Ditjes en Datjes.
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
spreken over „Welke koers?" als men zelf niet bepaald
z'n koers weet te houden?
De sociaal-demokraten kregen een flinke veer op den
hoed voor hun groote verdiensten de liberalen te hebben
wakker geschud. De spreker scheen wèl overtuigd te
zijn dat daaraan nog al heel wat te pas kwam en
hij kan het weten.
De oüe antithese kwam natuurlijk ook voor den dag
en de kerkelijke coalitie werd aardig in 't zonnetje
gezet. Spr. wjjst er met nadruk op dat het Kuyper-
rninisterie op sociaal-wetgevend gebied geen lor had
uitgevoerd.
Het ministerie-de Meester blijkt voor spr. 'n ideaal-
ministerie en hij wijst op de wijze waarop dit ministerie
z'n beloften vervult, door z'n financieele plannen en het
streven naar een volksleger.
Tegenover de beweringen van rechts dat het ministe
rie zwak zou staan, wijst Spr. op de zooveel zwakkere
houding der oppositie, in den „nacht van Staal" gebleken.
De ware antithese is conservatief tegen hervormings
gezind. De beste propagandisten voor d« socia 1-demo-
kratie zijn zij, die niet verstaan wat recht en billijkheid
is; Spr. feliciteert de Soc. Dem. met fabrikanten als
Ter Horst in Rijssen. Spr. vraagt den voorzitter een
collecte toe te staan voor de stakende jute-arbeiders.
Ten slotte trekt de heer Roodhuizen zooiets van 'n
conclusie, waarin beweerd wordt dat de liberalen in
den strijd van conservatief tegen hervormingsgezind
vooraan behooren te staan.
Bij het debat kwam de anti-revolutionair Roelofs het
succes van den avond aanbieden. Dat zooveel mallig
heid met zooveel beslistheid wordt uitge-proken behoort
gelukkisr tot de uitzonderingen Je kon zoo merken aan
dien meneer, dat ie gewend is in z'n eigen kringetje
'n toon aan te slaan vanik zeg 't, dus zóó is 't, maar
de man kan wel thuis blijven met z'n wetenschap. Het
vermakelijkste was nog, dat het heerschap z'n debat
uit n schrift stond op te dreunen, dus 't zeker vooraf
thuis alvast had klaargemaakt. Erg onhandig ging hjj
noi? gekheid verkoopen over de beruchte ouderdoms-
verzekering welke Kuyper in z'n hoofd heeft gehad en
het geheele tekort iu het betoog van deb. moest toen
worden aangevuld met de bekende dekschilden van het
anti-revolutionair gemoeden kregen we scheurkalender
teksten te slikken, die den „driewerf-heiligen naam"
zeker niet méér in eere brengen. We zagen ook wel
anti-revolutionairen, die hun broeder hartelijk zaten uit
te lachen.
Geen wonder dat de heer Roodhuyzen het heerschap
ongenadig onder handen nam. We hebben nog nimmer
in een debat iemand zóó zien uitkleeden als den heer
Roelofs nu overkwamd'r werd met 'm gesold zoo als
de kat met de muis doet. En hij had de afstraffing ten
volle verdiendmoge ze hem geleerd hebben dat 't zeer
gevaarlijk kan zijn als 'n krullejongen aan de schaaf
bank wil staan.
Ook werd aan het debat deelgenomen doof onzen
partijgenoot Van Leeuwen, die den heer Roodhuizen
gemoedelijk weg nog al aan den tand voelde, over de
vrijzinnigheid in de praktijk.
Naast den fabrikant Ter Horst wijst deb. op Van den
Bergh te Rotterdam, wiens daden al even weinig libe
raal zjjn als die der firma ter Horst. Deb. stelt de
verkiezingsleuze der liberalen tegenover de daden der
vrijzinnige regeering; waar blijft de nieuwe koers?
Deb. wijst er op, dat de oud-liberalen de beweging
van de meer vooruitstrevend liberalen en vrijz.-dem.
verlammenmet dit blok aan t been kunnen deze geen
goede sociale hervormingen tot stand brengen. De ware
antithese is gelegen in den strijd voor of tegen het
kapitalistische stelsel. De Duitsche verkiezingsstrijd,
waarin alle burgerljjke partijen te hoop loopen tegen
de sociaal-demokratie, bewijst, dat wanneer 't er op
aankomt,, slechts één tegenstelling wordt erkend: van
kapitaal en arbeid.
De heer Roodhuizen verkoos z'n meening over de
tyrannie, welke zjjn vriend Van den Bergh over z'n
arbeiders uitoefent, niet kenbaar te maken Hjj is voor
stander van goede sociale wetgeving, maar niet blind
voor de fouten welke deze aankleven. Hij besluit met
de verklaring af te leggen dat hij liberaal s en als
liberaal zal sterven.
De collecte voor Rjjssen bracht f 22.25 op.
Oppassen de boodschap! In de Sch Crt.
van j.l. Zondag komt een ingezonden stuk voor van den
heer Ger. J. Go vaars, chef-secretaris van het Leger des
Heils, handelende over emigratie naar Canada, en over
de diensten welke het Leger des Heils aan emigranten
bewijzen wil.
Telken jare komt er van die zjjde zulk 'n schrjjven
in de Schied Courant voor, en we hebben al meer
malen ons de vraag gesteld of de redactie der Schied.
Courant zich wel bewust is van hare verantwoording
ten dezen. Of heeft zij zich al eens overtuigd dat de
voorstellingen welke gegeven worden over Canada,
overeenkomstig de waarheid zijn
Op grond van mededeelingen, welke wij niet ge
machtigd zijn vooreerst publiek te maken, willun wij
met nadruk ieder opwekken, die animo heeft naar
Canada te emigieeren, zich terdege te verzekeren dat
hij in dat land der belofte werkelijk een plaats bereid
vindt. Gaat men alleen op de toezeggingen van het
L^ger des Heils, dan heeft men kans zéér teleurgesteld
te worden.
We meeuen goed te doen tot voorzichtigheid aan te
sporen. Oppassen is de boodschap.
Vooruitgang. Dat we in Schiedam op het ge
bied der vakorganisatie hier steeds vooruitgaan, bemerk
ten we uit een bericht in het orgaan van den Neder-
landschen Slagersgezellenbond (Januari-nommer), waarin
vermeld wordt dat na een vergadering van slagers
gezellen, alhier op 12 December in het Verkooplokaal
gehouden, waarin de Hoofdbestuurder Taverne als
spreker optrad, een afdeeling van den slagersgezellen-
bond werd opgericht, waartoe staande de vergadering
25 personen als lid toetraden.
Zelfkennis. De besturen der afd. Schiedam van
den Ned. R. K. Volksbond en van Patrimonium hebben
geweigerd de steunbeweging voor de stakers teRijssen
te voeren in samenwerking met den Schiedamschen
Bestuurdersbond. Ze hebben nu op eigen gelegenheid
de zaak ter hand genomen en een circulaire verspreid,
waarin de volgende merkwaardige zinsnede te lezen staat:
De beide stakingen, de éene onder de jutewevers
te Rjjssen, en de andere onder de draadnagelmakers
te Helmond, staan onder leiding der Christelijke
werklieden-organisaties, en het zal wel aan geen
twijfel onderhevig zijn dat in dit geval de eischen
der werklieden billijk zjjn en hun strijd rechtvaar
dig is.
Dat is zooveel gezegd alswanneer wij, (Patrimonium
en Volksbond,) voor den dag komen, dan kun-je zeker
zijn dat er bepaald reden is om de arbeiders tegen de
plunderzucht der kapitalisten in bescherming te gaan
nemen.
Want in den regel zijn deze „werklieden"-vereeni-
gingen allemachtig lui, wanneer 't betreft tegen 'n
kapitalist hun mond open te doen.
We noemen dat een groote mate van zelfkennis.
Overal gelijk. Dat de katholieken niet alleen
tegen menschen als Kloosterman ageeren op de wijze
zooals we in Schiedam gezien hebben, maar ook, wan
neer ze zich st-rk genoeg wanen, anderen daa anar
chisten molesteeren, blijkt wel uit het volgende, dat aan
Het Volk wordt gemeld:
Zaterdag zou onze partijgenoot Dr. J. van den
Brink te Bodegraven spreken. Een paar partijge-
nooten haalden hem van den trein. Nauwelijks van
het emplacement, werden zij overvallen door eene
gierende en joelende menigte, die er maar dadelijk
op los sloeg. Vooral Van den Brink moest het
ontgelden zijn hoed werd van zijn hoofd geslagen,
waar verscheidene vuistslagen op neer kwamen.
Met moeite werd de vlucht genomen in de
stations-wachtkamer, waar het geheele treinper
soneel, gewapend met bouten en moeren, gereed
stond een verder doordringen te beletten.
Inmiddels was de menigte vóór het station aan
gegroeid tot een 3U0 man en het nationale lied in
oude toonzetting werd aangeheven: „Weg met alle
socialen, leve Willem III."
De veldwachter kwam met de mededeeliug dat
de zaalhouder geen trek meer had in de vergade
ring en zjjn zaal sloot.
Z io moest van de vergadering worden afgezien
en kon Van den Brink weer wegreizen onder een
hartelijk afscheid van de menigte.
Dat zoo iets hier is voorgevallen is wel een blaam
voor de Bodegravensche katholieke notabelen, want
het waren personen uit hun midden die het relletje
op touw zetten en leidden, nadat de pastoor de
gemoederen in beweging had gebracht.
Er zijn helaas nog arbeiders dom genoeg, om
zich te laten omzweepen door den broodheer en
zijn jenever tegen personen die werken aan de
volksbevrijding.
En als die arbeiders dat vieze werk opknappen,
kijken de heeren m t welgevallen toe en wasschen
zich de handen in -onschuld evenals de pastoor.
De daders zijn bekend Er zal getracht worden
een vervolging uit te lokken, om te voorkomen dat
dit relletje wordt herhaald.
De propaganda voor onze zaak zal erniet onder
lijden; de meer ontwikkelde arbeider voelt wel, dat
de vuists agen hier de argumenten hebben ver
vangen.
Zoo ziet men, die heereu spelen precies overal het
zelfde spelletje. Zfj zullen oor teelen wat oirbaar en niet
oirbaar is als hun de gelegenheid maar wordt ge
laten. Ze vergeten dat de tijd hunner heerschappij is
heengegaan om nooit weer te keeien.
't Is verregaand brutaal, een andere meening te dur
ven hebben dan die voor 't oogenblik door de katho
lieken gehuldigd wo dtMet den vuist zullen ze je dan
tot „betere" inzichten brengen.
En dat noemt zich mei voorliefde de party der
orrrrrde Als je maar durft
Vergadering. Bljjkens achterstaande adverten
tie heeft de afdeeling Schiedam van den Ned. Bakkers-
gezellenbond op a.s. Zondag een openbare vergadering
belegd, waarin Mol en de Bruin als sprekers optreden.
In 't bjjzonder wekken wij de bakkersgezellen op die
vergadering te bezoeken,
De vergadering wordt te 12 ure in „Constantia"
gehoudei en is vrij toegankelijk.
Kunst aan het Volk. Uit de door ons inge
wonnen inlichtingen blijkt, dat het voorloopig Bestuur
van „Kunst aan het Volk" met een ontwerp voor sta
tuten en een huishoudelijk reglement klaar is. Op een
Vrijdag 15 Februari te honden vergadering zal dat
ontwerp worden behandeld.
Naar ons werd medegedeeld is het plan van het
voorloopig Bestuur voor te stellen, aan de vereeniging
beslist het karakter te geven van een vereeniging die
ten doel heeft werkelijk goede kunst binnen het bereik
der arbeidersklasse te brengen en de arbeiders daarin
te leeren genieten.
Wij meenen, dat dit zeer goed gezien is. De afdwa
ling van de Rotterdamsche Vereeniging „Voor de Kunst"
die ten slot de arbeiderskringen geheel ter zijde
liet, moet men hier trachten te voorkomen. Wij wek
ken daarom alle arbeiders op, lid te worden van „Kunst
aan het Volk" (de contributie zal geen beletsel zijn)
en in drommen zich aan te sluiten aan deze vereeni-
ging, op initiatief van den Bestuurdersbond opgericht.
Brieven over Vakbeweging.
I.
W e hebben ditmaal ten eerste een woordje te richten
tot de mannen, die de afd. Vlaardingen van den Ned.
Glasblazersbond vormen.
Begint de vakbeweging zich gelukkig ook in onze
stad uit te breiden, betreedt zij de banen die na lange
jaren van zeer gevoelige ondervinding de juiste zijn
gebl-ken, over het standpunt dat door de afd. van
bovengenoemden Bond wordt ingenomen, over de houding
die door haar bij verschillende gelegenheden werd aan
genomen, is zij weinig gesticht.
1 oen de glasblazers voor korten tijd in ernstigen
stiijd met het patronaat waren gewikkeld, zijn zij, zoover
zij zelf na afloop verklaarden, hier ter stede op voor
beeldige wijze gesteund.
En het waren juist de moderne vakvereenigingen en
sociaaldemocraten waaraan zij dezen steun hadden te
danken.
Toen iu de bladen dank voor den verleenden steun
werd uitgesproken, voegden zij er aan toe, dat ook zij
ten allen tijde bereid zouden zijn op het eerste verzoek
om steun bij te springen.
Wij hebben echter van deze goede bedoelingen tot
nu toe bitter weinig gemerkt.
loen hun bestuur was opgeroepen ter gecombineerde
bestuursvergadering ter oprichting van een Steuncomité
voor de visschers, kwamen zij ter vergadering met de
mededeeling dat zij hieraan niet konden meedoen.
Op de vergadering tot stichting van een steuncomité
voor de staking te Rijssen kregen we dezelfde verklaring.
Zij konden naar zij zeiden tot deze steuncomité's niet
toetreden omdat zij zich plaatsen op het standpunt, dat
elke staking rechtvaardig is, dat elke staking dus ge
steund diende te worden. Een comité voor één staking
kon dus niet worden aanvaard; wèl een comité tot steun
van alle stakingen.
Ontdaan van alle franje, van alle mooipraaterij, is
dit standpunt geen andere dan het anarchistische.
Of een staking taktisch is of nietal of niet gemo
tiveerd; of zij goed is overlegd of slecht voorbereid;
of zjj kans van slagen biedt of onherroepelijk op een
volslagen fiasco moeten uitloopen; of er eenige orga
nisatie, eenigen financieelen ruggesteun achter staat of
dat organisatie en financien ten eenen male geheel
ontbreken, dit alles doet naar dit standpunt niets
ter zake.
Als je beschikt over een groote portie brulatiteit en
volkomen gespeend bent van elk verantwoordelijkheids
gevoel; als je lèf hebt, dan staak je maar raak, en
de arbeiders uit de verschillende plaatsen van ons land
zullen wel voor je dokken
Wij moeten onzen glasblazers echter opmerken dat
wjj van dit anarchistisch standpunt niet alleen niets
moeten hebben, maar dit wij ons wel tweemaal zullen
bedenken voor wij bij zulk een strijd ons warm zullen
maken voor een steunbeweging.
Wij bedanken er voor te bloeden voor de ondoor
dachte, kromme sprongen van andereu, en wij zeggen
tot u, en tot allen die zich op dit anarchistisch stand
punt plaatsen
Als gij waarachtig verbetering in uw slechten maat-
scbappelijken toestand wilt, tracht deze dan niet in de
eerste en voornaamste plaats te bereiken met het geld
\door arbeiders uit andere vakken voor u opgebracht,
maar stort zélf wekelijks een bepaald bedrag in een
alzonderlinge, voor stakingen bestemde kas en tracht
de verbeteringen daarmee te bevechten. In geval van
nood kunnen dan nog anderen bijspringen.
In de eerste plaats echter zélf gezorgd. Slechts in
it uiterste geval bij anderen om steun aangeklopt.
Dat is ook „zelt-doen
De Kuipersgezellen vereeniging „Wij Streven naar Ver
betering" gat weder een nummer van haar niet op
vaste tijden verschijnend blaadje uit.
Iu een uitvoerig artikel wordt de toestand van het
oogenblik behandeld.
Het vangt aan met te constateeren wat wij dezen
zomer in onze artikelen „De Kuiperij" uit den bedrjjfs-
toestand afleidden, u 1. De komst van het machinaal
groot-bedrijf en de verdwijning van het handwerk.
Deze parage luidt
„Men moge het prettig vinden of niet, het feit
kan geconstateerd worden dat de eerste ontbin-
diugsteekenen zich in voldoende mate voordoen,
om te kunnen wijzen op datgene wat wij al eenige