Uit het Buitenland. Krukkebeentje. der sollicitatie. Tot sprekers spijt kwam echter ook op deze de bewuste naam niet voor. Mr. Jansen doet ook een duit in 't zakje. Als in sprekers handen een sollicitatie was gelegd onder zulk een voorwaarde, zou hij die niet als sollicitatie beschouwd hebben. Of de grijpvingers aan den gang zouden zijn gegaan, vernamen we niet. Dokter Ris vindt het bijzaak, waar de fout is begaan. Een nalatigheid is begaan het zal goed zijn dat de Raad het voorstel-Van Westendorp met algemeene stemmen aanneemt. (Hoe naïef!) De Voorzitter wijst er op, dat het hier niet een voordracht, maar een aanbeveling geldt. De raad is vrij om buiten deze om te benoemen. De heer Van Westendorp bestrijdt de bewering van Mr. Jansen, dat de sollicitatie voorwaardelijk was. Zij is ter hand gesteld aan den waarnemenden burgemeester en bevat geen enkele voorwaarde. Sollicitant heeft den wethouder van onderwijs in een gesprek zijn verzoek gedaan. Spr. weet wel dat de Raad buiten de aanbeveling kan benoemen, doch acht dit niet wenschelijk. Liever had hij langs meer eenvoudiger weg een oplossing gekregen, maar B. en W. wilden dien weg niet op. De voorzitter is alleen bereid op grond van het door den heer Ris aangevoerde, dat hij bij de ter visielig- gende stukken de sollicitatie-Hazelhoff niet gevonden heeft, de benoeming aan te houden. Hij doet namens B. en W. het voorstel daartoe. Door de heer van Westendorp wordt betoogd dat hij een voorstel heeft gedaan van verdere strekking, waar«- over nog geen beslissing gevallen is. Met het voorstel van den voorzitter bereikt hij zijn doel niet hier is een sollicitant in zijn rechten verkort en dat mag niet worden toegelaten. De voorzitter pruttelt nog wat tegen. Hij vraagt of de vergadering niet een mal figuur maakt met de stuk ken opnieuw aan de autoritetten te zenden, waar deze ze reeds compleet gehad hebben. Waartegen de heer van Westendorp aanvoert, dat dit de verklaring is van één ambtenaar, waartegen 5 commissieleden zeggen dat ze van de sollicitatie-Hazelhoff niets afwisten. Het voorstel van Westendorp ondersteund door de H. H Ris en de Groot, komt eindelijk in stemming. Vóór stemmen de heeren v. Westendorp, v. d. Velden, Kranen, v. d. Drift, v. d. Schalk, Dirkzwager, De Groot, Loopuyt, Lagerwey en Ris. Tegen stemmen de heeren Visser, Honnerlage Grete, v. d. Poel, Bender, Smit, Beukers en Wittkampf. We moeten tegenwoordig al niet meer vragen, waar onze liberale (f) schutterij-majoor z'n gezelschap kiest Daar bij de volgende benoeming eveneens twijfel be staat of de sollicitantenlijst wel volledig is, werd ook deze maar aangehouden. Een mooie knoei-geschiedenis 1789—1905. De vrede met Japan is gesloten. De „eer" van Rusland is gered, voor zooverre daar door officieele leugens nog iets aan te redden is, en President Roose velt oogst den dank van heel de „beschaafde" wereld voor zijn krachtige bemiddeling, waardoor het „werk des vredes en der menschelijkheid" is tot stand ge komen. In de werkelijkheid zit er nog wel iets anders achter, de liefde en de hartstocht der internationale bourgeoisie voor „vrede" en „menschelijkheid" daalt of stijgt geweldig al nadat de belangen van het dividend in 't spel komen. En dat was hier het geval. Er is achter de schermen, in 't bijzonder door Duitsch- land en Frankrijk, hard genoeg gewerkt om „den vrede te bewerkstelligen." Ach, als de geleende millioenen der Fransche en Duitsche kapitalisten in gevaar komen door Ruslands nederlagen en inwendig verval, dan is men graag bereid alles in 't werk te stellen om de autocratie voor een volledige ondergang te behoeden. En ter anderer zijde kan 't Europeesch en ook 't Amerikaansch kapitalisme 't niet dulden dat Japan een al te grooten invloed krijgt in den stillen Oceaan. De ontwaking van China, de toekomst van het geele ras in 't algemeen, is een gevaar voor het internationaal kapitalisme. De angst voor hun aan het absolutisme geleend kapitaal en de vrees voor de nieuwe machtsverhoudingen in 't Oosten, dat zijn de ware redenen, waarom de kapitalistische pers juicht over de vrede. Waarvoor hebben ze nu eigenlijk hun leven gelaten, de duizenden en duizenden Russische en Japansche proletariërs? Voor de „eer"? Of als slachtvee in handen van de Russische bureau- kratie en het Japansche kapitalisme? „Vadertje" heeft nu vrede gesloten, en de honderd duizenden manschappen komen na maanden van lijden en ontberen, nadat zij de gruwelijkste ervaringen omtrent de misdadigheid van 't absolutisme hebben opgedaan, weer terug in het „dierbare vaderland." Maar reeds in Mandschoerije is iets van den revolu tionairen geest, die in Rusland is opgestaan, tot hen gekomen. Wat zal dat ten gevolge hebben.? Nu keeren ze terugde oekase van den 19en Augustus, waarbij de Czaar een schijngrondwet instelde, sloot de eerste periode van den RussiscRen vrijheidsoorlog! Maar de instelling dezer onbeteekende Doema is eenal te doorzichtige ko medie van de autocratische kliek, en is slechts 't sein voor een hernieuwden opstand, 't is het stormlied der Revolutie. De politieke strijd der laatste maanden heeft door deze op te richten Doema een politiek middelpunt ge kregen, waarop zich alle krachten van dit reusachtige land richten kunnen. Wij meenen natuurlijk niet, dat de Doema, het nage noeg machtelooze lichaam, dat uit 430 afgevaardigden bestaan zal en te Petersburg bijeenkomt, zelf dat natio- naal-polieke centrum zal vormen. De hofkliek heeft de oprichting van dit raadgevend lichaam natuurlijk slechts toegestaan om de beweging eerst te sussen, en haar later neer te slaan. Maar in de wereldgeschiedenis laat zich niet alles vooraf berekenen. Alleen 't feit, dat de verkiezingen voor de Doema in 3/s gedeelte van Rusland onder den „staat van beleg" moe ten plaats vinden, is kenschetsend voor de verhoudingen En 't is meer gezien, dat in revolutionaire tijden instel lingen, die reaktionair samengesteld zijn, worden omge zet in een werktuig in dienst van 't geheele volk. Het kan niet ontkend worden, dat de toestand in Rusland, als de Doema bijeenkomt, een zekere overeenkomst heeft met dien in Frankrijk in 1789. Die standenvergadering was ook niet veel meer dan een raadgevend lichaam. Maar 't geheele volk stond er achter, en zoo kon zij de souvereiniteit aanvaarden. En wij denken ook nu weer aan 't trotsche woord van de Mirabeau na de opening der koninklijke zitting „Wij kunnen niet ontkennen, dat, wat wij daar gehoord heb ben, zeer schoon klinkt, als wij niet wisten, dat de ge schenken van 't despotisme zoo gevaarlijk waren In Rusland komt 't er nu maar op aan, of achter de Doema het geheele volk staat. Het is te hopen, dat het Russische volk in zijn geheel dit historisch moment, dat het de gelegenheid zal geven, zich zelf en Europa te bevrijden van het absolutisme, die voortdurende bedrei ging van vrijheid, menschelijkheid en volksgeluk, zal begrijpen en gebruiken. En 't schijnt wel te zullen gebeuren. In Polen, in de Oostzeeprovincies. vooral in Warschau, Riga, Sosnovice is de beweging opnieuw ontvlamd. Het is overal weer het proletariaat, dat door algemeene werkstaking en massa-demonstraties in de voorhoede staat in den strijd tegen autokratie en bu- reaukratie. Het zal ook de taak van het klassebe- wuste proletariaat zijn bij 't bijeenkomen der Doema, op dit lichaam een krachtigen druk uit te oefenen. De positie van 't proletariaat is niet ongunstig. Door zijn heldenstrijd der laatste jaren is 't gestegen tot een politieke macht, die door de heerschende klasse niet zonder meer kan worden afgescheept. Dit is zeker, Rusland staat in 't aanvangsstadium der revolutie, en in revolutionaire tijdsperken ontwikkelen zich de dingen soms zoo onver wacht snel, dat vaak politieke en oeconomische onge schooldheid der volksmassa's in korten tijd overwonnen worden. De Russische bourgeoisie tracht zich daartegen te verzetten, maar zij beheerscht de revolutie niet meer alleen. Het stijgend socialistisch bewustzijn brengt steeds grooter arbeidersmassa's tot het inzicht, dat de strijd niet alleen gaat tegen het absolutisme, maar tegen het kapitalisme in al zijn vormen. De Nieuwe heeft weer een aanval gehad om te hoofdartikelen. Of ie 't op dat terrein wel ooit ver brengen zal, daaraan valt werkelijk te wanhopen. Want iedere proef is een mislukking. Zoo ook weer wat nu gegeven wordt. Stoutweg pakt ie het onderwerp „Arbeiders-woningen" bij den kop. Dat moet nu eens behandeld, vindt ie, en dat het geen gekscheeren is met 'm, blijkt wel uit de driest gestelde le alinea: Het congres der arbeiderswoningen, dat dezer dagen te Luik werd geopend, vestigt de aandacht op een der misstanden, waaronder het proletariaat gedrukt gaat, n.l. op de gebrekkige huisvesting der arbeiders in de groote steden. Geen sociale kwestie is bijna van zoo algemeen belang als die van de verbetering der woningtoestanden en wel wegens den blijvenden invloed, uitgeoefend op het opkomend geslacht. Dat de volkswoningen in de groote agglo meraties wraakroepend ellendig zijn, is van alge meene bekendheid, en eene wijziging ervan moet noodzakelijk het jongere geslacht ten goede komen. Dat is nu al geen socialistische opschepperij, doch nuchtere werkelijkheid, geïllustreerd door een zeer fat soenlijk katholiek persmannetie. Uit de uitvoerige verhandeling over het onderwerp, stippen we het volgende aan Interessant is het eens een blik op het buitenland te werpen. In België maakte in dien tijd de sympathie voor den arbeider vrijwel den indruk van onschuldig, ja, platonisch karakter te bezitten, zoodat men mag verklaren, dat de groote stoot in België gekomen is van de doortastendheid van het katholieke ministerie. Vlaanderen begint eerst thans de weldaden te begrijpen van de door de wet aangeboden voor rechten. De schuld daarvan ligt in werkelijkheid aan de Vlaamsche socialisten, die steeds de leer hebben verkondigd, dat „eigendom diefstal" is, en den weinig zelfstandigen arbeider, die maar al te graag de verklaringen der socialistische leiders of misleiders als goede munt opneemt, van de officieele instelling afkeerig maakten. Wel, wel't zou toch al gek moeten loopen, als de socialisten er weer niet bijgehaald moesten worden en met verschillende zonden beladen. Die rakkers hebben ook overal de hand inOveral zie je die gure tronies om den hoek gluren tot zelfs op de eenvoudige redactiekamer van De Nieuwe toe! Het zal bijv. nog ernstig de vraag zijn, of Zaterdag, toen de bliksem bij De Nieuwe is ingeslagen, ook niet zoo'n schavuit de hand in 't spel had De Vlaamsche socialisten verkondigen de leereigen dom is diefstal, 't Kan wezen, doch ze zullen er vrede mee hebben, als elkeen de noodige levensbehoeften in eigendom bezit, waaronder óók de woning behoort. Nu gaan we smullen aan de heerlijkheden welke België bezit Op heden telt België zoowat 30.000 werklieden en subalterne ambtenaars, die zich mogen verheugen in het bezit eener kleine, doch goed ingerichte en vroolijke woning. Zeker, dat is nog niet genoeg, vooral wanneer men bedenkt dat België ongeveer twee millioen arbeiders telt, op grond van deze cijfers mag dan ook worden verklaard dat de instelling der werk manswoningen zich nog maar in de aanvangs-periode bevindt. Ofschoon we aan de juistheid van bovenstaand cijfer ernstig twijfelen, willen - we volstaan met vooral de aan dacht te vestigen op het dan volgende Er zijn in België tegenwoordig 190 vennoot schappen, welke zich ten doel stellen het bouwen van arbeiderswoningen, en de spaarbank van den Staat, vergemakkelijkt hun werking. Zij behooren tot twee typen de credietinstellingen en de bouw maatschappij. Het laatste type is niet zeer talrijk vertegenwoordigd, daar de arbeider veelal verkiest geld te leenen en daarna zelf zijne woning te laten bouwen en in te richten in overeenstemming met zijne wenschen. Het is ook voorgekomen, in België evenals in Engeland, dat openbare administratiën zich de zaak hebben aangetrokken. Bijna nergens hebben deze het doel bereiktóf het tot stand ge brachte beviel niet, óf de huurprijs overschreed de draagkracht van de beurs der arbeiders. Zooals men straks zien zal, is het artikel van De Nieuwe bedoeld als propaganda voor de Schiedamsche Volkshuisvesting-vereeniging. die schrik niet juist behoort tot het „type" dat zelfs in België niet zeer talrijk is vertegenwoordigd Het vervolg-artikel vangt aan met de bespreking van het woning- in verband met het alcohol-vraagstuk. De Nieuwe zegt er dit van Het vraagstuk van de verbetering der woning toestanden verdient in de hoogste mate onze aan dacht, en wel wegens den samenhang van de ar beiderswoning met den maatschappelijken geesel van het alcoholisme. Van de woning immers hangt het af, of de familiebanden los dan wel vast zullen zijn. Het is ondenkbaar, dat de arbeider, na een langen en afmattenden werkdag, genoegen zou vin den in een ongezond, slecht verlicht, kwalijk riekend woonvertrek. Bijna onvermijdelijk moet hij, onder zulke omstandigheden, zich aangetrokken voelen tot de kroeg, waar hij, benevens vroolijk gezelschap, steeds meer ruimte en beter licht vindt. Zal de arbeider voor het familieleven niet ver loren gaan, zoo is het noodig, hem een aantrekke lijk „home" te verschaffen, ja, hem den weg te wijzen en te helpen, opdat hij eigenaar kan worden van zijn woning. Niettegenstaande al het kwaad, door de socialisten gezegd van den eigendom, ver heft de eigendom den mensch in waardigheid, hij verhoogt zijn zedelijk gevoel en brengt hem vaak tot orde en bezorgdheid voor de toekomst. Het vraagstuk der arbeiderswoningen is dan ook overal aan de orde, en zijn gewicht wordt tegenwoordig ingezien door openbare besturen en menschen- vrienden. Die mooie theorie over verheffing van den mensch door den eigendom, kan in 't bizonder door de katho lieken wel iets meer in praktijk worden gebracht. Groote woorden zijn wel mooi, doch hebben op zichzelf generlei waarde. Want de Nieuwe heeft er nog nimmer bij ons weten bezwaar tegen gemaakt, dat slechts weinige per sonen steeds trachten op alle manieren zichzelf te ver rijken, ten koste van het weinige bezit der massa. Op zulke „kleinigheden" let de Nieuwe nu ook niet zoo precies In het ideale Belgische rijk was de toestand echter nog als volgt De Brusselsche professor Denis, heeft bevonden dat, van de 100 gezinnen, 49 een enkel vertrek bewonen, kamer, kelder of afdakje. Naar de telling; gemaakt in 1890 door het „Comité de Patronage," waren er te Brussel 4601 huizen bewoond door 19.284 gezinnen, en ruim een derde gedeelte onder deze het juiste cijfer was 6975 waren gehuis vest in een enkel vertrek; 2186 bewoonden een zolderkamertje en 200 een kelder. Dit zou men kunnen noemen de magere vrucht der door De Nieuwe vergode filantropie. Dat deze nog een achtergrondje heeft blijkt uit hetgeen onze hoofdartikelaar dan meesmuilt. De maatschappijen tot het bouwen van arbeiders woningen verrichten dan ook goed werk in menigerlei opzicht. Dit blijkt nog daarenboven geen slechte geldbelegging" te zijn, want de meeste dezer maat schappijen betalen hunne aandeelhouders een dividend uit van 4 tot 5 peraent. Eene vrij veilige geldbe legging tevensimmers, de arbeider is een goed betaler. De „Société des Logements économiques" te Lyon, die 7350 personen huisvesting verschaft, had in 1890 niet meer dan 275 franks verlies op een totaal huurcijfer van bij de 370.000 francs. In Engeland heeft men op dit gebied de groot ste activiteit aan den dag gelegddaar bestaan reeds 3583 maatschappijen tot het bouwen van arbeiders woningen, en hunne ontvangsten beloopen het kolossale cijfer van 6 milliard. Dat wil dus zeggenziet, heeren kapitalisten, hier is een mooi terrein om uw goed hart met den arbeider te toonen en nog^ een aardig en zoet winstje in den zak te steken! En dan tot slot het volgende Hier ter stede, waar nog talrijke krotten zijn, en nijpend gebrek is aan goede arbeiderswoningen, ligt

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 2