De „stand" der Handels- en
Kantoorbedienden
Éen andere meening.
Oranjelol.
Parlementaire Kroniek.
Houtman waren uitgenoodigd voor debat, maar hadden
bedankt. Zie hier hun antwoorden. De heer Cool
schreef
„Onder dankzegging voor uwe uitnoodiging tot bij
woning uwer openbare vergadering op Vrijdag 7 Dec.
in het Café van Rossen diene deze u te berichten, dat
ik daar geen gebruik van zal maken."
De heer Cool bedankte in patroonsstijl voor den
zuren appel. En toch zijn zure appels zoo goed voor
de keel en de hersens.
De heer Houtman bedankte in een uitvoeriger schrijven,
aldus luidende
„Ik ontving Uw geëerd schrijven van Sow. 1.1.
met uitnoodiging tot bijwoning eener Vergadering uwer
atdeeling op morgen 1), belegd met het oog op detusschen-
tijdsche raadsverkiezing in district III.
„Aangezien uwe partij bij deze verkiezing zelf met
een candidaat uitkomt, acht ik de bijwoning dier ver
gadering onnoodig, temeer daar ik vermeen met de
gröote behoeften, billijke verlangens en ook met de
niet op eenmaal te voldoene eischen der Arbeiderspartij
genoegzaam bekend te zijn."
Wij loven een kwartaal gratis-abonnement op De
Moker uit aan ieder, die uit den laatsten zin een
logische gedachte weet te halen. Over 14 dagen deelen
wij den uitslag van d^zen wedstrijd mee. Op de ver
gadering had de Heer Houtman met zjjn brief een groot
lachsucces.
Eindresultaat.
Het eindresultaat van alles wat over deze verkiezing
te zeggen is kan dit wezen: dat wij tevreden kunnen
zijn met den uitslag; de burgerpartijen hebben duide
lijker dan ooit te voren den velke laten zien, hoe
onmachtig ze zijn en welk een sufte beschimmelde boel
het bij hen is; wij daarentegen zijn vooruitgegaan en
kunnen met trots en vreugde vaststellen, dat wij een
fjinken stap vooruit hebben kunnen doen. Het gaat
goed zoo!
De arbeiders mogen dit wel eens bedenken, vóór zij
Donderdag ter stembus opgaan.
We weten noch van den heer Cool, noch van den
heer Houtman, hoe hun houding in den raad zal zijn
ten opzichte van verschillende arbeidersvraagstukken,
ten opzichte van belastingen, enz. Geen enkele aan-
bevelér heeft het zich tot plicht gesteld, den kiezers
het waarom der candidaatstelling van genoemde heeren
mee te deelen. En zouden bij dien stand van zaken
de honderd en tien mannen, die de Bruin den ge-
Echikste achtten, nu voor den heer Cool gaan werken?
We kunnen en we mogen het niet veronderstellen.
Geen enkele bewuste arbeider stemme dus a.s. Donder
dag den liberaal.
Het parool bij deze herstemming zij voor de arbeiders
In geen geval den liberaal.
Schiedam, 12 Dec. '06. Een kiezer.
[Onze medewerker L. die tijdens de verkiezings
campagne de daarop betrekking hebbende artikelen in
De Moker schreef, en „een kiezer" hebben dus een
geheel tegenovergestelde meening over de houding die
bij de heistemming door ons moet worden aangenomen
onze afdeeling zal Zaterdagavond te beslissen hebben.
Overbodig zal 't wel zijn de partiigenooten op te
wekken, de vergadering niet te verzuimen.
[Red. Moker.]
Een onzer partijgenooten zendt ons 't volgend stuk
ter plaatsing.
In geen geval den liberaal!
Kiezers in district III.
Maandag was er gemeenteraadsverkiezing in Leeu
warden. Aller oogen waren op die plaats gericht,
omdat daar tegenover den arbeiderscandidaat Zandsira
was gesteld de gemeen-chappelijke candidaat der libe
ralen, katholieken en anti-revolutionairen. Niet ston
den deze laatste drie partijen tegenover elkaar, neen
alleen om Zandsira te weren, werkten liberalen, katho
lieken en anti-revolutionairen heel broederlijk samen.
Of het door die samenwerking kwam, dat de gemeen
schappelijke candidaat viel, we zijn niet zoo met de
Leeuwarder toestanden op de hoogte, om hieromtrent
een besliste meenmg te kunnen geven. Maar wel. zal
ieder het met ons eens zijn, als wij zeggeD De Leeu
warder arbeiders zagen in, dat er boven en behalve
de verschillen tusschen de liberalen eenerzijds en de
katholieken en anti-revolutionairen anderzijds nog een
grooter verschil bestond. Al deze partijen werkten
samen, om den arbeidersvertegeuwoordiger uit den
Raad te houden, dat stond voor de arbeiders in Leeu
warden vast. En duidelijk gaven die arbeiders blijk,
van zulke politiek niet gediend te zijn. Bij eerste
stemming reeds werd Zandstra gekozen.
Kiezers in district III. Valt voor u uit dit geval wat
te leeren? Dinsdag toch hebt gij op den heer Houtman
318 stemmen uitgebracht, op den heer Cool 268 stemmen,
en op den arbeiderscandidaat P. de Bruin 110 stemmen.
Eén stad van bijna uitsluitend arbeiders heeft nog zoo
weinig gevoel van eigenwaarde, dat een arbeiders ver
tegenwoordiger geen plaats wordt waardig gekeurd in
den raad der gemeente. Hii brengt het nog niet eens
tot een herstemming. Wel zijn de hierboven genoemde
cijfers van dien aard, dat we hoop op de toekomst
hebben, maar de arbeiders verzuimden in deze te doen,
wat hun het naast aan het hart moest liggen, n 1. als
één man op te komen voor hun candidaat.
Wat zullen de arbeiders nu doen op Donderdag, den
dag der herstemming? De 268 kiezers, die Dinsdag hun
stem uitbrachten op den heer Cool, gaan gewis de vol
gende week weer op denzelfden stemmen, evenzoo de
318 kiezers van den heer Houtman. Maar de 110 stemmen
op de Bruin uitgebracht, wat gebeurt daar mee? De
heeren liberalen lachten Dinsdag al glundertjes, toen zij
len voorloopigen uitslag vernamen. Want, nietwaar, de
stemmen van de Bruin, zoo redeneerde die heeren,
krijgen wij toch bij de herstemming voor den heer Cool.
En niet zonder reden zeggen zij dat. De ondervinding
heeft ons geleerd, dat de roode stemmen van de eerste
stemming liberale stemmen worden bij .herstemming.
En dan zijn die heeren tusschen de eerste en tweede
stemming zoo poeslief tegenover de arbeiders. Als
men ze in dien tijd hoort en oppervlakkig oordeelt,
dan ontstaat al heel gauw de meeningWaartoe steunen
we toch den rooden candidaat? De liberaal is immers
-even goed.
Is de verkiezing evenwel afgeloopen, dan merkt men
van de heerin liberalen al even weinig als van hun
zoogenaamde tegenstanders, de katholieken en anti
revolutionairen. Alleen wanneer zij de arbeiders noodig
hebben, dan weten zij ze wel te vinden. Maar kunnen
ze hen tegenwerken denk maar aan Leeuwarden
dan stellen ze alles in het werk, om den arbeiders
vertegenwoordiger ver uit de vertegenwoordigende li
chamen te houden.
1) De Heer Houtman vergist zicli zelfs in den fzeer duide
lijk aangegeven) datum'. Lezen is een moeilijke kunst!
v. L.
In Mercurius, het orgaan van den bond voor handels-
en kantoorbedienden van dien naam, komt een uitvoerig
artikel voor over „Arbeidsrecht."
Het is een pleidooi voor de bureaux voor arbeidsrecht
en over deze instellingen wordt met vrij groote waar
deering gesproken.
Tóch berust het artikel op een dwaling, een absur
diteit, zouden we 't haast noemen, waar de groote
beteekenis van de bureaux voor arbeidsrecht voor het
algemeen wel wordt erkend, maar toch weer wordt
aangedrongen op aparte instelling van zulke bureaux
voor handels- en kantoorbedienden. We citeeren uit
bedoeld artikel:
Hiertoe dienen de bureaux voor arbeidsrecht.
Iedere nieuwe sociale wet, in 't bijzonder wel de
binnenkort te verwachten wet op het arbeidscontract,
maakt den werkkring dezer bureaux omvangrijker,
belangwekkender en nuttiger, maar maakt hen
bovendien ook uit een ander oogpunt van belang.
Door hun dagelijksche kennismaking met maat
schappelijke toestanden en verhoudingen, zullen zij
den organisaties zeiven steeds meer bouwstoffen
bieden voor de critiek van het bestaande, maar
zullen zij ook steeds meer aanwijzingen verschaffen
voor verbeteringen in de toekomst. De bureaux
voor arbeidsrecht, zooals zij in ons land bestaan,
strekken hunnen werkkring uit tot het geven van
adviezen en voorlichting op terreinen, die niet
uitsluitend tot het eigenlijke arbeidsrecht behooren.
Trouwens, vooral voor die categoriën arbeiders, die
met de werking van onze staatsregeling en van
onze maatschappelijke samenleving weinig of niet
vertrouw 1 zijn, is eene voorlichting b.v. in militie-,
belasting- of bu gerlijke rechtszaken, om maar iets
te noemen, uiterst gewenscht en geen enkel bureau
voor arbeidsrecht zal dan ook goed doen, als het
zijn werkkring al te zeer beperkt. Voor handels-
en kantoorbedienden zullen de adviezen zich ver
moedelijk wel kunnen beperken tot ontslag- en
loonkwesties, tot den uitleg van artikelen in de wet
op. het arbeidscontract of andere toepasselijke
wetten, tot voorlichting bij het aangaan van schrifte
lijke contracten en dergelijke zaken meer. Maar
ook zjj zullen aan een bureau voor arbeidsrecht,
gesteund voor die gevallen, waar dit noodig blijkt,
door juridische hulp, groot belang hebben en de
afdeelingen van onzen bond zullen goed doen, de
oprichting van zulke bureau erns'ig onder de
oogen te zien. Gelijk men weet, is door de afdeeling
Dordrecht reeds een bureaux voor arbeidsrecht in
het leven geroepen, terwijl in de afd. Rotterdam
zulk een instelling in wording is en waarschijnlijk
wel zeer spoedig zal kunnen worden aangekondigd.
We vragen in alle bescheidenheid ivaarom en waartoe
ook hierin alweer die scheiding tusschen hoeden- en
pettenproletariër Waarom is er verschil tusschen het
arbeidsrecht van den kantoorbediende en van den hand
werkman? Waarom zou het recht van den eerste niet
op dezelfde wijze en door dezelfde instelling behandeld
kunnen worden als dat van den laatste?
Als de adviezen voor handels- en kantoorbedienden
zich zullen kunnen beperken tot ontslag- en loonkwesties,
tot den uitleg van artikelen van het arbeidscontract,
loopen ze geheel parallel, neen, zijn zij geheel dezelfde
als die aan handwerklieden worden verstrekt en kunnen
zij toch ook maar op één wijze worden behandeld.
En dus is er voor aparte inrichtingen voor handels-
en kantoorbedienden geen enkele redenkunnen zij met
volkomen waarborg van goede behandeling zich bij
voorkomende gelegenheid tot de bestaande bureaux
wenden.
Als de redactie van Mercurius de oprichting van
aparte bureaux voor handels- en kantoorbedienden be
pleiten wil, zal ze allereerst de vraag onder de oogen
hebben te zien of daarvoor wel eenige reden is. We
vreezen dat bij het schrijven van het bewuste artikel
bet „stands" begrip de redactie van Mercurius op een
dwaalweg heeft gebracht.
ben konden dat op den verjaardag van de Koningin
in Schiedam zoo weinig dwaasheden werden verkocht,'
die de beide laatstgenoemde heeren zoo begeerlijk vinden
om in hun kranten te beschrijven hebben in zooverre
succes op hun pogingen dat er Maandag een vereeniging
is opgericht, welke het heilig en grootste doel beoogt
„om de burgerij van Schiedam, leiding te geven op
„gepaste, feestelijke en waardige wijze te vieren den
„verjaardag van Hare Majesteit de Koningin, alsmede
„andere dagen, die voor het Vorstenhuis, het Neder-
„landsch volk of de gemeente Schiedam van groote
„beteekenis worden geacht."
Om de vergadering aantrekkelijk te maken men
vreesde' zeker dat de hoog-opgehemelde oranjeliefde
onzer burgerij niet sterk genoeg zou zijn om ze zonder
méér naar de vergadering te lokken was het muziek
gezelschap „St. Ambrosius" gerequireerd om vader-
landsche liederen te pompen, welke door de vergaderden
staande werden aangehoord.
Sjonge, sjonge!
Dan hield papa Smit een redevoering om te betoogen
dat de Schiedammers bescheiden zijn (applaus) dat de
heer A. M. den Draak óók in 't comité zit (applaus);
dat de vereeniging is opgericht (krachtig applaus)
Enzoovoort.
Toen werden fluks statuten en reglement der vereeni
ging afgehandeld, aan welke werkzaamheden ook de
heer M. C. M. de Groot aandeel nam toen
was 'r weer muziek, ('t Wilhelmus, staande aangehoord)
enz. enz. en toen gingen ze allemaal met een gerust
hart slapen. v
D'r was een grootsch werk verricht
Buiten de gemeenschap!
De heer Blommendal doet in de Sch. Crt. welke
onder zijn bekwame leiding staat héél gewichtig over
dat vereeniginkie, waarvan hij een der geestelijke vaders
is. (Of-i er veel eer aan beleven zal is 'n. tweede.)
In het Zondagsno. der Sch. Crt. behoofdartikelt bij
de oprichting der vereeniging en schrijft dezen enormi
teit neer:
„Door deze bepalingen hoopt het comité te bereiken
„dat de op te richten vereeniging in den werkelijken
„zin van het woord zal worden een „Volksvereeniging",
„dat wil zeggen een vereeniging waaraan de geheele
„burgerij van Schiedam zal deel nemen."
Zou meneer Blommendal wel eens ervan gehoord
hebben dat er menschen zijn, die er geen nut in zien
een zeer dure en zeer goed 'te ontbeeren instelling als
het Koningschap eenige vereering toe te kennen en
die dus geen reden hebben den verjaardag van een koning
of koningin op eenigerlei wijze te vieren, evenmin als
een Protestant er aan denkt een der katholieke heiligen
te gaan vereeren op eenigerlei wijze?
Neen dat is den redacteui- van de Sch. Crt. on
bekend Want, we zullen natuurlijk niet veronderstel
len dat die meneer de pretentie heeft ook „'n zekere
groep" buiten de zedelijke gemeenschap des volks te
kunnen plaatsen.
Dan zou hjj zich wat al te belachelijk maken!
De h.h. Smit, D.esch en Blommendal, onze van
oranje-liefde blakende stadgenooten die maar niet lieb-
Officiëele oranjelol?
Achter de schermen wordt gekonkeld, om, nu de
katholieken in den raad belezen zijn om óók voor de
afschaffing der kermis te stemmen, de „Oranjevereni
ging" de leiding der volksfeesten, plusde gemeen
telijke subsidie toe te vertrouwen.
Dan zouden de ijveraars voor de afschaffing der
kermis op overwegingen betreffende de zedelijkheid
(burgemeester Brauts c.s.) er goed op vooruitgaan!
Oranjelol is altijd en overal ontaard.in oranjebitter-lol
en één zoo'n koninginnedag lijkt ons even zedebe-
dervend als een heele kermisweek.
Indien we de keuze hebben tusschen een origineelen
Koninginnedag en een kermisweek kiezen we als
voorstanders van afschaffing der kermis, zonder eenige
aarzeling de kermis.
We voorzien achter de schermen en in den Raad
over het kermisvraagstuk nog een groote knoeierij.
De Staatsbegrooting
Sinds 27 November zijn nu de debatten over de
Staatsbegrooting gaande. Wij staan nu voor de moei
lijke taak om binnen -de grenzen van dit weekblad een
overzicht te geven van hetgeen door de sociaal-demo-
kraten in de Tweede Kamer is verricht, Het is niet
anders mogelijk dan hier en daar een greep te doe».
Bij de algemeene beschouwingen was het onze par
tijgenoot Troelstra, die in eene groote rede het stand
punt onzer partij tegenover deze regeeriug en jle bur
gerlijke partijen uiteenzetten. Vooral de heeren Talma
en Kolkman, de woordvoerders der antirevolutionaire
en katholieke partijen, kregen het braaf benauwd toen
hij hen vroeg nu eens ronduit te zeggen, wat zij met
het kiesrecht voor den arbeider van plan waren.
Want in die beide kerkelijke partijen zijn ook groote
groepen arbeiders georganiseerd en men heeft hen sinds
jaar en dag met looze beloften gepaaid als zij vroe
gen waarom mag de arme niet evengoed stemmen
gaan als de rijke?
Maar de klerikale heeren zochten in uitvluchten ook
nu weer hun heil. Zij zullen eerst duidelijk spreken
als de christelijke- arbeiders zelf. wat krachtiger bij
hun eigen leiders gaan opkomen voor hun kiesrecht.
En daarvan zijn, met name in Patrimonium, gelukkige
teekenen waar te nemen.
Onze partijgenoot sloot zijne groote rede met de
volgende samenvatting„De regeeringspartijen, van
welke levensbeschouwing ook, zitten in het moeras vast,
wanneer de groote massa des volks hier vertegenwoor
digd is, wanneer de meerderheid hier gevormd wordt