No. 22. ZATERDAG 29 JULI 1905 5e Jaargang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij Bureau van Bedactie en Administratie: A. WINTERBERG, Vrieridschapstraat 11 boven. Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn. Iügezonden Mededeelingen. Waarom ik Socialist ben. Waarom wij ook nu weer aan de Ge meenteraadsverkiezing deelnemen. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal 7-- franco per post 30 cent vooruitbetaling. Losse nummers 2 cent. ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement, belangrijke korting. (3 cent per regel.) Soc. Dein. Arb Party, afd. Schiedam. SPOEDVERGADERING op Zondag 30 Juli a. s. Zie achterstaande advertentie. Priester van den Brink schrijft in De Baanbreker: De maatschappij staat op een keerpunt. De kapitalen hebben zich saamgetrokken en opeengehoopt en zijn in het bezit van betrekkelijk weinigen, wier rijkdom en overvloed ook beteekentgebrek, en ontbering voor honderden anderen. En toch zijn die kapitalen zelf grootendeels ontstaan uit de opgegaarde meerwaarde van het werk der arbeiders, die voor hun dagelijksch werken niet meer ontvingen dan het hoognoodige om te kannen leven en de hunnen aan den schralen kost te houden. Op bijna iedere plaats vindt men enkele zeer rijken, een zeker aantal z.g. welgestelden en een heele hoop z.g. behoeltigen, die van den eenen dag leven op den anderen, bij wie het gaat: van de hand in den tand. Wat de eenen te veel hebben, komen vele anderen tekort. Weelde zegt armoedepaleizen roepen hutten te voorschijnmillioennairs en bezitters van tonnen gouds zien zich noodzakelijk omringd door eene menigte bezitloozen of arm-n. Waanneer aan een gastmaal sommigen te veel eten, dan krijgen anderen te weinig. De voorraad geld der rijkaards (hoofdzakelijk gegaarde meerwaarde van het werken der arbeiders, welke meer waarde hun niet werd uitbetaald) is zoo groot, dat zij hunne nakomelingen kunnen voeden al verschenen •deze nog zoo talrijk tot in het twintigste en der tigste nageslacht toe. De voorraad geld of kapitaal der bezitloozen is zoo groot, dat, als ze heden niets bijver dienen, ze morgen zullen honger lijden. Hun loon is grooter, dan dat ze precies van honger zullen sterven, te gering om zonder honger te kun nen leven. Er zijn staathuishoudkundigen die beweren dat het stelsel van het kapitalisme nog kan worden opgeknapt. Hier een voegje, daar een duwtje. Oplapmiddeltjes als waarmede men een versleten rommel nog wat bruikbaar maakt en door welker voorstelling men maar al te dikwijls onze christelijke arbeiders zoekt te paaien. Wij zeggen: „Neen, het kapitalistische stelsel deugt in den grond, deugt heelemaal niet." Want hoe ook onder regelen gebracht, dit stelsel laat immer te veel plaats voor individueele willekeur van kapitaalkrachtigen tegenover bezitloozen. Dit stelsel deugt iu den grond niet. Luister wat het kapitalisme op zijn kerfstok heeft. Het zijn onmenschelijke maatschappelijke misdrijven: 1. Honderden zuigelingen sterven op den schoot dei- zwakke moeders, die zelf niet behoorlijk gevoed zijnde -en te veel moetende werken, hunne zuigelingen geen versterkend voedsel kannen geven ook omdat de kinderen niet genoegzaam beschut zijn tegen tocht en koude en voor het grootste gedeelte van den dag door den arbeid der vrouwen de moederzorg moeten missen. 2. Honderden arbeiders-kinderen sterven in de kinder jaren, omdat zij geen sterkend voedsel hebben volgens hun gestel. Alleen de van natuur ijzer-sterke gestellen houden het vol. 3. Honderden arbeiders loopen een ziekte op of verongelukken omdat hun arbeidsduur te lang is en hun voedsel te slap bij do te verrichten werkzaamheden. 4. Honderden huismoeders in arbeiderskringen ster ven te vroeg door overmatig werken, kommer en ontbering. 5. Door de ordeloosheid in de arbeidsverdeeling wordt het familieleven dikwijls uiteengerukt als iu den slaventijd Men denke slechts aan zekere werkers, die maanden lang van huis zijn vrouw en kinderen moetende achterlaten in de bange onzekerheid ot ze wel geregeld geld zullen kunnen naar huis zenden. 6. Daar de kapitalistische maatschappij te zien geelt aan den eenen kant buitensporige weelde, aan den anderen kant armoede daar is zij ootzaak van drankmisbruik, voortkomende uit ellende en baloorigheid, en aan den anderen kant ontsproten aan weelde. De dronkaards uit weelde zjjn de dorstige sponsen onzer samenlevingde wijn en champagneproevers, maar die er minder spoedig onder lijden dan zij die jenever ge bruiken, omdat de drank, die zij binnenslurpen, van betere en fijnere soort is. De arbeiders moeten beginnen met te zijn geheel onthouders of zeer matig in het gebruik van bier en geen jenever. 7. Daar onder kapitalistisch regiem en door de onderlinge concurrentie de loonen zóó dalen, dat de werkman weinig kan uitgeven voor eene goede en ruime woning, worden de goede zeden er niet door be vorderd, nu meestal vele personen iu eenzelfde kleine ruimte moeten .slapen, zich wasschen, kleeden, enz. Iedereen begrijpt ook dat dergelijke toestanden vol strekt in strijd zijn met de gezondheidsleer. 8. Onder het kapitalistische regiem worden dikwijls huwelijken aangegaan niet uit liefde en genegenheid, maar voor den broode en om het geld, zoodat de men- schelijke persoon zich verkoopt voor geld. 9. De onzedigheid, de prostitutie, bestaande vooral in de grootere plaatsen, is voornamelijk te wijten aan de „overmacht" van het kapitaal. 10. Kinderuitbuiting in werkplaatsen en fabrieken is een gevolg van het systeem van den wedstrijd der kapitalen en beteek-nt voor die ongelukkige kinderen meestal een knak voor hunne lichamelijke en zedelijke gezondheid. 11. Het kapitalisme (het stelsel van concurrentie tusschen menschen en volkeren) dat tot zijne instand houding en uitbreiding de hulp behoeft der bajonetten, meest gehanteerd door arbeiderszonen, roept de jonge lingen voor geruimen tijd van het werk naar de kazerne en van den vredigen huiselijken haard naar het bloedveld. 12. Hongersnooden ontstaan er in andere streken en gebrek wordt er geleden bij meer dan genoegzame voortbrenging, en dat terwijl levensmiddelen bederven in magazijnen en pakhuizeu. Eene Tantaluspijn voor den arbeidersstand, die tevergeefs grijpt naar de vruch ten die hij zelf nog wel heeft voortgebracht. Dit zonden-register van het kapitalisme ware nog met dozijnen andere grieven te verlengen. Doch hier komt het socialisme met billijke eischen betere loonregeling, meer rusttijden, gezonde en frissche woningen, flinke verzekeringen voor ziekte en onge vallen, behoorlijke pensioenen voor de ouden van dagen het kind in de school, in plaats van in de fabrieken of op het veld; de vrouw in haar huishouden, de dochters aan een voor hen passenden arbeid, de jongelingen in het vakonderwijs. Openstelling van alle inrichtingen, ook van middelbaar en hooger onderwijs, ook voor minvermogenden zoo noodig met kostelooze verple ging der lee'lingen. Het socialisme was tot nu toe de stuwkracht op den weg van vooruitgang en allen, die behooren tot arbei derskringen of die met deze kringen meevoelen en meêlijden, moeten het keurkorps der sociaal-demokraten beschouwen als het kleine, maar moedige leger, dat zij in het veld hebben ter verkrijging hunner goede rech ten, ter verwinning hunner vrijheid uit den tegenwoor- digen druk van het kapitaal. Waarom nu zoo hoor ik vragen sluit zich de Kerk nog niet aan bij de sociaal-democratie, wier stre ven toch zoo edel is en nuttig? en ik antwoord daarop Heb geduld. Die tijd zal wel komen. Er zijn reeds voorteekenen van hier en daar. Die tijd komt dan zeker, wanneer de sociaal-demokratie in de voornaamste landen van Europa de politieke macht zal in handen hebben. Tantalus was, volgens het sprookje, aan de rots vastge bonden. Het water kwam hem tot aan de kin, maar hij kon niet drinkende takken der vruchtboomen wuifden over hem maar hij kon de vruchten niet grijpen. In meer dan een priester klopt een socialisten-hart, maar ze mogen zich niet uitspreken en men maakt hun wijs dat socialisme tegen het Geloof is. Groote zaken echter behoeven eene proote oplossing. De sociaal-demokratie nu, volgende de liju der ver beteringen in de toestanden der arbeiders, wil in laatste instantie, langs den ordelijken weg der wetgeving, het zoo ver brengen, dat de middelen der voortbrenging, zijnde:, de machienen, werkplaatsen en de grond, komen in het gemeenschappelijk be?,it van alle arbeidenden, van hunne gemeenschap. De arbeider wordt, dan mede- f ondernemer, opdat de voortbrengselen van landbouw eu industrie aan alleu volgens behoefte -zouden ten goede komen en dit zonder overmatig werken voor de eenen en niets doen of werkeloosheid voor de anderen, zooals nu. Daar de bezittende klasse over het algemeen ge sproken zich aanstonds harnast ten strijd, wanneer er sprake komt van eenig tornen aan hun klasse- voorrechten ten bate der menigte en zich dus plaatst op het standpunt van den klassenstrijd zoo staan de arbeiders van zelf, wanneer zij om meer zonlicht vragen voor zich en de hunnen, op hetzelfde standpunt, waarop de „bourgeoisie" hen dwingt. Men wil in sommige kringen wel beweren, dat er geen klassen strijd wordt gevoerd en noemt dan den economischen strijd een belangenstrijd. Maar het wegredeneeren kan niemand, dat twee verschillende klassen, de bezittende en de niet-bezittende klassen, tegenover elkaar staan, omdat zij hebben tegenstrijdige belangèn. Twee klassen, die elk om haar belang strijden tegen elkaar. De arbeiderspartij, wetende dat de duurzame verbe tering en verandering in de maatschappelijke verhou dingen slechts te verkrijgen is, behalve door de vak-' vereenigingen door de macht in den staat maakt daarom van hare beweging ten gunste der onterfden eene sociaal-politieke beweging, waarhij alle bewoners van een land kunnen saamgaan, zoowel geloovigen als ongeloovigen, katholieken, protestanten, Israëlieten, enz., enz. De sociaal-demokratie betreedt niet het terrein der kerkelijke leerstukken en roept slechts allen op tot vervorming der slechte, dikwijls hemeltergende maat schappelijke toestanden in betere, welgeordende, waarbij geluk en welvaart te vinden zal zijn voor allen en niet alleen voor een betrekkelijk klein getal van bevoor rechten, ten koste der ellende en uithongering van duizenden. 'Daarom richt ik mij tot allen, ook tot de kleine burgers, die gebukt gaan onder hypotheken-last, tot de kleine boeren, die maar al te dikwijls moeten zeggen: „De oogst komt in handen van hen, die niet gezaaid en gemaaid hebben" tot de goedgezinde welge stelden tot de werkers en tot allen, die het goed meenen met het heil der menschheid: Sluit n aan bij de partij, die hoog houdt het vaandel der gelijkheid, der broederschap en van het recht voor allen, de Socialistische Arbeiderspartij. De. J. van der Brink, roomsch-katholiek priester Dit is voor sommigen een bepaald raadsel. Waarom komen de sociaal-demokraten bij de verkiezing in III ook nu weer met een eigen kandidaat uit? zoo vraagt men. Kans om Godschalk gekozen te zien, is er toch niet, te oordeelen naar den uitslag van de stemming enkele weken geleden. We zullen het raadsel verklaren. Tegen de huidige koers in ons gemeente-bestuur hebben we tal van be zwaren, vervat in de enkele klacht: ons gemeente bestuur is tè ondemokratisch, is reaktionair. Er wordt hoegenaamd niets gedaan, wat men ook met den besten wil ter wereld, in het belang der arbei dersklasse kan heeten. Op 't gebied van volksgezondheid is hier nog zooveel te doen er wórdt niets gedaan. Op 't gebied van het onderwijs, dito dito. Op 't gebied

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 1