Ditjes en Datjes.
Kijkj es op het Bureau voor
Arbeidsrecht.
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
door hen, die door geen bezitvrees van krachtige her
vormingen worden afgehouden, zal men op beter hopen."
Overigens blijven wij bij dezelfde houding als het
vorige jaarwij aanvaarden van deze regeering wat
zij goed, en verwerpen wat zij slecht doet, en steeds
zullen wij blijven beseffen dat deze regeering een bur
gerlijke is en dat wij zeiven sociaal-demokraat zijn.
Uit het antwoord van minister dc Meester bleek,
dat ook onder deze regeering, waarin ook vrijzinuig-
demokraten zitting hebben, de klassenstrijd op poljtiek
gebied onverminderd zal voortwoeden. Want geen enkele
der eischen, door onzen partijgenoot gesteld, zal worden
ingewilligd, ook de Staatspensioneering niet.
Uit Troelstra's antwoord valt rog te noteeren, dat
de sociaal-demokraten ook dit jaar tegen de oorlogs-
begrooting zullen stemmen.
Bij het hoofdstuk
Binnenlandsche Zaken
was het partijgenoot Tak, die opkwam tegen oproepen
in de Staatscourant van Nederlandscke arbeiders om
de plaats in te nemen van stakende klassegenooten in
het buitenland. De heeren Pastoors en Talma spraken
in gelijken ziD, maar de minister bleek zoowaar niet
geneigd in het vervolg deze ongehoorde bemoeilijking
van den strijd van arbeiders iii het buitenland na te
laten. Dat gaf Tak aanleiding met de heeren Pastoors
en v. Vliet, voorzitters van den R. K. Volsbond en
Patrimonium, de volgende motie te stellen
„De Kamer van oordeel, dat de bemoeiing van den
minister van Buitenlandsche Zaken met de vraag naar
Nederlandscke arbeiders voor buitenlandsche onderne
mingen waar werkstaking is, ongewenscht is, gaat over
tut de orde van den dag."
Bij het hoofdstuk
Justitie
was het onze partijgenoot Schaper, die fel den minister
van Raalte aanviel over de verleende gratie aan de
beide Groningsche fabrikanten Pott en Terborg. Die
zaak zat zoo: in de werkplaats dezer heeren was het
rad van een machine onbeschermd. De arbeidsinspectie
had herhaaldelijk veiligheidsmaatregelen voorgeschreven,
maar daaraan hadden de heeren geen gevolg gegeven.
Want dat zou een handvol guldens gekost hebben en
die houden de heeren liever in den" zak.
Op een dag werd een jongen door het rad gegrepen
eu gedood; een jong leven was hier verloren gegaan
als gevolg van patroonsgierigheid.
De fabrikanten werden vervolgd, maar de Groningsche
rechtbank, „het treurigste stelletje rechters van ons
land" noemde Schaper haar sprak hen vry. Het
Leeuwarder hof gaf hen echter 14 dagen, maar de
minister gaf gratie. „En dat gebeurt onder een vrij
zinnig-democratisch minister!" riep onze partijgenoot uit.
Hij oefende voorts scherpe kritiek op de justitie in
iet algemeen en kwalificeerde haar ronduit als
klasse-justitie.
Studenten, doktoren en andere voorname rijkaarts
worden voor de ergerlijkste rechtsovertredingen en mis
daden tot kleine straffen veroordeeldterwijl de kleinen,
de armen voor vaak veel minder belangrijke feiten zwaar
gestraft worden.
Wie zich vergrijpt aan iets, al was het maar de
waarde van een speldeknop, draait'er voor maanden
achter.
Het was duidelijk dat Schapers verontwaardigde
rede grooten indruk op de Kamerleden maakte, die
anders voor geen kleintje zijn vervaard. En de minis
ter kon het niet goed praten. Toen Schaper dan ook
een motie stelde waarin wordt uitgesproken dat in het
'geval van de Groninger fabrikanten, een onjuist gebruik
is gemaakt van het recht van gratie, droeg zij mede
de handteekening van de vrjjzinnigdemocraten Treub,
Ketelaar en Nolting, der christelijk historischen heer
Van Idsinga en van der Zwaag.
Hugenholtz sprak bij dit hoofdstuk over de
onhoudbaarheid van het huidige strafstelsel en brak
evenals vorige jaren een lans voor het Amerikaansche
Elmirastelsel dat het wreede opsluiten in de eenzame
cel niet kent. Het resultaat is, dat de minister een
ambtenaar op onderz :ek naar Amerika zal zenden.
Schaper sprak nog óver de twee gevallen, het
één in de gevangenis te Rotterdam, het andere te Assen
waarbij mannen die slechts een korten straftijd hadden
af te zitten, door onoordeelkundige behandeling in de
gevangenis zijn gestorven. De minister zegde ver
betering toe.
Bij Binnenland-che zaken ijverde Tak voor scheids
rechterlijk uitspraak voor gemeentewerklieden en hoopte
dat de minister niet zijn goedkeuring zou hechten aan
het besluit van den Rotterdamschen Gemeenteraad om
het tractement van den burgemeester van 8000 op 12000
gulden 't jaar te brengen. Hij kwam op tegen het misbruik
'van macht dat, de burgemeesters maken, om den strijd
der socialisten te belemmeren door het verbieden van
optochten en meetings.
In zoo'n begrootingstijd houden onze menschen daar
in de Kamer toch maar stevige afrekening!
Kinderbedrog. De Zondagsbode heeft ook een
rubriek „Yoor de Jeugd."
De samensteller van zulk een rubriek heeft, wanneer
z'n pennevruchten althans ten doel hebben, voor de
kinderen leerzaam, opvoedend, ontwikkelend te zjjn,
toch in de eerste plaats de taak ivaar te zjjn. Een
zeer groote paedagogische fout is het alleszins, de kin
deren verzinsels voor waarheid te vertellen. En ieder
die aan de opvoeding der jeugd werkt, ervaart ook
wel dat hG beter is het kind volle waarheden te ver
tellen als men een of andere stof behandelen wil, dan
door het geven van onware voorstellingen de waarheid
zelve bedekt te houden.
„Wees dus waar tegen het kind." Dat wordt gezegd
door elk verstandig paedogoog. 't Zij hij van christe-
telijke of ongeloovige richting is.
Maar allerlei prutsertjes, die zich geroepen achten
óók aan de opvoeding der jeugd werkzaam te moeten
zijndie van hun vrijwillige taak evenveel benul heb
ben als een spreeuw van 't schilderen, volgen natuur
lijk hin eigen methode, die ze in den regel van groot
vaders grootvader hebben overgeërfd.
Zoo'n bolleboos is ook bezig in de Zondagsbode de
kinderopvoeding te bederven. Slechts bij hooge uit
zondering nemen we nota van z'n prullaria, maar in
het no. van j.l. Zaterdag lazen we weer iets moois,
dat we ter illustratie overnemen.
't Komt voor in een verhaal, waarin de levensloop
van 'n „zondaar bij uitnemendheid" wordt geschetst.
De geschiedenis zelve besparen we onzen lezers, alleen
vertellen we „hoe 't afliep."
Bevende naderde de zondaar. Ja, Dominé had
gelijk. Hij mocht zich niet langer verzetten. God
was zijn vijand niet, al had Hij hem de beenen
g broken. Beter de beenen stuk dan de ziel ver
loren. Beter met een houten been den hemel in,
dan met twee goede beecen in de hel geworpen
te worden.
't Vermoeden komt zoo onwillekeurig in ons op dat
iemand die zulke nonsens neerschrijven durft, die de
kin leren gaat wijsmaken dat men met schoenen of
klompen aan naar hemel of hel verhuist, toch wel
bizonder weinig eerbied voor z'n geloof moet hebbeu.
Onwillige patroons. Bij de Kamer van Arbeid
voor de Bouwbedrijven alhier kwam den 8en November
jl. een schrijven in van het te dezer stede bestaand
Comité inzake de loonbeweging onder de timmerlieden,
waarin wordt medegedeeld dat 3 timmerlieden-patroons
alhier, de heeren Mak Jongsten, C. L. D. van de
Water en J. A. Hagendoorn weigeren mede te werken
aan den door de overige patroons ingevoerden loon-
standaard en waarin tevens wordt verzocht pogingen
te willen aanwenden om te bewerken dat ook genoemde
patroons zich aan dien loonstandaard zullen gaan houden,
ten einde een uniform loon aan de timmerlieden in deze
gemeente te verzekeren.
Uit nader verstrekte inlichtingen bleek dat door de
timmerliedenpatroons was overeengekomen om aan hunne
knechts een uurloon van 21 cent uit te betalende heeren
Mak Jongst en hadden een paar weken 22 cent uit
gekeerd doch hadden daarna het loon weder verlaagd;
de heer C. L. D. van de Water had zich voor loons-
verhooging verklaard, doch had die niet toegekend,
terwijl de heer JA. Hagendoorn schriftelijke verzoeken
om medewerking en uitnoodigingen tot bijwonen van
vergaderingen onbeantwoord had gelaten.
De Kamer besloot na eenige discussie het comité ter
wille te zijn en genoemde heeren te verzoeken, waar zij
voor hunne weigering wel hunne redenen zouden hebben,
haar daarmede in kennis te willen stellen en verklaarde
zich desgewenscht bereid tot eene bespreking.
Daar van geen der genoemde patroons eenig antwoord
werd vernomen, besloot de Kamer aan deze zaak open
baarheid te geven, omdat zij het bet<eurt dat door de
meergenoemde patroons, de eerste eischen der beleefdheid
niet zijn nagekomen, en zij zich afkeerig hebben getoond
van de zoo hoog noodige onderlinge samenwerking.
Onderwijs. Aan de leden van den gemeente
raad en aan die van de Commissie van Toezicht op het
L. O. is een brochure gezonden, getiteld: „Een goed
voorbeeld". Hierin zijn een zestal artikelen saamgebracht
uit De Nieuwe Courant, handelende over het lager
onderwijs te Ziirich.
Wij hopen, dat de brochure aandachtig gelezen zal
worden. Ze is het overwaard. Want dan is er ook
reden te hopen, dat Schiedam binnen afzienbaren tijd
het goede voorbeeld van Ziirich zal pogen te volgen.
Het roode gevaar. De redactie van De Nieuwe
schrijft over den uitslag der verkiezing het volgende:
De uitslag der stemming is zeker een teleurstel
ling voor hen, die zich gevleid hadden, dat onze
uitnemende candidaat reeds bij eerste stemming
zou zijn gekozen. Zij die in het groot aantal uit
gebrachte stemmen reeds een aanduiding zagen van
hetgeen straks de ontwikkelde stembus zeggen zou,
waren door dien uitslag niet verrast; immers bij
zoo groot stemmental, klimt ook de volstrekte
meerderheid en wordt 't voor een candidaat te
moeilijker die te bereiken.
Intusschen bljjft 't de vraag of niet bij nog iet
wat grootere opkomst onze candidaat bij eerste
stemming de meerderheid had kunnen bezorgd
worden; op een dertigtal stemmen kwam 't nu
toch slechts aan. Er zijn nog maar al te veel
kiezers, die 't maar immer op een herstemming
laten aankomen. Het ongelukkig, onjuiste woord
„'t wordt toch herstemming" heeft reeds zoo dik
wijls het verkiezingswerk bedorven.
Het onvermijdelijk gevolg bij de herstemming zal
zijn, dat wij nu onze vijanden vereenigd zullen
zien, terwijl zij bij eerste stemming verdeeld stonden,
ten minste indien de sociaal-democraten getrouw
blijven aan de tactiek, blijkbaar steeds bij ver
kiezingen door hen gevolgd. In ieder geval moet
het roode gevaar vooral voor District III, bij het
groot aantal op den rooden candidaat uitgebrachte
stemmen, niet onderschat worden. Moed, beleid
en trouw kunnen echter bij de tweede stemming
goed maken, wat misverstand, laksheid en mis
leiding bij de eerste stemming bedorven hebben
Met nieuwen, frisschen moed het herhaald verkie
zingswerk voorbereid!
De heer Dresch zal het zijne er toe bijdragen, om,
als de sociaal-democraten zich soms onzijdig wilden
houden, ze toch naar de stembus te drijven, door z'n
gal op ons uit te braken.
't Is een zeer onhandig heerschap.
Zenuwachtig! Blijkbaar nog onder denzelfden
indruk, schrijft de heer Dresch dan 't volgend bericht
in 't zelfde no.
Kloosterman.
Tot onze verwondering zien wij op de bekende
plaatsen in onze stad aangeplakt een biljet, waarin
wordt aangekondigd, dat de beruchte anarchist
Kloosterman, op initiatief van de Socialistische
Propagandaclub, Zondagmiddag 12 ure in de groote
zaal van „Musis Sacrum' alhier in een openbare
vergadering als spreker zal optreden met het
onderwerp„In Naam van Christus." Zij die weten
wat nog onlangs te Rotterdam bij het optreden
van Kloosterman gebeurd is, kunnen begrijpen wat
ons hier te wachten staat.
De zaal van „Musis" schijnt in de laatstver-
loopen^ jaren maar voor iederen sprëker veil te
zijn. Zouden zij die belast zijn met het handhaven
van orde en rust over Let optreden van een per
soon als Kloosterman even lichthartig denken als
de eigenaren van Musis' zaal?
Beste vriend, wiud-je niet op. Als Kloosterman hier
spreekt, vergaat de wereld nog niet. 't Zal nog wel
goed komen, hoor!
Houd dus je gekheden voor je. Kalmte alleen kan
je redden.
Zooals men uit de kwartaal-opgave van het aantal
behandelde gevallen heeft kunnen zien, nemen de werk
zaamheden van het Bureau beduidend in omvang toe.
Opmerkelijk is h-t aantal belastingszaken. Alleen
over dit kwartaal werden er G8 belastingszaken be
handeld. En daarbij waren er van zéér ingewikkelden
aard.
In den regel leenen de behandelde gevallen zich niet
voor publiciteit, hetgeen we vaak zeer sterk betreuren.
Want we verkrijgen voldoende stof voor beschrijvingen
van proletariërs-wee, dat tot in de ziel toe roert,
maar waartegen we in den regel machteloos zijn.
Een illustratie. Een arbeider, wiens vrouw reeds
geru men tijd ziek is en die ook nog een viertal kleine
kinderen te verzorgen heeft, had te Rotterdam gewoond
in een huis, dat niet onder de termen der wet op de
personeele belasting viel. Tóch was hij aangeslagen en
waar hij niet betaald had, kwamen de boetebriefjes en
het dwangbevel tot hier hem 1 ervolgen. En ten slotte werd
z'n boeltje in beslag genomen om verkocht te worden.
Dat bracht den man tot wanhoop. Maar gelukkig
z'n patroon hielp m uit den brand en schoot 'm het
geld voor. Elke week zou hij dan iets afdoen.
Een week later dezelfde geschiedenis, van voren
af. De eerste vervolging betrof nog z'n aanslag over
1904, thans goldt het z'n aanslag over 1905. Alwéér
beslag met de heele beroerde geschiedenistot een
buurman weer niet kon aanzien dat het gezin naar den
kelder getrapt zou worden door den hardvochtigen
fiscus en hem het geld leende.
Tijdelijk was-i dus weer geholpenwèl verzwaring
van wekelijksche lasten wèl belasting betaald en hooge
vervolgingskosten, terwijl geen belasting betaald had
moeten worden, maar toch het boeltje weer gered.
Tot ten derde male de duivel hem komt bezoeken
en hij vervolgd wordt voor een suppletoire aanslag in
de plaatselijke inkomstenbelasting.
Natuurlijk hebben we voor hem gedaan wat we kon
den. Maar in den regel is dat in zulke gevallen niet
veel meer, omdat men eerst bij ons komt als men ver
volgd wordt en de tijd voor reclame verstreken is.
Maar voor den aanslag in de inkomstenbelasting is
onzen pechvogel tijdelijk uitstel verleend, terwijl we op
onze verzoekschriften inzake de onjuiste aanslag in de
personeele belasting van den Directeur te Rotterdam nul
op 't rekwest kregen en die meneer zelfs verklaarde
„na onderzoek de aanslag juist bevonden te hebben" (ze
erkennen niet graag 'n abuis). In vervolg op dit ant
woord hebben we ons tot den minister van financiën ge
wend om tusschenkomst. Het antwoord blijft misschien
nog wel wat uit.
Deze „belastingzaak" is wel een van de omvangrijkste
dier gevallen maar er zijn er toch meerderen waar
over heel wat te vertellen zou zijn.
Misschien volgende week nog 'a kiekie.
Dinsdag had de uitspraak plaats door den kanton
rechter, op een vordering van zekeren K., een werkman
voorheen in middellijken dienst bij den heer Herman
Jansen alhier, welke K. ontslagen was geworden zonder
dat de werkgever den usantieelen opzeggingstermijn in
acht had genomen.
Wij vorderden voor dien werkman een week loon en
zagen onze eisch toegewezen. De heer Herman Jansen
krijgt nu ook de proceskosten voor ZEd.'s rekening
een aardig buitenkansje.
Mogen de heeren werkgevers in de buurt aan dit vonnis
gedachtig zijn als ze bijgeval arbeiders de keien opjagen.
Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht.
Vooral aan den heer Herman Jansen.
öm te onthouden. Het officieus orgaan van
het politiek coalitie-christendom in onze „goede" stad,