Stemt Dr. J. VAN LEEUWEN! Niet klerikaal, niet liberaal, maar socialistj Burgerlijk bederf. Nog enkele dagen resten ons! Werft stemmen voor onzen Candidait! De geestelijke opwekking. Een schutterij-geschiedenis. zonder recht van loonaf houding, dan begrijpt ieder, dat ook deze wet een wet is van arbeidersverdrukking. Een pensioenverzekeringswet met een pensioen van hoogstens ongeveer f 2.-— per week voor den 7to jarigen arbeiderdie in de gelegenheid is geweest om zijn bijna onvervulbare stortings plichten na te komen een wet die bovendien alle lasten van formaliteiten, aangiften enz. op de schouders der arbeiders zelf legt. En met zulke wetsontwerpen voor zich zou men het Kuyper-ministerie of de kerkelijke coalitie nog kunnen verdedigen Niet overal en niet bij eiken persoon toont zich het burgerlijk bederf in dezelfde mate. Er werd reeds op gewezen dat de burgerlijke klasse nog tal van individuen herbergt die door hun klasse-ideologieën (bijv. het aan hangen van het individualisme in de kunst) of door het onvermogen om de socialistische theoriën te omvatten, of wel door een plaats in de maatschappij, waar men niet in rechtstreeksche aanraking komt met sociale vraagstukken, het socialisme vijandig of onverschillig gezind zijn. Maar in het politieke kamp der burgers, waar de slagen der proletarische kritiek het felst neer komen, daar zijn de waarachtigen te tellen. Ook hier zijn nog wel kerels met wien het een lust is te vechten. Maar hoe anders zouden zij geworden zijn zoo ze in den bloeitijd hunner klasse geleefd hadden, waarin men nog onbevangen bourgeois kon zijn. Daar hebt ge Lohman, met een gemoed zoo hard als een straatkei, maar toch een gave persoonlijkheid met een zekeren adel. Als een gier tracht hij den prooi van zijn klassevoorrechten tegen de ontberenden te ver dedigen hij kan zich niet in zuiverheid staande houden, moet mee doen aan het kerkelijk gekonkel onder het gezicht van den proletarischen vijand. Daar hebt ge Levy, met zijn hang naar de oud-liberale tradities, die ook nu nog opkomt tegen den gewetens dwang dien de kerkelijken op staatsambtenaren uitoefenen. Wat is er meer van hem geworden dan een schrijfgrage tweede-rangs van alles-wat-weter Daar hebt ge Treub, met veel politieke talenten en een groote werkkracht. Hij staat nu aan 't hoofd van een partijtje, beschamend voor zijn gaven op politiek gebied. Door den Amsterdamschen Raad wegens lastige vooruitstrevendheid voor een poos onschadelijk gemaakt in een professors-katheder, zit hij thans, na zich op wetenschappelijk terrein grondig geblameerd te hebben, met de vleesch-noch-vischfiguur Borgesius in het schuitje, om waarschijnlijk in een clericale branding te vergaan. De ministersportefeuille is hem de baas geworden. Daar hebt ge wijlen mr. Van Houten, die, te conser vatief om de klassen-tegenstelling te bemantelen, door de bourgeoisie is prijs gegeven en nu de menschheid nog komt lastig vallen met staatkundige brieven van uit zijn politiek graf. Doch al dezen zijn de ergsten niet. Die vindt men schande voor de kerk van Christus speciaal in het clericale kamp. Hier komen we bij Kuyper en Talma, de wereldsche politiek-dominees, met 't eene oog ten hemel gericht, met 't andere schelend naar de ministers portefeuille. Dat zijn de cynischen, die spotten met God en ge bod, met alles wat ze met den mond belijden, zoo er maar aardsch voordeel en aardsche praal mee te winnen is. Maar dan er is een nóg minder slagje dan komen we bij de héélgemeenen, die voor de onder gaande klasse het allervuilste werk te verrichten hebben, waar zelfs Kuyper en Talma zich te goed voor achten. Hier zijn we in de sfeer van Aalberse, Sybrandy en Co., de vuilis-mannen van het kapitaal. Dat zijn de speur ders naar de vuile wasch van den tegenstander. Zelf verschoonen ze zich nooit. Maar als de tegenpartij aan het Zaterdag houden is, zijn ze erbij. Hier en daar vinden ze werkelijk nog iets. Maar dat is niet voldoende. Dan hangen ze er stiekem een stukje kleeren van hen zelf bij of bezoedelen de frissche wasch van de vijanden met eigen vuil. En dan wordt het volk er bij gehaald om te oordeelen. Men herinnert zich de wrange opmerkingen, die in de burgerlijke pers de ronde deden na ons Amsterdamsche congres. De kritiek was klein maar niet zóó gemeen als die van Aalberse en consorten. Er liep na het interna tionale congres door al die artikelen der burgerij een toon van spijtigheid. Niet alleen omdat het principe van den onverbiddelijken klassenstrijd er zoo stellig gehand haafd werd en de eenheid der socialisten er onwrikbaar bleek te zijn, maar ook om de zedelijke grootheid van dat congres. Geloof het vrij, dat vele pers-lakeien van het kapitaal daar schuw ropdgeslopen hebben met her inneringen aan het enthousiasme en de betere gevoelens van hun jeugd. Zij zagen er de broederschap van al die menschen van verschillende landaard en taal, vereenigd door één doel. En dan dat felle plaatsen van opvatting" tegenover opvatting, dat toch zoo mooi is omdat het door den onbaatzuchtigen hartstocht voor het socialisme wordt geleid. En dan die blije geestdrift met de zeker heid dat de gelukkige menschheid komende is. Zie, dat alles mist de bourgeosie. En het besef daar van drong toch hier en daar in die kritiekjes na het Amsterdamsche congres, tot ons door. Maar bij Aalberse en zijn genooten vindt men zelfs dit elementaire besef niet. Zonder eenige hoop op duur zaam succes,, overal zich de overwonnene voelend, met machteloozen haat schrijven ze hun grauwe, geestdrift- looze pennevruchten. Laat ze knarsetanden, de ignobelen (Het Volk). R. Kuyper. Goê, beste, brave medeburgersLaat ik u een èf- grijselijke geschiedenis vertellen. Hebben wij niet een dierbaar vaderland Leeft hier niet een ieder frank en vrij Leven wij niet rustig Weten wij ons niet goed beveiligd? En is het niet al tijd zoo goed gegaan Ja, niet waar En hoe komt dat Kort en bondig omdat er orde isOrrrrrrrdeweet-je Orde, die wij, vrijzinnigen, oftewel liberalen van de meest ouwerwetsche tot de meest nieuwerwetsche soort, plus vrijzinnig-demokraten (onze rose-getinte broertjes) zeggen te hebben opgekweekt door onze paedagogische methoden, op de openbare school, zondagsschool enz. enz., orde, die wij, kerkelijken, verstaan en te weten te zijnchristelijk historischen, behoorende tot de groote en machtige Staatskerken de gereformeerden (van kerke A ende B.) eenmaal op luidruchtige wijze uit de verderf-aanbrengende Ned. Herv. Kerk geloopen en nu met grooten stem, trots ons klein aantal alles over schreeuwend, verklarend uit den Bijbel, die onze bond- genooten de Katholieken als de meest verderfelijke lek- tuur beschouwen, al groeien zij ook al eenigen tijd mèt ons uit denzelfden stengel des geloofs; orde dus, regelmaat, in het maatschappelijke leven regelmaat in het leven van ieder mensch, van meheer en arbeider, van de rechtenvan beiden, van de plichten- van ieder; van de arbeider die werken mag, van den patroon, die de winst opstrijkt Is die orrrde ons niet lief, niet heilig? En willen we ze niet allemaal dol-graag behouden Luistert! boeren, burgers, en buitenlui! Luistert naar wat ik u zeggen ga die orde is in gevaar! De Satan heeft een groote aanslag beraamd om dat mooie, ordelijke maatschappelijke leven te vernietigen; de geest der ontevredenheid doet hij prediken door zijn verworpen kinderen ze willen geen orde meer ze willen, willen rrrrrevolutie Weet ge wat dat zeggen wel? Revolutie beteekent omwenteling! De rest valt te begrijpen! Vandaag of morgen zetten die ontevreden lui de heele boel onderst boven plunderen, roóven, brandstichten, moorden de hemel weet wat nog meer die Satanskinderen ver zinnen zullen als er revolutie komt Maar er zijn twee middelen om het dreigende gevaar te bezweren: het le is goed en helpt zeker: stemt den liberaall het 2e is puik, onovertroffen en helpt verbazendstemt den clericaal! Leve onze orde weg met de revolutie Revolutie (omwenteling) wat is is 't nou eigenlijk? Is dat nu anders niets dan stelen, brandstichten, enz. enz. O, wat een 'n ijselijk woord Gesteld iemand heeft een huishoudster. Deze is bijv. gewend 's morgens koffie en 's avonds thee te zetten. ■jjMen roemt het ordelijk huishouden. W**Maar de ordelijke huishoudster vertrekt en 'n ander vervult hare plaats. Deze zet 's morgens thee en 's avonds koffie. In het huishouden heeft dus op thee- en koffiegebied een geheele omwenteling (revolutie) plaats gehad. Maar 't kan best zijn dat den huisge- nooten de nieuwe gewoonte uitstekend bevalt. De revolutie heeft plaats gehad, zonder dat eerst de boel werd in brand gestoken of eenig andere verwoestende daad plaats vond Zoo ook is het Socialisme revolutionair omdat het in het samenleven andere verhoudingen verlangt. Omdat het geen absolute macht wil van het kapitalisme over den arbeid, niet wil dat de bourgeo'sie zich zat eet aan datgene wat met zweet en bloed door de arbeidende klasse werd voortgebracht. Een omwenteling (revolutie) in het ekonomische leven, welke zonder brandstichting of bloedstorting kan plaats vinden. Verder willen de sociaal-demokraten veranderingen op politiek gebied alsalgemeen kiesrechtgoed onder wijs billijker belastingen, die ieder doen betalen naar vermogeninkrimping der militaire lasten, waaraan thans zoo vele offers worden gebracht, en verschillende dingen meer, die werkelijk in het groote huishouden, dat men „de Staat" noemt een heele omwenteling veroorzaken zullen. Doch al weerzonder brandstichting of bloed storting zullen plaats hebben. Vindt gij, arbeiders, die kampt met zoo oneindig veel zorgen, die zoo bitter weinig vreugde in uw leven kent, vindt gij reden de tegenwoordige staat te loven Is deze „orde" u zoo lief Of is ze voor u veeleerwan-orde? En de revolutie die de sociaal-demokraten prediken, is ze voor u zoo verschrikkelijk? Snakt ge niet naar wat meer rechten en wat minder plichten Zoo ge als arbeider uw hersens gebruikt, moet ge u aan onze zijde scharenge zijt niet klerikaal, niet liberaal, maar bewust of onbewust, als arbeider zijt ge socialist! Toont aan de stembus dit te weten en brengt uw stem uit op Dr. J. VAN LEEUWEN. De geestelijke opwekking is voorbij, en al hebben de kerkelijke samenkomsten geen gemoedsindrukken bij steller dezes teweeggebracht, toch hebben ze indrukken teweeggebracht. Een van de sprekers in de Groote Kerk noemde de samenvoeging van de verschillende soorten van recht- zinnigen een coalitie. Men sprak in de politiek van een coalitie, maar daar was je coalitie. In dat verband waren evenwel noch katholieken, noch antirevolutionairen zelfs het antirevolutionaire deel van de Nederl. Herv. Kerk kon niet instemmen met de opwekking. De Groote Kerk als een ezel gespannen voor het karretje van de Jeruël-beweging Opwekken van gods dienstige hartstochten evenals in het aan die beweging nauwverwante Heilsleger, waarvan de Propagandist van de Ned. Herv. Kerk F, Menge zegt „Plet gezang en muziek onderhouden een vroo- „lijkheid, die den godsdienstigen ernst zoodanig „verhoogt, dat niet zelden de toehoorders in geest verrukking worden gebracht, waardoor soms enkelen „de zaal moeten worden ontzegt. Weinige van die „eerbiedwaardige vergaderingen gaan voorbij of „er zijn verlorenen tot krijgsgevangen gemaakt en, worden gered." Eenige jaren geleden werd er door dezelfde Groote Kerk in Schiedam een relletje op touw gezet, om de moderne richting (Protestantenbonders) uit te drijven, o.a. met het motief, dat zij (de modernen) in een eigen gebouw godsdienst-oefeningen hielden, waar zij uit een eigen liederenbundel verzen zongen En nu In diezelfde Groote Kerk komen Luterschen, Evangelischen, Jeruellisten, Heilssoldaten, Hervormden, enz. enz., en zingen er uit liederenbundeltjes die niets gemeen hebben met de deftige gezangen en psalm boeken van de deftige Kerk. „Het kan verkeeren," zegt Brederoo. Met dat al is de vrede in de Groote Kerk er niet beter op geworden. Christelijke Gereformeerden en Katholieken dorsten naar wereldlijke macht in de politiek. Het andere „Christelijke" deel zoekt geestelijke macht. Beider zuchten naar macht, wijzen op een spoedig verval van krachten. Bij de Schiedamsche Schutterij Is 't allemaal slechts koek en ei Toen vorige week Vrijdag het muziekkorps onzer roemruchte d.d. schutterij de gewone repetitie hield, nam de kapelmeester, de heer Bart Verhallen even het woord en deelde zeer geagiteerd den muzikanten mede, dat Dinsdag 1.1. de heer van Waas hem namens majoor Visser zijn ontslag had aangekondigd, ingaande op 31 December a.s. Groote sensatie bij de muzikanten, welke nog belang rijk steeg, toen de eigenlijke reden van dit ontslag ken baar werd. Volgens contract ontvangt de kapelmeester van elk concert, door het muziekkorps gegeven f 10.Toen echter 't vorig jaar om financiëele reden de concerten in den tuin der officierenvereeniging goedkooper moesten worden aangenomen, werd deze vergoeding zonder meer teruggebracht op f 5.De heer Verhallen had berust. Doch nu waren door den betrokken officier (van Waas) een reeks concerten in den Doele te Rotterdam aange nomen en was den kapelmeester gevraagd voor deze maar heelemaal niet aan eenige vergoeding te denken. Naar aanleiding van het gegeven antwoord volgde het ontslag, waarna de heer Verhallen ontslag nam, ingaande op den len Juni a.s. Dit heengaan speet hem te meer, waar hij meende onrechtvaardig behandeld te zijn. Hij had steeds pleizierig met de muzikanten gewerkt en zooveel in z'n vermogen was gepoogd het korps vooruit te brengen. Op minder aangename wijze is hij daarvoor nu beloond geworden. Op ondubbelzinnige wijze uitte zich nu de verbolgen heid der muzikanten over de behandeling welke hun dirigent was aangedaan, en onder donderend applaus werd besloten: le als het ontslag van den heer Verhallen gehandhaafd bleef, als één man ontslag te nemen tegen denzelfden datum: 1 Januari 1906; 2e de nog komende concerten onder geen anderen kapelmeester te zullen geven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 2