Nó. 37.
ZATERDAG 11 NOVEMBER 1905
5e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Bureau van .Redactie en Administratie:
A. WINTERBERG, Oosterstraat 54.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Politieke warhoolderij.
Gemeentelijk wanbeheer.
Uit het Buitenland.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal
franco per post 30 cent
Losse nummers 2 cent.
bij vooruitbetaling.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij* abonnement belangrijke korting.
Naar aanleiding van de klacht, door den heer de
Groot in de laatste raadszitting geuit, dat er bij ver
kiezingen te veel gevraagd wordt naar de politieke
lichting en minder naar bekwaamheid der candidaten,
heeft een inzender in de Schied. Cour. enkele vragen
aan den heer de Groot gesteld, welke door dezen zijn
beantwoord en die wij hier kortelings laten volgen
Vraag 1. Hebt ge in de Kiesvereniging Schiedam,
waarin ge het invloedrijkste lid zijt, steeds met alle
macht op dit zelfde aanbeeld geslagen
Antw. Inderdaad heb ik daarop voortdurend gewezen.
(Tusschen twee haakjes Deze vraag is het antwoord
waard. Een politieke vereeniging is wel de best
nitgezochtste plaats om zulk een denkbeeld te propa
geer en
Vraag 2. Zoo ja, hoe komt het dan, dat gij deze
gelegenheid, m i. een ongepaste, hebt aangegrepen om
bovenstaande opmerking van uw hart te wentelen
Antw. Die vraag is onduidelijk. Is de bedoeling
als ge er reeds in „Schiedam" op gewezen hebt, was
het onnoodig het in den Raad te doen Zoo ja, dan
antwoord ik in Schiedam komen niet de kiezers, doch
slechts die eener bepaalde partij en de opmerking was
voor kiezers bestemdverderde opmerking gold ook
de keuze van wethouders en behoorde dus thuis in den
Raad.
Vraag 3. Hebt ge bij de laatste Gemeenteraads
verkiezing in de Kiesvereeniging „Schiedam" uw best
gedaan voor de candidatuur-Honnerlage Grete
Antw. Neenik heb 't standpunt ingenomende
heer Honnerlage Grete behoorde uit erkenning zijner
groote verdiensten ook onze candidaat te zijn, indien
hij een onbetrouwbaar wethouder niet de hand boven
het hoofd had gehouden. Die fout scheen mij onver
geeflijk. Op 5 Sept. is zij blijkbaar door den heer H. G.
hersteld, waarna ik met onverdeeld genoegen hem tot
wethouder heb helpen benoemen.
Vraag 4. Zijt gij het niet, die naast de politiek nog
een anderen factor dan kennis, bekwaamheid en door
zettingsvermogen bjj de Gemeenteraadsverkiezingen op
den voorgrond hebt geschoven Ik denk aan uw gesol
mot een vrijzinnig-democratisch werkmanscandidaat.
Antw. Ja. Opgemerkt zij, dat ik eerlijkheid, kennis
enz. niet als eenigen eisch heb gesteld. Andere factoren
mogen en moeten meetellen. Maar X zal toch niet
willen zeggen, dat die eerste eigenschappen nooit bij
werklieden gevonden worden Mij dunkt, vraag 4 heeft
heelemaal geen zin.
Vraag 5. Werkt.et gij voor twee jaar niet mee om
den heer Van der Schalk te laten vallen, niettegenstaande
gij moest verklaren, dat hij in den Raad nog al was
meegevallen
Antw. De heer v. d. Schalk is 26 Juni 1903 door
„Schiedam" met algemeene stemmen candidaat gesteld,
onder voorwaarde, dat „Algemeen Belang" wederkeerig
onzen partijgenoot Bakkes zou stellendit laatste
geschiedde niet, en toen werd door Schiedam een can
didaat gesteld, die in eerlijkheid enz. niet de mindere
was en tevens partijgenoot.
Bij de herstemming werd besloten, ook met mijn
stem, den heer v. d. S. te steunen.
Hiermede is het vraag-en-antwoord-spel ten einde,
en dan geeft de heer de Groot nog het volgend aan
hangsel
Mag ik X er aan herinneren, dat ik indertijd,
toen de Raad geen Katholieken telde, heb aange
drongen op het deelnemen hunnerzijds aan het
gemeentebestuur; dat ik heb medegewerkt aan de
keuze van een katholieken rector en een katho
lieken directeur vau gemeentewerkendat in
omgekeerden zin genoopt om ongeschikte per
sonen uit het gemeentebestuur en -beheer te helpen
verwijderen, dit onaangename werk in 3 der 4
gevallen vrijzinnigen gold (namen noemen zal X mij
besparen, men schopt geen stervende leeuw)dat ik
in „Schiedam Vooruit," in de Coöp. Bakkerij, in
Volkshuisvesting steeds heb aangedrongen op ver
scheidenheid van richting in het bestuur èn om die
verscheidenheid zelf èn om de keuze van eerlijke
en bekwame menschen niet te beperken door uit
sluiting van sommige richtingen, een aandrang, die
tot z\jn recht is gekomen en door voorbeeldige
samenwerking is gevolgd.
Thans zou het kennen van X. geen nut hebben,
maar Dat hij, zoodra er weder een raadsverkiezing
op til is, zich bekend maken om met de velen, die
denken als hij en ik, gezamenlijk het bij uitstek
vruchtbare denkbeeld samenwerking in plaats van
strijd, in toepassing te brengen tot heil onzer stad.
Het moet ons toch van 't hart, dat naar onze be
scheiden meening de heer de Groot de „politieke kwestie"
wat al te gemakkelijk poogt op te lossen.
Het is wel aardig om nieuwigheden te ontdekken,
maar ze moeten het ontdekken waard zijn. En dit lijkt
ons in het onderhavig geval zeer twijfelachtig.
Weet de heer de Groot iets van politiek af, en wij
meenden dit va.n hem te mogen veronderstellen, krach
tens z'n optreden totnogtoe in het openbaarweet de
heer de Groot aan welke invloeden de verschillende
politieke stelsel^ hun bestaan te danken hebbenweet
de heer de Groot de bestaansvoorwaarden der ver
schillende politieke partijen, dan moet ook hem bij
eenig nadenken de ongerijmdheid van wat hij schreef
(zie slot-alinea) duidelijk worden. Zou de heer de Groot
niet weten, wat de scheidingslijn der resp. politieke
partijen is
Zijn water en vuur met elkaar in verzoening te bren
gen? Kunnen het conservatisme en de democratie elkaar
de hand reiken tot samenwerking Kan, gezien aller-
wege de verscherping der klassetegenstellingen, de
stijging van de nooden der proletariërs-klasse, waardoor
de taak van Staat en Gemeente steeds belangrijker
wordt, over verkwanselen der macht zelfs
gedacht worden
Misschien door den een of ander, die, nog dolende,
nóg zonder vaste overtuiging zoekt naar een oplossing
der sociale kwestie, die oppermachtig is. Maar toch
nooit door iemand, die steeds in heel z'n optreden zich
openbaart als aanhanger eener bepaald politieke
richting, als lid eener politieke partij.
Het geuite begrip is een dwaalbegrip zonder weerga.
Het kan slechts dienen om in de hoofden der arbeiders
de verwan ing te vergrooten en het verbaasd ons temeer
het door den heer de Groot te zien aangevoerd.
Want we dachten hem er niet naïet genoeg voor om
er iets goeds van te verwachten.
Op een andere plaats in dit no. vermelden we een
Schiedamsche correspondentie, die we in de Gemeente
werkman vonden en waarin een zeer zonderlinge mede-
deeling voorkomt.
Iemand die als los-werkman in dienst der Gemeente
is, verdient de kapitale som van 900 koperen centen
per week. (Bedoeld is, zooals wij nader vernamen, aan
de Reiniging.) 900 centen is niet weinig 900 centen
is een kapitaal, meneer, waarmee men wonderen kan
doen. Laat dat de vrouwen maar eens vertellen.
Los-werkman te zijn, heeft echter z'n bezwaren.
Kijk, als-je maar los bent, ja, nou dan ben-je maar los
en dan heb je tenminste nog de gezegende kans elk
uur van den dag op straat gezet te worden. Da's na
tuurlijk een zeer bedenkelijk iets, vanwege die 900.
Daarom streeft de losse werkman er steeds naar,
om vaste aanstelling te verkrijgen. Als-i zóóver eerst
maar is nou, hè wat 'n ideaal
Stel, dat het geluk nu eenmaal komt, zie dan eens
de ontnuchtering. Waar men, in 't gelukkig bezit van
de 900, reeds alle noodzakelijke levensbehoeften tot 'n
minimum heeft teruggebracht; waar men alles heeft
uitgemergeld en uitgepienterd wat maar eenigszins mo
gelijk was terwille van het voorrecht gemeentereiniger
te mogen zijn; waar de buikriem reeds tot net aller
laatste gaatje is toegehaald daar komt het geluk van
de vaste aanstelling de ellende nog belangrijk vererge
ren. Dan ontvangt men 800 centen per week
't Is mogelijk dat zij, die een dergelijke salaris
regeling eenmaal in 't leven hielpen, niet wisten wat
ze deden. En dan gevoelen ze ook niet het afschuwelijke
ervan. Zooals de arbeider dat gevorlt; die weet wat
het zeggen wil, altijd te worstelen met tekorten, in
alles. Die beramen kan het tekort op een weekloon
van 900 centen. Zelfs de meest-demokratische bour
geois kent dat niet.
Voor hem zegt een loonsvermindering van f 1.niets.
Zeker hij begrijpt er wel zooiets van, dat 'tniet plei-
zierig is, maar dat is al.
Bij berust. Wat zou hij anders?
Maar in de hoofden der arbeiders is het helderder.
Zij weten wat zulk een regeling beduidtde volle strekking
ervan; het in-gemeene kennen ze.
En hun klasse-gevoel komt in opstand tegen die
onbarmhartige uitbuiting. Zij gevoelen dat vooral in
het gemeente-bedrijf dat systeem onbestaanbaar moest
zijn. Zij denken aan hun steeds verhoogde aanslag in
de gemeente-belastingenzij denken aan royaal bezoldigde
hoogè ambten; en ze koken tegen die lafhartige knib-
belarij op 't kleine.
De nu geldende loonregeling dagteekent al jaren;
reeds is van de zjjde der gemeente-werklieden enkele
jaren geleden gepoogd verbetering te verkrijgen, maar
tevergeefs. Een adres aan den raad gericht, verhuisde
naar de snippermand.
Thans wordt weer een poging gedaan. De afdeeling
„Schiedam" van den Gemeente-Werkliedenbond, zal
weer een adres zenden zal het helpen? Welke
elementen kennen wij in onze vroedschap, van wien
steun te verwachten is, om dit gemeentelijk schandaal
behoorlijk te brandmerken en te helpen beëindigen?
Zat er maar een arbeider in den Raad, die het de
heeren eens krachtig in de ooren kon toeteren!
De laatste misdaden van het Czarisme.
Trepof, de man, die de geheele Russische politie
onder zijn verantwoordelijkheid heeft, is bezig zijn laatste
kaart uit te spelen, om de bureaucratie te redden.
Bijna overal terzelfder tijd ontstond een aanvallende
beweging van 't schuim, 't lompenproletariaat, gericht
tegen de joden en studenten.
De politie en militie laten dit niet alleen toemaar
nemen er, gelijk in Odessa, zelf ha-d aan deel. Zoo
werkt de hofkliek met Trepof, om door 't organiseeren
van de tegen-revolutie, door het vermoorden van dui
zenden en duizenden joden de revolutionaire beweging
te fnuiken, den Czaar tot wankelen te brengen en de
toegezegde hervormingen onmogelijk te maken. En de
meest verachten, de meest verdierlijkten der maat
schappij worden van hooger hand, ook door de geeste
lijkheid opgezweept en aangezet tot moord en brand
stichting op al degenen, die hun leven gegeven hebben
in den strijd om de Russische vrijheid. Ontzettend zijn
de berichten der massa moorden, die uit Zuid- en Midden
Rusland tot ons komen. Maar de heerschende klassen
van alle landen zien kalm toe, hoe de pestadem
van het Czarisme over 't land gaat en hoe de
menschheid ginds getroffen wordt in de massamoorden,
die daar aan 't jodendom en aan de intellectueelen
begaan worden. Doch de Russische revolutionairen,
aanvankelijk onvoorbereid, weten zich te wapenen en
te verdedigen, 'tls wel opmerkelijk dat 't het bewuste
proletariaat was, dat door zijn grootsch strijdmiddelde
algemeene werkstaking, de revolutie maakte, maar 't
wapengeweld vermeed.
Niet het proletariaat, maar de hofkliek en bureau
cratie zijn 't, die slechts kunnen overwinnen door de
gemeenste middelen, de ellendigste moordpartijen.
De socialisten zullen zich thans ook voorbereiden op
den aanval, en vooral valt op te merken, dat men
nergens genoegen neemt met 't uitgevaardigde manifest.
Men vertrouwt het Czarisme niet, eu 't is te verwachten,
dat de beweging niet rusten zal, eer de waarborgen