9
No. 7.
ZATERDAG 13 April 1907
7e Jaargang.
ORGAAN der Afd. Schiedam en Vlaardingen der Sociaal demokratische Arbeiderspartij.
Afdeelingsnieuws.
Bestrijding van Gereformeerde zijde.
Hoe men relletjes maakt.
ABONNEMENTSPRIJS:
25 cent per kwartaal 1
franco per post 30 cent j hj vooruitbet^9-
Losse nummers 2 cent.
Bureau van Bedaktie en Administratie
Gebouw „CONSTANTIA", Hoogstraat.
Spreekuur voor de Redactie:
's Woensdagsavonds van ïVj—81/, uur.
ADVERTENTIEN:
3 cent per regel.
Bij abonnement belangrijke korting.
Stnkken voor 't eerstvolgend nnmmer moeten uiterlijk Woensdag a. s. 's middags 12 uur in het bezit der Redactie zijn.
Door omstandigheden is de feestavond van 13 Apt il
ter herdenking van het 8-jarig bestaan onzer Afdeeling,
tot nader te bepalen datnm uitgesteld.
Partijgenooten, welke van adres veranderen, gelieven
dat op te geven aan den Bode of den Secretaris.
Zaterdagavond wederom verkrijgbaar in „Constantia"
de nieuwe brochure „Gelukkig Holland", prijs 10 ct.,
140 blz. druk.
6.
Hieronder volgen nog enkele nieuwe en oude Brochures:
1. Naast het Kruis de Roode Vaan. prijs 6 Cent
2. Het lot der Arbeiderskinderen onder het
Kapitalisme in Nederland en de S.-D.
3. Gemeentearmen.
4. Uit het leven der Eabriekswerkers.
5. De ontwikkeling van het Socialisme
van Utopie tot Wetenschap.
De veranderingen in de Theorie en
Taktiek der Soc.-Dem.
7. De maatschappelijke toestand der
arbeidsters.
8. Pleidooi en Verweer inzake de Onge
vallenwet.
9. Staatspensioneering.
10. Marx of Christus.
11. Op de Bres. (J. H. Schaper)
12. Kan of moet een Ka' holiek Socialist zjjn?
13. Grondslagen den Soc.-Democratie.
14. Tweeërlei taktiek in de Vakbeweging.
15. Christelijke Vakaktie.
16. De socialisten in het Parlement.
17. De Soc.-Dem. en wat er van gezegd
wordt.
18. Hoe woont gij
19. Losse blaadjes.
20. Dé Vakbeweging.
21. Liederenbundels.
22. Platen (1903) (1905) per stuk.
Verschillende andere brochures zjjn nog voorhanden.
De Brochuren-handelaar is Zaterdagavond weer pre
sent in „Constantia".
10
25
15
25
10
10
10
10
10
45
5
10
10
10
3
7V8
2
1
15
5
10
Het Gereformeerd Weekblad voor Maassluis en Om
streken, onder redactie van Ds. F. W. Slnyter en Ds.
J. Vonk te Maassluis en Ds. J. J Berends te Maasland,
is in zijn nummer van 6 Ap'il losgetrokken tegen de
sociaal-democraten. Een „eenvoudig mannekehad „in
zijn onnoozelheid" tot Ds. Sluyter gezegd: „Ja, maar
de socialisten meenen het toch goed met den werkman".
Tot de „onnoozele" schaapkens van Ds. Sluyter is de
goede tijding doorgedrongen, dat er een partij is, ook
in Nederland, die het goed meent met den werkman.
Ondanks de jarenlange prediking van berusting en de
eindelooze herhaling, dat het Gods wil is, dat er armen
en rijken zijn, was er verheugenis in de harten van die
Maassluische „onnoozele" werklieden, omdat er een
lichtstraal van hoop door de sociaal-democratie was
geworpen in de duisternis der Maasslusche arbeiders
ellende. De Gereformeerde dominé's van Maassluis en
omstreken vonden die ontdekking hoogst droevig, maar
ook zeer ernstig. Hun berustingsleer heeft geen vat
meer op de armen en verdrukten in hun gemeente. De
ellende van iederen dag en het bewustzijn, dat vele
rijkaards goede sier maken door bun ellende, hebben
ook de Maassluische arbeiders in opstand gebracht
tegen de orde v%n zaken, die de rijken willen hand
haven, omdat zij daar wèl bjj varen en die de dominé's
en pastoors, de vrienden en bondgenooten der rjjken,
als de door God gewilde orde voorstellen.
Nu zullen die dominé's de soci ial-demokratie moeten
gaan bestrijden. Bij iederen stap, dien zij zullen doen,
zullen zjj „het roode spook" zien opdoemen. Niet uit
de mondelinge en schriftelijke propaganda der sociaal-
democratie zal hun, het dreigend woord toeklinken:
„het is gedaan met uw uitsluitende macht, gereformeerde
predikanten; gjj hebt berusting gepreekt, in plaats van
u, zooals Jezus, aan de zjjde der armen en verdrukten,
toe te leggen op verbetering der toestanden en bekee
ring der rijken gjj hebt den armen den lof der armoede
gezongen, maar gij hebt verzuimd de rijken te bewegen
tot navolging van den rijken jongeling; gij hebt daar
door het vertrouwen verloren van de armen, wier
verzorging uw voornaamste taak had moeten wezen:;
nu keeren zjj zich van u af en zij wenden zich tot dé
partij, die het goed meent met den werkman." Dit drei
gende woord zal hun niet het sterkst in de ooren
klinken uit sociaal-democratischen mond, maar uit den
mond der arme gemeenteleden, die weten dat niet van
dominé, maar van soc. dem. zijde heil te verwachten is.
En die dominé's zijn daarom met de bestrijding der
sociaal-democratie begonnen. En op de algemeene
gangbare wijze zijn zjj begonnen met verdachtmaking
en laster. Dat is hoogst on-christel(jk. Maar dat is
dom ook, omdat het gemis aan behoorlijke argumenten
verraadt.
Ds. Berends van Maasland opent den strijd met een
van die vuile verdachtmakingen, die in Christelijke
kringen geoorloofd schjjnen te zjjn. Hij noemt zijn
stukje „Socialisme en Godsdienst vereenigbaar Én
ten bewjjze van de onvereenigbaarheid dier twéé haalt
dominé de uitlating van Fortujjn op het Haarlemsche
Congres aan, alsof onze partij een „godsdienstlooze partjj"
zou zjjn. Dat het Congres zoo spoedig mogeljjk na
die uitlating van Fortuijn een motie aannam, waarin
het die uiting van Fortuijn als volkomen bezijden de
waarheid en in strijd met het soc.-dem. program ver
oordeelde, vergeet dominé Berends mee te deelen. Door
deze mededeeling achter te houden en het voor te
stellen alsof de partij feitelijk instemde met Fortuijn's
uitlating, begaat dominé een verdachtmaking van de
ergste soort. Een gewoon mensch, dat met zulk soort
verdachtmakingen omgaat, heeft men het recht door
en door onzedeljjk te noemen. Maar als de verdacht-
maker een dominé is, dan zou een nog heel wat kras
sere uitdrukking op haar plaats zijn. Schaam u,
dominé.
Dit stukje van Ds. Berends is evenwel slechts een
inleiding tot een nog veel ergerljjker stuk van de hand
van Ds. Sluijter te Maassluis, een man, die zóó weinig
op de hoogte van zaken blijkt te zijn, dat hij het Haar
lemsche Congres reeds het twintigste noemt en dat hij
de stelling gaat verkondigen „dat het Socialisme in
ons land reeds zijn toppunt van bloei heeft bereikt en
vroeg oud bljjkt te zjjn" en dat het „geschreeuw'' der
socialisten alleen is ontstaan „uit een gevoel van mach
teloosheid, teleurstelling en verbeten woede." Heeft
dominé nu heusch in al de bnrgerbladen, die erover
schreven, niet gelezen dat juist het Haarlemsch Congres
weer het bewijs leverde van de groote kracht en de
groote zelfbeheersching der" S. D. A. P En heeft
hij werkelijk in geen enkel sociaal-democratisch blad
gelezen, dat de S. D. A. P. sterker, krachtiger en
strijdlustiger is dan ooit? En heeft dominé er in 't
geheel geen notie van, dat de politieke onmacht der
burgerpartijen voor de sociaal-democraten een reden
vian groote machtstoeneming is geworden? Dominé,
dominé, wat doe-j-^ in de kou?
Maar duze stommiteiten uit onkunde nu nog daarge
laten, is het schandelijk vooral van een Bedienaar des
Heiligen Woords de leugens en de lasterpraat van een
blad als De Arbeid, die reeds lang in Het Volk zpn
weerlegd, nu nog als argumenten tegen de Soc.-dem. uit
te spelen. En meer dan schandelijk is het van dominé
Sluyter er geen melding van te maken, dat op het
Haarlemsch Congres vooral de arbeiders-propagandisten
aan het woord waren van de inleidende redevoe ingen
van Gorter en Troelstra, en dat de partij haar „leiders"
behoorlijk op hun democratischen plicht heeft gewezen
en met buitengewone kracht van al haar leden den weg
in dienst der part|j heeft aangewezen, zoodat na een
eerlijk en krachtig debat de schijnbaar zoek geraakte
eenheid weer hersteld werd. Dat had dominé uit een
eenvoudig begrip van eerlijkheid moeten doen na z\jn
aanhalingen, waarmee hij trachtte te bewijzen dat de
soc.-dem. niet meer. dan ruziemakers zjjn. Maar
eerlijkheid schijnt bij socialistenbestrijding niet noodig
te zijn
Dan verwijt dominé Sluyter de soc.-dem. dat zij op
Zondag vergaderen. Nu dat mag hij doen. Maar daaruit
af te leiden, dat zij ongodsdienstig of anti-godsdienstig
zijn, dat mag hij niet, zoolang hij zijn katholieke bond
genooten hun regelmatig vergaderen op Zondag en hun
openbaar feestvieren op Zondag niet eveneens als een
bewijs van ongodsdienstigheid aanwrijft. Maar dat doet
hij niet. Ook in deze critiek van dominé ontbreekt het
eerste begrip van eerlijkheid.
Maar het verwondert ons slechts half, dat dominé S.
op zulk een wijze strijdt. Hij vergelijkt zich zelf immers
met niets meer of minder dan met een ledig vat. Woor
delijk schrijft hij over De Moker:
als men met een klein hamertje op een ledig vat
slaat, dan geeft dit dikwerf een ontzettenden klank,
maar niemand maakt er zich ongerust over.
Dat kleine hamertje is De Moker. Dat ledige vat is
o. a. Ds Sluyter en zijn gereformeerd Weekblad. Zorg
nu een volgende maal eens voor een vol vat, dominé,
dan is het Mokeren pleizieriger. Tot ziens en succes
met uw vatvulling.
Het gewichtige feit, dat een jongetje (die zeker nog
niet verantwoordelijk gesteld kan worden voor wat hij
doet) hier ter stede colporteert met anarchistische ge
schriften, is voor de katholieke volksbonders reden
genoeg om een lawaai te maken als ware geheel het
vaderland in 't ergste gevaar. Eiken Zaterdagavond
komt „St. Paulus" in 't geweer om den „gedachten"
anarchistischen vijand te bekampen.
Op de bekende belachelijke, bekrompen wijze komt
de aktiviteit der katholieken weer voor den dag. De
j'ongen wordt gevolgd en omringd door een troep kwa
jongens, die klaarblijkelijk slechts een opgedragen taak
volvoeren en als de kleine anarchist z'n mond open
doet, valt het koor in, om door allerlei lawaai het
onmogelijk te maken dat hij verstaan wordt. En onder-
tusschen schreeuwen grootere katholieke kolporteurs hun
akadabra uit over socialistische en anarchistische god
loochenaars, grootschreeuwers, oproermakers en 't heele
lesje uit het liefdevolle en vrome katholieke scheid-
woordenboek.
Nu, het genoegen om hun gal eens uit te braken,
hebben wij ze nog nimmer misgund, ze kunnen wat ons
betreft hun hart ophalen zooveel ze willenen dan
mogen ze ons nog verwijten te lasteren en te schelden
en zichzelf als de reinen van harte voorstellen. Dit zal
niemand hen kwalijk nemen, want men weet nu een
maal wie men voor heeft.
Maar de opzet van hun spel is daarmede natuurlijk
niet bereikt. Het merkbare doel is wel de relletjes zóó
hoog op te drijven dat de rust en het verkeer in de
stad bedreigd wordt en alzoo een verbod van colpor
tage wordt uitgelokt.
Jongstleden Zaterdag was het lawaai tenminste weer
ergerlijker dan te voren; het optreden der „ordelie
vende" volksbonders driester dan ooit.
Zou de heer Smit, die herhaaldelijk het tooneel van
den strijd bezoekt (soms om te controleeren of de troe
pen wel behoorlijk hun „plicht" doen?) nog maar niet
eens interpelleeren in den raad over de „schandaal-
colportage"
De katholieke heer Dr. Vinkensteijn betoogde in de
vergadering der Oranjevereeniging, dat 't toch zoo.noodig
is het reclit te erkennen van de meening eens anderen.
En ook beweert hij dat de beginselstrijd een heilige strijd
is, die met eerbiediging van de beginselen van den tegen
stander moet gestreden worden.
Totnogtoe hebben we niet gehoord dat de heer dr.
Vinkesteyn bij den E K. Yolksbond een krachtig protest
heeft ingediend over de kwajoagens-achtige manier,
waarop van die zijde het recht vau eigen overtuiging
van anderen wordt geschonken.
DE MOKER