goed en goedkoop. Adres: Oude Kerkhof 7. r A r ALLERZIELEN De Centrale Arbeiders-Verzekering en Deposito-Bank r Mej. H. v. Dijke-v. Brandwijk. L W.-KriMade Rotterdam Belleyoysstraat 4, Ingezonden. ADVERTENTIE N. Hp A. WAKKER'S Boekhandel Rotterdam Botersloot 52, Bibliotheek van De Jonge Sluit uw verzekering bij A. WINTERBERG, Vriendschapstraat IIb I k A A De Socialistische Maatschappij A A Het zijn de dragers en draagsters van brillen en lorgnetten uit behoefte of als luxe, het zijn zij, wier gevoelige onderdanen zich omsloten gevoelen door kalfs- of chroomleer. Het zijn zij, die in Standen-isolement hun kracht zoekende zich met opzet een spraakgebrek hebben eigengemaakt, die hunne kinderen aanspreken met ver basterde voornamen, die zich zeiven laten aanspreken als Pa en Ma, doch die uit gemakzucut hunne telgen laten opvoeden door wat ik zou willen noemen een blanke slavin, n.m. een Gouvernante oftewel Kinder juffrouw. Het zijn zij die (al of niet nuchteren) heel laat naar „kooi" gaan, en natuurlijk heel laat dezelve verlaten, die van den dag den nacht, en van den nacht den dag maken, m. a. w. het isde bezittende klasse. Het is die klasse van menschen enkelen daarvan uitgezonderd, die bijna in alles een onnatuurlijk leven leiden, die zich steken in een corset, officieel vertoon, bij wien, en door wien het natuurlijke geweld wordt aangedaan. Voor dezulken dan is het woo d Vacantie een blijde boodschap. Vermoeid, overmand, overwerkt en uitgeput, door het zinnen op, en het maken van zoete winsten uit en door hun zaken, sommigen te vroeg vergrijsd en kaalhoofdig door het praktiseeren over hun zaken en hun centjes, weer anderen voorzien van gerimpeld voot hoofd en strakke gelaatstrekkeu, als 't gevolg van kunstmatig aangewend gezagsdelirium over hen, wier weldoeners zij zich achten (doch zonder wiens arbeid) zij eenvoudig ten gronde zonden gaan, n.l. de arbeiders, afgesloofd dan weer een jaar lang door het vergrooten van hun bezittingen, reikhalzen zij dan naar het z.g.n. vacantie of reisseisoen om van hunnen arbeid eens uit te rusten in badplaatsen of boschrijke oorden. En wanneer dan het lang verbeidde oogenblik is aangebroken dat papa en mama met hun Jenni's en hun Güsjes, hun Beppie's en hun Gré's, hun Leo's en hun Mac's zullen vertrekken naar de oorden der aardsche gelukzaligheid, dan staat zoowat het geheele boeltje op „stelten." Dan worden volgeladen koffers en doozen en verdere bagage voor verder vervoer toevertrouwd aan de zorgen der dienst baren -zoowel mannelijke als vrouwelijke dan is dat zooiets van een wereldschokkende gebeurtenis, en als dan het WelEdel gezelschap vertrokken is dan is er niet één sterveling die ze mist. Wij komen nu aan een andere groep voor wien ook „Vacantie" de blijde boodschap is en dat zijnAmbte naars, Onderwijzeressen en Onderwijzers, of anders gezegd het Hoedenproletariaat. Bezitloos en zooals velen van hen op een „houtje bijtende," vermeenen zij toch ook van ander deeg ge bakken te zijn dan een gewoon sterveling. Hun cos- tuum al is het soms wat vaal hun arbeid, hun omgang met meneeren, dit alles breiigt hen er toe zich te verbeelden een krui meer te hebben dan een rechte varkensstaart. Zij zijn dan meneer, hun wederhelft is de juffrouw, of ook wel mevrouw, en buitenaf zijn ze allemaal mevrouw. Zij krijgen ook vacantie, en al gaat het dan bij velen gepaard met een zekere soort van quarantaine, zij gaan ook naar „buiten," zij maken ook hun zomerreis, zij doen ook al is het dan maar primitief met de „groote wereld" mee. Zij hebben ook hun Nelly's, Corri's, hun Tommi's en hun Bobbi's, zij hebben ook hun Chic en Officieel vertoon, ook voor hen is vacantie de blijde boodschap. En eindelijk komen wij aan die groep, aan die klasse van menschen voor wien het woord vacantie een schrikbeeld te voorschijn roept, en dat zijn de werk bijen, dat zijn de arbeiders. Dat zijn zij, die, te vroeg van school gerukt, ver stoken van voldoende opleiding alzoo voor altijd ont berende de zoo noodige ontwikkeling, om zich, met kans op succes door het leven heen te slaan. Reeds vroeg en jong gedoemd tot zware, langdurige en harde arbeid, om mee te dragen de zware lasten van het altijd maar door tekort komende arbeidersgezin waarvan zij deel uitmaken Voor hen geen luxe namen, bij hen geen aangewend spraakgebrek, maar voor, en bij hen het leven in al z'n realiteit. Werken en ploeteren is voor hen het eenige parool, want, immers daarvoor zijn zij in de wieg gelegd. Zij moeten „dienen," zij zijn de werkers, zij zijn het die als de werkbijen honing en was produceeren, en de Hommels de nietwerkers komen op hun tijd om het op te vreten. Vacantie zeker, dat krijgen zij ook in tijden van slapte en werkloosheid, en op de koop toe een leege beurs en een berooid moedeloos hoofd. Voor hen de lasten, en de lusten van 't leven voor die anderen. Miskend, achteruitgezet, vertrapt en getrapt, genégerd en geringeloo d, opzittend en pootjes gevend, en als loon daarvoor een ellendig armoêleven. Vacantie voor hen een schrikbeeld maar ook voor hun kinderen, voor hen die zij ook zoo gaarne wat „gunden", die zjj ook hun lievelingen noemen, maar die zij met den besten wil ter wereld niets kunnen geven. Vacantie, ik bedoel schoolvacantie een ramp voor zulke ouders maar ook voor hun kinderen. Het leven der arbeidersvrouw toch al zoo zwaar en neêrdrukkend, wordt voor haar in die dagen tot een ramp gemaakt, De kinderen vervelen zich, slenteren langs 's heeren wegen, zitten bij slooten en heggen, wonder boven won der als zij dien tijd er zonder ongelukken afkomen, in 't kort, voor dezulken is vacantie een straf. Want immers, zy kunnen niet zooals die andere groe pen hun kroost opzenden naar familie buiten de stad, omdat, in de meeste gevallen die familie ook al blij is „dat zij het leven hebben!" Maar wanneer dat nog zou gaan zijn er andere be zwaren en die zjjn: gebrek aan 't noodige reisgeld, on voldoende uitrusting van kleeding enz, en het slot van rekening is zij krijgen ze thuis, ze houden ze thuis en zij danken den hemel als deze voor hen rampzalige tijd weer om is. Tevredenheidpreekers en zedemeesters, wouwelaars en allen die gods water maar over gods akker laten loo- pen, gij allen die nog maar immer geloofd dat dit alles zoo behoort en moet blijven. Hoedenproletariërs en Kapitalisten, wanneer gij dit alles beziet en indenkt, knaagt er dan niets aan uw geweten Komt het dan by U. allen nooit eens op dat hier iets gedaan, iets veranderd en verbeterd moet worden, denkt gij er wel eens aan dat zij die arbeiders ook men schen zijn, wezens, ook ter wereld gekomen met men- schelijke behoeften? Denk ge daar wel eens aan Overweegt gij wel eens, dat het juist hunne arbeid is, die anderen middelen en gelegenheid verschaft om te profiteeren van dat voor hun zoo rijke leven Of vindt gij het voor die arbeiders-kinderen al meer dan voldoende, dat zij, van hun met moeite op gespaarde centen en halve centen één daagje naar Scheveningen, Oostvoorne of elders heen gaan om ze dan verder maar aan hun lot over te laten En, verneemt men soms, dat men, ten opzichte van verzwakte kinderen al genoeg gedaan heeft, door ze 4 weken naar -t Liesbosch te transporteeren. Ik beweer van neen, en welke eischen daarvoor in de plaats redelijk gesteld mogen en moeten worden, daarover een volgende" keer. X. M. de R. De repliek van „Een partijgenoot" in het vorige nummer van „De Moker" is volgens mijn meening zeer dun. Op vele zaken gaat liij in 't geheel niet in, van andere geeft hij een scheeve voorstelling. Zoo schrijft hij dat ik heb gevraagdZou B. daarom partij opnemdn voor den brugwachter. Dat is onjuist. Ik schreef: Wat nu betreft die voorkomendheid van den brugwachter tegenover B., dat laat mij vrijwel koud. Een persoon is geen partij, dat weet B. evengoed. 't Was misschien beter geweest, wanneer B. dit argument had weggelaten, want nu rijst onwillekeurig de vraagZou B. daarom partij opnemen voor den brugwachter Verder schrijft hij Zegt gij mij, dat gij u bij verkiezingen telkenmale een paar uren hebt gestationeerd bij de brug in kwestie, dan neem ik terug, wat ik een vorige maal schreef. Nu vraag ik, wordt dat nou niet een beetje belachelijk. In z'n eerste stukje zegt hij dat het voor mij niet is te bewijzen (n.l. die beschuldigingen). Ik antwoord hem Wat ik geschreven heb, kan ik door voldoende personen doen getuigen. En nu komt hij weer met bovenstaand smoesje. Ik geloof dat ik met recht schreef(de vraag is maar of B. te overtuigen is.) Het zint mij niet langer over deze zaak te schrijven. Wil B. bewijzen, ik zal ze hem leveren, mits hjj onpar tijdig is in zijn oordeel. Op zulke zotte klap ga ik echter niet in. x. De zaak is nu voldoende besproken. Wij sluiten het debat. (Red.) STJE ftft I ft G, V. P. 2 maai 5 cl. iö.iO; R. fO.iO. onder redactie van HERSI. HEIJERMANS Jr. O*"" Tijdelijk aangeboden per exemplaar voor halven prijs, fr. p. p. De 4 boekjes bij elkaar, van f2.15 voor f 0.75zoolang de voorraad strekt, uitsluitend a contant. Goedgekeurd bij Koninklijk Beslnit 10-8-,04, No. '28, Bij voegsel Ned. Staatscourant 3ü-8-'04, No. 208. Gevestigd te 's-Gravenhage. Vertegenwoordiger voor SCHIER A 91 Een boek van 176 bladzijden voor één kwartje! LAURENCE GRONLÜND, H A. bh Co., HERM. HEIJERMANS Jr. PrÖs 11-geb. 11.35 is ter perse. Zij, die het bij verschijnen direct wen- schen te ontvangen, worden verzocht het vooruit te bestellen bij H. A. WAK- KER's Boekhandel, Rotterdam, Boter sloot 52, Telefoon 2465. Gediplomeerd desk. voor Vrouwen. (Medewerkster van den N.-Malth. Bond) Spreektijd van 29 unr. Minvermogenden Woensdag en Vrijdag. Dinsdag van's mor gens 10's avonds 7 uur Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Copie wordt niet teruggegeven. Enquête over de behandeling van Politieke Misdadigers in Nederlandsche Gevangenissen, met een Bijschrift van Hebm. Heijebmans Je. en eene illustratie van H. Slijteb. Hierin zfjn opgenomen de belangwekkende antwoorden der Heeren H. J. Poutsma, I. I. Samson, P. Domela Nieuwenhuis.VL. M. Hermans, A. Cohen, W. H. Vliegen, A. van Emmenes, L. Cohen, A. Rot, G. H. Pieters, A. Goud, J. A. Fortuyn, K. Kat, Joh. J. Lodewijk, J. Teusink, P. v. d! Stad, J. P. A. ten Boekhorst, A. M. Reens, Schuurmans, B. Lansink, Chr. Cornelissen, J. K. v. d. Veer en M. v. Gelder. Prijs f 0.75. Rijksopvoedingsgestichten. Ervaringen en aanteekeningen van G. In dee Maue, met een uitvoerig Bijschrift van Heem. Heijebmans Je. Prijs f 0.50. Loon, Prijs en Winst, door Kabl Maex, vert, door J. F. Ankebsmit. Prijs f 0.40. Tooneel en Maatschappij. Uiteengez. door Heem. Heijebmans Je. Prijs f 0.50. Eet Voorwaarts-brood. bewerkt door F. W. N. Hugenholtz. Geeft een heldere uiteenzetting van het streven der socialisten. Propaganda-prijs 25 cent. Uitgave: WAKKER ROTTERDAM.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 4