No. 38
ZATERDAG 17 November 1906.
6e Jaargang.
ORCAAÜ! van de Afdeeling Schiedam der Sociaaldemokratische Arbeiderspartij.
Stukken voor 't eerstvolgend nummer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Vlaardingen.
Het Volkshuis.
Een zonderling geval.
AEONNEMENTSPEIJS:
25 cent per kwartaal 1 7
franco per post 30 cent j btJ V00™tbetal™9-
Losse nummers 2 cent.
Bureau van Redaktie en Administratie
Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat.
Spreekuur voor de Redactie
's Woensdagsavonds van 772S'/j uur.
ADYERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Eiken Zaterdag is dit blad verkrijgbaar
Oosterdwarsstraat 27.
VlaardingersKnipt dit berichtje uit en bewaart het,
waar ge het geregeld en telkens kunt lezen en herlezen
Maakt propaganda voor dit blad, De Moker, dat ook
in aw belang werkt
Het 10-ja ig bestaan van het Volkshuis was voor
liare onder-afdeelingen aanleiding tot het organiseeren
van een serie feestelijkheden, gedurende welke we om
bjjzondere redenen totnogtoe zwegen over de heuglijke
gebeurtenis, waarover we echter nu wel een-en-ander
zeggen willen.
Men kan verschillend denken over de werkelijke
waarde, welke het Volkshuis als opvoedende kracht
bezit. Men kan ze onderschatten men kan ze ook
o v e rschatten.
De heer de Groot heeft in z'n feestrede, te dezer
gelegenheid uitgesproken, nog eens als doel der stich
ting genoemd: de ontwikkeling van verstand en hart.
Hij heelt de vraag gesteld: beantwoordt het Volkshuis
aan zijn döel? en meende van wèl, op grond dat
begonnen werd met een ledenaantal van een paar hon
derd, hetwelk nu 800 bedraagt, terwijl de ontvangsten,
eerlang f 900.thans verdriedubbeld zijn.
Is het wel juist gezien op grond van' zulke cijfers te
beweren, dat het Volkshuis aan zijn doel beantwoord?
Wij gelooven van neen.
Wanneer men wilde beweren, dat het Volkshuis aan
zijn doel beantwoordt, moest men kunnen verwijzen
naar feiten die aantoonen dat het Volkshuis in de tien
jaren van z'n bestaan zóódanigen invloed heeft ver
kregen, dat het voortbestaan, op eigen kracht, ver
zekerd is.
Een groot, druk bezocht feest, spreekt er nog niet
van dat de jubilaris populair zou zijn; 'tkan héél goed
wezen dut er een massa is opgekomen, die enkel
om voor 'n koopje eenige ontspanning te genieten, van
haar „belangstelling" blijken deed. "Wanneer een in
richting na een 10-jarig bestaan nog niet kan wijzen
op andere resultaten als van de aangeduidesoor',komt
er zoetjes aan reden te spreken van een mislukking.
Welke eischen zullen gesteld moeten worden aan een
instelling als het Volkshuis, onrrte kunnen spreken van
de zekerheid van haar bestaan?
Allereerst wel deze: dat de financiëele grondslag
ervan zóódanig is, dat ze volkomen onafhankelijk zij
d.w.z. uit eigen inkomsten hare uitgaven dekken kan. j
Na haar 10 jarig bestaan kan van het Volkshuis nog
niet anders gezegd worden, als dat het nog staat of
valt met de welwillendheid van enkele geldmenschen.
Een jaarlijks wederkeerend tekort heeft het belang
rijkste gedeelte van het stichtingskapitaal reeds opge
slokt wat zal er gebeuren wanneer het geheel is'
opgebruikt? Wat zal er gebeuren als de Huishoud
school ander verblijf heeft en dus de inkomsten belang
rijk verminderen, de uitgaven dezelfde blijven?
Misschien, dat enkele welgezetenen nog eens bijspringen,
maar dit „misschien" geeft geen waarborg voor de
stabiliteit van het Volkshuis.
De inkomsten zóódanig op te voeren dat ze de uit
gaven dekken, durft men nog steeds niet aan. Want
het zou ook werkelijk de vraag zijn, wat of er dan
tan het nu zoo groote ledenaantal wel overbleef.
Op den genoemden herdenkingsdag „werd aangezien,
wat de groote kinderen al tot stand kunnen brengen
op Moeders lOen verjaardag."
Bij 't aanschouwen hiervan komt wederom de gedachte
op aan de mislukking van het doel. De kinderen zijn
(juist als de moeder) bijzonder teringachtig. Arm aan
bloed, volkomen zielloos, mag wel gezegd worden. En
méér zelfshet leven der moeder wordt nog zéér sterk
bedreigd door het kunstmatig in 't leven houden der
kinderen.
Neem de loten allen tezamen. Welke ervan heelt de
kracht op eigen beenen te staan? Geen enkele.
Er bestaat een tooneelclub (T.a.v e.n.uzonder
vreemde krachten vermag ze zeer weinig.
Er bestaat een zangvereeniging („Crescendo") welke
een zeer kwijnend bestaan sleept.
Voor de festiviteit bij gelegenheid van het 10-jarig
bestaan was een muziekgezelschap gerequireerd, geheel
uit betaalde krachten bestaande.
Dan is er „Floralia", een schaakklub, een spreek
gezelschap, een gymnastiek vereeniging en veschillende
cursussen.
Aan welk euvel gaan alle onderafdeelingen van Het
Volkshuis mank? Aan dit: kunstmatig zijn ze verwekt,
kunstmatig worden ze (ten koste der moeder) in 't leven
gehouden.
Er is niet één instelling die blijk geeft met zóóveel
liefde te worden gediend, dat ze in eigen onderhoud
kan voorzien. Niet één is er (voor zoover bekend) die
zelfs huur betaalt voor de lokaliteiten welke ze in
beslag neemt.
Is dat een gezonde toestand? Is dit een bewijs, dat
van het doel van het Volkshuis een zóódanige bezieling
uitstraalt, dat ze voor de toekomst eenige waarborg
geeft?
Er ligt in dit geval een andere kwalificatie voor de
hand. We zullen haar niet benutten.
„Het Volkshuis voert ook wel strijd, nl. tegen vooroor
deel, tegen onwetendheid, tegen misverstand en tegen
de scheidsmuren, die wjj overal in de maatschappij zien,"
zeide de heer de Groot j.l. Zondag.
Is dit waar, dan vermeenen wjj, dat de inwendige
zending nu wel eens ernstig mag worden ter hand
genomen.
Tegen vooroordeel om bezwaren weg te nemen,
die geopperd worden over kleinigheden, als b.v. het
ophangen van steunlijsten voor arbeiders, die een vol
komen rechtmatigen strjjd voeren.
Tegen onwetendheid, waar die bestaat over de orga
nisatie der vereeniging, waarbij men is aangesloten en
die men voor een krachtig gebouwd fort aanziet, ter
wijl het inderdaad niets méér is dan een zéér wankel
baar stulpje.
Tegen misverstand, waar men meent, met gerustheid
de weinige levenssappen der steeds verzwakkende moe
der te mogen helpen verbruiken.
Tegen de scheidsmuren, die wij overal in de maat
schappij z;en, maar die, niet door een filantropische
instelling weg te nemen, slechts door een zuiver pro-
letarischen strjjd omver te halen zijn.
Wat zijn de resultaten van het tienjarig bestaan van
het Volkshuis
We kennen er één. Maar een belangrjjk.
Het Volkshuis heeft de verdienste, in ons klerikaal
stedeke, waar de proletarische beweging, tot schrik en
ongerustheid van heel de welgedane burgerij, zich ont
wikkelt, de half-bewuste elementen, die krachtens heel
hun wezen in de arbeiders-beweging behooren, om den
strijd mee te voeren van de onrechten tegen de over-
heerschers, van de bezitloozen tegen de bezitters te
bedwelmen met dien geest van halfslachtigheidvan
niet zelfstandig dóór-denken en bewust handelen het
Volkshuis heeft de verdienste in den maatschappeljjken
en ekonomischen strjjd de belangrijke functie van rem-
toestel te vervullen.
En vandaar het verschijnsel, dat zoovele gegoede en
fatsoenlijke burgers en burgeressen met Het Volkshuis
sympathiseeren en z'n feesten de eer van hun bezoek
aandoen.
De gunst dier deftige burgers is wellicht véél waard,
maar de mogelijkheid ooit het vertrouwen der ontwa
kende arbeidersklasse te winnen, is er bij ingeboet.
Voor altijd
Er heeft de vorige week hier ter stede een geschie
denis gespeeld, welke waarschijnlijk een scherpe illustratie
is van de absolute macht van het geld.
Men weet, wat er alzoo is gesproken en geschreven
over de scheepswerf der Gebr. van der Meer aan de
Lange Nieuwstraat. Onder voorgeven van de hand te
houden aan verschillende verordeningen, legt men den
eigenaren dier werf nog al een zwaar harnas aan en
vooral toen er op genoemde werf ijzeren schepen ge
bouwd werden, was men er als de kippen bjj om dat
bedrijf te beletten.
We willen daarvan niets zeggenals alléén de
wet wordt gehandhaafd, dan zijn de optredende auto
riteiten gedekt.
Door de h.h. van der Meer is echter vergunning
aangevraagd voor den bouw van ijzeren schepen. Door
de afd. Schiedam van den E. K. Volksbond is te dezer
zake nog een adres bij den raad ingediend maar
een beslissing is nog niet gevallen. Ook deze zaak
gaat langs den bekenden officiëelen weg van haast-u-
langzaam.
Dat mag in zeker opzicht zonderling heetenaan
den eenen kant probeert men de industrie hier ter
stede zooveel mogelijk uit te breiden door het lokken
van allerlei ondernemingenaan den anderen kant
belemmert men de industrie op krasse manier.
Want volgens de h.h. van der Meer zou er aan ge
noemde werf werk zijn voor een 70 man, als de aan
gevraagde vergunning werd verleend, terwijl nu met een
zeer klein personeel wordt gewerkt.
De hinderwet is in 't spel. Er moet uitgemaakt
worden of het bedrijf voor de omwonenden „hinderlijk"
geacht moet worden.
Wie zijn de omwonenden In de allereerste plaats
valt de aandacht pp het gemeenteraadslid, den heer P.
Loopuijt. Heeft deze de hand in 't spel bjj de moei
lijkheden, welke den eigenaren van de werf „De Hoop"
in den weg worden gelegd
Dit te b e w ij z e n zal wel niet gemakkelijk zijn, al
is het vermoeden ook sterk.
De eigenaren van „De Hoop" gaan intusschen hun
gang. Niet met het bouwen van ijzeren schepen, waar
voor ze nog geen vergunning hebben, maar met het
klaar maken der onderdeelen, waartoe ze wel het recht
hebben, waarbij niet geklonken wordt, waarbij geen
sprake van hinder kan zijn.
Daar komt te midden der werkzaamheden de inspec
teur van politie, de heer Nörenberg, vorige week Vrij
dag de werf opstappen, vergezeld van 'n achttal agenten
met hoofdagent en vraagt een der eigenaren, waaraan
gewerkt wordt.
Het volk is bezig met het verplaatsen van groote
ijzeren platen en de baas zegt: daar moeten ijzeren
schepen van komen.
Dan moogt ge daarmede niet verder gaan, is 't bevel
van den inspecteur. En hij beveelt den arbeiders het
werk te staken. De baas daarentegen beveelt met het
werk voort te gaan.
De agenten met den hoofdagent plaatsen zich met
de hand aan de sabel boven op de ijzeren platen.
„Niet goedschiks, dan maar kwaadschiks," is het parool
en het geschil krijgt een zeer ernstig karakter. De
werklieden pogen met den patroon het werk voort te
zetten, de politie tracht het te beletten.
Maar de inspecteur schijnt bezwaar te hebben, het
geschil tot het uiterste te voeren. Hij telefoneert
naar het bureau en krjjgt gelukkig bevel niet verder
te gaan.
De politie rukt in en het werk wordt voortgezet.
We gevoelen geen roeping, speciaal de belangen der
eigenaren van de werf „De Hoop!' te bepleiten. Maar
onwillekeurig dringt zich de vraag op: op wiens last
(of verlangen?) trad de politie op en met welk doel?
Dat er werkzaamheden buiten de vergunning
werden verricht, kon zeker niet geconstateerd worden.
DE MOKER
.1