Ditjes en Datjes. „Kunst aan het Volk." De Ambachtsschool. raadslid!) als een kwajongen het relletje met welge vallen gadeslaan. Die meneer ontbreekt nooitin de verte Komt er haast 'n einde aan die dwaze ketterjacht? Zal men eindeljjk eens gaan begrijpen welk een kos telijke reclame er voor het anarchisme gemaakt wordt door „St. Paulus" Indien het gezond verstand de overhand slechts voor één oogenblik herkreeg, ja, dan zou het nit zijn met die heibeltjes. Dan zouden de katholieke arbeiders, tot bezinning gekomen, begrijpen, dat hun leiders, het trio Mouwens, Smits, Frederiks, hun wusleiders zijn, als ze hen ophitsen andersdenkenden te molesteerente belemmeren hun inzichten, hun geloot, te propageeren, dan zouden de katholieke arbeiders begrijpen dat ze misleid worden door hun „leiders," omdat ze niet het recht hebben, aan anderen een bij de grondwet gewaarborgd recht te willen ontnemen; dat ze de vrijheid, welke zij voor zichzelf wenschen, ook anderen moeten laten. Reeds op grond van deze overweging moesten ze hun overmoedig spel stakenafgezien nog van het feit dat ze gevaar loopen door hun bedrijf een ver volging en zelfs ernstige straffen te kunnen oploopen, waaraan hun ophitsers zoo verstandig zijn zich niet bloot te stellen. Zon 't haast-uit zijn? vragen we. Of is het heibeltje van j.l. Maandag slechts het voorspel geweest van hetgeen we a.s. Zondag als Kloosterman weer spreekt, nogmaals te wachten hebben Laten we hopen, dat het werkelijk nit zal zijn. Laat ons hopen dat we in 't vervolg bespaard' blijven voor die droeve tooneelen van menschenjacht door een onnadenkende, opgezweepte massa, die niet bewust van hare daden, het willooze werktuig wil zijn van enkele intriganten. Kom, we hebben nog wel eenig vert ouwen in het onderscheidingsvermogen en in het plichtsgevoel ook van onze katholieke stadgenooten. We hopen dat het ons Zondag niet geheel ontnomen zal worden. Voorshands vertrouwen we, dat ieder, die niet de vergadering wenscht te bezoeken om wélke reden dan ook, rustig zal thuis blijven of afthans niet voor „Con- stantia" zal komen staan gapen. Laat men gaan inzien dat de anarchisten vrij onschuldige menschen zijn, wan neer men ze niet belangrijk maakt, met ze 'n mar- telaarsrol te doen vervullen. Maar voorts waar de politie de taak heeft de orde te handhaven en ervoor te zorgen, dat de wet niet door enkele overmoedigen geschonden wordt, daar willen we volstaan met de dringende opwekking ten dezen, dat de politie bij het handhaven der orde zooveel mogelijk van de zijde van het publiek gesteund zal worden en in geen geval belemmerd. Want indien het dan nog niet uit is met de dwaas heden bovenbedoeld, dan is het zeer wenschelijk dat er een eind aan gemaakt wordt. We herhalen den wensch, dat dit onnoodig moge blijken. In aansluiting met het adres, bij gelegenheid van de afschaffing der kermis door den Schiedamschen Be- stuurdersbond bij den Gemeenteraad ingediend, werd vorige week Donderdag een vergadering gehouden in het Verkooplokaal, waarin Dr. v. Leeuwen sprak over „de afschaffing der kermis." De vergadering is uitmuntend geslaagdde zaal was meer dan vol, terwijl het. publiek de besprekingen met de grootste belangstelling volgde. Maar dit niet alleen ook het doel, dat de Bestuur dersbond zich met deze vergadering voorgesteld had te bereiken, iverd bereikt. Na afloop der vergadering werd een vereeniging gesticht, waarbij reeds direkt 48 per sonen toetraden, terwijl, naar we vernamen, iu den loop dezer week het ledental nog beduidend is toege nomen. Een voorloopig bestuur werd gekozen, bestaande uit de volgende perhonen Dr. J. van Leeuwen, voorz.G. W. Snel, le secr. J. Tromp, 2e secr., Nassaustraat 22 men kan zich aan dit adres opgeven voor het lidmaatschap C. van Wijn gaarden, penningmeester; C. K. Minderhoud, P. de Ruiter, W. Boender, C. van der Hoeven, W. Hoek en A. van Wagtendonk. Zoo spoedig mogelijk zal door dit bestuur statuten en h.h. reglement worden ontworpen, op welke statuten de Kon. goedkeuring zal worden aangevraagd. Is het, omdat het initiatief tot de oprichting dezer vereeniging van den Schied. Bestuurdersbond uitging, dat gepoogd wordt door sommigen om de vereeniging een zeker cach-t op te drukken, dat dienen moet om de gemeente af te schrikken kennis te nemen van het bestaan van een vereeniging als „Kunst aan het Volk" Of is het dat men, sympathiseerende met de eveneens pas opgerichte „Oranje-vereeniging", in de jonggeborene een concurrent van deze ziet en soms de gemeentelijke subsidie, aan de „Oranje-vereeniging" toegedacht, ernstig bedreigd meent? In dit laatste geval beschouwt men de zaak wel op haar smalst. Indien men werken wil aan de zedelijke verheffing der volksklasse; bestrijden wil de moreele inzinking, door welke oorzaak ook voortgebracht, dan moet men toejuichen iedere poging, die tot moreele verheffing wordt gedaan, zoolang men niet aantoonen kan dat de poging geheel nutteloos zijn zal. Als men, los van alle bijbedoelingen, (hoort ge, Schied. Volksblad en geachte Nieuwezaken als zaken beschouwen wil, zal men moeten erkennen dat een vereeniging als „Kunst aan het Volk" hier ter stede zoodanig in een behdefte voorziet, dat ze door ieder moet gesteund worden. Het is een vereeniging. die („Voor de Kunst" te Rotterdam e. a. hebben het bewezen) een onbeperkt arbeidsveld heeft, wier arbeid zeer nuttig, aangenaam- en loonend is. Een algemeene vereeniging is 't, niemand, van welke godsdienstige of politieke richting ook, sluit ze door haar geheel neutraal standpunt, van het lidmaat schap uit. Hierop dient wel even den nadruk gelegd. Want het bleek op bovengemelde vergadering reeds en ook later nog, dat men dit groote voordeel, welke „Kunst aan het Volk" op andere vereenigingen, alsook op de „OraDjevereeniging" heeft, voor het publiek tracht weg te doezelen. De heer Blommendal meende dat de nieuwe vereeni ging eene onderafdeeling zijn kan van de „Oranje- vereeniging." Maar de Bruin wees hem er op, dat de „Oranje- vereeniging" een speciaal gesteld doel beoogt, hetwelk niet iedereen begunstigen kan, krachtens zijn over tuiging. Indien de S. D. A. P. den 1 Meidag feeste lijk gaat herdenken, kan ook daaraan niet ieder meedoen. En dat is volkomen juist; de „Oranjevereeniging" ka», omdat ze oranje-vereeniging is, nimmer eeu alge meene vereeniging g noemd worden. Of ze als vereeniging tot veredeling van volks vermaak iets te beteekenen zal hebben, zullen we ge duldig afwachten. Maar hare aanhangers hebben zich er voor te wach ten eene „konkurrentielust" tusschen beide vereenigin gen op te wekken. Want dat is. oneerlijk en toont slechts een uiterst bekrompen zienswijze. „Kunst aan het Volk" zal haar eigen 'weg hebben te gaan. Wil ze tot volle ontwikkeling komen, dan moet ze omvatten menschen uit allerlei kringen met takt geleid, door bestuurders die naast eenig gevoel voor kunstschoon, naast eenige kennis van deze, paren een flinke werklust om in de goede richting, in den naam uitgedrukt, werkzaam te zijn. Dan zal zeker de S. B. B. steeds dankbaar geden ken wat door hen voor de oprichting der vereeniging is verricht. De vereeniging De Ambachtsschool heeft haar statuten gemankt. Het voorloopig bestuur had voorgesteld, voor het lidmaatschap een minimum-contributie te eischen van f2.50. En speculeerende op de openlijk erkende ijdelheid der meergegoeden, werd voorgesteld een klasse van begunstigers te scheppen van minstens f25.— per stuk en een klasse van donateurs van minstens f 500 ineens. Al die leden, begunstigers en donateurs zouden dan volledig stemrecht krijgen. Naast, onder, apart van die leden, begunstigers en donateurs stelde het Voorloopig Bestuur voor, een groep van „contribuanten" voor 50 cent per stuk en van vereenigingen te vormen. De contribuanten zouden dan met hun vijven 1 ver tegenwoordiger mogen zenden naar de Alg. Verg. zonder natuurlijk als lid te worden beschouwd. En de vereeni gingen zouden als lid kunnen toetreden en minstens f5.f 10.of f20. betalen al naar ze 1- -50, 50100 of meer dan 100 leden hebben; zij zouden dan 2, 4 of 8 afgevaardigden mogen zenden „voorzien van een schriftelijke volmacht van het bestuur hunner vereeniging." Wij geven den arbeiders in ernstige bedenking, dit schandelijk arbeiders-beleedigend voorstel goed te be- studeeren ente onthouden. Als lid worden de arbeiders geweerd. Met hun vakvereenigingen mogen ze een zoo veel mogelijk beperkten invloed uitoefenen. En de heeren met de dubbeltjes spelen den baas. Op de vergadering, waar de ontwerp-statu'ten werden behandeld deed van Leeuwen een voorstel om ieder- en gelegenheid te geven lid te worden, die heele ijdelheils- kraam van begunstigers en donateurs op te ruimen, en de contributie in overeenstemming met de inkomsten der leden progressief te rege'en, te beginnen met f 0.50 voor inkomens tot f 500. En tevens stelde hij voor, niet alle vereenigingen (men wil bijv. het weeshuis, de spaarbank e.d. lid laten worden, en de coöperatieve bakkerij wou ook al I'd worden!) lid te laten worden, maar alleen vakvereenigingen en daarvoor stelde hij de gewone regeling der arbeidersorganisaties voor. Zijn voorstel kreeg slechts 3 stemmen. Slechts 2 heeren waren er, die met van Leeuwen begrepen, dat het niet aangaat, op een dergelijke wijze de groote arbeidersklasse, voor wie liefst de ambachtsschool moet dienen, uit te sluiten van werkelijke deelneming aan den arbeid der school. De heeren Snel en de Groot hadden voorgesteld de contribuanten te laten vervallen en het lidmaatschap te stellen op minstens f 1.—. Op een vraag van Dr. Vinkesteijn antwoordde de heer de Groot, dat hij overtuigd was, dat voor de meeste arbeiders deze contributie van f 1.te hoog is. En een ooge - blik later stelde hij op een andere vraag van Dr. Vin- ke teijn in het licht, dat slechts een zeer kleiu deel der arbeidersin vakvereenigingen is georganiseerd. Wat den Heer de Groot er toe dreef, aldus (hij stemde tegen hët voorstel van Leeuwen) met bewustheid het grootste deel der arbeiders uit te sluiten van ieder direkt lid maatschap der ambachtsschool vereeniging en ook van het indirekte (dus de vakvereenigingen, is onbegrijpelijk. Maar het is het onthouden dubbel waard. Ten slotte word het voorstel Snel-de Groot aange nomen, en daarna het geheele Bestuursvoorstel met donateurs,-begunstigers enzalleen v. Leeuwen en de Heer Mazel stemden tegen het ook nu nog erger lijke artikel. Nu willen wij gaarne aannemen, dat het voorloopig Bestuur in het geheel niet met opzet heeft gehandeld. Maar als het werkeljjk met de arbeiders samen wil werken in het belang vau het ambachtsouderwijs, dan heeft het toch al vele bewijzen van onbekwaamheid en onhandigheid gegeven. Ja, nu zal het de vakvereenigin gen gaan uitnoodigen om progaganda voor deze school te gaan maken. Maar eerst heeft het de arbeiders buiten gesloten. door zijn stauiten. Dit alles te verdedigen met de bewering, dat er anders geen geld kan worden verkregen, gaat niet op. Toen van Leeuwen op de oprichtingsvergadering de onmogelijkheid van een werkelijk goede particuliere ambachtsschool te Schiedam betoogde en een motie voorstelde om de zaak in de richting van een gemeen telijken ambachtsschool te sturen, deed men alle moeite om dat te voorkomen. Onder sterken aandrang van den Inspecteur werd dan ook in particuliere richting voortgewerkt. Nu is er al kans, dat er geen geld ge noeg zal komen, om ook maar een klein beetje fatsoen lijk te kunnen beginnen, laat staan de boel flink op te zetten. En om nu zooveel mogelijk geld te kunnen binnen krijgen, wordt de arbeidersklasse maar weer m een hoek geduwd, om niet van erger dingen te spreken. Het verkeerde begin zal zich nog wel erger wreken. Verder over deze statuten uit te weiden, is voor ons blad niet van belajig. Alleen willen wij nog twee dingen, opmerken. Van de zijde der arbeiders ontbrak alle be langstelling. Dat er toch leven genoeg is onder aller lei arbeiderskringen, bewees de vergadering van den Bestuurdersbond over de afschaffing van de kermis; daar waren bijna uitsluvend arbeiders. En die zonden er ook op de oprichtingsvergadering zijn geweest en op de latere vergaderingen, indien de zaak was aan gepakt op een wijze dat de arbeiders er onmiddelijk vertrouwen in hadden gekregen. Of dat vertrouwen er nu nog met een propaganda-commissie in te krijgen zal zijn, betwijfelen wij zeer. Vooral nu, na de zeer ernstige waarschuwingen van van Leeuwen de heereu toch dit ergerlijke artikel 8 over het lidmaatschap aannamen. Wanneer zullen de heeren toch eindelijk eens gaan be grijpen, dat met geld alleen nog lang niet alles gedaan kan worden. Zonder geld moet veel dikwijls ongedaan blijvendat is ook waar. Maar met geld alleen mis lukt alles. Eu dan moeten wjj ook deze uitdrukking van den Heer de Groot boekstaven: „de gegoede menschen willen niet getaxeerd worden". Te? wille van die ge goede menschen, die niet getaxeerd willen worden, moeten dus de arbeiders maar als een zooi minder waardigen worden behandeld. Het klassekarakte? der burgerij komt soms buiten gewoon sterk aan den dag. In de geschiedenis van de ambachtsschool te Schiedam geschiedt dit tot heden al zeer kras. Zoo werkt intusschen de bourgoisie de ar beiders op in klassebewustzijn „Schiedamsch Volksblad." De voorlichting der christelijke arbeiders is te Schiedam wél verzorgd. Daar is de Nieuwe in de allereerste plaats, die de eene dwaasheid na de andere verzint en reeds buiten onze gemeentelijke grenzen om hare verregaande onnoozelheid be....rucht is. Maar daar is óók het Schiedamsch Volksbladeen blad, eigenaardig van inrichting, het summum van onbelangrijkheid in z'n geheel. En bijna niemand pleegt van het blad eenige nota te nemen; de aandacht heeft het niet tot zich weten te trekken en zal het ook niet doen. Verschenen met toe- gifte van een geïllustreerd weekolad, is dit reeds sinds lang wegens gebrek aan belangstelling gesneuveld. Want óók de anti-revolutionairen willen het blad niet, al wil 't zich op antirevolutionair standpunt plaatsen. 't Is ook ónze gewoonte niet, onzen tijd te vermorsen aan het Schiedamsch Volksblad, maar in het no. vanjl. Zaterdag vonden we geheel onwillekeurig enkele staaltjes van „voorlichting", welke we om der kuriositeits-wille willen vermelden. Een soort hoofdartikel handelt over den toestand in Frankrijk, waar de scheiding van Ke k en Staat van regeeringswege woidt geregeld. Het Schied. Volksblad hoofdartikelt erover op een manier, die den besten klerikalen redakteur kan doen likkebaarden. Een enkel voorbeeld Een Fransch blad wordt vervolgd, omdat het een lasterlijk bericht van twee Roomsche geeste lijken heeft opgenomen. De rechtbank van Troyes veroordeelt de laste raars tot boete en schadevergoeding. Zij overwoog, dat de schadevergoeding hoog moest genomen worden, ook omdat er groot stoffelijk nadeel uit de lasteringen kon voortvloeien voor de belasterde geestelijken. Immers zoo luidde het vonnis: de staat heeft zich meester gemaakt van de goederen der katholieke geestelijkheid en de geestelijke heeft nu voor zijn onderhoud geen andere bron dan de goedgeefschheid der geloovigen. Daarom kunnen lasterlijke aantijgingen juist geschikt zijn om de geestelijken tot den bedelstaf te brengen. De E"1 ansche minister van justitie las dat vonnis. Wat stoud daar? „De Staat heeft zich meester gemaakt vau de goederen der katholieke geeste lijkheid." Was het onwaar? Dat stellig niet. Maar het blijkt den minister uit deze woorden, dat de rechter een clericaal moet zijn. Anders had hij zoo rondweg niet zoo iets gezegd. De rechter is een clericaal. En hij heeft zich ernstig mis dragen. Hij heeft gebruik gemaakt van de vrijheid, die toch ook een rechter heeft, om de waarheid te zeggen. Maar nu die waarheid onaangenaam is voor de regeering, nu heeft hij zich misdragen. En de minister daagt den rechter voor het hof van cassatieVrijheid nl. alleen om te zeggen en te doen al wat degeen, die de overhand ver kreeg, goed vindt. Ziedaar een stuk vooruitgang.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 2