als er een vergadering op Zondag
gehouden wordt, kon die stemming niet op een anderen
dag dan juist Zondag gehouden worden Of is het
invullen en inleveren van stembriefjes minder zondig
dan het spreken op Zondag
BahOp het verzoek der glasblazers, aldus
meldt De Nieuwe, om verlenging van den termijn om
met de muziek in de straten te mogen spelen om geld
te verzamelen voor de stakende blazers, is afwijzend
beschikt.
Afwijzend beschiktvanwaar die kleingeestigheid
Als de Duitsche muzikanten spelen wilden, vernamen
wij nooit van een afwijzende beschikking. Dus vreemden
wordt vergund, wat stadgenooten geweigerd wordt. Is
het omdat men (de burgemeester heeft hierover alléén
de beslissing) wist alzoo de stakers van een niet onbe-
langrijken steun te berooven Dan vertrouwen wij dat
al onze stadgenooten thans met verdubbelden ijver aan
den slag zullen gaan, om hetzelfde bedrag toch bij
elkaar te brengen.
Doch zou een onzer raadsleden den burgemeester
niet eens over deze kleingeestigheid willen interpel-
leeren
Jfogal eigenwijs. Jonkvr. H. S. Hartsen van
Hilversum heeft vorige week hier een rede gehouden
voor de Christelijke Geheelonthouders. Merkwaardig
was hare bewering dat het hoofddoel der geheel-ont
houders niet zijn moet de dronkaards van den drank
af te brengen, maar ze tot Christus te leiden. Spreekster
vermaande alle geheelonthouders zichzelven wel te
onderzoeken of ze waarlijk den Heiland liefhadden,
want ze had dikwijls met smart opgemerkt dat zoo vele
dronkaards die van hun zonden verlost wenschten te
worden en zich eerst tot zulk een kring (van „onge-
loovige" geheel-onthouders) voelden aangetrokken, soms
zeer teleurgesteld werden.
Zoo'n hooge dame (met wie natuurlijk ook niet kon
worden gedebatteerd) heeft natuurlijk de wijsheid in
pacht en kan precies doen of die breede schare „neu-
trale"-geheel-onthouders, die in eerlijkheid en consequentie
van beginselen en activiteit in propaganda voor de
christelijke broeders niet onderdoen, heelemaal niet
bestaat.
Nogal eigenwijs, meenen we zoo.
Meneer vraag-graag. Melding makende van
onze beschouwing over de interpellatie-Gcmte in de
laatste raadsvergadering betreffende de zonderlinge
vragen door onzen spiksplinternieuwen schoolopziener
aan solliciteerende onderwijzers gedaan, voegt De Bode
daaraan toe
Van 't drietal dat op de voordracht stond, zijn