No. 2. ZATERDAG 10 MAART 1906. 6e Jaargang. ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij Bureau van Redactie en Administratie: Singel 18415. ATTENTIE! Bloempjes uit den Raad' Mislukte ketterjacht. ABONNEMENTSPRIJS: 25 cent per kwartaal franco per post 30 cent j hlJ v00^theiahn9- Losse nummers 2 cent. ADVERTENTIEN: 3 cent per regel. Bij abonnement belangrijke korting. Stukken voor 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Eedactie zijn. De leden der Afd. Schiedam van de S- D. A. P. worden attent gemaakt op de oproeping ter ledenver gadering in achterstaande advertentie. Het Bestuur. Zitting 27 Februari '06. Napluksel. m Het publiek moet toch wel zonderlinge gedachten krijgen van de krantenmenschenplaats nu het oordeel over den nieuwen burgemeester als voorzitter van den gemeenteraad van De Moker en van De Schied. Cour. eens tegenover elkaar. Je krijgt dit: De Moker: „Misschien kwam 't wel vanwege de vreemdigheid, dat onze nieuwe burger vader als voorzitter van den Raad nu juist niet zoo bijzonder „sterk" bleek. De eerste indruk is lang niet gunstig. Hij scheen nog al geagi teerd zich door de agenda te willen heenwerken. Maar z'n leiding was nog wel zóó onvast, dat zelfs vrij verwarde discussie de baan vrij had." Schied. Cour. Wij meenen wel te mogen constateei en, dat ieder der aanwezigen den indruk heeft verkregen dat de leiding der vergadering in vaardige handen is ge legd, en dat onze burge meester een handig debater is. Het slot van de dis cussie inzake het loon aan de Gemeente-reiniging zal wel de verwachtingen heb ben overtroffen." De Nieuive, die zeker geen reden heeft het optreden van den heer Brants in eenig opzicht te verkleinen, doet aan de flauwe ophemelarij niet in dezelfde mate mee als hare oudere zuster. Leest men tusschen de regels door, dan zegt ze 't zelfdeals De Moker „Wat ook in deze eerste gewone zitting onder het nieuwe ambtsregime meeviel, was de nieuwe figuur in het midden van de bestuurstafel. Wel krijgen wij daar niet meer te zien het deftige type Van Djjk en wordt ook de ambtsketen door dezen titularis blijkbaar versmaad, maar toch het nieuwe maakte geen ongunstigen indruk. Ging 't in 't begin met het aflezen der stukken niet vlot en toonde de nieuwe voorzitter door de uitspraak van sommige familienamen zijne onbekendheid met plaatselijke toestanden, weldra bleek toch uit zijne cordate antwoorden, dat hij zich vrij wel in de te behandelen onderwerpen ingewerkt had. Dat de nieuweling van eenige nervositeit blijken gaf, is onder de gegeven omstandigheden wel te begrijpen." Men zou dus kunnen zeggen, dat de „oue" in d'r hempie staat... Nu, enfin, dat gebeurt wel meer. De oue dame kan zoo wonderlijk doen. In één opzicht luidt het oordeel der pers eenstemmig, en wel ten opzichte van de belangstelling voor het adres der gemeente-werklieden. De Nieuwe spreekt er zelfs van alsvoor deze zitting het neusje van den zalm." 't Kan verkeeren, zegt Breeroo. De tijden zijn voorbij, dat van zulk een adres werd gezegd „aange nomen voor kennisgeving." Scherper omschrijft De Nieuwe 't zelfs in haar be schouwing, waarin ze zegt: Er zijn bij het uitvoerig debat dat 't uitlokte, door raadsleden van onderscheidene richting zeer juiste woorden in 't belang der betrokken werk lieden gesproken. Wjj verheugen ons daarover, omdat 't anders veelal in den Raad blijkt, dat de loonen der hoogere ambtenaren maar steeds ver hoogd worden, terwijl op die der lagere weinig gelet wordt. Dat de Raad ten slotte den weg volgde, die tot eene billijke regeling der betrokken looneu leiden kan, zal zeker allen oprechten arbei dersvrienden voldoening schenken. Die woorden verdienen waarljjk onthouden te worden. De behandeling van 't adres is ook ten volle aller aandacht waard. Niet alleen om de onderhavige kwestie zelf, maar meer nog om het algemeen stand punt, door den Raad nu ingenomen. Want dit is ook van invloed op eventueel later te behandelen vraagstukken. Daarom ook komen wij nog eens op de behandeling van 't adres terug. Door bizondere omstandigheden gedwongen, moesten we ons vorig overzicht zeer be perken en konden we niet de geheele bespreking tot haar recht laten komen. Van anti-revolutionaire zjjde voert niemand dan Mr. Von Briel Sasse meer het woord. Van der Velden was steeds en is nog de zwijger bij uitnemendheid en broeder Van der Drift is zoo verblind door de geleerdheid van z'n geestverwante collega, dat hij zich ook niet meer hooren laat. Dus blijft niemand over dan Mr. Von Briel Sasse. Nu, deze meneer zal we'keljjk niet sterven aan bo venmatige verlangens. Hij vond wel dat het minimum salaris der gemeente-reinigers van f 8 op f 9 moest worden gebracht, maar was met het maximum (f 10) tevreden. Dus hij is nog al gauw voldaan. De heer -De Groot pakte de zaak iets steviger aan. Hij betoogt dat de werklieden bij vaste aanstelling zich de loonsvermindering wel zullen laten welgevallen, maar slechts omdat ze niet anders kunnen. B. en W. wijzen op 3 verlofdagen en ziekengeld, die den vasten werkman worden toegekend maar dp,t is, in geld omgezet, slechts een waarde van 19 centen per week. De 3 verlofdagen toch beteekenen een bedrag van f 4.10, terwijl bekend is dat men zich een zieken geld van f 5 in elke vereeniging kan verzekeren voor 10 cent per week. Dat, dunkt spr., is geen evenredigheid. Ook spreken B. en W. van een pensioen na den proeftijd; m.a.w. zij zullen misschien, waarschijnlijk na een jaar aanspraak op pensioen krijgen en dit moet nu al dadelijk compenseeren door de vermindering van loon. Spr. acht dit niet logisch en hij zou willen zeggen ook niet christelijk. Spr. wil de loonsverlaging geheel voorkomen en waai de Raad zich slechts kan uitspreken in den vorm van een verzoek tot de Commissie voor de Reiniging, wenscht hij dat deze lo. het loon voor den werkman in den proeftijd niet lager stelt dan in vasten dienst; 2o. het minimum-loon stelt op f 9 3o. het maximum verhoogt tot f 11. Spr. herinnert er aan, dat de beide laatste punten van zijn voorstel ook in 1903 werden voorgesteld, doch toen zijn verworpen met slechts 1 stem meerderheid. Sedert 1900 zijn hier echter de huren gestegen, om de andere levensbenoodigdheden buiten beschouwing te laten, waar het huurcjjfer het meest spreekt. Doch spr. hoopt dat ook het sociale gevoel (actie, zegt de Nieuwe) in dien tijd is vooruitgegaan. In 1903 heeft de toenmalige voorzitter gezegd dat de Commissie het goede voor heeft met den werkman en diens belangen in het oog zal houden. Ook zou over een paar jaar weer een loonsverhooging worden voor gesteld. De werklieden vervulden over het algemeen hun taak tot groote tevredenheid hunner superieuren. Dit laatste is nog het geval, voor zoover spr. bekend is, en deze overweging mag zeker wel gelden bij deze kwestie. De heer Gonka wil eveneens een loon van f 8 niet verdedigen. De heer Van der Poel houdt z'n boetpredikatiën. De heer Honnerlage Grete zegt een en ander dat bedoeld is als verdediging te dienen van het advies van B. en W. Als zoodanig wordt het echter een fiasco, en we komen alleen te weten dat de commissie ten opzichte der gemeente-reinigers wel van goeden wil is. De heer Witkampf vindt het loon ook al te laag. Er is hier geen sprake van de leerlingtijd: de man die de poort van de aschbelt binnengaat, is tegelijk volleerd. Waar de arbeid voor losse en vaste werklieden dezelfde is, hebben ze recht op gelijk loon. De heer van Westendorp gaat met deze redeneering akkoord. Op den toon van het adres moest geen aar- merking worden gemaaktzelfs al mocht er iets aan haperen, dan moest bedacht worden dat het een adres van werklieden is. De heer van der Poel voelde die zet, en om z'n figuur eenigszins te redden, kwam hij gauw verklaren, dat hij er mee instemt f 1of f 2.meer te geven. De heer Gouka geeft den heer de Groot in over weging geen maximum voor te stellen, omdat de com missie dit misschien in sommige gevallen zal willen verhoogen De commissie, vreesden we, werd nu ineens al te royaal! Het humaniteitsbegrip had ditmaal ten volle gezege vierd—zelfs B. en W. waren bekeerd. Maar de booze genius, wiens „weik" hier zoo krachtig werd ineen getrapt? Er kunnen soms zéér gelukkige ongesteldheden zijn We zijn tot. ons leedwezen niet in staat verslag te doen van de rede, door onzen partijgenoot priester Dr. Jan van den Brink Dinsdagavond in „Coustantia" uitgesproken. Tot ons leedwezen, want ze verdiende zeker zooveel mogelijk onder den aandacht te worden gebracht. Maar we hebben onze plaatsruimte noodig voor de beschrijving van de bijzondere wjjze waarop priester van den Brink hier door z'n geloofsgenooten is begroet en geëerd geworden. Zeker konden we verwachten we kennen onzen pappenheimers wel dat het in de katholieke kringen wel zoo'n beetje gisten zou. De stelselmatig gekweekte antipathie tegen den sociaal-demo- kratischen priester heeft echter hier meer vrucht gedragen, dan wij vermoedden, wellichtde aanleggers zelf hopen konden. Natuurlijk laat men de marionetten optreden. Met een los uitgeworpen woord prikkelt men de domme massa, die het hoofd toch al reeds verloren heeft en dan gaat men zelf op eenigen afstand rustig het verloop der zaken afwachten, terwijl anderen voor de^uile wasch zorgen en de klappen kunnen opvangen. Reeds voor den aanvang der vergadering was 't rumoerig voor „Constantia". Een massa nieuwsgierigen hadden er postgevat, waaronder opmerkelijk veel katho lieken. Zeer waarschijnlijk om te neuzen, wie zich alzoo in 't, beestenhok wagen durfde. Dat waren er nogal heel wat nog nimmer hebben we „Constantia" zoo vol gezien. Of die gröote loop de lui buiten geërgerd had, weten we natuurlijk niet. Maar zooals kleine jongens ingeval dat ze slecht gehumeurd zijn alles beproeven om hin derlijk te zijn, zoo gingen ook de groote, kinderachtige stumpe- ds in dit geval probeeren of ze ons last konden veroorzaken. Op hun manier zongen ze (al waren ze niet blij) een straatdeuntje, gilden dan eens „hoera!" of iets anders, zonder ander effect in de zaal te ver wekken dan dat er smakelijk om de halzen gelachen werd. Maar toen kwamen er venijniger streken uit de giftige gemoederen. Een loos brandalarm werd gemaakt, een spuit kwam aanzetten ach, 't mocht niet baten, in de zaal bleef 't zoo kalm als 't maar kon. Maar het getuigt van de helsche streken van dat gedeelte onzer stadgejiooten, die zich zelfs de mannen van orde bij uitnemendheid durven noemen om zelfs niet terug te deinzen voor zulke middelen, die, ingeval zij slagen, de grootste ongelukken tengevolge hebben kunnen. Na al die mislukkingen restte den nobelen, allerchris- telijksten ketterjagers niets anders dan in wat geschreeuw hun troost te zoeken en het einde der vergadering af te wacht-n. Langzaam verliet de groote menigte het gebouw. Een paar politie-agenten hielden het pad vrij. In de verte zag men gezichten die veel weg hadden van die der bekende H.H. Frederiks, Mouwens, Verhoeven, bakker Smit e.a. Al het gebeurde had de onzen echter tot voorzorgs maatregelen genoopt en zoo kwam het ook dat de ver wachte (priester v. d. Brink) het gebouw verliet in een stevig cordon der onzen. Zoo kwam hij het gebouw uit, of een eerste aanval werd gedaan, waaraan zelfs een vrouw, met een. haar speld gewapend, aan deelnam. Natuurlijk een schitterend fiasco voor de aanvallers, al ontstond er een oogenblik een paniek, toen men de politie-sabels door de lucht zag flikkeren. Met het grootste gemak brachten we onzen partijgenoot naar de Nieuwstraat, waar hij bij Van Leeuwen den nacht zou doorbrengen. Wel werd nog tweemalen gepoogd door onzen kring te breken, maar ook deze pogingen leden schipbreuk. Kalm ging het, mede onder versterkt politie-geleide, verder. Een ontzaglijke menigte had zich voor het huis van van Leeuwen verzameld en toen onze beide partij- genooten op de stoep de hoed tot afscheid zwaaiden, was een donderend hoera het antwoord. Hoe fel de haat was die sommige bezielden, bleek het duidelijkst op dit oogenblik, toen uit den mond eener vrouw, die met moeite door haar dochter werd in bedwang gehouden, werden opgevangen de woorden: „hè, had ik nu een lat met spijkers, dan zou ik ze in z'n kalen kop slaan!" Zietdaar de vruchten, heeren katholieke zedepreekers, van uw moraal. Zietdaar uw „veredelende" Aheoriën in de praktijk. Stumpefds, die ge zijtMeent ge door ziilke middelen een beweging als de socialistische te kunnen tegenhouden? Is dat uw verdediging op de aanklacht van uw geloofsgenoot tegen u? Hebt ge zulke MOKER

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 1