Bloempjes uit den Raad. De werkstaking in de Glas-industrie De zaak de Boo. FEUILLETON. Glasblazerijen In Kampen wordt getracht een „vrijzinnige" arbeiders- kiesvereeniging op te richten. Hierbij moet men in het oog honden dat er daar een soc. dem. candidaat voor de Kamer is gesteld, wat natuurlijk wel de oorzaak dezer „grosser Erreignis" wezen zal! 'n Dood zittinkje droog van 't begin tot 't einde, veel veroorzaakt omdat de komiekelingen in het acht baar gezelschap zich ditmaal schenen te hebben voor genomen stommertje te spelen. Ze schijnen hun kluch ten voor zich zelf te hebben willen houden óf uitverkocht te zijn. In 't bizonder de aschbelt-paarden- man hield zich zoo stil als een muis. Na een eindelooze reeks missive's kwam voor den dag een adres van de afd. Schiedam van den Bond van Nederl. onderwijzers, verzoekende gelden beschikbaar te stellen voor schoolvoeding en kleeding een adres van het Genootschap van dito strekking beiden ver huisden in handen van B. en W. om advies. Da's al tijd een uitnemende bergplaats voor zulk soort dingen als 't meeloopt komt 't advies op den tijd, dat schoolvoeding en kleeding weer minder noodig wordt. De wereldberoemde bakkers gezellenvereeniging „de Morgenster" adresseerde om de kermis niet af te schaffen de vereeniging „Vergunning" idem idem, komen straks aan de orde. Van de vermeldingswaardigheden zij aangestipt, dat het presentiegeld gehandhaafd blijft. Met 15—6 stem men duikelde het voorstel-van der Schalk om het af te schaffen en bleef onze vroedschap voor eene dwaas heid bewaard. Het voorstel-de Groot tot afschaffing der kerm's werd onder aanvoeling van papa Smit tot de volgende ver gadering verdaagd. Wonderlijk was dat meester Klein, schijnbaar toch nog al happig om de kermis op te doe ken, hiertoe zijn medewerking verleende. Doch dit was weer een zijner raadselen-massa. We hopen (al ver wachten we 't niet) dat de Raad het voorstel-de Groot zal aannemen, doch slechts onder die conditie, dat te gelijkertijd een andere regeling van een volksfeest, meer edeler, zal worden getroffen. Zal daarop sterk genöeg worden aangedrongen? Een voorstel B. en W. tot beschikbaarstelling van een crediet voor een brandkluis voor het Raahuis, kwam met algemeene stemmen thuis. Verder wordt met 15—5 stemmen aan de vereeni ging „Volkshuisvesting" onder zekere voorwaarden een voorschot van f 100.000 toegestaan. Deze kan er dus op los bouwen hopen we voorloopig dat het geld goed besteedt wordt. Doch we houden niet van een „volkshuisvesterij" die zoo geheel buiten het volk om wordt gegeven. Toen dit zaakje van de baan was, ging onze vroed schap tot nader order uiteen.. Trots alle verwachtingen (en welk een schoone zijn tot op 't oogenblik nog altijd de verwachtte Duitsche blazers niet gearriveerd. Wat duivekater, zuster Anna, ziet ge nog niets komen, zuchten de H. H. van Deventer, en ze mankeeren den pas De Nieuwe die óók 'reis 'n „nieuwtje" wilde hebben, berichtte in haar no. van Woensdag j.l. dat de vreemde blazers „eerstdaags" worden verwacht, zoowel voor de firma van Deventer als voor „de Schie". Afs we nu de verzekering maar hadden dat het „eerstdaags" niet buiten de honderd jaar gaat. Bij de H. H. van Deventer Co! is echter tot troost voor de ondervonden teleurstellingen, het werk Maandag door eenige stakers (stakers hervat, 't Is een stelletje die als ze goed gedurfd hadden nooit gestaakt zouden hebben, en die ook nooit door de stakers zijn vertrouwd. Van die liefhebbers, die als de stakers overwonnen zullen hebben, heelemaal niet te lui blijken zullen, mee van 't succes te profiteeren, doch op 't oogenblik en altijd reeds te belabberd zijn en waren om d'r een poot vooruit te strekken. Maar thans zóóver gaan durven hun maats den strijd zwaarder te maken Och, we vinden nu eenmaal altijd wel van die mis selijke figuren, die als de patroon z'n voet maar gelieft op te lichten om ze een schop te geven, nog heel onder danig stameleno meneertje, wat is u goedEn als meneer 't in z'n hoofd haalt ze halverwege den keel toe te nijpen, nog beweren dat ze vroeger ook te veel adem naar binnen haalden en 't zoo eigenlijk veel. beter is. De werkelijk bewuste arbeider, die pal durft staan voor z'n recht, zal zich met walging van die stumperts afwenden zonder ze verder eenige aandacht waardig te keuren. De breedte van het werken bij de h.h. van Deventer is nogal al smal. Invloed heeft het hoegenaamd niet. De stakers trotseeren ook deze verzoeking en hun moed blijft even bewonderingswaardig. Ze beschouwen 't als de laatste troef, die de fabri kanten uitspelen nóg eens geprobeerd, hoe sterk het weerstandsvermogen der stakers is als ze de „gelief koosde" werksteê open zien bij brandend vuur bijten ze nu niet, dan is alles verloren Welnu, dat gelooven we zoo zoetjes aan ook welen vandaar die zeer geheime mededeeling aan de distil lateurs en verdere afnemers, dat naar alle waarschijn lijkheid de prijs der flesschen met 1 Januari zal moeten worden verhoogd. Die „zeer geheime" mededeeling is niet zou geheim gebleven of ze was spoedig genoeg wereld bekend. Eindelijk dus hebben de patroons den weg ge vonden, dien zij in den beginnen reeds hadden moeten betreden als hun beweringen over de „slechte" zaken waarheid bevatten. Maar daar gelooven we nu niets meer van want dat nu toch de prijs der flesschen wordt verhoogd, stempelt het beweren over die schrik barende buitenlandsche concurrentie ook al tot een leugen. Ware zij werkelijk te vreezen, dan ging men ook nu nog niet aan 't prijsverhoogen. Ge laat u in de kaart zien, h.h. fabrikanten Voor 't overige valt er weinig te vermelden. Het Schiedamsche Steuncomité hield Woensdag een openbare vergadering in Musis Sacrum" die goed be zocht was, en waarin Karsdorp, hoofdbestuurder van den Ned. Glasblazersbond het ontstaan en verloop van den strijd uiteenzette en de anti-revolutionair Hitten- broek van Rotterdam opwekte tot steun, 'i Was het comité niet gelukt ook een katholiek tot spreker te krijgen. De geruchten over arbitrage hebben in zooverre nu vasten vorm verkregen, dat gelijk uit het antwoord van den heer Treub aan de Schied. Cour. blijkt, er een commissie van drie personen, bestaande uit de heeren W. Hovy, mr. J. G. Schölvink en prof. mr. Treub, allen van Amsterdam, zal pogen te bemiddelen. Dat het heen arbitrrge-commissie is, verheugt ons een bemiddelings-commissie kan althans niet zoo schade. De hoofdzaak is en blijft, dat de arbeiders nooit bang waren de zaken aan een scheidsgerecht te onderwerpen in het goed vertrouwen op hun recht, maar de h.h. patroons verkozen niet den trotschen kop te bnigen voor wie^ dan ook. Tenzij de nood hen dwingt en dan is arbitrage overbodig. Op het adres van J. de Boo, den 2en sluiswachter aan de Buitensluis, is het advies van B. en W. ver schenen. Daar dit adres en het advies erop vermoedelijk in de vergadering van den gemeenteraad op Vrijdag 2 December zal worden behandeld, is het thans niet het goede oogenblik voor een uitvoerige bespreking. Daar zullen wij tot de volgende week mee wachten. Thans slechts een paar algemeene opmerkingen over het werk van B. en W. De havenmeester, wiens „advies" door B. en W. werd ingewonnen, schrijft als „zijn vaste overtuiging" dat „het zeer zeker mogelijk is de sluiswerken door twee man te bedienen." En B. en W. laten daarop volgen: „Wij vereenigen ons daar geheel mede." Men moet maar durven! De Boo somt een aantal verzwaringen van den dienst op aan de Buitensluis en de daarbij liggende brug. Over dien alles beslissenden invloed van het zeer verzwaarde brugwerk geen woord in het antwoord van den havenmeester en B. en W. De havenmeester en B. en W. noemen den dienst aan „de sluiswerken" door twee man „zeer zeker mogelijk." Ja, dat blijkt ook nu, want de dienst én aan de sluis werken èn aan de bijliggende brug wordt nu ook door 2 man gedaan. Maar wat „mogelijk" is, is daarom nog niet goed. En de afbeulerij van die 2 man aan de Buitensluiswerken en de daarbij liggende brug, ze is mogelijk gebleken, maar is ook door en door'onbehoorlijk en onmenschelijk. Eu daarom moet zoo spoedig mogelijk aan die mogelijk gebleken en nu door den havenmeester en B. en W. weer mogelijk geachte afbeulerij een eind worden gemaakt door den gemeenteraad, omdat B. en W. en de havenmeester die „mogelijke" afbeulerij blijken goed te vinden. Het slot van het advies van B en W. schrijven wij hier af: „Wij kunnen verder Uwen Raad mededeelen dat de overplaatsing van adressant naar een andere brug in de stad reeds eenmaal door ons in over weging werd genomen, doch toen afstuitte op het verlangen van adressant, om zijn traktement met vrije woning te behouden. 1Echter zal, hetzij op eventueel verzoek van adressant, of ook zonder dat, 1) zoodanige overplaatsing door ons opnieuw in overweging worden genomen. Het is ons reeds gebleken dat andere geschikte krachten onder de sluis- en brugwachters gaarne voor deze plaats in aanmerking zouden komen." Onderstaand schetsje vond een partijgenoote in het Weekblad „Lente," onder hoofredaktie van Margeretha Meijboom. Wij plaatsen het als een bewijs, hoe ook personen, buiten de eigenlijke arbeiders beweging staan de, in de ziel worden gegrepen .(door het ontzettend lijden, dat, voor arbeiders, onverbrekelijk aan het ka pitalisme verbonden is, zegt ons partijblad. De Volksstrijd. Op een zonnigen helderen voorjaarsdag tegen den avond, gingen wij met een groepje kinderen een fles- sclienfabriek zien. De bedoeling was de kinderen eenigs- zins een indruk te geven van de wijze waarop glas gefabriceerd wordt. We kwamen in een ruime, goed ingerichte fabriek, en de cbef ontving ons welwillend en liet ons zelf alles zien. De kinderen waren vol belangstelling en kregen kleinigheden mee, die ze zelf hadden zien maken. Maar wij de^ leidsters van 't groepje, we werden hoe langer hoe stiller, hoe langer hoe meer aangegre pen door wat we zagen. Onze belangstelling in de glas- fabrikatie werd verdrongen door een gevoel van ont zetting bij 't zien van de arbeiders. Midden in de groote ruimte een reusachtige oven, waarom heen, ieder met zijn instrumenten voor zich, een reeks arbeiders stond geschaard. Bleeke, magere figuren, alleen gekleed met een broek en een hemd, dat over de borst wijd open stond. Toch liep het zweet hun tappelings langs hals en slapen, terwijl ze met ongelooflijke behendigheid uit de kokende vuurzee achter zich de noodige grondstof haalde om flesschen van te blazen. Kleine jongens, die wat verder van den oven stonden, waren behulpzaam bij het werk Ook de kinderen zagen bleek en teer. Fantastisch kwamen die figuren uit op den achter grond van gloed en vuur. En een oogenblik pakte ons de overweldigende schoonheid van lijn en kleur, de groote bekwaamheid en de plichtsgetrouwe arbeid van al die snel en zwijgend voortwerkende menschen. Toch maar één oogenblik. Want de gloed van den oven was zóó ontzettend, dat we achteruit moesten gaan en op vrij grooten af stand blijven, wilden we niet de schroeiende hitte pijn lijk voelen in ons gezicht. En toen ik daar stond en dat alles zag, trof me als een donderslag de gedachte: „Zóó leven en werken honderden menschen. Zóó wordt de levenskracht van honderden verteerd in een brandende hitte. oor dat afschuwelijk werk worden de kinderen daar opgeleid!" Ik zal dat oogenblik nooit vergeten, 't Zal me bij blijven als een gruwelijk tooneel. 'k Moest aldoor de kinderen aanzien, die tengere bleeke jongens, half gekleed, de parels zweet op 't gezicht. Als onze eigen kleine jongens thuis daar eens moesten staan k Had ze meê willen nemen, ze baden en verzorgen de kinders, tot ze rozen op de wangen hadden. Zouden ze dat ooit weer krijgen De chef ging door met verklaren en uitleggen, maar ik hoorde 't niet meer, Mijn God, al die kinderen daar, zouden ze over twintig jaar hier nog staan, bleek en uitgeteerd als die mannen nu! Op eens voelend, dat zijn welwillendheid toch op zijn minst met aandacht beantwoord diende te worden, trachtte ik mijn afschuw en ontzetting meester te worden en vroeg den chef: „moeten die jongens zóó klein al hier komen?" En hij de fabriekseigenaar, de goed verzorgde, goed uitziende, welgestelde man, die beschaafd en voor komend ons ontving, bekend om zijn rechtschapenheid - antwoordt me alsof 't van zelf spreekt: „Ja, want anders gaan ze dood!" Zóó sterk kookte in me op de gloeiende verontwaar diging over die onbewuste cynische 1) ruwheid, dat 'k geen woord kon uitbrengen. Ik keerde me af en ging naar buiten. In één stroom van purper en goud zonk de avond zon weg. In Kopenhagen verscheen verleden jaar een kleine brochure, over de hygiène 2) van de glasfabrikatie, geschreven door Dr. H. Bille-Top. De laatste hoofdstukken wijdt de schrijver aan de beroepsziekten van de glasblazers en aan de middelen om die të voorkomen. Door de groote temperatuursveranderingen, waaraan de arbeiders zijn blootgesteld, komen rheumatiek, borst ziekten en longtering vaak voor. De groote hitte geeft sterke hoofdpijn, duizeligheid, groote vermoeidheid en nu en dan hersenontsteking. In den zomer komen onder hen vaak verschijnselen van zonnesteek voor. Alle arbeiders hadden vergroote longen en nog anderen vaak hartziekten, door 't blazen veroorzaakt. De rook en de hitte veroorzaakten oogziekten't lange staan platvoeten; 't geheele lichaam, vooral van hen, die als kinderen reeds begonnen in dit vak, is slecht ontwikkeld. De leeftijd, die de glasarbeiders in doorsneê bereiken, is ongeveer 42 a 45 jaar. Die op hun vijftiende jaar beginnen worden zelden ouder dan 30 jaar. Dr. Bille-Top geeft allerlei manieren aan, waarop de gezondheid der arbeiders in de glasindustrie kan worden beschf-rmd. Iedere glasfabriek moest voorzien zijn van goed ver warmde eetzalen, badkamers en privaten-, die de arbeiders konden bereiken, zonder door koude gangen of lokalen te gaan. Voor het schoonmaken van de lokalen moet nauw lettend gezorgd worden, 't drinkwater moet goed zijn; en vooral moet de kinderarbeid in dit vak worden tegengegaan. Dr. Bille-Top slaat niet veel geloof aan de bewering, dat het een vereischte is, dat men zich daarin van kind afaan oefent. Die bewering hoort men in ieder vak waar de kin derarbeid bestreden wordt. En telkens blijkt het, dat de industrie zich zoo goed zonder kinderen redden kan. Hij zou de kinderen niet voor hun 18de jaar in de glasfabriek willen toelaten en ook de vrouwen van die industrie uitsluiten. Uit zijn helder gestelde brochure krijgt men de indruk, dat nog op allerlei wijzen dit moeilijk en gevaarlijk werk te verbeteren is. MARG. MEIJBOOM. 1) Ours, van ons, Red. Moker. 1) hondseh van gevoel ontbloot, 2) gezondheidsleer.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1904 | | pagina 2