De crisis. 't Hinkende paard. Uit ons Vereenigingsleven, wij steeds zoo gul mogelijk de gelegenheid openstellen. Maar wij lachen om de poeha van deftige lui, die wel alles wat in ons blad voorkomt voor lengen en laster verklaren, maar toch niet eens de moeite nemen, dit aan te toonen. En we meenen geen enkele reden te hebben van die kletskouserij eenige notitie te nemen. We gaan met gerust hart voort te vertellen al dat gene, wat we den arbeiders meenen te moeten voor houden we gaan voort kritiek uit te oefenen op daden en personen wanneer ons dit nuttig en goed lijkt. Men kan blijven volhouden bij den doodzwijg-taktiek. Ons goed wij zwijgen niet. Men kan blijven speuren en ziften om ietsjes te vinden, waarmee men probeeren kan ons voor den rechter te brengen. Ons goed wij zwijgen ook dan niet. Wij zullen spreken ten allen tijde, wanneer spreken ons plicht schijnt. Ook duizend-ed-een vervolgingen zullen ons daarvan niet afhouden. Zooals gezegd, wij kunnen er niet toe komen de vervolgingen, thans tegen ons ingesteld, ernstig te nemen. En we hebben ons afgevraagd: wat bezielt die menschen, door welke drijfveeren werden zij geleid, welke bedoelingen kunnen ze met hun aktie tegen ons hebben of gehad hebben? Zoover als wij beoordeelen kunnen, is noch meneer Paling, nóch meneer Mouwens door De Moker beleedigd geworden. We hebben kritiek uitgeoefend op beider handelingen. Is critiek beleedigend? Kom nou! We meenden dat een behoorlijke critiek (en in de aange vochten stukjes is niets onbehoorlijks te vinden) op voedend werken zal en onmisbaar is in het maatschap pelijk leven, zooals brood voor den mensch. Wanneer men iemand, een deurwaarder bijv., die zich door z'n ambtsijver wat ver voeren laat, eraan herinnert dat hij bepaalde grenzen niet overschrijden mag zonder z'n bevoegdheid te buiten te gaan, dan behoorde zoo'n man dankbaar te zijn voor zulk 'n vingerwijzing, die hem misschien voor grootere afdwalingen behoedt en wellicht grootere onaangenaamheden bespaart. En zeker heeft de heer Mouwens reden ons dank baar té zijn voor onze bemoeiingen, die zeer waarschijn lijk hem van groote dwaasheden, met de hemel weet welke gevolgen, hebben afgehouden. Want de heer Mouwens zal het waarschijnlijk nü wel willen toestemmen dat hij zich terwille van Kloosterman op gevaarlijke paden was gaan bewegen. Weet men nu daartegenover niets anders te stellen dan een zeer alledaagsche wraakneming, dan doet men zich van een zeer zwakke zijde kennen. Dit'hadden onze beide aanklagers toch eens moeten bedenken, alvorens ze dit middel om ons het zwijgen op te leggen, dat als zoodanig beslist falen zal, verzonnen. Uit de velerlei beschouwingen over de ministerieele crisis geven we er enkele weer. Het Volk: Wjj kunnen het dan vrijwel voor zeker houden, dat wij een der eerstvolgende dagen zullen vernemen, dat het Kabinet aan de koningin zijn ontslag heeft aangeboden. Dat de koningin dit ontslag zal aanvaarden, valt niet te betwijfelen. Niet alleen toch doet met zekerheid het bericht de ronde, dat de koningin, die aanvankelijk persoonlijk een voorstandster van den minister Staal was, door de koningin-moeder tot andere gedachten gekomen is en de meening en invloed van „het Hof" is een faktor die men in militaire zaken, ook in een konstitutioneel geregeerd land als het onze, verkeerd zou doen te onderschatten, maar ook afgezien daarvan is het duidelijk dat een ministerie niet aan het bewind kan blijven, als een der beide takken van de Staten-Generaal het de gelden weigert om een niet onbelangrijk pnnt van het regeeringsprogram te verwezenlijken. En verder: Dit is dan ook de groote beteekenis van dit votum der Eerste Kamer. In dezelfde dagen waarin een staatskommissie tot het denkbeeld kwam om, als tegenwicht tegen het algemeen kiesrecht, aan den bij uitstek plntokratischen tak van het parle ment het recht van amendement op wetsontwerpen en dus nog grooter invloed op het staatsbestuur toe te kennen, heeft de Eerste Kamer door een kras voorbeeld weder eens aangetoond, welk een schandelijk element zij ook met haar tegenwoordige macht reeds in ons regeeringsstelsel is. De oorlogsbegrooting verwerpende toch, deed zij dit ten einde een maatregel te verhinderen, die ten doel had een verlichting van den persoonlijken en financiëelen druk dien het leger aan het volk oplegt en tot uitwerking eenige vermindering der waarde van het leger als machtsinstrument van de bezit tende klasse. Een kenschetsende bijzonderheid is nog, dat de meerderheid der Eerste Kamer die dat besluit nam, op een na uit leden der kerkelijke partijen bestond. Wjj verliezen niet uit het oog, dat onder degenen die voor. de begrooting stemden, er menigeen was die het alleen deed omdat hij een liberaal ministerie niet met kerkelijken steun ten val wilde brengen, maar die het zakelijk geheel met de kerkelijke oppositie eens was. Toch bewees de kerkelijke meerderheid hier wederom dat zij als gesloten eenheid de meest reactionaire richting in het land uitmaakt. Het VaderlandDe meest democratische Minister van Oorlog, die ooit aan onze Regeering deelnam, de man, ook door tegenstrevers als de eenige be schouwd, die de hervorming onzer weermacht zon kunnen en durven ter hand nemen, is van de groene tafel verjaagd, een gewichtig onderdeel van het regeeringsprogram zal niet tot uiivoering komen. Generaal Staal is gevallen, maar zijn in de Tweede Kamer gesproken woord, dat de vaan die hij voert onbesmet is, blijft bewaarheid. Hij is geen stap geweken van, geen stap gedeinsd op den weg, dien hij met volle overtuiging had gekozen en voor het beslissend votum viel, heeft hij nog schitterend geknot de kleinzielige taktiek van hen, die zelfs zjjn karakter niet ongerept wenschten te laten. Ook in deze Kamer heeft hp bewezen, dat geen enkele bewuste of onbewuste onjuistheid hem in 't vuur van het debat of in de schriftelijke beantwoording der geopperde grieven ontsnapte. De TelegraafVeertig jaar lang hebben de heeren militairisten zich blind gekeken op het Duitsche stelsel, millioenen en nog eens millioenen verknoeid en het verheffend resultaat? Dat onze leger-inrichting een Janboel is en ons leger, zooals de Militaire Gids zegt, vast in het moeras zit. Het conservatisme voelt zich blijkbaar lekker in de modder en zet een keel op tegen dezen minister. Eerst in de Tweede Kamer, waar men echter geen crisis aandurfde met de mogelijk daaraan verbonden Kamerontbinding, daarna in de Eerste Kamer dit bloedarmoedig aanhangsel van ons verstopt consti tutioneel darmkanaal, dat zich veilig voelend achter de onontbindbare Provinciale Staten, den minister op polderjongens-manier te lijf ging in haar Voor- loopig Verslag en nu zijn begrooting verworpen heeft. Dat het den heeren wèl bekome! Wat de regeering doen zal? Het veld ruimen voor 27 „afgevaardigden des volks", met wie het volk niets te maken heeft, wier namen het voor het meerendeel gisteren voor het eerst hoorde Het ware te veel eer. De Eerste Kamer uit wandelen sturen? De moeite niet waard, want gezien de samenstelling der Provinciale Staten, is een belangrpke wijziging in het „tableau de la troupe" niet te verwachten. Blijft niet anders over dan de Tweede Kamer te ontbinden en het volk uitspraak te laten doen. Dat zal dan wel voor een goede dosis etaalpillen» zorgen. Land en Volkde stemming in de Eerste Kamer getuigt van een georganiseerde houding, waarbij de betuigingen van sympathie voor het geheele ministerie geen hoogere waarde moeten worden toegekend dan ze feitelijk hebben. Trouwens, de waarde dier sympathie-betuigingen is bekend. Het geheele Kabinet is altijd sympathiek, uitgezonderd telkens die Minister, die een hervor ming voorstelt. Zonder eenig beleid is het Kabinet omverge worpen. „De Maasbodezwaait lof toe aan de leden van den Senaat, die aan de plannen „tot democrati seering van het leger" het veto hebben toegeroepen en daardoor het land en het leger grootelpks aan zich hebben verplicht. Het zal hen tot een blijvende eer worden geboekstaafd. Dat de Minister Staal het Kabinet zou meesle pen in zpn val, achtte de „Maasbode" (in tegen- ling met de „Standaard") onvermijdelijk. „Blijven de heeren nu toch zitten, dan schijnt het onder ons nuchter denkend volk mogelijk te zijn te regeeren met een verminkt program en een stukje van een beginsel en tegelijk een normaal en karaktervol regent te zijn." Het Huisgezinachtte Tweede Kamer-ontbin ding niet den aangewezen weg, maar komt op tegen het oordeel van „De Standaard", welk blad beweerd had, dat dit „voor ons een lot uit de loterij" zou zijn. („De Standaard" liet op deze betuiging volgen„Niets toch wenscht men in de antirevolutionaire kringen vuriger, dan 1905 te mogen overdoen. Om nu eens in oorlogstermen te spreken, we kunnen mobiliseeren a la minute. Te meer zou dit ons toelachen, omdat dusver de ont binding van de Tweede Kamer zich steeds gekeerd heeft tegen hem die ze provoceerde.") Het „Huisgezin" is het hiermede lang niet eens. Het blad zegt hierover het volgende „Van rechts hebben een paar bladen te verstaan gegeven, dat, kwam het tot Kamerontbinding, die „voor ons" een buitenkansje zou wezen." „Een lot uit de loterij noemde „De Standaard" het. „Wij zijn daar niet zoo gerust op. „Van links kreeg de rechterzijde geen man mee. Ook de oud-liberalen zouden doen wat ze in 1905 gedaan hebben. „En van rechts? „We zijn er niet zoo zeker van, dat het anti liberale kiezersvolk algemeen den jval van Staal met evenveel geestdrift en gejubel begroet als door sommige persorganen is geschied. „De nuchterheid ook onder de kiezer neemt toe." Vooral de laatste zin van dit stukje verdient de aan dacht. We kunnen er niet anders uit lezen als dat de rechtsche kiezers totnogtoe niet volkomen nuchter wa ren een meening, die we volkomen deelen. De Nieuwe Schied. Crt. heeft natuurlijk nog iets bjjzonders In zeer goed ingelichte politieke kringen wordt verzekerd, dat de ontslagaanvrage van het kabinet vooral moet worden toegeschreven aan de omstan- dighe d, dat men reeds geruimen tijd geleden ver schillende personen heeft gepolst om bjj een even tueel echèc van minister Staal diens plaats te willen innemen. Niemand heeft echter Staal's na latenschap willen aanvaarden. Zelfs generaal Kool, die herhaaldelijk is aangezocht, bleef weigeren. De samenstelling van een nieuw kabinet van ongeveer gelijke verhouding als het tegenwoordige is absoluut uitgesloten, terwijl de formatie van een kabinet d'affaires zeer waarschijnlijk zooveel moei lijkheden met zich zal brengen, dat een ontbinding der Tweede Kamer het onvermijdelijk gevolg zal zijn. Natuurlijk geven we dit overzicht meer als 'n vermakelijke afwisseling. „In-zeer-goed-ingelichte-poli- tieke-kringen", weet u In de Volksbanier komt de volgende mededeeling voor aan de afdeelingen van den R. K. Volksbond „Aan de afdeelingen. Naar aanleiding der door het „Nederl. Verbond van Vakvereenigingen verzonden cirkulaire inzake het houden van een Landelijk Propaganda-Con- gres", worden de afdeelingen dringend uitgenoodigd die cirkulaire eenvoudig voor kennisgeving aan te nemen en derhalve niet in te gaan op het daarin gedaan verzoek tot deelname aan bedoeld kongres. De redenen hiervoor zullen in het volgende num mer worden medegedeeld. Namens het Centraal Bestuur, W. C. J. Passtoors, Voorz. B.. Dammers, Sekretaris. Amsterdam, 3 Febr. 1907." Wie zou iets anders verwachten? Bij iedere bewe ging in 't belang der arbeiders, zet de R. K. Volks bond zich schrap om als aröeiders-(?)organisatie het belang der kapitalistenklasse te verdedigen. En eerst na héél langen tijd, als 't blijkt, dat de beweging niet meer tegen te houden is, dan komt de Volksbond als 't hinkende paard achteraan, om, net als goldt 't spik splinternieuwe zaken, óók mee te ijveren. Dat was totnogtoe bjj iedere beweging het gevalwe denken b. v. maar aan de beweging inzake bepalingen over minimum-loon en maximum-arbeidstijd in de be stekken van werken, die van overheidswege worden uitgevoerd. Dat was vroeger een mal verzinsel eerst toen het zoo goed als verkregen was, werd het in de oogen der Volksbonders verstandig en goed. Wat zullen we ons dus ook nu verwonderen Bakkersgezellen. De afd, Schiedam van den Ned. Bakkersgezellenbond besloot in hare vorige week Donderdag gehouden vergadering o. m. tot aansluiting bij de vereeniging „De Ambachtsschool". Voorts werd er voor de stakende jute-wevers te Rjjssen f2.50 uit de kas getrokken. De openbare vergadering, Zondag j.l. in „Constantia" gehouden, was dun bezocht. Mol en De Bruin voerden het woord. Een paar aanwezigen stelden enkele vragen aan Mol, terwijl er voorts eenig debat was tusschen de Bruin en den heer Rooijers. Brandersknechts. De Bond van Brandei s-en Distillateursknecbts herdacht Zaterdag j.l. z'n 4-jarig bestaan met een feestelijke bijeenkomst, welke alleszins geslaagd mag hee en. „Constantia" was heel aardig bezet. Dr. Van Leeu wen hield een gelegenheids-speechde muziekvereen. „Kunst en Strijd" deed zich dapper en goed hooren de tooneelclub der branderskuechts voerde enkele stuk jes op, die blijkbaar zeer goed in den smaak der aan wezigen vielen. De spelers maken merkbare vorderin gen de uitspraak, alhoewel nog niet zooals 't behoort, is sterk vooruitgaande. Er zijn goede krachten bij deze tooneelclub, en bij trouwe studie, van met zorg gekozen stukjes, waarin vooralsnog niet Al te hooge eischen worden gesteld, kan deze club best wat worden. De stakers te Rijssen werden op dezen avond niet vergeten; een gehouden collecte bracht f 8.32 op. De secretaris van den Bond schrijft nog over dezen avond

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 2