Oosterdwarsstraat 27.
Lr%Tp»ceat
No. 15.
ZATERDAG 9 Juni 1906.
6e Jaargang.
ORGAAN van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Stnkken voor 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 nnr in het bezit der Redactie zijn.
VLAARDiNGEN.
Te Vlaardingen is Zaterdags DE
MOKER'' verkrijgbaar
Sociaal-Democratie en Anarchisme.
ABONNEMENTSPRIJS:
Losse nummers 2 cent.
Bureau van Redaktie en Administratie
Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat.
Spreekuur voor de Redactie:
's Woensdagsavonds van 7l/s8'/j unr.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Debat tusschen Dr. J. van Leenwen en
F. Domela Nieuwenhuis.
Zondagmorgen had dit debat plaats in „Constantia."
De zaal was goed bezet, ofschoon de'opkomst zeker
grooter zon zijn geweest bij behoorlijke voorbereiding.
Maar zelfs over het uur van aanvang had men geen
zekerheid.
De vergadering stond onder leiding van den heer
Moulaert, van Delft. Deze sprak bij de opening den
wensch uit, dat het debat tot resultaat mocht hebben
dat de arbeiders over de onderwerpen beter zouden
gaan nadenken en strijden voor de richting welke ze
de beste zouden achten.
Van Leeuwen verkrijgt circa kwart over twaalf het
woord. Hij vangt aan met erop te wjjzen dat een sociaal-
demokraat (en vooral hjj die niet de oude beweging
heeft meegemaakt) in debat met anarchisten anders
staat dan in debat met de woordvoerders der burgerlijke
partijen omdat beiden een bijna gemeenschappelijk
einddoel hebben. Spr. zal zich onthouden van alle per
soonlijkheden en blijven bij de groote kwesties.
De eerste stelling, door hem te verdedigen, luidt als
volgt
Bij de uiteenzetting van de verhouding tusschen
den enkelen mensch en de gemeenschap gaat het
anarchisme ten onrechte uit van den individu als
eenheid, de sociaal-democratie daarentegen terecht
van de gemeenschap als eenheid.
Een bepaald verschijnsel is, dat de individu, die
eenigszins tot ontwikkeling komt, een onwillekeurige
neiging krijgt tot zelf-overschatting. „In het land der
blinden is éénoog koning" zegt het spreekwoord en de
individualisten beschouwen alles in verband met hun
waarnemingen in dat kleine kringetje, waarin zij leven,
zonder in aanmerking te nemen dat zij een onderdeeltje
zijn van de groote volkerenmassa. Men gaat uit van
eigen persoonlijkheid, vergetend dat men afhankelijk is
van de omstandigheden.
Wie in z'n jeugd in calvinistische kringen verkeert,
wordt onwillekeurig calvinistisch, al kan hij zich mis
schien later er weer van losmaken. Zoo ook zijn deze
invloeden van kracht voor hen die in armelijke, ook
voor wie in rijkere kringen verkeerden. Van huis uit
zijn wij allen individualistisch de meesten kunnen
zich niet losmaken van de opvattingen, van de in
zichten welke zij zich eenmaal hebben toegeëigend. De
calvinisten, de katholieken, -de rijken, maar ook de
individualisten.
De stelling der anarchisten dèngt niet. Het indivi
dualisme beziet de maatschappij als samenvoeging van
individuen de eenheid van samenstelling is individu.
Daarom wil men deze verbeteren, om betere toestanden
te verkrijgen! Maar dit gaat niet. Het christendom
deed evenzoo alle wantoestanden kwamen door de
zonde... Maar men vergeet dat de omstandigheden den
individu beheerschen.
Er zijn anarchisten, die de meest brute egoïsten zjjn
zij zeggen: boven mij gaat niets. Maar zij kunnen
óók altruïsten zijn. Dat hangt allemaal af van den
persoon.
Er is een meening, aan dit alles tegenovergesteld,
die zegt: dit alles deugt niet. 't Is niet de individu,
maar de gemeenschap die de waarde der individuen
bepaalt. De omstandigheden bepalen den levensgang
of in den mensch het materieele of intellectueele tot
ontwikkeling komen zal.
Wij, sociaal-demokraten, zien de gemeenschap als
samenwerkende kracht, waarvan de individu afhankelijk
is. Onze ontwikkeling is het resultaat van de ontwik
keling der vorige geslachten. Vergelijken wij de maat
schappij bij een rivier, dan zijn de individuen te be
schouwen als de waterdruppels, die bijv. op de bergen
zich samenvoegen en den stroom stuwen. Maar wanneer
de rivier ergens buiten hare oevers treedt, is het eerste
wat men doet haar dammen en dijken haar leiden.
Het voorbeeld is geheel toepasselijk op het maatschap
pelijk leven.
Stelling 2 luidt
Bij de uiteenzetting van de beteekenis van den
staat voor de gemeenschap en voor den individu
gaat het anarchisme ten onrechte uit van de stelling
dat staat en maatschappij geheel zelfstandige
organismen zijn, en erkent de sociaal-democratie
terecht, op grond van de bijeenbehooring van staat
en maatschappij, de gelpktjjdigeineengrijpende ont
wikkeling van die beide tezamen.
De anarchisten ontkennen de noodzakelijkheid van
bestaan van den staat. Maar in den regel spreekt
men over den kapitalistischen staat. En deze bestrijden
de soc.-dem. evengoed als de anarchisten.
Een algemeen verschijnsel is dat steeds naast elke
voortbrengingswijze een staatkundige maatschappij groeit.
De ridderstaat had nevens zich den leenstaat in
dezelfde periode was er in Z.-Amerika een communis
tische staat, gevormd door weggeloopen slavem- In
Spanje bloeide het despotisme, tegelijkertijd was Athene
een vrije staat. Dit alles is geen toeval: de verschil
lende maatschappelijke toestanden brengen verschillende
staatkunde met zich.
Wie zal ze regelen? Hij die over de meerderheids
kracht beschikt.
Zie de concentratie der staten. Duitschland bestond
voorheen uit plm. 8000 staten, in Napoleons tijd uit 100,
thans uit 25. Ook verschillende andere landen (bijv.
Frankrijk) hadden eenzelfde ontwikkeling. Paralel aan
deze kwam de economische concentratie op en tot ont
wikkeling.
Op grond van dit verschijnsel beweren de soc. dem.
dat de staat als leidende kracht moet optreden. Elke
gemeenschap zal toch haar eigen gemeenschapsregelen
of wetten hebben de strjjd tegen den Staat is een
strpd tegen windmolens.
3e stelling: De taktiek van het anarchisme be
rust op een verkeerd inzicht in den klassenstrijd
en versterkt voortdurend de klasse die het wil
bestrijden; de taktiek der sociaal-democratie daar
entegen houdt ten volle rekening met het wezen
van den klassenstrijd en maakt de arbeidersklasse
steeds sterker tegen het kapitalisme.
Van Leeuwen zal de taktiek van anarchisten en
sociaal-demokraten beschouwen in verband met het
gesprokene.
Hij verwijst naar de brochure van Nieuwenhuis
„Libertair Socialisme", waarin deze pleit voor een vrije
groepeering van vrije menschen, wier belangen hen tot
elkaar brengeu, maar die zich ieder oogenblik weder
kunnen losmaken uit het verband. Welnu, er bestaat
geen vrije groepeering. Zelfs de belangen der groeps
leden botsen in deze maatschappij nog tegen elkander.
De theorie houdt geen rekening met de plaats van den
individu in de gemeenschap in de praktijk zou het
z(jn een voortzetting van den hnidigen strijdde over-
heersching van den sterkere over den zwakke.
Zoo ook bij de -prediking der algemeene werkstaking
wordt het verband tusschen individu en gemeenschap
genegeerd. Als het eenmaal tot een algemeene werk
staking komt, wat dan
De klassenstrijd wordt niet theoretisch, maar prak
tisch verkeerd beschouwd. Op ekonomisch gebied ziet
men de concentratie in trust, kartel, enz. Op staatkun
dig gebied ziet men de concentratie van staatjes, die
staten geworden zjjn. Het is alles het georganiseerde
kapitalisme. En nu is 't niet genoeg enkel die concen-
ti atie te erkennen, neen ook de macht ervan dient
erkend. De arbeidersklasse, die het voordeel heeft in
aantal het grootst te zijn, heeft zich daartegen te rich
ten, niet naar individueel inzicht, doch samengevoegd
als geheel.
Het anarchisme verwerpt ditdaarom zal het mis
lukken. Het normaliseeren der rivier, het leiden, het
regelen van den stroom zal' leiden tot verbetering djer
geheele gemeenschap. (Applaus).
Debat.
Domela Nieuwenhuis verklaarde het aangenaam te
vinden, dat het debat principieel gevoerd wordt. Hij
meent dat v. Leeuwen de anarchistische leer verkeerd
heeft voorgesteld. De anarchisten weten heel goed dat
de mensch niet alleen is een individueel wezen, maar
ook een sociaal wezen. Maar men moet de vraag stel
len, wat is er eerst geweest? De individu. En waar
tegenstander dit heeft moeten erkennen, heeft hij z'n
eigen redeneering omver geworpen.
Bij elk wezen begint men met de voeding, daarna
met de opvoeding, nimmer andersom. De bewering van
tegenstander dat het individualisme het produkt der
voortbrengingswijze is, is niet heelemaal juist. Vaak
wordt gezegd: jullie anarchisten bent eigenlijk echte
Manchesterlui, maar dit willen we slechts zijn, als erkend
Wordt dat de voorwaarden, welke zelfs bij wedrennen
voor paarden gelijk zijn, ook hier gelijk moeten wezen.
Als tegenstander ons vergelijkt bij de christenen, is dat
een averechtsche voorstelling. Wij houden wel degelijk
rekening met het milieu en begrijpen voorts heel
goed dat er wisselwerking bestaat tusschen slechte
individuen en een goede maatschappij of omgekeerd.
De voorstelling is dus foutief.
Er is beweerd: de anarchisten kunnen egoïsten zijn.
Zeker als elk mensch nam wat hij noodig had, waren
we heel wat verder. De koe die een weide heeft af
gegraasd en in een ander land komen kan, zal 't niet
laten. Dit voorbeeld zou den mensch ten goede kunnen
komen, 't Is wel niet de moraal van de tegenwoordige
maatschappij, maar daarmee hebben we niet noodig.
Intusschen, dit zijn de egoisten waarop de heer v.
Leeuwen het nogal gezien scheen te hebben. Voor spr.
bestaat geen verschil tusschen egoisten en alutristen
het altro rust vadk op het ego; van zelfzucht, het
onrechte broertje van egoisme, ware misschien beter
gesproken.
De gemeenschap is voor de soc. dem. een metafysisch
begrip. Maar wij moeten onthouden dat er geen gemeen
schap is zonder individuenook de anarchisten zijn niet
zoo dwaas te meenen dat de mensch zich stellen kan
buiten de omstandigheden. Evenmin als we beweren
dat de waterdruppels de maatschappij leiden. Max
Stirner, sterk individualist, geeft ook duidelijk te kennen
dat hetgeen men alleen niet vermag, men in gemeen
schap doen moet. De spreker moet breken met dat
metafysisch begrip over de gemeenschap.
Wjj ontkennen de noodzakelijkheid van den staat.
Maar dat doen óók soc. dem. Friedrich Engels zegt:
de staat zal afsterven, hetzelfde wat Bakounine beweert
De staat vergroeit, tot hij zal opgaan in de maatschappij.
De soc. dem. bestrijden in den regel niet den kapita
listischen staat, maar versterken hem. Zij ijveren voor
Staats- en gemeente-exploitatie van spoorwegen, telefoon
enz. enz. Dus gaat de staatsmacht zich uitbreiden over
de productiezooals in Frankrijk de lucifersfabrikage
en tabakindustrie in handen van den staat zijn. Wie
een sigarenwinkel opent, moet vergunning daarvoor
hebben en wordt eigenlijk staatsambtenaar. Dat is het
ideaal der sociaal-demokraten.
Begrijpt men niet dat men de macht van den staat
alzoo grooter maakt en versterkt Dat men hem maakt
tot de aardsche voorzienigheid? Men zou ten slotte
niet de opheffing, maar de almacht van den staat hebben
verkregen. En het soc. dem. program vraagt staats
exploitatie op grooten schaal!
De staatsvormen zjjn afhankelijk van de ekonomische
verhoudingen. Het parlementarisme in Engeland is niet
toevallig ontstaan. In Duitschland hebben de ekonomische
verhoudingen zich in de laatste jaren sterk ontwikkeld,
zoodat ze de Engelsche terzijde streven, in 't zelfde
Duitschland heerschen staatkundige vormen waaraan
men reeds lang ontgroeid is. Die toestand moet tot een
botsing leiden.
De staatkundige vormen zijn ondergeschikt. Zelfs
Marx erkent het voor dwaasheid, dat de mensch staat
kundig vrij zou zijn, terwijl hij ekonomisch slaaf is.
In Amerika erkennen de leiders van een trust brutaal
weg, dat ze ook aan „politiek" doen als het met hun
belangen overeenstemten ieder, tot zelfs de leden der
rechterlijke macht, omkoopen.
Men moet niet streven naar verplaatsing der ver
drukking. 't Streven van alle menschen is gelukkig te
worden. Maar wij kunnen ons geluk niet grondvesten
DE MOKER