Aanklacht nommer twee. De Ambachtsschool, De Vergadering-Roodhuizen. worden over alle bedrijven en de leeftijdsgrens van bet beschermde kind moet worden vastgesteld op minstens 14 jaar, met zeer groote bescherming van de jonge lieden van 14 tot 18 jaar. Iedere organisatie van welke kleur of richting ook, die deze meening deelt, wordt verzocht ons congres bij te wonen. Yakbonden en hunne afdeelingen, bestuurdersbonden en plaatselijke vereenigingen worden uitgenoodigd boven staande punten in hunne organisaties ter sprake te brengen en vertegenwoordigers te zenden. Op dit congres moet gehoord worden de stem van duizenden arbeiders en arbeidsters, die in het belang van het tegenwoordige en toekomstige geslacht, met kracht de vervulling van deze eischen verlangen. Het Propaganda-Congres zal worden gehouden op Zaterdag 2 Maart, zoo mogeljjk te Amsterdam. Over elk der punten Wetteljjken Tienurigen Arbeidsdag, Nachtarbeid en Kinderarbeid zal door een of meer inleiders gesproken worden, terwijl voldoende gelegenheid zal worden gegeven aan ieder tot het aanvullen van het gesprokene. Wij stellen ons voor het Congres te doen aanvangen 's morgens om 12 uur en het te doen eindigen des avonds om 10 uur. Als inleiders zullen optreden: Mr. P. J. Troelstra, Henri Polak, F. M. Wibaut, J. Ondegeest, H. Spiekman en Dr. L. Heijermans. De deelneming aan het congres is kosteloos; iedere vertegenwoordigde organi satie draagt de kosten voor haar eigen afgevaardigde(n). Ten slotte wjjzen wij u er nog op, dat het in geen geval de bedoeling is om te komen tot de vorming van een Comité; op het Congres zullen uitsluitend de boven staande punten worden behandeld; na afloop werkt ieder weer op eigen terrein ter propageering van deze eischen. Wij verzoeken u onderstaand biljet ingevuld terug te zenden, zoo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 28 Febr., aan het adres van den secretaris van het Verbond van Vak vereenigingen of aan den secretaris der S.D.A. P. Na ontvangst van dit biljet zal u zoo spoedig mogelijk de definitieve agenda worden toegezonden. Het Bestuur van het N. V. v. V., Henri Polak, Voorz., J. Oudegeest, Secr.. Van de S. D. A. P. in Nederland, W. H. Vliegen, Voorz., J. G. v. Kuykhof, Secr.. [De vereenigingen, welke geen circulaire ontvingen, maar toch met het houden van dit congres sympathi- seeren, zullen natuurlijk ook wel zonder uitnoodiging zich over deelname willen uitspreken. Hoe grooter de .deelname is, hoe krachtiger de beweging inslaan zal, die de aandacht vestigen zal op verzuimen in de arbeids wetgeving, welke dringend voorziening eischen. Red. Moker.] In het no. van 26 Jan. '07 maakten wij melding dat de heer Paling, deurwaarder bij de directe belastingen altfer, een vervolging had ingesteld wegens beleediging, terzake van een stukje, voorkomende in De Moker van 29 December 1906. We hebben onze verwondering uitgesproken dat over een stukje van zóó onschuldigen inhoud zich iemand zóó 'beleedigd kan gevoelen, dat hij een vervolging gaat instellen. Maar de heer Mouwens, de bekende voorzitter van de afdeoling Schiedam van den R. K. Volksbond, heett gemeend zich aan het Paling-voorbeeld te moeten spie gelen en heeft een vervolging ingesteld wegens belee diging, terzake van een artikel, voorkomende in De Moker van 26 Januari 1907, dat betrekking had op de relletjes van katholieke zijde tegen Kloosterman. Het onderhavig artikel is het volgende: Zou 't haast uit zijn Verschenen Maandagavond was er hier alweer een heibeltje, doordat een anarchistisch kolporteur weer het geleide verkreeg van de r. k. propagandaclub „St. Paulus". Onder bescherming van de politie be reikte de man „Constantia," waar hij vertoefde totdat z'n „vereerders" afgetrokken waren. De oude methode was op hem toegepast; men had met 'n goeie- honderd man hem omringd en lastig gevallen met schelden en dreigen. „Neem 'in z'n papieren af", riep Mouwens, de voorzitter van den Volksbond tot 'n paar schreeuwleelijkers. Maar hij voldeed niet aan de. uitnoodiging van den kolporteur om dat karweitje zélf uit te voeren. Heêl achteraan zag men bakker Smit (godbetert 'n raadslid!) als een kwajongen het relletje met welge vallen gadeslaan. Die meneer ontbreekt nooit in de verte Komt er haast 'n einde aan die dwaze ketterjacht i Zal men eindelijk eens gaan begrijpen welk een kostelijke reclame er voor het anarchisme gemaakt wordt door „St. Paulus"? Indien het gezond verstand de overhand slechts voor één oogenblik herkreeg, ja, dan zou het uit zijn met die heibeltjes. Dan zouden de katholieke arbeiders, tot bezinning gekomen, begrijpen, dat hun leiders, het trio Mouwens, Smit, Frederiks, hun misleiders zjjn, als ze hen op hitsen andersdenkenden te molesteerente belemmeren hun inzichten, hun geloof, te propageeren, dan zouden de katholieke arbeiders begrijpen dat ze misleid worden door hun „leiders", omdat ze niet, het recht hebben, aan anderen een bij de grondwet gewaar borgd recht te willen ontnemen; dat ze de vrjjheid, welke zij voor zichzelf wenschen, ook anderen moeten laten. Reeds op grond van deze overweging moesten ze hun overmoedig spel staken; afgezien nog van het feit dat ze gevaar loopen door hun bedrijf een ver volging en zelfs ernstige straffen te kunnen oploopen, waaraan hun ophitsers zoo verstandig zijn zich niet bloot te stellen. Zou 't haast uit zijn vragen we. Of is het heibeltje van j.l. Maandag slechts het voorspel geweest van hetgeen we a.s. Zondag als Kloosterman weer spreekt, nogmaals te wachten hebben? Laten we hopen, dat het werkelijk uit zal zijn. Laat ons hopen dat we in 't vervolg bespaard blijven voor die droeve tooneelen van menschenjacht door een onnadenkende, opgezweepte massa, die niet bewust van hare daden, het willooze werktuig wil zjjn van enkele intriganten. Kom, we hebben nog wel eenig vertrouwen in het onderscheidingsvermogen en in het plichtsgevoel ook van onze katholieke stadgenooten. We hopen dat het ons Zondag niet geheel ontnomen zal worden. Voorshands vertrouwen we, dat ieder, die niet de vergadering wemcht te bezoeken, om wélke reden dan ook, rustig zal thuis blijven of althans niet voor „Constantia" zal komen staan gapen. Laat men gaan inzien, dat de anarchisten vrij onschuldige menschen zjjn, wanneer men ze niet belangrijk maakt, met ze 'n martelaarsrol te doen vervullen. Maar voorts waar de politie de taak heeft de orde te handhaven en ervoor te zorgen, dat de wet niet door enkele overmoedigen geschonden wordt, daar willen we volstaan met de dringende opwekking ten dezen, dat de politie bij het handhaven der orde zooveel mogelijk van de zijde van het publiek gesteund zal worden en in geen geval belemmerd. Want indien het dan nog niet uit is met dwaas heden bovenbedoeld, dan is het zeer wenschelijk dat er een eind aan gemaakt wordt. We herhalen den wensch, dat dit onnoodig moge blijken. We kunnen ook thans niet begrijpen in welk opzicht die arme Moker zich vergrepen heeft. En nog wel heeft durven besteken, den heer Mouwens te beleedigen Enfin we wachten ook in deze zaak deemoedig op het oordeel des rechters. Twee vervolgingen in 14 daag tijds het kan er wezen, dunkt ons. Men wil ons misschien eenige afleiding bezorgen In dat gevalonzen besten dank. Wie volgt? Liefhebbers: vóór! Het adres in zake de Ambachtsschool, door de af- deeling Schiedam der S. D. A. P. aan den Raad der Gemeente Schiedam verzonden, en de daaraan toege voegde Memorie van Toelichting, luipen aldus Aan den Raad der Gemeente Schiedam. Geven met verschuldigden eerbied te kennen Johan nes van Leeuwen, Nieuwstraat 28 en Mattheus Johan nes van Dijk, Kreupelstraat 22 boven, beiden te Schiedam, voor dezen domicilie kiezende ten huize van laatst genoemden, respectievelijk voorzitter en secretaris van de afdeeling Schiedam der S. D. A. P goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 14 Januari 1907, No. 29; dat zij namens en in opdracht van genoemde afdeeling Schiedam der S. D. A. P. onder de aandacht van uwen Raad wenschen te brengen dat eenige weken geleden te Schiedam is opgericht een Vereeniging „De Ambachtsschool voor Schiedam en Omstreken," ten doel hebbende het verschaffen van goed ambachtsonderwijs dat volgens hun meening het ambachtsonderwijs van gemeentewege behoort te worden gegeven dat voor zoover .hun bekend de oprichters van ge noemde vereenigiug geen tegenstanders doch voorstan ders van gemeentelijk ambachtsonderwijs zjjn dat er alleen vermoede, niet onderzochte, bezwaren tegen de oprichting van een gemeentelijke ambachtsschool zjjn te berde gebracht redenen waarom zij uwen Raad dringend verzoeken, alsnog te besluiten tot het oprichten van een gemeen telijke Ambachtsschool en zich met genoemde ver eenigiug in verbinding te stellen ter overneming van haar taak. Een memorie van toelichtig is aan dit verzoekschrift toegevoegd. Hetwelk doende, enz. De Memorie van Toelichting luidt aldus De principiëele redenen, waarom de afdeeling Schiedam der S. D. A. P. vóór gemeentelijke en tegen particulier onderwijs is, zijn de volgende: Van de kinderen, die het lager onderwijs hebben doorloopen, kan slechts een klein gedeelte verder studeeren aan een H. B. S., een gymnasium of elders, en is het grootste gedeelte gedwongen, arbeid te zoeken in een werkplaats of fabriekdeze splitsing na de lagere school wordt niet beheerscht door de gegevens van intellect of karakter, maar alleen (op hooge uitzonde ringen na) door de financieele draagkracht der ouders. De gemeenschap heeft het terecht haar plicht geacht er voor te zorgen, dat de verder-studie van dat kleine gedeelte van H. B. S. en gymnasium goed kan ge schieden zij zorgt voor goede schoollokalen, leermid delen en onderwijskrachten. Maar dat groote gedeelte maatschappelijk oubevoorrechten wordt door de gemeen schap, wat v< rder-ontwikkeling betreft, ongeveer geheel aan zijn lot overgelaten. Aan deze onrechtvaardigheid kan voor een deel een eind worden gemaakt door de inrichting van goed vakonderwijs door de gemeenschap (rijk en gemeente) op zoodanige wijze, dat het vobr de arbeiders in het algemeen mogelijk is, hun kinderen van dat onderwijs te doen genieten. Bovendien is het o.i. een onomstootelijke waarheid, dat de maatschappij in haar geheel belang heeft bij een zoo goed mogelijke opleiding en opvoeding van alle kinderen, onverschillig in welken maatschappelijken werkkring zij later zullen arbeiden. E-n goede opleiding on opvoeding van de kinderen uit de arbeidersklasse is voor de geheele maatschappij van minstens evenveel belang als die van de kinderen uit de meergegoede kringen. Waar nu bij de bestaande toestanden vooral vakonderwijs den kinderen uit de arbeidersklasse ten goede kan komen, is de zorg voor dat vakonderwijs volledig een algemeen belang. De bijzondere Schiedamsche omstandigheden maken bovendien een gemeentelijke ambachtsschool verre ver kieselijk boven een particuliere. Een buitengewoon groot deel der bevolking bestaat uit arbeiders met hun gezinnen. De toename der bevolking is bijna uitsluitend aan de uitbreiding der arbeidersklasse te danken. En de klasse der meergegoeden is te klein om voor een ambachtsschool te zorgen, die aan de werkelijke eischen van een dergelijke school in een stad met een zoo over wegende arbeidersbevolking voldoet. In deze omstandigheden is èn om het zeer groote procent der arbeiders èn om het zeer kleine procent der meergegoeden de instelling van een gemeentelijke ambachtsschool aangewezen. Bezwaren van vermeerdering van belasting mogen o.i. niet wegen, waar de gemeente groote sommen uit geeft voor middelbaar en hooger onderwijs, waarvan slechts een zeer klein procent der bevolking kan profi teer^, en behalve voor de Burger Avondschool en het herhalings-onderwijs nog in het geheel niets uitgeeft voor verder-onderwijs voor de kinderen der arbeiders. Het bezwaar, dat het Rijk geen subsidie aan een gemeentelijke ambachtsschool wil geven, is slechts een verondersteld bezwaar, want ons parlement heeft tot heden toe daarover nog geen uitspraak gedaan. Onze afdeeling heeft daarom de Soc.-Dem. Kamerfractie uit- genoodigd, een dergelijke uitspraak uit te lokken. En, waar steeds in meerdere gemeenten de behoefte aan een gemeentelijke ambachtsschool opkomt, (nu weer in Den Haag), is het ongeveer zeker, dat de. Kamer tot de wenschelijkheid en noodzakelijkheid van rijkssubsi- dieering voor gemeentelijke ambachtsscholen zal beslissen. Deze bezwaren zouden o.i. evenwel in geen geval mogen wegen, omdat zoowel de aangevoerde principiëele redene% als de aangewezen bijzondere omstandigheden in onze gemeente afdoende zijn voor het nemen van een besluit als geformuleerd in ons adres. Tot zoover het adres onzer afdeeling en de memorie van toelichting. Wij zijn er zeer nieuwsgierig naar, hoe lang het duren zal voordat dit adres in den Raad zal worden behandeld, of de Raad zijn kapitalistische politiek zoover zal doorvoeren, dat hij zich deze zorg voor de opleiding der arbeidersklasse van den hals zal schuiven, of de Raad de wettelijk-mogeljjke progressie in de gemeentelijke inkomstenbelasting zal brengen om aan voldoende geld te komen, en wat er achter de schermen zal geschieden. 'n Gezellige sneeuwbui had de straten 'n gezellige gladheid gegeven, die misschien wel oorzaak was, dat de groote zaal van de S. O. V. gezellig tot de helft bezet was, toen we op visite kwamen bij onze jong- liberalen. Sjongens, 'n gezellige boel daar. Wat koud, omdat 't nogal gezellig tocht in die mooie zaal, maar dat went wel. D'r was van alles wat; we zagen zuinig uitge streken gezichten van anti's, die hun ziel op't spel gezet hadden om dien viijzinnigen dokter te hooren; water- en-azijn-gezichten van wat katholieken, die voor de verleiding tot het bezoeken van een vergadering ditmaal waren bezweken, misschien wel omdat 't niks kostte; we zagen er de stemmige gezichten van wat ouwer- wetsche liberalen, die lodderig de zaal rondkeken om te zien wie er alzoo belang stelt in „politiek"; we zagen er ach, waar zie-je ze nou eigenlijk niet? de plat-bonkerige gezichten van de paganisten bp uitne mendheid, die wjj de eer hebben onze partijgenooten te noemen. En toen ging de deur, de schrik van alle S. O. V.- bezoekers die hekel hebben aan tocht, voor de zooveel- ste maal open en daar marcheerde een afdeeling van het liberale keurkorps netjes in de maat (geen wonder, dressuur van 'n schutterij-luitenant 1) de zaal binnen, de doktor voorop. Tingelingelingeling ging 'n belletje en toen stond meneer Dirkzwager van zijn zetel op, prevelde een-en- ander, ter voldoening aan z'n plicht van luitenant der jong-liberale garde, en gaf als de drommel het woord aan den heer Roodhuizen. En toen werd het eerst recht gezellig De heer Rood huizen is 'n grappenmaker die er heel wel wezen mag. En dien avond was-i nog „op dreef" er bij. Z'n betoog liep niet hoog; was integendeel zelfs nog al laag bjj den weg, geheel zooals het de ontiestemde vrijzinnigheid betaamt, 't Is ook geen gekheid te moeten

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 2