en stemt niet op een der kapitalistische Heeren Cool of Houtman Vlaardingsche IJzerkoekjes, Ingezonden. loonend werken, redenen waarom zij UEd. verzoeken hierin die gewenschte verbetering te brengen welke hun inziens hoog noodzakelijk is. In de hoop ons niet te vergeefs op Uwe welwillendheid te hebben beroepen, blijven wij van UEd de dw. Dienaren, (get.) W. Hoek, Voorzitter, (get.) J. van Steenis, Secretaris. Achterweg 30. Slagersgezellen. Naar wij vernemen is er Dinsdag 1.1. een neutrale slagersgezellen-vereeniging tot stand ge komen van ongeveer 20 leden. Binnenkort zal een openbare vergadering worden belegd. Grondwerkers. Zaterdagavond (1 December) 's avonds 8 uur, wordt in „Constantia" een vergadering gehouden met het doel de grondwerkers alhier tot organisatie te brengen. Als spreker treedt op P. Schoonderwoerd, van Rot terdam. Uit den Raad. In de beide Raadszittingen van ver leden week Donderdag ('s middags 2 uur en 's avonds 7 uur) werd de begrooting onzer gemeente behandeld. Terecht werd zij bij de algemeene beschouwingen bij monde van den heer Hoogerwerf, dor en droog genoemd. Tal van belangrijke zaken wachten op afdoening. Een pensioenregeling voor de gemeente-ambtenaren, een regle ment voor de werklieden in dienst der gemeente, een afdoende regeling der vleeschkeuring b.v. door de stichting van een abattoir, een betere afvoer der faccaliën, zie daar eenige punten, die dringend moeten worden be handeld, doch waaraan bij deze begrooting niets wordt gedaan. En in den Hoofdelijken Omslag, waartegen dit jaar een storm van verontwaardiging onder de arbeiders en „kleine luyden" is opgestoken, tegen de aanslagen, waar tegen dit jaar een zoo buitengewoon groot aantal bezwaar schriften is ingediend. daarin wordt niet de minste wijziging ten goede gebracht Elke bladzijde' dezer begrooting spreekt ons van dat starre en dorre conservatisme, dat onder zijn aanhangers de groote meerderheid der leden van onzen Raad en het college van Burgemeester en Wethouders telt. Daar zit geen drang naar verandering, verbetering, vooruitgang. Daar wordt niet gevoeld de behoefte aan wijziging, aan omvorming der maatschappelijke ver houdingen. „Het gaat zóó goed!" denken die heeren. En filoso feerend voegen zij er voor ons aan toe„elke verandering is geen verbetering, o né!" En front voor hunne voorrechten makend onder aan voering van eenigen der pootigsten onder hen, stemden zij zonder pardon elk vooruitstreverig voorstel van het drietal demokraten onder hen neer. Elk voorstel van dien kant ging naar den kelder met 3 tegen 11 stemmen. De heeren v. Dam, P. v. Gelderen en v. d. Winden waren wegens ziekte afwezig. Met 3 tegen 11 ging de loonsverhooging voor den boschwachter en den tuinman in het Hof naar den kelder. Met 3 tegen 11 die voor de straatvegers en karrelieden onzer ge meente-reiniging, enz. enz.... Niets vond genade in de oogen der heeren En tóch was de begrooting dor en schraal, de be handelingen vonden wij niet minder saai en vervelend. Wat wij misten, dat was het ronde, flinke, gezonde roering brengend sociaaldemokratisck woord Het was daar een strijd tusschen menschen die, zich plaatsend op den bodem van het kapitalismeverschilden in opvatting omtrent taak en plicht der overheid. Hier de groote meerderheid, bestaande uit menschen die geen voet'wenschen te geven aan de huns inziens onbehoorlijke wenschen en verlangens der arbeidenden, elk oogenblik gereed het bestaande tegenover aanvallen van dien kant te verdedigen, te „conserveeren"; daar het democratisch drietal, ten deele begaan met het lot der arbeidende en daarom voor voorstellen stemmend, die hun directe wenschen bevredigenten deele in den strijd voor directe verbeteringen hun kracht vinden. We missen het woord van een sociaal-democraat, die bij de algemeene beschouwingen niet alleen niets zou hebben achterwege gelaten, maar zelfs zijn kracht zou hebben gevonden in het betoog, dat de treurige, diep- treurige maatschappelijke toestanden, waaraan de groote meerderheid der bevolking ook van onze gemeente ten prooi is en waarop door gemeentelijke begrootingen als deze absoluut geen invloed ten goede, maar wel ten kwade worden uitgeoefend, hun oorzaak vinden in het kapitalistisch karakter van onzen maatschappij-vorm. Dat de taak van een publiek lichaam als de Gemeente raad bij de gegeven maatschappelijke toestanden is maat regelen te nemen in de richting,' aangegeven door den ontwikkelingsgang zelve, om te vormen dat kapitalistisch karakter in een socialistisch. Maar dat de vertegen woordigers der kapitalistische partijen die daar de meer derheid uitmaken slechts gedwongen door onze kritiek en schoorvoetend een klein stapje op dien weg zullen zetten. Dat onze voortdurende kritiek echter de arbei ders, die deze partijen aanhangen, de oogen zal openen, hen tot ons voeren, en dat slechts op die wijze zal kunnen worden bereikt, wat wij wenschen. Dat onze stem daarom daar spoedig moge weerklinken Afdeelingscursus. A.s. Zondagavond 6 uur heeft de laatste cursusvergadering van onze afd. in dit jaar plaats. Met het oog op de drukke afd.-werkzaamheden in December besloot het Bestuur de cursussen voor December te schorsen. Den eersten Zondag in het Nieuwe jaar beginnen wij dan weer met nieuwen moed. De cursusvergadering van a.s. Zondagavond is van groot belang, daar zij het slot vormt van die over „staat huishoudkunde. In Januari hervatten wij dezen cursus met de behandeling van ,,0nze Staatsinrichting." Daar dus met deze vergadering de „Staathuishoud kunde" wordt afgehandeld, wekken wij onze leden op, deze laatste niet te verzuimen. Uit de Kuipersbeweging. „Het loon der gezellen is van dien aard, dat het ten hemel schreit." Aldus een patroon in de 1. 1. gehouden vergadering der federatie van Kuipersgezellenvereenigingen. En waarlijk, hier is geen overdrijving in het spel. Hier weder de loonlijst te toonen, zal wel overbodig zijn, daar dit ook hier nog onlangs gebeurde. Het hierboven aangehaald woord moet te meer de aandacht der belanghebbenden trekken, als men weet dat dit gesproken is nadat door de federatie ongeveer twee en een half jaar is geadresseerd aan en geconfereerd niet alleen met de Patroonsvereeniging, maar ook met de patroons persoonlijk. En waar geen resultaat is bereikt, daar moet gecon stateerd worden dat óf de drang van onderop niet sterk genoeg is geweest, óf de mogelijkheid tot verbetering niet aanwezig was. Waar tot nog toe de Onmogelijkheid van lotsverbe tering niet is aangetoond, althans niet op een wijze die dit duidelijk doet uitkomen, daar moet het eerste, n. 1. dat de drang van onderop niet sterk is geweest, aan het uitblijven van loonsverhooging niet vreemd zijn, Gezien de lange en niet geregelde werktijden in het kuipersvak moet dit als een der hoofdoorzaken aange merkt worden. Doch ook een steunen op de leiders, hoe goed ook voor hun taak berekend, mag hier niet worden over 't hoofd gezien. Iedere leiding toch, moet gesteund worden door hen, die aan die personen de leiding hebben toevertrouwd. En het komt ons voor, dat ook dit als een der oor zaken moet worden aangemerkt. Dit moet veranderen, wilt gij als georganiseerden door middel van uwe orga nisatie betere arbeidsvoorwaarden bedingen. Het punt, waarop de loonactie thans gekomen is, kan het doode punt genoemd worden en als georganiseerde zijt gij verplicht, over dat punt heen te gaan. Reeds lang genoeg is er gebeden, reeds lang genoeg op verbetering gehoopt, thans is het tijd geworden de handen uit den mouw te steken, middelen te zoeken die u zullen brengen datgene, wat gij blijkens deze patroonsuitdrukking zoo hard noodig hebt; tenzij er met overtuigende bewijzen bewezen wordt, dat de industrie het niet dragen kan. Maar dan ook is de tijd gekomen dat er verandering moet komen in den productievorm, opdat niet de arbeiders gebrek lijden, om daardoor een industrie in stand te houden, die geen rekening gehouden heeft met datgene wat voor het bedrijf had noodig geweest. Op hoop van zegen. Zooals de kranten ons de vorige week meldden, heeft de zee weer twee nieuwe slachtoffers bij de ontelbare anderen gevoegd, die reeds in haar koelen schoot den dood vonden en nimmer, nimmer weer tot de hunnen zullen terugkeeren. Het is wèl hard en snijdend scherp, wanneer de vis- schersvrouw plotseling moet vernemen dat haar man en echtvriend, dien zij bij het naar zee gaan nog gezond en welvarend voor zich zag, zijn graf in de' golven ge vonden heeft, in den strijd om het dagelijksch bestaan. Dat het haar niet vergund was de brekende oogen te sluiten toen de laatste snik het lichaam ontvlood. Het is wèl hard en snijdend scherp wanneer de kin- ders in hun kinderlijken eenvoud aan moeder vragen „waar vader toch blijft" niet beseffende dat die vraag de arme moeder priemt tot in haar teêrste verzelen. Ja, waar vader toch blijftEn waar hij ligt, ook dat is haar niet vergund te weten. Zoo ze het wist neen, haar man ligt niet onder de aarde bedolven, dan toch zou ze boven zijn graf zoo nu en dan hem nog een stille groet kunnen toezenden. Of, wilt ge de jonge bruid eens vragen, welke folte ringen haar kwellen indien ook haar de tijding bereikt, dat haar jongen, waar ze zoo trotsch en gelukkig mee was, met wien ze spoedig hoopte één te worden, voor altijd van haar afgenomen is door de wreede zee, die spotte met haar innigste verlangens. O, wat naamloos wee heeft die groote, zilte plas al in onze visschersgezinnen gebracht, door die stoere man nen en levenslustige knapen in haar golven den dood te doen vinden. Maar ook, wat brengt ze met het ver wekken van die rampen, steeds dit naar voren„Wat een triestig en gevaarvol leven leiden onze visschers toch." Voor een sober stuk brood staan deze mannen dag aan dag aan den meest gevaarvollen arbeid bloot. Want als er eene tak van bedrijf is, waarin de loonen in geen verhouding staan tot de gevaren, dan is het wel deze. En tevenseen pleidooi om de ongevallenwet ook tot onder de visschers uit te breiden. Het wordt hoog tijd dat de risico van den arbeid onder onze visschersbevolking, tot de kleinste afmetin gen worde teruggebracht. Bniten verantwoordelijkheid der Redactie. Copie wordt niet teruggegeven. OpgepastVolgens mededeeling van het Hoofd bestuur van den Duitschen Houtbewerkersbond pogen in den laatsten tijd vertegenwoordigers van de Arbeids beurs van eigenaren van scheepshellingen te Bremerha ven, arbeiders, in het bijzonder scheepstimmerlieden, te werven voor de havenplaatsen aan de Beneden Weser, (Bremershaven, Geestemünde, Lehe, enz.) De reden daarvan is allerminst dat er in deze plaat sen gebrek aan arbeiders is, doch de ondernemers pro- beeren de georganiseerde werklieden door gewillige en goedkoope arbeidskrachten te verdringen. Het heet dat reeds tal van onze arbeiders aan den lokstem van de wervers gehoor hebben gegeven. Zij worden echter dringend aangeraden, in hun eigen belang, zich niet naar deze plaatsen te begeven, daar hen niets dan te leurstelling wacht. Voor het Nederlandsch Verbond van Vakvereen. J. OUDEGEEST, Secretaris. Schiedam, 28 Nov. 1906. Mijnheel' de Redacteur l Verzoeke beleefd onderstaande regelen te plaatsen. Een oproep aan alle Klaploopers en tegenwerkers van de moderne vakorganisatie. Komt, gij lauwe en onverschillige arbeiders, versterkt uwe organisatie, zoodat wij door eendrachtig samenwerken een menschwaardig bestaan veroveren kunnen. Gij zult toch met mij eens zijn, dat het loon waarmeê wij af gescheept worden, geheel ontoereikend is voor onze karige behoeften. Onlangs is er in het orgaan De Timmerman een huishoudstaatje gepubliceerd, hetwelk berekend was op een huishouden van man, vrouw en vier kinderen. Nu, het kan geen kwaad dunkt mij, de uitgaven van zoo'n gezin hieronder te laten volgen, dfin kunnen wij straks de inkomsten van zoo iemand wel eens nagaan. De uitgaven zijn als volgt Huishuurf 2.50 Fonds bij overlijden- 0.15 Bus0.25 Schoolgeld- 0.25 Belasting- 0.15 Courant- 0.17 Contributie Vakvereeniging - 0.10 Vuur en licht- 1.30 Schoenreparatie en kleeding - 1.50 Brood- 2. Kruidenierswaren- 2.50 Aardappelen- 1.25 Melk- 0 80 Groenten- 0.65 Spek, vleesch en vet - 1.75 Tabak en sigaren- 0. Kaas en boter (Margarine) - 1. Totaal f 16.32 Ziezoo, dat is al ruim f 16, en er is niet te ruim gerekend, tenminste ik zou zoo zeggen het volgende is ook onmisbaar'n.l. 1. Spaarpenning voor werkloosheid. 2. Idem voor ziekte. 3. Aankoop van gereedschap. 4. Aannemen van kinderen, enz. enz. De uitgaven hierboven genoteerd zullen wel doorniemand te hoog gevonden worden, maar.... we zullen eens zien wat de inkomsten zijn. Het loon van een Schiedamsche timmerman is 21 ets. per uur. Arbeidsduur 64 uur per week, 64 X 21 ets. r= f 13.44. De inkomsten zijn dus f 13.44, als er tenminste geen Christelijke hongerdagen tusschen komen of regendagen, of gebrek aan materiaal, want dan is het natuurlijk minder. De uitgaven zijn ruim f 16. Ik geloof dat niemand met zulke cijfers voor oogen zal durven spreken van voldoend loon, maar dat zij met mij tot de conclusie komen, dat trots het geschetter over de hooge loonen, de arbeiders te kort komen. Ook zullen zij het met mij eens zijn, dat wij alleen door schouder aan schouder te staan een menschwaardig bestaan kunnen veroveren. Komt kameraden, sluit u aan bij uwe vakorganisatie. Allen in één organisatie. Geen man voor den R. K. Voddenbond en geen man voor het zoogenaamde, vaderlijk erfdeel. De ondervinding heeft ons geleerd in Hilversum, in Wageningen en nu weer in Leiden, dat die vereenigingen gebruikt worden onder aanvoering van geestelijk adviseur en dominéé de loonen laag te houden, dus gedwongen worden onder kruipersdiensten te verrichten. De houding van deze ver eenigingen is dus zoo reactionnair mogelijk, zoodat zij niet ongelijk zijn aan kreeften. Zaak is het, om bij eventueele pogingen tot samenwerking met deze vereeni gingen een oog in 't zeil te houden in de richting van den hoek waaruit boven aangeduide wind waait. Onbegrijpelijk is het, dat wij niet allen in één orga nisatie kunnen zijn, terwijl het niets anders is dan een maagkwestie of wij rood of zwart zijnde maag stelt dezelfde eischen. Komt, vooruitstrevende volksbonders, wacht niet tot er een actie gevoerd wordt, net als onze

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1906 | | pagina 3