Sociale monsterachtigheid. De ministrieele crisis. Onderwijs-Coflgres. Ditjes en Datjes. juisten tp op den voorgrond weet te brengen, indien dat noodzakelijk is. Laat overal hooren uw melodie arbeiders aller landen vereenigt U," laat het weergalmen bjj het dreunen der machines in de fabrieken, laat het klinken bjj de hamer slagen der smeden, laat de sissen op de locomotieven, laat het bruischen tegen de boorden van boot of sloep op het water, laat het ritselen tusschen de papieren op de kantoren, laat het weergalmen uit de klokken dei- kerken, laat het ruischen over het land bjj het maaien en ploegen, laat het suizen en schallen en jubelen overal waar gij zijt. Eenmaal begonnen in kleinen kring is half gewonnen. Gedenkt, dat door taaie vol harding en vertrouwen in de toekomst, uit kleine clubjes later machtige vakbonden groeiden. Arbeiders, recht op uwe gekromde lijven en vereenigt u De Schiedamsche Bestuurdersbond wacht U! In het hoofdorgaan der katholieke partij, De Tijd, kwam dezer dagen een artikel voor, waaruit bljjkt, hoe ook in die kringen het onhoudbare van de tegenwoor dige kapitalistische ontwikkeling gevoeld wordt. Terwijl de arbeiders in zorgen en moeite blijven voortleven, hoopen zich in sommige handen rijkdommen op, die fabelachtig zjjn en een waar gevaar zjjn voor de menschheid. Het blad schrijft: In de geschiedenis der menschheid nam de opeen- hooping van kapitalen nooit zulke bedenkelijke af metingen aan als in onzen tijd. Ongetwijfeld, ook voorheen leefden hier en daar fabelachtig-rijke lieden, doch zij waren te tellen, en hun vermogen kon wèl beschouwd niet in vergelijking komen met de bezittingen onzer moderne milliardairs. Dezer dagen publiceerde de Belgische oeconoom Charles Engels in het tijdschrift VEcho een op merkelijk artikel over de Fransche Rothschilds. Na een overzicht van de ontwikkeling en de be zittingen van het groote bankiershuis, zegt de schrijver: „Het vermogen van het Fransche huis der Roth schilds wordt in onze dagen op tien milliard be cijferd. Wat dit beteekent wordt duidelijk, wanneer men weet, dat de nationale rijkdom van geheel Frankrijk op twee honderd milliard wordt geschat. De Rothschilds bezitten dus een twintigste van 's lands vermogen en ontvangen bijgevolg jaarlijks een twintigste uit de winst van handel en industrie. De familie Rothschild bezit de beste mjjnen van Frankrijk, z\j oefent de controle uit over de zaken der Fransche bank en, als grootste aandeelhoudster, ook over de zaken van meerdere spoorwegen en stoomlijnen. Na de Parijsche gemeente volgen de Rothschilds als de bezitters van gebouwde en on gebouwde eigendommenin de buurt van de Champs Elysées, het Bois de Boulogne, het Pare Monceau en den Noorder-Spoorweg telt zij geheele wijken; hare kasteelen treft men in alle departementen aan. „Hoe de toekomst der dynastie van het Roode Schild zal wezen? Ongetwijfeld zal de geldelijke voorspoed aangroeien. De oude baron Alphons de Rotschild zeide eenige oogenblikken vóór zijn dood „Mjjn vader liet mij één milliard na, ik kan nu aan mijn zoon tien milliard overdagen." En deze fortuin-vermeerdering was het werk van goed zes-en-dertig jaren. Aannemende, dat het vermogen gaandeweg groeien zal, kan men zich gemakkelijk voorstellen, dat eenmaal Frankrijk's rijkdom geheel door één geslacht zal zjjn opgeslorpt. Deoeconomen staan radeloos voor het feit, dat de kleine ver mogens door het groote worden ingeslokt, gelijk een magneet het ijzer aantrekt, dat in zjjn nabij heid komt. „De Rothschilds hebben in sluw inzicht van de toekomst rekening gehouden met de politieke en oeconomische veranderingen, die zich in h rankrijk zouden voltrekken. Het is dan ook opmerkelijk, dat de socialistische dagbladen en tijdschriften in Frankrjjk, bijna zonder uitzondering, door de familie Rothschild en hare financiëele ondernemingen ge steund worden. Beter dan wie ter wereld ook hebben de Rothschilds begiepen, hoe zij zich het proletariaat te vriend moesten houden." Tot zoover Ch. Engels. Het klassieke werelddeel der milliardairs is echter niet Europa, maar Amerika. De bekende milliardair Rockefeller b.v. genoot van zijn ver mogen in het afgeloopen jaar een inkomen van 240 millioen Mark, d.i. ongeveer 660.000 M. per dag, 37.500 M. per uur, 460 M. per minuut. Zulke inkomens en de daarmee gepaard gaande opeenstapeling van kapitalen zijn eenvoudig een sociale monsterachtigheid. Het blad moet, waar tegenover deze groote rijk dommen zooveel ellende waar te nemen valt, toch ook eens den weg aanwijzen hoe aan zulk een sociale monsterachtigheid wel een einde te maken is. Niet door het socialisme deVhemel beware, neen!--maar door middel van Ja, daar zit 'm nu de kneep. Als je daarover gaat denken, kijk, dan kom je precies terecht daar, waar-je als fatsoenlijk kapitalistisch-katholiek blad niet wezen wilin het vaarwater der socialisten. Dat is 't gekke van 't geval. Eigenlijk zou 't verstandiger zijn van De Tijd zulke ekonomische studiën niet te publiceeren. Onze partijgenoot Tak schrijft in De Kroniekf Met al dat meen ik, dat afwikkeling der plannen van dit ministerie verkieselijk is boven wat nu waar schijnlijk is te wachten, maar de voorkeur kan niet zoo sterk zijn, dat zij een krachtig optreden van onzen kant voor den heer De Meester en zijn vrienden zou recht vaardigen. Iets anders is het hoe wij staan tegen het votum der Eerste Kamer. Dat is een stuk felle reactie, waar heel wat hartstocht achter zit. Zij wil zich doen gelden. Zjj ging eerst met een boos stuk in tegen het ontwerp-arbeidscontract, dat waarachtig toch bescheiden en onhandig genoeg is in zijn bescherming van de ar beiders. Maar dat beetje is den heeren al te veel. De oppositie tegen den maatregel van den heer Staal was al even fel. Het voorloopig verslag en de rede van dea heer 't Hooft waren van een voor dezen Kamer ongewonen toon. Daar zit de heele militaire kaste achter en de vrees voor het volk. Beïnvloed door een kastebelang en door het kwaad geweten der bevoor rechten van het kapitalisme, hebben die heeren den heer Staal doen vallen. En zoo weinig reden wij hebben om voor het minis terie ons bijzonder warm te maken, zooveel te meer red*n hebben wij om te wijzen op de uiterst reaktionaire be- teekenis van het votum der Eerste Kamer, en van de houding van velen in de Tweede Kamer. Daartegen moet het van sociaaldemoeratischen kant gaan en versterken wij dan indirect het ministerie, welnu dat valle uit zooals het kan, maar het mag ons doel niet zijn. En verder: Wat voor ons de waarde van het oogenblik is, dat is de zwarte reactie die naar voren komt, en die een punt van vereeniging worden zal voor alles wat achteruit wil, of niet vooruit, wat hetzelfde is. Zij achten zich bedreigd, zelfs zoo dat zij den heer Staal, wiens acht bare persoonlijkheid daartoe werkelijk niet uitlokt, heb ben gemaltraiteerd uit louter reactionairen hartstocht. Daartegen gaat het verzet, en wij behooren in de voorhoede. Komt er niets achter, dan desnoods neen liever alleen. Land en Volk schrjjft: De Standaard is vol van politieke beschouwingen over de crisis. Het blad beijvert zich om aan te toonen, dat het Kabinet niet op constitutioneele wijze is gevormd, omdat het niet de geheele linkerzijde afspiegelt, en zoo voort. In deze beschouwingen ligt het bewijs, dat al de manoeuvre» van de rechterzijde tegen dit Kabinet zijn ingegeven door de bedoeling om het op de 35 leden der Tweede Kamer, tot de Unie-liberalen en de vrij zinnig-democraten behoorenle, te isoleeren, en het aldus te zetten tegenover nagenoeg geheel de Eerste Kamer. Dat spel moet nog worden voortgezet. Daarom vooral moet het Kabinet zonder Staal aan blijven. Elk wetsontwerp van belang zal materiaal leveren voor hetzelfde experimentin de afdeelingen bleek reeds, hoe goed de financieele wetsontwerpen zich ertoe leenen Dit politieke werk is bijzonder interessant. Het zal aantoonen, dat ons land alleen door Kuyper kan worden geregeerd. Maar de kiezers hebben hun oogen goed open te houden. Het heet: loyale oppositie, loyale politiek. Het i sverlegenheids oppositie, obstructie. De poli tiek gaat hier boven het algemeen belang. Dat voor dit spel het huidige Kabinet zich niet kan leenen, spreekt van zelf. Het had bij zjjn optreden anders en hoogers verwacht. Het zesde Onderwijs-Congres zal gehouden worden op Zondag 21 April 1907, in het Gebouw „Voor den Werkenden Stand," Kloveniersburgwal 87—89. Amsterdam In overeenstemming met de vorige keeren heeft het „Landelijk Onderwijs-Comité." besloten weer een Onder wijs-Congres samen te roepen, nu in de laatste jaren een onderwijsvraagstuk van groote beteekenis toene mende belangstelling wekt, dat in 't kort is te om schrijven als het vraagstuk van de Algemeene en kos- telooze Volksschool. Het Comité oordeelde, dat het nu de goede tijd was voor een behandeling, zoowel om over het vraagstuk zelf heldere begrippen te verspreiden als om te dien aanzien een krachtige volksopinie te vestigen. Het roept daarom tot deelneming opde Hoofd besturen en afdeelingen van alle Vakbonden, van alle politieke partfjen, van alle landelijke Bonden, als Volks onderwijs, Bond van Nederlandsche Onderwijzers, het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, De Dageraad, 't Nut van 't Algemeen en?., van alle plaatselijke Ver- eenigingen, kortom van alle lichamen en groepen, die de verzorging van goed volksonderwijs als een der eerste plichten van de gemeenschap beschouwen. De bijdrage blijft bepaald voor het Hoofdbestuur van een Landelijke Bond en voor Bestuurdersbonden op f5voor afdeelingen en zelfstandige plaatselijke Vereenigingen op f 2.50 en voor persoonlijke deelname op fl. De verdere regeling blijft ongeveer als die bij vorige Congressen geweest is. AGENDA. 1. Opening 2. Vaststelling der presentielijst. 3. Mededeelingen. 4. Lezing der candidatenlijst voor het Uitvoerend Bestuur. 5. Behandeling der volgende stellingen Het Congres spreekt als zijn oordeel uit: I. Het is in 't belang van de gemeenschap, dat elk kind in die richting worde opgeleid, welke 't meest in overeenstemming is met zijn individuëelen aanleg en ge schiktheid en dat die opleiding zoo volledig mogelijk zjj. II. Het is daarom de plicht van de gemeenschap te zorgen, dat elk kind zoolang mogelijk zulk onderwijs kunne erlangen, als voor hem in alle opzichten vol doend mag geacht worden. III. Als eerste voorwaarde voor een goede vervulling van die plicht geldt, dat aan de geheele nrichting der school deze idee ten grondslag worde gelegd, dat de gemeenschap aan al haar kinderen dezelfde zorg en t <ewijding betoont en dat zij de aard van die zorg slechts wijzigt naar de lichamelijke, geestelijke en zedelijke eigenschappen der kinderen zelf. IV. De zoogenaamde „standenschool" met haar on afscheidelijk verschil in voorwaarden voor goed en voldoend .onderwijs is een sociaal nadeel. Aan de wetgeving op h^t Lager Onderwijs behoort dus 't beginsel ten grondslag te liggen, dat de overheid slechts mag oprichten of steunen één soort volksschool, voor alle normale kinderen gelijk en gelijkelijk toegan kelijk, benevens afzonderlijke scholen voor doofstommen, blinden, achterlijken, idioten enz., eveneens toegankelijk voor allen, van wie de toestand het noodzakelijk maakt. V. De eisch van algemeene toegankelijkheid der school sluit in zich het beginsel van algemeene koste loosheid van het onderwijs. VI. Hoewel in de lijn der vorige steil ngen de eisch ligt, dat er slechts zij één enkele algemeene volksschool voor allen verplicht, dus met uitsluiting van elke bizon- dere school, stelt het Congres zich op het standpunt, dat de meerderheid der voorstanders van de Algemeene Volksschool de opheffing der Sekteschool niet willen verkrijgen door wetsdwang, maar door de pr»pageering van hun onderwijs-beginselen. Alleen stelt het als onafwijsbare eisch, dat het gesubsidieerde bizondere onderwijs ten aanzien van het begrip Standenschool, in alle opzichten met het openbaar gelijk worde gesteld. Tot inleiders van deze stellingen heeft het L. O. K. benoemd de heeren A. H. Gerhard, voorzitter van het Comité en J. W. Sleef, typograaf en lid van de Plaat selijke Schoolcommissie te Amsterdam. 6. De contributie geldt in het vervolg voor ieder jaar en niet per Congres. 7. Verkiezing van 5 leden van het Uitvoerend Bestuur. Elke deelnemende Vereeniging heeft het recht amen dementen in te dienen, welke dan, zoo mogelijk bijtijds, nog worden gedrukt. Namens het Landelijk Onderwijs-Comité: A. H. Gerhard, Voorzitter. J. A. Bergmeijer, Secr.-Penn. Dordrecht, Cornells de Wittstraat. 1 Febiuari 1907. „Kunst aan het Volk." Vorige week Vrijdag werd een vergadering gehouden van de Vereen „Kunst aan het Volk", tot vaststelling van statuten en huis houdelijk reglement en verkiezing van een definitief be stuur. De opkomst was goed, ofschoon ze vooral op deze eerste vergadering, nog beter had behooren te zijn. De voorzitter deelde mede dat de statuien zijn ont worpen naar het voorbeeld van soortgelijke vereenigin gen te Rotterdam en Amsterdam. Het voorloopig bestuur is op audiëntie geweest bij Bu gemeester en Wethouders, om te spreken over eventueele subsidie. Het Dag. Best. verklaarde geen bezwaar te hebben een subsidie-aan vraag in den raad te brengen. Rechtspersoonlijkheid der vereeniging is echter gewenscht en dus verdient het aanbeveling, de koninklijke goedkeuring op de statuten zoo spoedig mogeljjk aan te vragen. Het aantal leden bedraagt circa 100. Het ontweip-Statuten en Huishoudelijk Reglement werd vlug afgehandeld en behoudens enkele wijzigingen, vastgesteld. Art. 2 der statuten bepaalt: De Vereeniging Kunst aan het Volk" stelt zich ten doel het begrijpen en genieten van kunst, voor namelijk door de leden der arbeidersklasse, te bevorderen. Art. 3. De vereeniging tracht dit doel te berei ken door het houden van voordrachten en het uit geven van populaire geschriften over de kunst. Verder door het geven van muziekuitvoeringen, tooneelvoorstellingen en het inrichten van tentoon stellingen. Art. 4. Allen die 16 jaren zijn kunnen lid worden tegen betaling van een minimum-contributie van f 0.50 cents per jaar. Het voorloopig bestuur wordt daarna gemachtigd namens de vereen, een subsidie te vragen aan den Raad Gezorgd zal worden voor een uitvoerige uiteenzetting van de werkzaamheden, zoodat de Raad in staat zal zijn een besluit te nemen. Mach tiging werd gevraagd en verkregen om een half- jaarlijksche contributie te innen, om zoo spoedig mogeljjk iets op touw te kunnen zetten.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 2