Arbeiders, werft stemmen voor Uw mede-arbèider P. DE BRUIN De Schoolcommissie. Parlementaire Kroniek. Ditjes en Datjes (Jit ons Vereenigingsleven. op de vraag, waarom de vrijz.-dem. beginselen die ver schillende program-eischen verlangden. Doch ook dit nog daargelaten, was de rede zeer weinig geschikt om aanhangers te winnen of tot denken aan te sporen. In de rede zelf maakte Mr. Fokker zelfs ver gissingen als dezesprekende over de wettelijk mogelijke progressie in de gemeentelijke inkomstenbelasting, zeide hij, dat de wet niet toeliet progressie te heffen van meer dan 1 Yj maal het laagstbelastbare inkomendus, zeide hij, „van belastbare inkomens van meer dan f 1000 kan geen progressie worden geheven"de wet zegt evenwel dat het maximum-procent, door progressie te bereiken, niet meer dan 2 maal het procent mag zijn dat geheven wordt van een belastbaar inkomen gelijk aan 11/$ maal het kleinste onbelastbaar inkomen; wordt 4 pCt. van dat belastbare inkomen geheven, dan is 8 pCt. het maximum voor de hoogst-belastbare. Zulke elementaire fouten geven geen gunstigen kijk op de kennis over het behandelde onderwerp. En bij het vraag-en-antwoorden-spel aan het slot sloeg hij een bedenkelijk slecht figuur. De opmerkingen van den Heer Loeff de Meijer over erfpacht wist hij „zoo onvoorbereid" niet te beantwoorden, hoewel de gestelde vraag zeer duidelijk en van algemeene strekking was. Op de vragen van den Heer Sanders, den bouwkundige der Schiedamsche woningvereeniging, wist Mr. Fokker geen antwoord te geven, zoodat de Heer Sanders moest eindigen met de opmerking: „ja, maar daar komt het juist op aan." En de Heer de Groot bracht hem door een enkele vraag tot de bekentenis„ik zal er thuis nog eens over denken en dan zal ik de volgende keer wel nader daarop terug komen, misschien kom ik dan met een andere meening terug, maar misschien ook niet." In een studentendebatingclub kon zooiets er mee door, maar dat is toch waarlijk al te gek voor een woord voerder eener politieke partij, die propaganda komt maken voor de denkbeelden zijner partij. En in zijn antwoord aan Leenders, die hem aanviel over zijn goedkeuring voor de halve loonuitkeering aan de gemeentewerklieden, die voor de landweer moeten opkomen, vergat hij even tjes melding te maken van de f 6.rijksuitkeering, die daar bij geteld moeten worden. Het is trouwens ook moeielijk om een principiëele uiteenzetting te geven van denkbeelden als de vrijzinnig- democratische, die net als de draaiende lantaren van den Scheveningschen vuurtoren beurtelings rood en wit te zien geven. De ontslagaanvrage van den heer van Damme Jalink als lid der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs heeft opnieuw de aandacht gevestigd op deze commissie. Sinds jaar en dag is het een publiek geheim, dat deze commissie, die bijna geheel uit niet-vakmannen bestaat, vooral door de zeer bijzondere opvatting van haar taak, een bespottelijkheid is geworden voor de vakmannen. De militair-paedagogische opvattingen van den voorzitter, den oud-kapitein der schutterij, die in de Schoolcommissie de grondslag van alle wijsheid zijn geworden, verplichten de niet-vakmannen tot werkzaamheden en oordeelvel lingen, waartoe alleen vakmannen de bevoegdheid en bekwaamheid bezitten, en hebben bovendien ten ge volge, dat deze Commissie een paedagogisch praatcollege is geworden, waarvan niet de minste kracht van handeling meer uitgaat en die in het geheel niet meer beantwoordt aan haar doel. Op den duur geven mannen met een gezond oordeel, die zoo'n commissie van leeken niet willen opschroeven tot een vakcommissie, evenmin als zij van de schutterij een werkelijke legermacht wilden maken, er de brui aan, lid van zoo'n commissie te blijven. Zoo ging nu de heer van Damme Jalink er uit. En waar schijnlijk zal het daarbij niet blijven. Zal nu de Gemeenteraad maar weer zonder blikken en blozen uiterst onbevoegden als den heer Linnenbrink in deze commissie benoemen en daardoor den verderfelijken geest, die in deze commissie is gevaren, die deze com missie heeft bedorven, laten voortbestaan? En zullen de hoofden van scholen en klasseonderwijzers nu nog blijven zwijgen Of zullen zij in hun vakvereeni- gingen eens een moedig rapport opstellen en dan den Wethouder van Onderwijs in hun vertrouwen nemen, om met zijn hulp verbetering in dezen toestand te brengen Of zullen allen maar weer zwijgen, uit angst dat zij er kwaad bij zullen varen en dat hun eerlijke meening hun later zal ingepeperd worden Wij zullen voorloopig ons bepalen tot het aangeven van de eerst-noodzakelijke verbeteringen de voorzitter en secretaris der Schoolcommissie moeten liefst er geheel uit, maar in ieder geval tot doodgewone leden der com- missje worden teruggebracht; en in hun plaats moeten een paar bekwame vakmannen komen, waarvan de voor zitter behoorlijk haar op zijn tanden heeftzijn daarvoor geen vakmannen te vinden, dan zullen er wel leeken zooals de tegenwoordige voorzitter en secretaris, voor moeten worden gekozen, maar dan moet men zeker zijn dat dezen zich niet als bevoegde vakmannen zullen aan stellen. Nu maar aangepakt! Ten slotte wijzen wij nog op den eisch der S. D. A. P. „samenstelling van de commissies van toezicht op het lager onderwijs uit vertegenwoordigers van den gemeente raad, van de ouders en van de onderwijzers!! Voor den Storm. Op het oogenblik dat dit weekkroniekje geschreven wordt, zijn de algemeene beschouwingen over de staats- begrooting zoo juist begonnen. Dat is altijd een tijd perk van spanning in het parlementaire leven. Want dan heeft, vooral na de jongste wijzigingen in de werk wijze der tweede kamer, het groote politieke debat plaats. De woordvoerders der partijen zetten dan hun beste beentje voor en al naar zij tot de oppositie of tot de regeeringsmeerderheid behooren, gaan zij het zittend kabinet te lijf of nemen het in bescherming. Men kan het in 't kort zoo zeggen, de regeeringspartij wil graag aan het laadje blijven en de minderheid doet al haar best om haar van die bevoorrechte plaats te verdringen. Voor de sociaal democratische kamerleden is dit politieke debat echter iets meer en iets beters. Als zij in die dagen het woord voeren, dan is het in de allereerste plaats, om te spreken van den onhoudbaren toestand waarin de arbeidersklasse ook in dit land leeft en leven zal, zoolang het kapita lisme baas is. Zij spreken, ja, wel tot de vertegen woordigers der burgelijke partijen die daar zitten, maar ook over hunne hoofden heen tot het volk, dat hun woorden gretig opvangt. En daarnaast treden zij in het krijt voor die lange lijst van eischen, die de arbeidersklasse aan den staat stelt, om dien toestand zooveel als in deze maatschappij mogelijk is, te verbeteren. Zooals gezegd, dat groote debat is aan den gang. Maar alvorens wij er iets van kunnen zeggen, hebben wij mededeeling te doen van enkele belangrijke gebeurtenissen, die er aan vooraf gingen. Over het restant der Indische begrooting kunnen wij kort zijn. Als steeds traden de sociaal-democraten bij de onderdeden dier begrooting op voor de kleinen, die achteruit worden gezet en tegen de grooten, die worden bevoordeeld. Minister Fock antwoordde steêvast het zal wel overdreven zijn, ik zal eens zien of ik er wat aan doen kan. Men weet, dat dit in gewoon Hol- landsch zeggen wel ik lap 't aan m'n laars. Toch kon onze partijgenoot v. Kol constateeren, dat eenige maatregelen vroeger door hem bepleit en toen afgewezen, thans worden doorgevoerd. Wordt in den regel de storm door een stilte vooraf gegaan, in de tweede kamer was het nu eens anders. Want wij kregen de vorige week Vrijdag een voor proefje v&n den grooten strijd, die thans wordt gestreden. De centrale sektie had namelijk voorgesteld om op 15 Januari a.s. de belastingontwerpen in de afdeelingen te doen onderzoeken. Nu is het geen gewoonte om in Januari te vergaderen, maar waarom zouden de heeren niet eens een enkele keer wat van hun gemak opofferen als 's lands belang het eischt? De klerikalen grepen deze gelegenheid aan om te pogen de regeering een beentje te lichten. Het was de katholieke heer Kolkman, die voorstelde de zaak maar tot in Februari uit te stellen. Door de nadere toelichting van hem kreeg de beslissing een principieel karakter. Het zou vóór of tegen de belastingplannen gaan, die de grondslag vormen van het regeeringsprogram Tegen die obstruktie kwam weder onze partijgenoot Troelstra in een uiterst scherp speechje op. De regeering, zeide hij, wil door haar belastinghervorming geld maken, mede voor de uitvoering der sociale wetten, die zij in uitzicht stelt. Dat willen wij haar niet onthouden. En als de heeren der rechterzijde zich beklagen over de spoed, die achter de zaak wordt gezet, dan moeten zij eens denken aan de snelvuurkanonnen en de dwangwetten van Kuijper. Die slag was raak en de klerikalen, met Talma en Pastoors inkluis stelden zich tevreden met wat te grinniken. De stemming staakte echter met 43 tegen 43. En toen Woensdag de stemming herhaald werd, was de storm gaan liggen, want de heer Kolkman stelde voor in elk geval op 29 Januari te beginnen, en dat werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Het begon slap met de algemeene beschouwingen. De heeren Kolkman (kath.) en de Visser (c.h.) zoo kersversch uit Leiden, zeiden niet veel bijzonders. Het was slappe critiek op het liberaal bewind. Zij stelden het beiden voor, of het in de politiek eigenlijk gaat tusschen Mr. Borgesius en onzen Lieven Heer. Toen begon Troelstra zijne groote rede, waarvan wij de volgende week verslag geven. O ja, nog iets moeten wij vermelden. Prins Hendrik, de man der Koningin, kreeg in den Raad van State een beslissende stem. Troelstra zei, wie in den Raad van State nu beslissen wil, moet niet alleen prins zijn, maar ook een beetje verstand hebben. Maar de meerderheid dacht zekereen man, die in het bosch zooveel herten raakt, mag in dien Raad van State wel eens een bokje schieten Vermist. Sinds het feestje van „Excelsior" wordt een dames-parapluie vermist. De onrechtmatige bezitter ervan wordt verzocht ze in „Constantia" terug te be zorgen. De Middenstand. Naar men wil, worden er ter dezer stede plannen beraamd tot het oprichten van een kiesvereeniging uit den middenstand. De middenstandsdwaasheden, die in andere steden, reeds zoo goed als afgeloopen zijn, zien we dus nu wel licht binnenkort hier vertoond. Waar of ze eigenlijk toe dienen Wie 't weet, mag 't zeggen. De R. K. Volksbond over de afschaffing der kermis. De afd. Schiedam van den Ned. R. K. Volksbond heeft in hare Zondag 1.1 huishoudelijke vergadering het kermisvraagstuk behandeld. Het liep er tusschen voor- en tegenstanders van af schaffing der kermis nog al vrij warm, zoodat de eerw. heer adviseur aanried, de discussie te sluiten. Aldus ge schiedde natuurlijk en toen werd er gestemd over een motie, door een der leden ingediend, aldus luidende: „De vergadering der afd. Schiedam van den Ned. R. K. Volksbond, gehouden den 25en November 1906, van oordeel dat de kermis haar reden van bestaan geheel heeft verloren, de zedelijke misbrui ken zóó overwegend zijn, dat de betrekkelijke, stof felijke belangen daarvoor beslist moeten wijken, spreekt als hare overtuiging uit, dat de kermis niet meer is van onzen tijd en hare afschaffing alleszins gewenscht is." De motie werd verworpen met 75 tegen 42 stemmen. De voorzitter verklaarde dat de uitslag der stemming moest worden opgevat, dat de Bondsafdeeling zich als zoodanig niet over het kermisvraagstuk uitspreekt Deze verklaring is een handigheid, welke zeker wel lag buiten de bedoeling der vergadering. Oók een adres. De Schiedamsche Bakkersgezellen- vereeniging „De Morgenster" (een bakkersgezelvereeni- ging, welke allesbehalve een bakkersgezellenvereeniging, maar een ziekenpotje, waar Jan-en-alleman lid van is) heeft een adres bij den gemeenteraad ingediend met het verzoek, niet tot afschaffing der kermis te besluiten. Naar aanleiding hiervan is door B. J. van Meurs c. s. een adres ingediend met verzoek, het adres van „De Morgenster", nat alleen is onderteekend door den len secretaris, als onwettig te beschouwen, daar nóch het Bestuur, noch enkele leden opdracht ertoe van de leden vergadering ontvingen. Het vorig jaar is, als we ons niet vergissen, hetzelfde spelletje gespeeld. Ter ziele. In een Dinsdagavond gehouden verga dering is de Mannen-Zangvereenig „Crescendo", onder- afdeeling van het Volkshuis alhier, ontbonden. De oorzaak ervan is dezelfde kwaal van al wat Volks- huis-achtig isgebrek aan bloed. Er is met „Crescendo" in de jaren van haar bestaan, héél wat gesukkeld. Onze gemeentelijke inkomsten-belasting. Op uit- noodiging van den Schiedamschen Bestuurdersbond had Dinsdagavond j.l. een vergadering plaats met afgevaar digden van „Patrimonium" (de R. K. Volksbond, ofschoon ook nu uitgenoodigd, deed niets van zich hooren of zien) in welke in beginsel tot samenwerking besloten is, om te pogen de fingeerende verordeningen te verbeteren. Een concept-adres, bij den gemeenteraad in te dienen, zal ontworpen worden, dat later aan de deelnemende vereenigingen zal worden toegezonden ter beoordeeling. De afschaffing der Kermis. In de raadszitting van Dinsdag j.l. zou het gewichtige onderwerp in behandeling komen. Maar daar de burgemeester door familie-omstandig heden niet aanwezig kon zijn, werd het punt aangehouden tot de volgende vergadering, welke nu aanstaanden Dinsdag gehouden wordt. Brandersknechts. Het volgend schrijven is verzonden Aan den BrandersbondSchiedam. M. M. Ondergeteekenden, namens de „Bond van Branders- en Distillateursknechts." alhier, nemen bij dezen beleefd de vrijheid het volgende verzoek ter Uwer kennis te brengen Aangezien er in de laatste jaren geen noemenswaardige verbetering heeft plaats gehad in de loonen der betrokken werklieden, en de levensstandaard voor hen, door duur dere levensmiddelen, hoogere huishuren, enz. in dier mate gerezen is, zijn ondergeteekenden van meening, dat hierin verbetering te brengen dringend noodzakelijk is. Ook meenen zij dat hiertoe te eerder door H. H. patroons kan worden overgegaan om reden zij van oor deel zijn, dat de fabrieken in den laatsten tijd zeer

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 2