Aai onze min li ïlaariiipi. Uit ons Vereeirgingsleven. Van de Leestafel. Ingezonden Abonneert U op DE MOKER Werft Abonnees Of dit het uitsluitend inkomen van den heer Bubberman is, vermeten wij ons niet te zeggen. De ambtenaren der gemeente zijn veelal gewooner nog allerlei bijbaantjes bij waar te nemen, ook wel in den lijd die der gemeente behoort. Of dit ook met den opzichter der gemeentewerken het geval is, weten anderen wellicht beter dan wij. Welnu, wat wij weten, willen we wei zeggen. De eenige ambtenaar, van wien bekend is, dat hij allerlei bijbaantjes waarneemt, is de aan de Nieuwe zéér be vriende meneer Frederiks, die zeker wel weinig reden zal hebben, de Nieuwe voor hare verklikkerij dankbaar te zijn. Het is gemeen echter van de Nieuwe, op grond van dit enkele feit, alle gemeente-ambtenaren onder ver denking te brengen. Ze toont zich weer een echte thee tante, ze kletst alles bij d'r neus neer. Landweer. In de Tweede Kamer is aangeno men een aanvulling van de landweerwet, behelzende vrijstelling van dienst of vergoeding voor schade tenge volge van den dienst geleden. Die aanvullingswet be doelt echter niet zoozeer de geleden schade te vergoeden dan wel zoodanige geldelijke tegemoetkoming te verstrek ken aan de gezinnen, daarvoor in aanmerking komende dat zij tegen broodgebrek tijdens de afwezigheid van den kostwinner worden gevrijwaard. Het maximum zal bedragen f 1.50 per dag. Onze partijgenoot Ter Laan stelde voor dit maximum te bepalen op f 3. de minister meende, en de Kamer stemde daarmee in, dat de landweermannen ook wat voor het lieve vader land dienen op te offeren en dat dus f 1.50 voldoende was. Het voorstel Ter Laan kreeg 6 stemmen. Intusschen menig landweerman zal van de vergoe ding wellicht gretig willen profiteeren. Indien men den weg niet weet, zal het Bureau voor Arbeidsrecht (Nieuwstraat 28) hem zeker bereidwillig aanwijzen. De afkondiging der aanvullingswet moet echt§r wor den afgewacht. Onderwijzers. We ontvingen no. 1 van den 2en jaargang van Onze School, het orgaan der afdee- lingen Delft, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis van den Onderwijzersbond. We willen er een artikel uit overnemen, dat zeker ter overweging kan worden aanbevolen. Aanneming; van leerlingen. 'tls nu de tijd, dat de kinderen, die daarvoor in de termen vallen, plaats krijgen op de school. De zesjarige kleuters vinden dat heerlijk! Gaat het de groote ook zoo niet? Die snakken immers óók naar 't onbekende! Of de kennismaking met de school mee of tegenvalt, hangt voor een niet gering deel af van den onderwijzer. De scholen zijn nu eenmaal nog niet zóó ingericht, dat het verblijf alleen daarin reeds een plezier is voor de kinderen. Maar over die inrichting later wel eens. 't Komt er nu maar op aan, hoe de kinderen ontvangen worden en waarmee ze worden bezig gehouden. En het schoolleven gaat er zachtjes aan wel in. Maar dan? De tijd van leeren is er. Het kind wil ook graag leeren. Elk ouder weet, dat zijn kind steeds gereed is met vragen: Wat is dat? Waar komt het vandaan? Wie heeft het gemaakt? Waar is het voor? Waarom is het zoo? Die vragen heeft het kind steeds gereed. Daaruit blijkt, dat het kind wil weten, weten, wéten.... Gelukkig het kind, dat antwoord op zijn vragen krijgt. Gelukkig ook de ouders, die het antwoord kunnen geven! Maar hoe dikwijls hoort het niet: „Hou toch je mond!"' of: „Daar mag je niet naar vragen!" Maar zóó zit de weetlust er in, dat er dan direct heel onschuldig klinkt: „Waarom niet?" Want het kind wil weten. Beknor of bestraf dan het kind nooit om zijn vragen. Wie is zoo dom, het gras te verwijten, dat het groen is, of den vogel, dat hij vliegt? Wie zal den boom bestraffen, omdat hij bloeit, of de roos, omdat zij geurt? Veel menschen staren zich blind, op wat zij van het kind willen maken, waardoor zij niet meer zien, wat het kind is. Zóó moet het spreken, zóó moet het handelen, dit moet het leeren, dat moet het laten, wat anders niet probeeren.... Soms gelukt het, van het kind een ledepop te maken, maar meestal komt het verkeerd uit. Als zij ouder en zelfstandig geworden zijn, springen zóó opge- 'voede kinderen „uit den band." Het kind moet geleid worden. Laat het vragen, vragen.... en gij ouders, probeert te antwoorden. Brengt door uw antwoorden goede richting in de gedachten. Dat is een moeilijk en een vermoeiend werk van jaren, maar gij vindt het loon in de flinkheid en oppassend heid van uw kind. De onderwijzer helpt de ouders bij dezen zwaren arbeid. Hij brengt de kleinen aan 't vragea en praten, hij antwoordt en gaat zelf vragen, en zoo komen de gedachten der kinderen achter elkaar en met elkaar in verband. Wat verward en afgescheiden in de hoofden was, ordent zich en groeit ineen. De kinderen vinden dat plezierigze bemerken, dat de kennis van hun klein wereldje helderder wordt, dat ze gaan weten. En dat is het immers, wat ze verlangen? Wie zal dien natuur lijken gr.sei tegengaan? Meer nog, wie zal moedwillig het gegroeide vernielen? Wie dat doet, is erger dan een heiden. Langzaam, na jaren, zal het kind in staat zijn, zijn gedachten te ordenen over het mooie en groote en edele in de wereld, ook over het goddelijke, maar dan is het reeds man geworden. Staart u niet blind, op wat gij van het kind wilt maken, maar ziet, wat het is en geeft het dan, wat het toekomt. Wie bezondigen zich daaraan? Dat zijn zij, die het leerstellige van kerk A of kerk B aan het kind voor zetten tot geestelijke spijze, of dat der Ned. Hervormde en Evangel. Luthersche kerk, om maar een paar van de bekendste te noemen. Dat zijn de ouders, die dat goed vinden en de chris telijke onderwijzers, die het doen. De gedachten daarover passen niet, bij wat in de heisenen der kinderen is gegroeid. Zij vallen daar zwaar neer, verdrukken en verpletteren het gegroeide en wat weer opleelt, vormt een akelige warboel. Wanneer kinderen lichamelijk zoo mishandeld werden, als nu dagelijks aan duizenden geestelijk geschiedt, de wereld zou wraak roepen. En zoolang 'wij, openbare onderwijzers, onze door ervaring en nadenken verkregen overtuiging lief h»bben, zoolang zullen wij opeischen het recht voor het kind, dat het tegen geestelijke kwelling en mishandeling waarborgt. Ouders, meer dan ge vermoedt, hangt geluk en de toekomst van uw kind af van uw keuze. Zendt uw kinderen niet naar een Christelijke School. 'tls niet genoeg! het aantal vaste lezers, dat zich tot nog toe reeds opgaf. WERFT ABONNEES, vrienden, allen aan het werk Tweeërlei taktiek in de Vakbeweging. Debat over het wezen, de taak en strijdwijze der vakorganisatie tusschen Victor Griffuelhes en A. Keufer. Uit het Fransch vertaald in opdracht van den Amster- damschen Bestuurdersbond door S. de Miranda. Prijs 10 cent. Uitgave H. A. Waker Co. Griffuelhes is de secretaris van de „Confederation Générale," een verbond van vakorganisaties, dat op de Fransche vakbeweging vrij grooten invloed heeft. Het vertegenwoordigt het z.g.n. revolutionaire inzicht. Keufer is de secretaris van de „Fédération du Livre", de organisatie in het typografen-bedrijf, een der vak- vereenigingen, die vierkant stelling nemen tegenover de „direkte aktie." Vooral voor onze vakvereenigingsmannen is in deze brochure veel leerzaams, ook al bevredigt ze niet geheel. In 't bizonder vernemen we er uit, dat datgene, wat onze „vrjje" broeders in ons land als direkte aktie van Fransch model importeeren, eenvoudig surrogaat is. Het debat werd door den vertaler bijgewoond en uit Le Mouvement Socialist vertaald. De „Moderne Staat" en de „Sociaal-demo- kratie," door Jos. Loopuit. Prijs 10 cent. Uitgave J. J. Bos K.A.zn., Amsterdam. We konden slechts vluchtig inzage nemen van dit geschriftvoor de eerste propaganda is het zeker niet bestemd, vergissen we ons niet, dan zullen alleen de meer ontwikkelden er iets aan hebben. Misschien komen we er nog wel op terug. Buiten verantwoordelijkheid der Redactie. Copie wordt niet teruggegeven. Edele Bestrijding. Op enkele avonden worden in het Verkooplokaal aan de Lange Haven alhier, in de wandeling „Het zaaltje van Van Waart" genoemd, danscursussen gehouden, 's Zaterdags wordt door de leden van „Onder Onseen zoogenaamde nette dansclub, de cursus gevolgd. Sinds eenigen tijd hebben aan de deur der danszaal twee dames post gevat, die als strijderessen voor hun beginsel, de met datzelfde beginsel in strijd zijnde dans cursussen, door het den bezoekers ter lezing geven van traktaatjes of spreuken, trachten tegen te gaan. Eiken Zaterdagavond, of het regen of waait, kan men ze aan de deur vinden, voö'zien van de noodige propaganda- lectuur. Het optreden der beide dames is wat men noemt „zeer bezadigdZij spreken niemand der dans- lustigen aan, volgen ook niet „hinderlijk"maar reiken met een „als 't U belieft," hun strijdmiddel over. Het meerendeel der danslustigen neemt met een dank- U de kaarten aan en verdwijnen in de danszaal om veelal eens een hartig woordje te spreken over die twee aan de deur. Daar blijft het altijd bij, want tot op heden is er niet één der dames- of heerenleden geweest, die den moed had eep gesprek met de twee dames aan te knoopen. Een bewijs dat de heeren sterk in hunne schoenen staan In dit geval balschoenen! En toch zijn de beide dames bestreden, maar op een wijze die doet denken, neen, zelfs verder gaat dan de Mislukte ketterjacht"in de Moker van 10 Maart 1.1. ons meldde. Lees slechts even verder: Als gewoonlijk stonden de dames eenige weken ge leden voor het Verkooplokaal. Geheel onverwacht werden zij van uit de tweede verdieping van genoemd pand verrast met een stortbad. Ik overdrijf niet, w<r ik zeg een stortbad, want één hunner had lett' cm drogen draad meer aan het lyf en moest dien avond zoowel van boven- als onderkleeren verwis selen. Is er wel een woord te vinden, dat zulk een óehandeling of beter gezegd mishandeling, voldoende karakteriseert? Ik voor mij geloof van niet. Er woei dien avond nog al een kouden wind, maar toch bleven de beide dames tot negen uur, dus nog ongeveer een vol uur, bibberend van koude en met door natte kleederen, voor de zaal op en neerloopend, den netten danslustigen voorzien van traktaatjes. Wat een geluk voor den op het kerkhof liggenden dader, dat de commissaris daar niet juist passeerde, dan was Z.Ed. ook nat geweest en had het muisje wellicht een „staartje" gekregen, wat thans niet het geval is. Het voorval had plaats, toen slechts enkele leden der club binnen waren; de meeste kwamen later. Zij die aanwezig waren, worden door het bestuur tot zulk een daad niet in staït geacht. Het bestuur heeft de benedenzaal gehuurd en meent niet aansprakelijk te zijn voor hetgeen op de tweede verdieping plaats grjjpt. Alles heel mooi (ik bedoel natuurlijk niet het water gooien), maar wie is dan wél aansprakelijk? De heer J. H. C. van Waart soms? Uit een, met den heer van Waart gevoerd gesprek ie duidelijk gebleken, dat hij met het gebeurde meer dan symphatieseert. Volgens zijn zeggen had het geen water moeten zijn, maar str.nd. Ik heb altijd gemeend, dat de Heer J. H. C. van Waart een oprecht en eerlijk mensch was. Hoe hij dus zooiets kon zeggen, is mij een raadsel en doet mij den ken aan het spreekwoord Schijn bedriegt Waar er in Schiedam meer goede gelegenheden ziin om te dansen, ligt het m. i. op'den weg van het bestuur der dansclub, den cursus naar een andere zaal te ver plaatsen. Dit kan goed geschieden, daar men niet door een contract met den Heer van Waart gebonden is. Men levert dan tevens het beste bewijs dat men niet accoord gaat met zulk een door en door minne streek en behoedt de beide dames voor herhaling van het voor gevallene. U, Mijnheer de Redacteur, dankzeggend voor de ver leende plaatsruimte, teeken ik op verzoek, Hoogachtend MARIE. Correspondentie. De inzender uit Vlaardingen, die opgaf W. v. d. L. te heeten, doch bij onderzoek bleek een valschen naam opgegeven en een valsche handteekening gedaan te hebb'en, wordt aangeraden, zijn waren naam en juist adres onverwijld aan ons te melden. Zoo hjj in verzuim bljjft, die opgave te doen, komen alle daaruitvoortvloeiende onaangenaamheden voor zijn eigen rekening. We geven hem één week den tijd. Steun penning Schiedam. M. B. f 1,40, V. P. 5 et., R. 5 ct., L. 2 ct., W. ct., H. 19 ct. en K. 10 ct. Vlaardingen. Te veel ontvangen 4 ct., Den Breems 7 ct.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 3