Afgeluisterd.
Uit ons Vereenigingsleven.
Drankbestrijding.
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
Op ï'n SchiedamscliIn de laatste dagen
is het zooveelste pleidooi geleverd voor de onvoldoende
werk-methode van den gemeentelijke reinigingsdienst
De groote hoeveelheid sneeuw, welke er gevallen
was, had de straten schier onbegaanbaar gemaakt. Een
ieder hield z'n hart vast bjj de gedachte nog, dat de
dooi kan intreden, waardoor het verkeer nog treuriger
worden zou.
Van sneeuw-opruïmen was zoo goed als niets te
bespeuren. Dank zij de meer dan krenterige bezoldiging,
zijn er bijna geen hulp-krachten te verkrijgen. En dus
bleven de zaakjes de zaakjes, zeker niet ten gerieve
van het publiek en het verkeer.
Onwillekeurig vroeg ook in deze dagen menigeen
zich af, waaraan onze belastingcenten loch wel worden
besteed, 't Is fen blijft echter een raadsel.
Aanpakken. De Bredasche Courant meldt het
volgende, wat moet zijn voorgevallen in een der Bra-
bantsche gemeenten:
Een dorpskommissie ging naar de notabelen meteen
inschrijvingslijst voor een nieuwen muur om het kerkhof.
Ze kwamen ook bij den rentenierenden oud-molenaar,
die „ze maar zat" had. Deze man was wel goedgeefsch,
maar slechts voor doeleinden, die ook nuttig waren in
zijn oogen.
Toen het hoofd der kommissie voor de zooveelste
maal had afgedreund:
„U zal ook den deplorabelen toestand van den kerk
hofmuur opgevallen zijn en nu hebben wij het plan een
fonds te stichten, waaruit een nieuwe muur bekostigd
en onderhouden zou kunnen worden," toen was het
antwoord
„Jullie krijgt van mij niks los, hoor, 'n muur is
daar nietnoodig, die d'r op leggen kunnen d'r toch
niet uit, en die d'r buiten zjjn, die willen d'r niet in."
Mouwens, voorzvan den voddenbond, vervoegde
zich de vorige week op het politie-bureau om z'n klach-
in te dienen, wegens het gebruik maken van de sabel
op de ruggen en armen der katholieke schreeuwers
(propagandisten.)
Mouwens: Mijnheer, ik kom mijn beklag doen over
het harde optreden der politie op den 2en Kerstdag.
Politie beambteMaar mijnheer Mouwens, de politie
heeft toch niet om de hulp van u of uw helpers gevraagd,
om Kloosterman naar 't station te geleiden. Wanneer
jelui waren thuis gebleven, had u nu niet te klagen
over het optreden der politie.
Mouwens af.
Onderwyzers. Een betreurenswaardig voorval
heeft er in de onderwpzerswereld plaats gehad.
B. en W. deden aan den Raad een voorste1, de
salaris-regeling der onderwijzers te verbete-en. Dit zeer
waarschijnlijk als gevolg der door de Schiedamsche
bondsafdeeling sinds langen tijd gevoerde aktie tot
verbetering der geldende verordening.
De onderwijzers (essen) zonder hoofdakte richtten
gezamenlijk een adre< aan de raad, om, waar zij meende
dat hunne belangen niet geheel bij de voorgestelden
wijziging in het oog gehouden waren, alsnog te pogen
op die belangen de aandacht te vestigen. Onder die
adressanten waren ook verschillende bondsleden.
Het afdeelingsbestuur zond echter een contra adres,
den raad meldende dat voormeld ad es zónder zijn
voorkennis verzonden was en verzoekende met deze
desorganiseerende daad geen rekening te houden.
Zietdaar een betreurenswaardig conflict. Voorstanders
als we zijn van de meening dat iedere vakvereeniging
z'n eigen zaken heeft te regelen, zouden we op deze
plaats er niet over gesproken hebben, om den schjjn
niet op ons te laden van buiten af wenken te willen
geven.
Maar het conflict uitte zich in het openbaar. En
daarom meenen we onze meening wel te mogen zeggen.
Ter wille van het prestige der vakbeweging in het
algemeen, moeten zulke conflicten tot eiken prjjs voor
komen worden. De op-zichzelf-adresseerende onderwij
zeressen) hebben zich zeker schuldig gemaakt aan
desorganisatie; indien ze meenden dat hun adres noodig
was, hadden ze in de eerste plaats de organisatie in
den arm moeten nemen, om eerst als deze onwillig of
nalatig bleek, zelf op te treden.
Het afdeelingsbestuur echter, (hoewel dus volkomen
in z'n recht) had zeker taktischer gehandeld geen contra
adres te zenden, doch de adressanten (in 't bijzonder de
eigen leden) ter verantwoording kuDneu roepen. Thans
maakte het optreden van het bestuur zoo geheel den
indruk van niet rijp-overdacht te zijn.
De onderwijzers hebben thans weer ervaren wat de
uitkomsten zijn van een goede vakvereenigings-aktie;
we vertrouwen dat zij allen het hunne er toe zullen
bijdragen hun organisatie grooter en algemeener te
makenmaar tevens óóksterker door de meest mogelijke
samenwerking.
Dat is de beste waarborg dat feiten als het gepas
seerde z-ch niet meer zullen voordoen.
Sodelloonen by een modelpatroon. In de
Metaalbewerker lezen we 't volgende:
Weer iets over de rijwielindustrie aangaande de firma
M. Dujjvis. Nu geldt het uitsluitend de draaierij. Daar
wordt mirakel veel verdiend. Eigenlijk is het wel eens
wat te erg en kan de patroon er nog best iets afdoen.
Zooals ik van iemand gehoord heb, moet het er daar
mooi naar toe gaan. Er is een persoon, 21 jaar oud,
als die zijn eigen werk doet, (dat is sturenmaker of
frameboorder) kan hij, zooals wjj nu werken van 's mor
gens 7 tot 's avonds 5 uur nog best een gulden of
1112 verdienen. Nu moet hij in de draaierjj werken
om gaatjes in de franks te boren. Daar krjjgt hjj iyé
cent per stuk voor; daar kan hij nJet mee uit. Toen
hij om meer vroeg werd er gezegd dat de patroon dat
niet kon doen. Als nu die persoon een» s/8 boor breekt
moet hij 48 centen betalen. Zoo heeft hij nu al 2 weken
achter elkaar 3 boren gebroken, dus moest hij 3 maal
48 centen betalen. Nu ontving die persoon Zaterdag
24 Nov. f3.75, den lsten December f4.37 en den 8sten
December f 3 90. Vindt u niet lezers dat daar heel wat
verdiend wordt?
Een ander persoon ongeveer van denzelfden leeftijd
werd van zijn huis geroepen omdat de patroon om volk
verlegen was. Toen hij kwam kreeg hij ook stukwerk.
Nu heeft hij Zaterdag den 8sten Dec. f 4 40 ontvangen.
Nog dient gemeld dat die persoon in Rotterdam woont
en er nog 60 cent tramgeld af moet, dus dan houdt hij
net niets over.
Een derde persoon oud 16 jaar ontving Zaterdag 8
Dec. 99x/g cent. Een ander zei dat het f 1.65 was. Maar
die twee wilden er niet om twisten, dus zullen wij maar
rekenen dat hij f 1.65 verdiend heeft. Daar gaat af 60
cent voor de tram en 30 cent voor het bootje. Daar
kan zijn moeder hem best van in de kost houden, kleeden
en nog wel een paar gulden in zijn zak geven,
vindt u niet? Nog meer personen zijn er van 17 tat 18
jaar, die Zaterdags zoo maar met 2 en 3 gnlden naar
huis gaan, Hoelang nog, rjjwielmakers, zal het duren
eer gij allen eens goed wakker zult worden? Denk
eens wanneer gjj u allen eens vereenigt, dan kunt ge
ook verbetering verwachten. "Wat één man niet gedaan
kan krijgen, dat kunt ge wel wanneer gjj vereenigd zijt.
Daarom nogmaals rijwielmakers, vereenigt u, sluit u aun
bij den Algem. Ned. Met.-bew. bond.
Waar alcohol goed voor is.
Wanneer iemand een tijd doormaakt, dat hem meer
dan gewone eischen gesteld worden, hetzij van licha-
melijken of van geestelijken aard, is het gebruik van
alcoholhoudende dranken, ook in kleine hoeveelheid, op
medische gronden verboden.
Doet gjj een fietstocht of beoefent gij sport, gebruik
dan geen alcohol. Moet gij nachtwaken, werkt gij
voor een examen, komt het er op aan geestelijk werk
te verrichten, of wilt gij over uwe volledige geestelijke
spankracht blijven beschikken, gebruik dan ook geen
alcohol. Bovenal echter gebruik het niet, wanneer gij
verdriet hebt, of wanneer gij in moeielijke omstandig
heden verkeert en iets moet verduren of een ander
moet steunen.
Dr. Jelgersma,
Hoogleeraar in de psychiatrie te Leiden.
Levensverz.-maatschappijen en onthouding.
Volgens het British Med. Journal van 31 Maart 1906
kwamen in de Sceptre Life Association bij de niet-
onthouders 80 pCt. der verwachte sterfgevallen voor,
bij de onthouders daarentegen slechts 48 pCt. Merk
waardigerwijze geeft de onthouders-afdeeliog in de
verzekeringmaatschappij Abstainers and Oeneral Insu
rance Company hetzelfde cijfer, n.l. 47.4 pCt.
Spoorwegpersoneel en alcohol.
In de Badensche Volksvertegenwoordiging werd on
langs voorgesteld 30.000 Mark toe te staan om het
treinpersoneel op de stations kosteloos alc >holvrije
dranken te verschaffen. Het werd door wijnbouwers
en bierbrouwers bestreden 1 Een van hen voerde zelfs
aan, dat het biergebruik er onder zou lijden. Het
voorstel werd echter aangenomen.
Dronken de Japanners in Mantschoerije?
Iedereen weet uit de geschiedenis van den Russisch-
Japanschen oorlog, dat de Japanners blijk gaven van
een zeer groot uithoudingsvermogen. De vraag rees
toen, of dit niet in verband zou staan met het zeer
geringe alcoholgebruik van dit kranige volk. Wel werd
toen door den Prager hoogleeraar prof. Hueppe, o eral
in de pers rondgestrooid, dat de Japanners minstens
evenveel dronken als de Russen, maar dat werd weer
tegengesproken (jok.
Ten einde zekerheid te krijgen, wendde Dr. Hercod te
Lausanne zich eenigen tijd geleden tot den Zwitserschen
gezant in Japan om inlichtingen en kreeg langs dezen
weg gegevens van het Japansche ministerie van oorlog.
En wat bleek toen?
De Japansche regeering was er met zeer groote
zorgvuldigheid op bedacht, aan de soldaten onschade
lijke dranken te verschaffen: g kookt of gefiltreerd
water en thee. Wat nu het alcoholgebruik betreft:
driemaal per maand kreeg iedere Japansche soldaat
0.18 L. saki, een uit lijst gestoókten alcoholhoudenden
drank van 15 pCt. alcohol. En dat alleen nog in
rusttijden en niet als zjj op marsch waren of een slag
op handen was.
Daar volgens den Duitscher Dr. König rijnwijnen
gemiddeld 11V3 pCt. alcohol bevatten, is met een een
voudige berekening gemakkelijk te vinden, dat de hoe
veelheid alcohol, die eiken „Jap" elke maand verstrekt
werd, gelijk staat met die, welke voorkomt in nog geen
SU L. rjjnwijn of wat ongeveer op het zelfde neerkomt,
dat elk „Geeltje" eens in de 10 dagen 2 glazen 'lager
bier kreeg.
Men ziet, van het gewone „moedwater" geen spoor
bij dit nuchtere volk.
Nieuwjaar! Ook in onze beweging? Zoo
behoort dan het jaar 1906 tot het verleden en zjjn we
een nieuw jaar ingetreden.
Voor de plaatselijke politieke beweging was 1906 een
weinig gelukkig jaar. We aanschouwden en aanschouwen
nóg een verdeeldheid, zooals wel in geen plaats van
onze groote in ons land zal gevonden worden.
In dit opzicht stak het voorafgaande vijf- of zestal
jaren gunstig bij dit jaar af. Maar voor hem, die de
beweging niet oppervlakkig gade sloeg of meemaakte,
doch wat dieper in haar wezen doordrong, voor dien
stond het vrijwel vast, dat de moeilijke tijd dien wij
nu voor een gedeelte hebben doorgemaakt, zou aanbreken.
In plaats van de eene, ondeelbare, goed geschoolde,
slagvaardige arbeiderspartij, in zwaren, ernstigen, prin-
cipieelen strjjd gewikkeld met het kapitalistisch uit-
buitings- en afpersingssysteem op politiek terrein,
aanschouwen we een strijd van a beiders onderling
tegen elkaar.
In stede van vereenigd in één partij, waren zjj verdeeld
in vier verschillende, elkaar af en toe bestokende groepen.
Christen-demokraten, radikalen of kleinburgerlijk-de-
mokraten en anarchisten, bekampten soms meer ons,
sociaal-demokraten, dan den vijand, het kapitalisme.
En het is onze eer, dat wij niet alleen overal waar
noodig of mogelijk den gemeenschappelijken vijand, het
kapitalisme, hebben bestookt, met onze „Moker", door
onze vergaderingen, debatten enz. maar dat ,wjj ook
steeds op onzen post waren wanneer door een der
straks genoemde groepen slagen op ons werden gericht.
Het is onze eer dat wij steeds waren te vinden in
de hoekjes waar de slagen vielen.
Zal 1907 voor de beweging een jaar zjjn gelijk aan
1906? Weinig succesvol en vol onderlingen strijd?
Het is aan ons, partijgenoten en geestverwanten,
h t te maken tot een, zjj het dan al niet succesvol
jaar, een jaar van eensgezindheid in de beweging,
dan toch in ieder geval tot een jaar waarin onze begin
selen veld hebben gewonnen in onze omgeving.
Daarmede zullen wij een solieder grondslag hebben
gelegd voor eensgezindheid en blijvend succes. Want
slechts op den grondslag der sociaal-demokratie is
voor het proletariaat waar succes te bereiken, de
hoogste eensgezindheid mogelijk!
Daarom front gemaakt! Front tegen het kapitalisme!
Maar ook front tegen het anarchisme! Den arbeiders
voorgehouden, het bedriegelijke en holle der vrij
heids- en anti-gezagsleuzen dier liedenhet domme van
den strijd tegen den godsdienst.
Een nieuwe maatschappij kan niet worden gebouwd
op de puinhoopen der oude. Zij moet groeien uit de
oude. Zij moeten het product zijn van het langzaam,
gestadig, georganiseerd en doelbewust werken der
arbeidende klasse.
De strjjd voor het socialisme is een maatschappelijke
strjjd, en niet een godsdienstige. Hieruit vloeit voort
dat wjj ten opzichte van den godsdienst een volkomen
neutraal standpunt innemen.
Front dus tegen het malle gezwets der anarchistische
marktcolporteurs: „De godsdienst is de vijand!"
Front ook tegen de burgerlijke demokratie van radi
kalen en christen-demokraten.
De door hen gevoerde strijd voor hervormingen is
goed. Zjj hebben hem aauvaard, nadat onze partij daarbjj
was voorgegaan. Een strijd voor hervormingen-alléén
is echter niet alleen voldoende, hij moet nood
wendig uitloopen op een reusachtig fiasco, wijl hij het
kwaad niet in den hartader aantast, het steeds nieuwe
wanverhoudingen scheppend kapitalisme niet ondermijnt,
niet tracht te ontwikkelen in, niet tracht om te vormen
tot socialisme.
Met lust en kracht onze opvatting van den strijd
gepropageerd: Alle arbeiders, van welke godsdienstige
gezindheid ook, politiek georganiseerd in de Sociaal-
demokratische Arbeiderspartij, industrieel in hun vak
vereeniging, in hun strijd fiuanciëel gesteund door de
coöperatieve ondernemingen. Door de vakvereenigingen
getracht betere arbeidsvoorwaarden van het patronaat
af te dwingen; door de politieke partij getracht de
publieke lichamen als Gemeenteraden en Kamer te
vero e en, om langs wettelijken weg hervormingen in
te voeren, den grond te bedrijven eu te onteigenen en
te brengen in handen der gemeenschap om aldus te
brengen waarachtige volksregeering in staat, gemeente,
fabriek en werkplaats.
Welaan, vrienden, allen uw plicht gedaan, opdat wij
aan het eind van dezen nieuwen jaarkring zullen kunnen
zeggeru 1907 bracht ons groote schreden nader tot
eenheid en waarachtig succes!
Dat zjj zool
De strijd der visschers. Nu het zich laat
aanzien dat de strjjd, door de visschers aangebonden
ter verk'jjging van betere levensvoorwaarden, er eene