ZANG-
De Utrechtsche reis.
De Schiedarasche brandweer
Ditjes en Datjes.
vereeniging „Excelsior''. Repetitie
's Maandagsavonds in „Constantia".
Contributie 7 ets. per week.
Mannen en vrouwen sluit U aan
Voor de vrouwen.
richting slappen te doen bij de regeering. Geijverd zal
worden voor eenen acht-urigen arbeidsdag.
Verder werden verschillende voorstellen aangenomen
tot wijziging en verbetering van den loonstandaard, de
uitkeering bij ziekte, den pensioenleeftijd en het nieuwe
Werkliedenreglement, dat, hoe nieuw ook, allerminst
aan de wenschen der betrokkenen bleek te voldoen.
Men drong met name aan op instelling van een scheids
gerecht, zooals men dat reeds in verschillende gemeen
ten voor de gemeentewerklieden kent, wijl de nieuw
ingevoerde „werklieden-vertegenwoordiging" slechts
adviseerend mag optredeu. Men behandelde er verder
huishoudelijke zaken.
Ten slotte weer een verzoek nit Dnitschland om on
derkruipers te weren
Er is een uitsluiting gaande in de bouwvakken te
Bremershaven. De oorzaak is een staking der bonw-
meubelmakers, die hun loon wilden verhoogd zien, met
Januari met drie pfenning en met April met één pfenning.
Trots de overeenkomst, welke de patroonsorganisatie
met de metselaars en de opperlieden tot 1908 heeft
aangegaan, en die haar verbiedt om metselaars en
opperlieden in een strijd te betrekken, gaat zij daar
toch toe over om dezen te dwingen hun invloed aan
te wenden tot beëindiging der staking van de bouw-
meubelmakers. Dit werd natuurlijk geweigerd de pa
troons zullen er toe overgaan het geheele bouwbedrijf
stil te zetten.
Men zij dus gewaarschuwd om op eenig aanbod van
Duitsche ronselaars niet in te gaan
Het druppelde, terwijl we naar de booten gingen.
Grauw was de hemel; bewolkt, zoover den blik
waarnam. Maar 't schrok niet af in groepen, in
massa's kwamen ze aan, onze meeting-gangers.
Daar kwamen de booten in 't gezicht, reeds met
enkele vlaggen en vaandels versierd. De onze gingen
d'r bijofte bekende, de rooie lap onzer afdeeling, en
't vaandel van de wakkere Brandersknechts-organisatie,
missen nooit. Rijk zijn wij aan vaandels; daarom deed
't goed an, 'n nieuweling d'r bij te zien. De tyoo's
hebben er een aangeschaft; een door eenvoud uitmun
tend, smaakvol uitgevierd vaandel.
De booten waren (vooral Ylaardingen IV) propvol.
Was 't dus hier en daar wat bekrompen, 't was een
gezellige drukte.
Voort gleden we over 't water. De muzikanten
gaven 'm tuil speed „Excelsior" wisselde af en op
gewekt zetten allen mee in, wanneer tot een bekend
lied het sein werd gegeven.
De motregen was Dng reeds opgehouden; blauw
deinde de lucht in 't verre en weldra spiegelden de
eerste zonnestralen in den helderen stroom.
Aan de wal zoo nu en dan troepjes toeschouwers,
die de „sociale" booten durfden komen zien. En tot
hun verbazing misschien te aanschouwen kregen, dat
die wereldbernchte boosdoeners warempel een zeer ge-
zelligen boottocht organiseeren kunnen. Slechts bij het
teruggaan hadden we in Vreeswijk eenige last van die
nieuwsgierigen, daar wilden men de socialen verdelgen
van den aardbodem door eenige kluiten aarde naar de
boot te werpen. Een zeer onschuldig vermaak.
Te ruim 1'2 uur stapten we te Utrecht aan wal en
trokken met onzen respectabelen troep naar het meeting
terrein. Daar waren we in de massa verloren.
Inplaats van te 5 uur voeren we eerst te half zeven
weder af. Want natuurlijk moesten we den optocht
mede maken, waarvoor nog al tijd gevorderd werd..
't Was een leuk gezicht, de a giorno verlichte booten
over 't water te zien glijden, met z'n levendige bevol
king aan boord. Nog even frisch als 's morgens klonk
de muziek en zang nog even opgewekt was de
stemming. Maar we waren natuurlijk nog lang niet
in Schiedam.
Toen we ergens even stil lagen, kroop er een matroos
door de kijkers aan wal en toen ie ons kon aanroepen,
moest ie gauw even vragen „of 'r veel waren, met
zoo'n pakje aan als hij." Natuurlijk werd z'n nieuws
gierigheid met de grootste bereidwilligheid bevredigd.
Van lieverlede deed het late uur zich gelden, en
ofschoon de goede stemming geen oogenblik verloren
ging, is 't niet dan natuurlijk, dat we weer met ge
paste blijdschap te twaalf uur den voet hier weer aan
wal zetten.
En huiswaarts togen met de herinnering aan een
zeer genoegelijken dag.
Over de toeren, die onze brandweer bij den brand
der leerlooierij van de firma Lutterbach vertoonde,
maakte de Nieuwe enkele opmerkingen, die niet nieuw
zijn, die De Moker reeds herhaaldelijk heeft geopperd,
doch nu van die zjjde bevestigd werden.
We gaan dus winnen, al zal het nog wel een poosje
duren eer we ook de zwijgmethode van onze deftig-
liberale Schied. Cour. overwonnen hebben. Die durft
zulke dingen niet aan te voeren.
De Nieuwe babbelde langs d'r neus weg
Bij branden kan men in Schiedam altijd uitste
kend de talrijke gebreken zien, waaraan verschil
lende takken van gemeentedienst mank gaan.
Allereerst viel wederom de aandacht de slechte
organisatie van de brandweer, want ruim een
kwartier na het uitbreken van den brand
werd voor het eerst water gegeven. Dit is in
den tegenwoordigen tijd voor een stad als Schie
dam veel te laat. Verder ontbrak ook thans
weer krachtig bluschmateriaal. Wanneer zal men
toch eens uitvoering geven aan het Raadsbesluit
van Nov. 1904?
Voorts kwam men op het terrein met een paar
gewone laddertjes, terwijl de gemeente op het
oogenblik in het bezit is van een fonkelnieuwe
machinalê ladder.
Men mag van geluk spreken, dat er vannacht
geen krachtig- r wind was, anders zouden er zeker
grootere onheilen zjju gebeurd.
Beseffen de autoriteiten wel wat het zeggen wil
dat op hen de verantwoording rust der ongeluk
ken, die het gevolg knnnen zijn van den onvol
doenden staat waarin Schiedamsch's bluschmateriaal
verkeert
Ook heeft men gisteren het ongerief ondervon
den, dat de bestrating aan de Konjjnenbuurt voor-
voertuigen oplevert. Reeds dadelijk ondervond
men dat, toen spuit no. 1 aanruikte. De spuit
raakte door den slechten toestend van den weg
defect en kwam daardoor dus later op het ter
rein van den brand als anders het geval zou zijn
geweest.
De „Mentorarriveerde over eenen.
Zou niet een onzer raadsleden zich eens geroepen
gevoelen te informeeren, of de stoombrandspnit komt,
ja of neen Of worden hier de raadsbesluiten maar niet
uitgevoerd? Men heeft toch reeds tijd genoeg gehad.
Job. Met betamelijke belangstelling namen we
wederom kennis van 's heeren Schellevis' plannen be
treffende den door hem uit te vinden Koninginnedag.
Hij meldt in de Sch. Crt. van den 17en.
Op het ingezonden stukje, of wij in Schiedam in
het vervolg ook onzen Koninginnedag zullen vieren,
ontving ik reeds eenige naamk-.artjes, en toezegging
tot geredelijke hulp.
Het voornemen isDoor onderlinge bespreking
deze zaak in orde te brengen.
Hoe wij dien dag feest zullen vieren, moet, naar
mijn bescheiden meening, beslist worden in een ge
meenschappelijke vergadering, zooals is geschied in
1897, inzake het kroningsfeest door het Broers-
veld-comité.
Allen, die genegen zijn mede te werken om deze
zaak tot verwezenlijking te brengen, worden nog
maals nitgenoodigd mij hiervan kennis te geven.
't Geldt thans alle ingezetenen onzer goede stad;
en daarom vroeg ik aan de geachte Redactie van
de Schiedamsche Couranthelp mij.
Mijn oprechten dank voor deze welwillendheid,
en ook reeds bij voorbaat mijn dank voor het plaat
sen dezer regelen.
J. SCHELLEVIS.
Leuk, hè? Tóch nog geen kaartjes genoeg. Hallo,
wie heeft 'r nog een voor 't goêi doel over
Als het dé goedkeuring van den uitvinder wegdraagt,
wil ook De Moker zich belasten met het in ontvangst
nemen van visitekaartjes, ook zonder dat het klagende
„help mij" tot ons wordt gericht.
Visitekaartjes asjeblieft
Jonge liberalen. De Schied. Crt. meldde, dat
de vrijzinnige propagandaclub alhier besloten heeft, de
garde der jonge liberalen te versterken, zoodat van
haar in de toekomst nog meer kracht zal kunnen uit
gaan, dan dit bü de plaats gehad hebbende verkiezin
gen reeds het gev»l is geweest.
Op welke wijze, door welke middelen dit geschiedt,
stellen we ons voor in ons volgend nommer duidelijk
te maken.
Brntaal. In de Nieuwe van 16 Sept. komt een
hoofdartikel voor, getiteldDreigende Belastingverho
ging, waarin zulke enormiteiten worden verkocht, dat
we de verzoeking niet kunnen weerstaan de brutaliteit
van zulke schrijverij eens onder handen te nemen.
Plaatsgebrek laat het ons voor dit no. niet toe
volgende week dus. Wat in 't vat ligt, verzuurt niet.
Rrrrrrtrrrrrrt
Wie daar
Juffrouw Klapekster. Bent uwes de meneer van de
krant? Op de buurt wordt veel gesproken over de
sociale booten van 'n Zondag. Weet u 't al Ze benne
allemaal in de lorem geweest. En ze hebben gevochten
ook. Echte sosjalenEn toen wouen ze de boot niet
betalen en daarom kwamen ze pas om 12 uur 's nachts
terug. En omdat ze zoo vet waren zijn ze met sleepers
wagens naar huis gebracht. En ze hebben allemaal 'n
perces-verbaal. Al de buurvrouwen hier zijn blij, dat ze
niet mee benne gegaan.
Ik ook ikke.
Wil uwes 't in de krant zetten
Rrrrrrtrrrrrt
Moeders, leert uw kinderen denkeneenvoudig, natuur
lijk, gewoon weg nadenken en ge hebt hen het begin
van het socialisme geleerd, zonder dat ge over eenige
grondbeginselen met jonge kinderen hoeft te spreken.
Hoe leeren wii onze kinder-n denken?
De natuur zelve wijst ons den weg. Luisteren wij
naar haar. Zij legt de schoonste aanleg in het kinder-
zie tje en het is niet hare schuld dat deze zoo jammer
lijk gauw verknoeid en bedorven wordt. Ziet toch,
moeders, hoe heerlijk mooi de ontwikkeling van het
denkvermogen is bij het jonge kind. Het ontluikend
begrip is als de rozenknop die zich opent voor het
zonnelicht, gaaf en smetteloos, teer en rein. Ieder, die
een kind in de eerste levensjaren opmerkzaam gadeslaat,
moet verbaasd staan over zijn lust om waar te nemen,
te begrijpen, na te denken. Hij redeneert' op zijn kin
derlijke manier, onverbiddelijk juist; ga e>-ns na hoe
precies hij op de beteekenis der kleinste woordjes let,
met welk een vurige lust hij bezield is om de dingen
om hem heen te leeren kennen. En zie nu eens hoe
vaak het t egrip van het kind op een dwaalspoor wordt
gebracht; hoe zo geloos men omgaat met de teere
bloemblaadjes, hoe ze gehavend worden soms vóór ze
nog geheel zijn ontplooid
Wij zondigen vreeselijk tegenover het kleine kind.
Het wordt zoo vaak beschouwd als een stuk speelgoed,
als iets waarmee we ons amuseeren zonder «te letten
op hetgeen het gelukkig of ongelukkig kan maken. Die
lust tot weten, tot begrijpen van het kind moest men
met alle macht trachten vast te houden en op den
goeden weg te leiden. Een kind moet niet weggeduwd
worden als het wat vraagt. Men moet het de mueite
waard vinden om hem een goed antwoord te geven.
Maar wat gebeurt zoo dikwijls? Geheel te goeder trouw
en alleen voor de aardigheid, bedriegt men het kind,
schokt daardoor zijn vertrouwen niet alleen, maar brengt
het zuivere willen begrijpen in de war als of men in
een streng garen moedwillig knoopen ging maken.
Een driejarig jongetje had een klein zusje gekregen,
men had hem wijs gemaakt dat de dokter het kindje
gebracht had. De waarheid, dat het kind van de
moeder komt, wat hij veel natuurlijker zou vinden,
vooral als men hem er op wees dit de jonge vogels
uit de vogeleieren komen, dat iedere bloem haar eigen
zaad geeft, de waarheid zou men niet gaarne vertellen.
Inplaats nu te zeggen: „waar het zusje vandaan komt,
zal ik je vertellen als je groot bent," had men een
leugen verzonnen. „De dokter heeft het gebracht, de
dokter kan het weer terug nemen," zoo red neerde
nu het kind eu daarom schrok hij telkens als hjj de
dokter zag binnen komen. De moeder vertdde die
aardigheid lachend in het bijzjjn van het kind dat haar
met groote, vragende oogen aanzag.
Hij begreep niets van de heele geschiedenis. Waarom
lachte men nu? en een nevel kwam over de hel
derheid van zijn gedachten.
Zoo slaagt men er in het kind al zoo vroeg mogelijk
te gewennen, om er zich in te. schikken als het iets
niet begrijpt. "Men praat onzin tegen het kind of be
driegt het telkens. Het beste middel om het ontwa
kend begrip van het kind in de natuurlijke richting te
leiden is om het gepaste bezigheid te verschaffen.
De mensch heeft van nature behoefte aan arbeid.
Iemand op te sluiten zonder hem iets te doen te geven,
behoort tot de meest verfijnde straffen, die we ons
voor kunnen stellen De arbeid waar wij ons in deze
maatschappij tegen verzetten is de arbeid die te zwaar,
te langdurig is, die onder slechte omstandigheden plaats
heeft en het is juist de bedoeling van het socialisme
om den arbeid zoo te regelen dat hij dienstbaar ge
maakt wordt aan het geluk van de menschen.
Bij het kind is de behoefte aan arbeid reeds levendig.
Het bevredigt die in zijn spel en het is de taak van
de opvoedster om aan dat snel een verstandige leiding
te geven.
Er bestaat een boekje van mevrouw Elise van Calear;
de titel is: „Maakt de kinderen gelukkig." Dit boekje
moest ook in arbeiders-bibliotheken verkrijgbaar zijn,
opdat alle jonge moeders het eens konden lezen en er