No. 31. ZATERDAG 30 SEPTEMBER 1905 5e Jaargang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij. Bureau van Redactie en Administratie: A. WINTERBERG, Oosterstraat 70. Stukken yoor 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie, zijn. De „Nieuwe" over de Inkomsten belasting. De Moderne Arbeidersbeweging. Baas Visser en rechtvaardigheid. ABONNEMENTSPRIJS: frlncontperrportar30alcent j hij ^uitletalmg. Losse nummers 2 cent. ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Zooals we in ons vorig no. reeds vermeldden, heeft de „Nieuwe" ons geldend belasting-stelsel aan eene be schouwing onderworpen, welke van die zijde vooral ons zóó zonderling voorkomt, dat we met verbazing ervan kennis namen. „Je moet maar durven," dachten we, toen we het stuk, onze oogen niet vertrouwende, ook nog een tweede maal hadden doorlezen. „Dreigende Belasting-verhooging" heet 't, en daartegen wordt te velde getrokken. Met welk reóht Ook dit jaar hebben onze belasting schuldigen hun aanslag weer verhoogd gezien. Aan wien hebben ze het' te danken Wie hebben de meerderheid in het Dagelijksch Bestuur? Twee van de drie wethou ders zijn katholiek. Wie hebben de meerderheid in den Raad? De liberalen tellen 9 man; 12 zetels bezettende kerkdijken, terwijl de katholieken den toon aangeven. Ieder weet, dat heel ons gemeentelijk bestuur staat onder den direkten invloed der katholieken en als men dan in hün orgaan protesten vindt, (hieronder geïllustreerd) zoogenaamd tegen het huidige financiëele beheer, dan heeft men toch wel heel veel recht om aan moedwillig bedrog te denken. In eerste aanleg schijnt zij bedoeld te zijn als een verontschuldiging voor de misslagen bij 't behandelen der begrooting, door den nieuwen wethouder van financiën, de heer Lagerwey, te begaan. Het artikel wordt aldus ingeluid De begrooting van inkomsten en uitgaven dezer gemeente, zooals zij door B. en W. den Raad is aangeboden, biedt geen verkwikkelijk beeld van den financiëelen toestand dezer gemeente. Zij geeft bij hare verdere behandeling bovendien het eigenaardig bezwaar, dat zij verklaard en toegelicht moet wor den door een wethouder, die haar niet heeft ont worpen. Onder deze omstandigheden zal zeker het begrootingswerk te meer alle toewijding en aan dacht van de Raadsleden vragen. Dan volgt een praatje over de opdrijving der belas tingen. Voorgesteld wordt de opcenten op de personeele belasting te verdubbelentevens omden hoofdelijken omslag zóó te verhoogen, dat het provenu van f 88.000 tot f 107.000 wordt opgevoerd. Om tot die verhooging te geraken, zal moeten voorafgaan eene wijziging van art. 2 der verordening, volgens welke thans die belasting tot geen hooger bedrag dan f 100.000 kan worden ge heven. En dan durft de Nieuwe zeggen Jaren lang hebben wij gestreden tegen de hatelijke Inkomstenbelastingdie in theorie een schijn van recht vertoont, maar in de praktijk de meest on billijke belasting blijkt, die men zich denken kan. We hadden gehoopt onder een vorig wethoudend regime van die onbillijke belasting verlost te worden die hoop is, om welke redenen dan ook, niet ver wezenlijkt hopen wij, dat de omstandigheden onder de nieuwe aera gunstiger zullen zijn en wij eindelijk eens van dat misproduct zullen afkomen. Zietdaaar, héél wat groote woorden. Maar de daden Mogen wij De Nieuwe eens vragen, op welke wijze zij „jaren lang gestreden" heeft tegen onze hatelijke Inkom sten-belasting Wie, die ons in al de jaargangen van De Nieuwe één blijk van verzet er tegen toonen kan Is het niet grenzeloos brutaal, na een eeuwig-durend berusten, thans, nu er wellicht achter de schermen een verandering bekend is, op z'n poot te gaan spelen en dan hardop te zeggen, dat men dit altijd gedaan heeft? Men moet wel een groot vertrouwen hebben in stomme sufferigheid van z'n lezers, om zóóiets aan te durven „We hadden gehoopt onder een vorig wethoudend regime van die onbillijke belasting verlost te worden," zegt De Nieuwe. Een fraaie hoop 1 Aan wie hebben we dan dat „hate lijke," „onbillijke" „misproduct" (stï][-Nieuwe) te danken Wij cursiveeren. Red. Moker. Zeker, het ontwerp vond z'n oorsprong bij de heeren de Groot, den Breems en Maas. Maar wie hebben het onbillijke, het hatelijke van het ontwerp dier heeren zóódanig opgevoerd, dat het ten volle een misproduct geworden is Heeft niet juist Mr. Jansen de onbillijkheid ervan ten top gevoerd met z'n eigenaardige klasse-ver deeling en aanslag naar midden-cijfer, wat naar alle zijden onbillijk is? En tóch durfde De Nieuwe onder vorig wethoudend regime hopen van die onbillijkheid verlost te worden. Wat een onbenullige kletspraat! Het artikel betoogt verder, dat er bezuinigd moet worden. Dat is zeker verstandig gezegd. Maar de ver nuftige redactie van De Nieuwe geeft geen goeden raad, zonder de middelen tevens aan de hand te doen, om ze uit te voeren. De wegen tot bezuiniging aangegeven, zijn velen. Ze zijn niet allen even slecht gekozen. Maar het piete peuterige komt toch ook hier weer kranig voor den dag in de volgende wenk Richte de Raad allereerst het mes op zich zelf. Schaffe hij dat ingevoerde presentiegeld af, 't welk het eereambt van Raadslid verlaagt tot een bezol digde betrekking en snoeie hij verder met vaardige hand. Dat presentiegeld is wel de moeite waard om als bezuiniging dienst te doen! Maar het addertje-onder 't gras zit natuurlijk hierin, den arbeiders af te schrikken zich tot raadslid te doen verkiezen, waar eventueel te lijden schade hen niet wordt vergoed. Ook dit behoort tot de echt ouwerwetsch-dunne n i e u we-kost. Ingezonden De bourgeoisie heeft door een lange reeks van revo luties zich den weg gebaand tot de heerschappij in maatschappij en staat. Zij heeft den strijd tegen de alleenheerschappij der vorsten tot in al de uiterste kon- sekwenties zegenrijk gevoerd, en zich naast de leiding der productie ook die van den politieken staat weten te veroveren. Die zegenpraal over de geheele linie heeft evenwel zéér buitengewone gevolgen gehad. De bourgeoisie heeft door de volle ontplooing harer maatschappelijke krachten door middel van de grootproductie het proletariaat op groote schaal voortgebracht; zij heeft dit tot de voor waarde van haar eigen stelsel gemaakt. Was reeds, zoolang er maatschappelijke productie bestond, deze niet mogelijk zonder een categorie van menschen die arbeiden en een zeker kwantum van hunnen arbeid aan de maatschappij hadden af te staan, de moderne kapi talistische productiewijze is veel verder moeten gaan; zij moest een bepaalde klasse van menschen scheppen, die arbeiden om loon, niet voor zich zelf en hun gezin, maar ook om de groei van het kapitalisme zelf mogelijk te maken. Gedurende een lange periode onder het kapitalisme had de loonarbeider, als gezel bij een patroon werkzaam, dikwerf een kommervol bestaan, maar toch altijd nog een gegrond uitzicht om eens zelf patroon te worden, en op zijn beurt dus de exploitant van anderer arbeids kracht. Het kapitalisme in de groote nijverheid echter heeft de scheidingslijn tusschen de arbeidsmiddelen en den menschelijken arbeid zoo doorgetrokken, dat die arbeids middelen het alleen-bezit van een klasse van kapitaal krachtigen geworden zijn. Zijn produktiewijze, alles zoo snel en in zoo groote hoeveelheid als maar mogelijk is en tevens goedkoop voort te brengen, was de groote, dure machines met stoom ten grondslag, die niet alleen de koopkracht van den kleinen voortbrenger te boven gingen, maar de gelegenheid benamen om op de markten mede te dingen, te kunnen concurreeren. Deze voorname oorzaken hebben er toe meegewerkt de kans van den arbeider om eenmaal zelf baas te worden, vooral voor het terrein waarop de groot-industrie heerschende is, geheel en al te doen verdwijnen. De arbeider werd daardoor de loonslaaf, die niet alleen om loon werken moet, maar die, behoorende tot een gansche klasse van loonarbeiders in gelijke positie, tevens een bepaald soort van menschen ging voortbrengen, gedoemd om te werken voor anderen van de wieg tot het graf. Door de monopolisatie van het gansche bedrijfsleven eenerzijds, en de knechting van de loonarbeidersklasse anderzijds, kreeg nu het kapitaal hoe langer hoe meer het aanzien van een maatschappelijke machthet werden hoe langer hoe minder de personenmaar des te meer het kapitaal, dat de groote macht in de samenleving beteekende. De bourgeoisie maakte, zoodra zij meesteresse van den staat geworden was, natuurlijk van hare macht gebruik, op de meest praktische manier. Hierdoor werd het besef der arbeiders, dat ook op politiek terrein de bourgeoisie hun vijand was en daar bestreden moest worden, telkens meer en meer gesterkt. Uit dat groeiend bewustzijn is de moderne arbeidersbeweging geboren. De Internationale van 1864 was de geboorte van de moderne, practische arbeidersbeweging, aan wier spits de sociaal-democratie bestemd was te marcheeren. De sociaal-democratie is de uitdrukking van het wezen van den klassenstrijd, de bewustwording van de arbei dersklasse, die in de kapitalistische productiewijze niet de laatste fase ziet van de maatschappelijke ontwikke- ling, maar wel van het laatste statium der huidige klasse heerschappij. Die in de ellende van het kapitalisme niet ziet de ellende van het algemeen, die niet uit te roeien is, maar het gevolg van het kapitalistisch systeem, het welk die ellende schiep om er zijn eigen groei en bloei op te kunnen bouwen. De sociaal-democratie leerde den arbeiders niet alleen het woord „organisatie" kennen, maar toonde haar, dat de daad meer is dan het woord, en dat het vormen van een organisatie van arbeiders, ten doel hebbend den practischen strijd, minstens evenveel waard is dan een berekening hoe of een toekomstige maatschappij er wel uit zal zien. Tevens leerde zij dat, dat de opbouw van arbeiders-organisatie ook een gedeeltelijke afbraak is van den burgerlijken kapitalistischen staat, haar ingroeien moet deze ontwrichten; en toonde zij dus de waarde van vakvereeniging als strijdlichamen tegen de econo mische uitbuiting. Zij leerde den arbeiders dat de staat is het instrument der bezittende klasse, en geenszins een leeg begrip dat boven de menschen zou zweven. Door de sociaal-democratie is de moderne arbeiders beweging, eerst een werkelijk feit geworden. Zij heeft dit resultaat bereikt, het massale en sociale karakter van het proletariaat zelf te nemen tot het uitgangs punt van hare gansche beweging. Deze beweging te steunen met alle beschikbare krachten moet het doel zijn van ieder, die het levensrecht der massa stelt boven de domme kracht van het geld. Toen we onlangs meldden, dat aan onzè staal zekere Alblas zou ontslagen worden, onbillijkomdat zekere Van Dijk, die veel korter in dienst was, niet ontslagen werd, hebben we, zooals van ouds, vele aanmerkingen gehoord over slechtheid, lichtzinnigheid, enz. enz., welke De Moker alzoo kenmerkt. Want Alblas was immers niet ontslagen Neen, maar hij had de aanzegging tot ontslag. En nu De Moker er z'n neus had tusschen gestoken, scheen baas - Visser te aarzelen wat te doen. Men poogde Alblas in staat van beschuldiging te stellen, De Moker te hebben ingelicht, welke vlieger echter niet opging. Dit was ook geenszins het geval. Toen heeft men een paar weken voorbij laten gaan, om de wind te laten overwaaien en nu zijn Zaterdag j.l. twee menschen, Alblas en Gordijn op straat gezet, terwijl Van Dijk het laatst in dienst gekomenblijjt Ziedaar een kras staaltje van durf, welke men in baas Visser, den vromen man, den trouwen kerkganger niet had

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1905 | | pagina 1