Tweeërlei moraal. Van alles wat. gevoerd en gehandhaafd, niet alleen door de vakbeweging moet worden nagestreefd, maar ook in de wetgeving dient te worden vastgelegd; dat, voor zoover al enkele regeeringen in ons land voorstellen in zake den arbeidsduur hadden ontworpen, deze tengevolge van vertraagde indiening of behandeling niet tot een resultaat hebben geleid, terwijl zij boven dien niet krachtig ingrepen in de bestaande wanver houdingen; dat toch een wettelijke regeling van den arbeidsdag 'voor volwassen mannen, wil zij eenigszins rekening hou den met de billijke eischen der arbeiders, minstens ge nomen behoort uit te gaan van het beginsel, dat in geen geval de arbeidsdag langer mag zijn dan tien uren; verlangt, dat de regeeringen de Volksvertegenwoordiging hare nalatigheid in deze, voor de ekonomische en zede lijke kracht van ons volk zoo belangrijke zaak, eindelijk eens zal laten varen en een wettelijke regeling op den grondslag van dat beginsel tot stand brengen. Deze resolutie wordt met een kleine aanvulling (rust tijd van 36 achtereenvolgende uren per week) aangenomen. Betreffende den nachtarbeid: 2o. Het congres, overwegende, dat. een der eerste eischen der arbeiders klasse moet zijn het verkrijgen van waarborgen, dat ten behoeve der productie van hetgeen voor de samen leving noodzakelijk is, noch ten bate van de winzucht van het kapitalisme, noch door de verkeerde gewoon ten, schade worde toegebracht aan leven, gezondheid of zedelijkheid der arbeiders en hunne gezinnen, overwegende, dat de nachtarbeid voor personen van beiderlei geslacht en van eiken leeftijd nadeelig is voor de gezondheid, vernietigend voor het gezinsleven, be vorderlijk aan de onzedelijkheid, schadelyk voor de organisatie der arbeiders, welker beschavende invloed daardoor wordt tegengewerkt en dat hij bovenal is af te keuren voor de vrouw, als moeder voor het toe komstig geslacht, overtuigd, dat in de meeste bedrijven de nachtarbeid kan worden afgeschaft, terwijl dit in den regel bij de wet moet geschieden, van oordeel, dat in die bedrijven, waarin nachtarbeid onontbeerlijk is, deze belangrijk dient te worden beperkt, noodigt de regeering uit, wettelijke bepalingen in het leven te roepen, waarbij als algemeene regel de arbeid tusschen 10 uur des avonds en 6 uur des morgens voor mannen, vrouwen en jeugdige personen wordt verboden, terwijl als uitzondering de nachtarbeid uitsluitend wordt toegestaan aan volwassen mannen en slechts voor die beroepen, waarin hij beslist onontbeerlijk is, zooals voor personeel op spoor- en tramwegen eu schepen, nacht stokers op fabrieken, nachtwakers, gemeentereinigers, personeel der posterijen e.d., met dien verstande dat voor deze uitzonderingen de arbeid nimmer meer zal mogen bedragen dan 8 uren per etmaal, en wekt den arbeiders op, voortdurend en krachtig te agiteeren, totdat deze eischen zijn ingewilligd. De resolutie wordt zonder wijzigingen aangenomen. Betreffende den Kinderarbeid: 3o. Het congres, uit het verleden en het heden der arbeidende klasse de overtuiging puttende, gestaafd door een overvloed van feiten en getuigenissen, dat de kinderen der arbeiders gedurende geheel hun jeugd, vóór zoowel als na het verlaten der school, dermate in loondienst worden ge ëxploiteerd, zoowel in de groot- als in de huisindustrie en den veldarbeid, dat daardoor hunne lichamelijke en verstandelijke ontwikkeling in hooge mate schadelijk wordt beinvloed; overwegende, dat deze kinderarbeid, die niet alleen een straf is voor de kinderen zelf, maar een schade voor geheel de maatschappij, zeer nauw verband houdt met en een noodzakelijk gevolg is van den ongunstigen materieelen en intellectueelen levenstoestand der ar beiders overwegende echter, dat de wetgeving door krachtig ingrijpen er toe mede kan werken, de arbeiderskinderen aan deze exploitatie te onttrekken; roept in de eerste plaats de NederLndsche arbeiders op, om zoowel door middel der onafhankelijke, zelf standige vakbeweging, als door invloed te oefenen op de wetgeving, den toestand der arbeidersklasse gaandeweg te verbeteren, opdat de kinderarbeid door de arbeiders ontbeerd kan worden; dringt er verder bij de Tweede Kamer ernstig op aan, om, waar nog zooveel duizenden kinderen dag aan dag arbeid moeten verrichten, reeds gedurende den schoolplichtigen leeftjjd in hun vrije uren, en daarna gedurende veel te lange werkdagen in fabrie ken en werkplaatsen, in ateliers en winkels en waar sedert 1889 niets van beteekenis door den wetgever ter bescherming der arbeiderskinderen is gedaan, om zoo spoedig mogelijk aan deze ernstigste tekortkoming onzer arbeidswetgeving een einde te maken en het daar heen te willen leiden, dat als een bescheiden, maar hoogst dringend begin, a. alle arbeid van kinderen tot den li-jarigen leeftijd worde verboden; b. voor kinderen van 1417 jaar een langere arbeids duur dan 8 uur per dag niet geoorloofd zij; c. verplicht herhalingsonderwjjs worde ingevoerd. Ook deze resolu'ie wordt met algemeene stemmen aangenomen. Het congres werd daarna door Polak met een krachtig woord gesloten. Sinds eenigen tijd werpt men van de zijde van den R. K. Volksbond, hier ter stede zoowel als elders, zich op als beschermers der „zedelijkheid." Speciale clubs worden als onderafdeelingen van den R. K. Volksbond opgericht, om den strijd tegen het „papieren gevaar" systematisch te voereH, Men heeft reeds 'n „lied" tegen den „vuilhandel" en er wordt heusch met een bombarie opgetreden door die bescher mers der moraliteit van het volk, dat het allen schijn heeft of het met die moraliteit méér dan bedenkelijk is gesteld. Tóch, trots al hun lawaai, wordt de „aktie" der Volksbonders in 't algemeen vrij koel opgenomen. En van het eerste oogenblik af, dat ze er mee begonnen, rees van alle zijden onwillekeurig de vraaghé, moet dat van dien kant komen Heeft men daar nu wel eigenlijk het volle recht tot spreken Het bleek vrjj spoedig, dat de aktie gevoerd werd op kltingeestige wijze en zelfs een belachelijk aanzien kreeg, doordat ze ook werd gericht tegen zuivere kunstuitingen van den nieuweren tijd. Zoo had hier en daar een boekhandelaar (b.v. te Rotterdam) nogal wat te verduren van deze moraliteits verdedigers, omdat hij zich bezondigde boeken van realistische strekking in z'n uitstalkast te plaatsen. En meer dergelijke staaltjes bewezen, dat de „akti- viteit" der Volksbonders zich ook thans weer uitte als klein gewurm, akelig gedoe. Dat is niet vreemd de arbeiders in den R. K. Volks bond georganiseerd, worden door hun organisatie afge houden van grooteren arbeid tengevolge daarvan werpt men zich dan maar op het geringe, op het onbeduidende, 't Een is een noodzakelijk gevolg van h t ander. We hebben in Schiedam ook zulk 'n zedelijkheids- verzorgings-club. Ze heet „St. Paulus". Onze Volksbonders zijn ook gezellige lui; ze doen graag wat d'r broers in andere plaatsen doendus zoo'n anti-vuilhandel-groep moesten ze ook hier hebben. Nou, de groep kwam er wel. Maar na dit gezegend oogenblik stond men voor een raar en moeilijk geva'. Er moest toch eens getoond worden, dat de mora liteit onzer burgerij onder zoo verdienstelijke verzorging stond Dat was 't 'm. D'r was hier zoo goed als niets te doen. We hebben hier zelfs och arme! niet eens een realistisch boekwinkeltje! Meent nu echter niet dat onze Volksbonders van gisteren zijn. Beste vrinden, waar niets is, zullen zij wel iets maken. Daar zijn ze volkomen toe berekend. En zoo begonnen ze, én op vergaderingen, én bij monde van den alwillensdwaas pardon, de Nieuwe, bereids een slachtoffer van hun vindings-lust te martelen, dat het een aard had. Slachtoffer no. 1 was de onschuld in hoogstderzelver eigen persoon het advertentie blaadje De Maas- en Schiebode. De Nieuwe warmde wellicht geleid door zéér immoreele overwegingen van concurrentie-haat-dat vuurtje af en toe met graagte aan. Maar bepaald „pakken" deed deze eerste heldendaad van „St. Paulus" niet; zoover na te gaan bleef het publiek én de adver teerders geheel onverschillig voor den zoo goed-be- doelden arbeid. De eerste daad had het eerste fiasco tot uitkomst. De tweede was grootech. Bij de Kloosterman-herrie was „St. Paulas" zooveel als de leidende kracht; mis schien uit zichzelf, misschien er vóór gespannen. Over het verloop van deze beruchte aktie hebben w(j op 't oogenblik niets meer te zéggen. We willen slechts constateeren dat het feit, dat de vergaderingen van Kloosterman ondanks hun gekakel tóch doorgingen en beter slaagden dan anders zeer waarschijnlijk h<-t geval zou zijn geweest, de uitkomst der tweede aktie van den katholieken moraliteitszorg het meest-volslagen fiasco aanwees. Maar nu krijgen we het derde bedrijf. In de locale pers ook in de Nieuwe kwam van den sigarenhandelaar firma A. Hillen, deze week een groote advertentie voor, van den volgenden inhoud Fatsoenlijke Reclame zijn wij gewoon te maken voor onze merken. Wij stellen er prijs op als fatsoenlijke firma bekend te zijn en te blijven. Van twee kanten zijn wij thans aangevallen wegens de verspreiding van een reclamekaart, welke men zedekwetsend noemt. Niets is evenwel verder van ons, dan de bedoeling om reclame voor onze Sigarenmerken te maken door middel van onzede lijke plaatjes. Wij meenden niet en meenen nog niet, dat de plaat van den bekenden schilder Asti, een repro ductie naar een schilderij uit het Museum te Berlijn, aanstoot geven kan. Intusschen eerbiedigen wij de meening van anderen en zullen de uitgave dus staken. We hebben de reclamekaart gezien. Het is een vrouwenbeeld in klein-buste. Wie in tdie afbeelding iets „zedekwetsend" kan vinden, noemen wij een knappe bol. Er zit absoluut niets in, wat aanleiding kan geven tot prikkeling naar zinnelijk genot, als anderszins. 't Is een doodonschuldig prentje. De afbeeldingen die van H. M, de Koningin in den handel zijn en die ieder „fatsoenlijk" mensch wel in z'n huiskamer duldt, zijn in 't zelfde verband héél wat meer zedekwetsend dan de reclameplaat-figuur der firma Hillen. Zóó wordt zelfs het onbenulligste aangegrepen als men iets vinden wil. Welnu, w(j vinden het jammer voor „St. Paulus" dat zij op geen andere wijze van haar aktiviteit kan bljjk geven. En het doet ons genoegen haar te kunnen attendeeren op een andere, véél, véél meer zede-kwet sende reclame, welke nog wel door een plaatselijk blad wordt verbreid. Dat blad speelt óók de brave uit; en dweept erg met alle mogelijke heldendaden van „St. Paulus," vooral als deze concurreerende bladen bestrijdt, maar het blijkt dat als er zaken te doen zijn, als er advertenties te plaatsen zjjn, waardoor de ^eWkwestie in 't spel komt, dat dan de „moraliteits-begrippen" van d dat blad aardig de kunst verstaan om stuivertje te wisselen. s; Want wat, geachte broeders van St. Paulus, bekend v om uw teedere opvattingen der zedelijkheids begrippenb beroemd om uw speuren naar alles wat den kuischen blik kwetsen kan, wat zegt ge wel, gij reinen van P harte, van een blad, dat ter wille van eenig zilvergeld g de volgende schandelijke advertentie publiceert? Ziet en oordeelta De kritieke leeftyd. t, De verandering die zich bjj de vrouw op 45- v jarigen leeftijd voordoet, gaat te dikwijls gepaard v met talrijke ongesteldheden en duldelooze pijnen, s veroorzaakt door stoornissen die zich in hare teeder- ste organen voordoen. E Om dat tijdpetk gemakkelijk door te maken g een tijdperk te recht kritiek genoemd wegens de gevaren die het oplevert is het 't beste het g gestel voor te bereiden alvorens die stoornissen d zich gaan voordoen. Versterk het gestel geheel o en al door de behandeling met de Pink Pillen te k volgen. Er bestaat geen beter p Hersteller van het bloed, e Versterker van de zenuwen. k Dat is nog héél wat erger dan het verspreiden van een onschuldig prentje. En dat in een blad, dat (dank zij z'n gunstige reputatieduizenden en millioenen onder de oogen komtjong en oud, rijp en groen Hier is werk voor u, broeders van „St. Paulus," beschermers van de zedelijkheid! Haalt, evenals bij de Kloosterman-vervolging, zoo noodig uw wapenge zellen van wjjd en zijd er bij en stormt ten aanval tegen dat blad, dat zoodanig openlijk den „vuilhandel" bevordertten verderve voert zoo menig onschuldige ziel (niet waar P)dat zoo ten volle gerangschikt be- hoort te worden onder datgene, wat gijlieden, een eeuwige oorlog hebt gezworen„het papieren gevaar." De naam van dat blad De Nieuwe Schiedamsche Courant, katholiek dagblad Hé nu kijken, wat „St. Paulus" doen zal. Misschien wel niets! De scheiding van Kerk en Staat in Frank rijk. De gebeurtenissen in het Fransche Rijk te dezer zake worden in ons land nogal druk geëxploi teerd door de klerikalen, om dienst te doen de goeie gemeente af te schrikken van al wat „vrijzinnig" is. Dit is een brutaal werk, omdat juist datgene wat zich in Frankrijk afspeelt, inderdaad niet geschikt genoemd kan worden behoorlijk in 't daglicht te worden gesteld, wanneer men het snoode der vrijzinnigheid wil gaan betoogen. Maar onze Nederlandsche klerikale agitatoren spekuleeren zóódanig op de onbewustheid en onwetend heid van hun auditorium, dat ze met de grootste ge rustheid de onmogelijkste fantasie opdisschen. We hebben daarover in ons vorig no. reeds een en ander gezegd, naar aanleiding van de dwaasheden, welke mr jhr. van Asch van Wijk op den partijdag der anti's alhier, had verkocht. Laten we pogen in korte trekken aan te geven, wat er in Frankrijk nu wel met de katholieken aan de hand is. Voorheen was Rome een kerkelijke staat in Italië. Trots het groote verzet van den Paus en de verdere geestelijkheid werd Rome tijdens den Fransch-Duitschen oorlog bij Italië ingelijfd, zéér ten genoege van de ovfrgroote meerderheid der inwoners. Maar de Paus was gebelgd over het knotten zijner macht en eischte van de katholieke staten, dat zij geen diplomatieke betrekking n met Italië zouden hebben. Maar toen dat niet ging, werd althans gevergd dat de hoofden van katholieke stat-n geen bezoeken zouden brengen aan den koning van Italië te Rome. Frankrijk goldt steeds voor een der beste katholieke landen. En daar kreeg President Loubet het in April 1904 in z'n hoofd, zulk een verboden bezoek af te leggen, om zeer geldige redenen. De Paus echter is vermetel genoeg bij rondschrijven aan de katholieke mogendheden tegen deze daad te protesteeren. Dat was niet meer of niet minder dan het zich toeëigenen van de regeermacht in Frankrijk, de vermetelheid, de kerk van ouds eigen, om aan den Staat de wet te willen voorschrijven, inplaats zich onder de wet te plaatsen. Maar de EVansche Staat was hier voor een ernstig feit gesteld. Het vergrijp was niet van geringen aard'en ter voorkoming van herhalingen, met wellicht ernstiger gevolgen, moest hier gehandeld worden. De diploma tieke betrekkingen met het Vatikaan werden onmidde- lijk afgebroken de scheiding van kerk en staat nam een aanvang. En vlotte méér dan snel, om de eenvou dige reden, dat in het zoogenaamd katholieke Frankrijk het overgroots deel der bevolking niet katholiek is. De scheidingswet kwam. Het moeilijkst was de re geling der verdeeling van de zoogenaamde kerkelijke goederen. Na veel zoeken, waarbij steeds de grootste voorzichtigheid in acht werd genomen om de meest vredelievende oplossing te vinden, kwam het voorstel- Briand, tot het oprichten van kerkelijke vereenigingen (associations cultuelles). In iedere parochie zou een kerkelijke vereeniging zijn, ze kon al bestaan uit 7 leden. De leden der tegen woordige z.g. kerkfabrieken hadden zich slechts om te zetten in een vereeniging en zij beschikten over de kerk met toebehooren. Tegeu deze organisatie is van klerikale, zijde in de Kamer geen principieelen strijd gevoerd, er werd geëischt dat de ïegeering verantwoordelijk zou worden gesteld voor de richtige overdracht der goederen en daftrom,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 2