Uit ons vereenigingsleven. Vlaardingsche IJzerkoekjes. Met genoegen kunnen we ook op dezen Mei-dag terug zien. Er is alweer door bewezen, dat ook hier de ar beidersbeweging wint in omvang en kracht. Zoo blijve het l In De Schilder, het orgaan van den Nederlandschen Schildersgezellenbond, vinden we de volgende belangrijke correspondentie uit Schiedam Den 13en Maart had de conferentie tusschen de com missie van onze afdeeling en de patroons-organisatie plaats. Deze conferentie was aangevraagd door het H. B. en onze afd. om onze zeer duidelijk getormuleerdeeischen, zoo noodig, toe te lichten. Hoewel zij geweigerd hadden èn met ons èn met het H. B, te confereeren, waren Spek en Cusiel toch meêgekomen in de hoop, dat als zij eenmaal voor de deur waren, de patroons niet zouden weig-ren, hen binnen te laten. Helaas. Op ons verzoek ook hen aan de conferentie ti laten deelnemen, werd ons geantwoord: wij hebben geen vrij mandaat, en kunnen op eigen verantwoording uw H. B. niet binnen laten. Nu dit antwoord liet aan duidelijkheid niets te wen- schen over. De houding der patroons was vrij voorkomend. Er werd door hen gepoogd, ons te doen begrijpen, dat een verhooging van loon niet in hun en ook niet in ons belang was, want een verhooging als door ons voorgesteld, zou beteekenen minder werk, dus langere werkeloosheid voor de gezellen. Zooals nu het loon was, ging het nog, en konden zij de gezellen 's winters aan het werk houden. Onzerzijds werd daarop geantwoord le. Dat de patroons over 't algemeen zoo humaan niet zijn. 2e. Dat wij niet geloofden, dat een zoo'n geringe verhooging van loon, een zoo'n groote daling van werk zaamheden kon tengevolge hebben, da rbij wijzende op omringende plaatsen als Rotterdam, Vlaardingen, Den Haag, Delft enz., alle plaatsen, waar in de laatste jaren de loonen aanmerkelijk verhoogd zijn, zonder nochthans vermindering van werk te veroorzaken. Vervolgens wezen wij er op, dat de gemeente hen reeds voorging en 21 ets. per uur aan een gezel betaal de, volgens de nieuwe loonregeling, dat de andere bouw vakarbeiders, b.v. de timmerlieden, reeds 21 ets, ver dienen, dus 4 ets meer dan een schildersgezel. De voor zitter der commissie zou-ons wel even verklaren, hoe dat kwam. De gemeente, zoo sprak hij, kan dat makkelijk doen, de gemeenschap moet het betalen, maar wij moeten het van de klanten afhalen en wat een timmerman aangaat, die heeft wel zooveel meer, maardie heeft zooveel gereedschap noodig. In alle bescheidenheid merkten wij op, dat de clientèle die verhooging wel dragen kon. Ie. het wordt aan de timmerlieden ook betaald. 2e. Zal het een karwei, dat 4 weken duurt en waar b.v. 50 uren per week aan gewerkt wordt door eene verhooging als door ons voorgesteld, slechts 4, 5 gul den duurder worden, volgens ons dus geen reden om tegen de verhooging te zijn. Wat de timmerlieden aan gaat, volgens de door ons verkregen inlichtingen be dragen de onko ten aan gereedschap per jaar hoogstens f 25, maar meest is het minder, dus dat is nog geen cent per uur. Ook werd door hen aangemerkt, dat de onderlinge verhouding van de patroons een andere was, dan die der gezellen. De patroons schreven in met prijzen die belachelijk laag zijn, aldus natuurlijk de markt omlaag drukkende. Wij maakten de opmerking, dat hun orga nisatie dan een tamelijk beroerde was, wel eensgezind om een billijk verzoek der gezellen af te wijzen, maar niet eensgezind om het vak zoo hoog mogelijk op te voeren en alzoo een betere positie voor henzMve en voor ons te scheppen. Zoo zijdelings kregen wij den raad om de clientele te bewerken en deze gunstig te stemmen voor een ver hooging als door ons bedoeld, daar zij zelf dat niet wilden, konden of durfden doen. Natuurlek gingen wij daarop niet in. Op onze vraag of door de commissie, aan ons geen voorstellen konden gedaan worden, kregen wij ten antwoord, dat onze afdeeling het besluit over onzen looneisch al ontvangen had, (dus afwijzend) maar dat op ons verzoek de con ferentie plaats had. Zij konden alleen het gesprokene van dezen avond op hunne h.h. verg. herhalen, en dan kregen wp bericht, of'de patroons-organisatie van ge dachten veranderd was, ja of neen. Een vraag aan den Voorzitter der commissie gedaan of hij dan onze be langen wilde verdedigen, beantwoordde hij ontkennend, daar hjj een tegenstander was van loonsverhooging. Wij verzekerden hen, deze weinig bemoedigende ver klaring aan de afdeeling te zullen meêdeelen en beëin digde deze conferentie, welke ruim 2 uur had geduurd, met geen ander resultaat dan dat het gesprokene op hun vergadering zal worden herhaald en ons het resul taat daarvan zal worden medegedeeld. OIk geef u de verzekering, als onze afdeeling 50 a 60 leden geteld had in plaats van 20, wij zouden zooveel woorden niet vuil gemaakt hebben. Het was misschien ook niet noodig geweest, maar onze auto cratische patroons rekenen op ons klein getal, ze weten het maar al te goed, dat er nog zoo'n bende van die akelige, domme, zoutzakkerige wezens rondloopen, te beroerd om zich aan te sluiten en mee te werken om het lot van den gezel wat menschwaardiger te maken. Van den smallen kant. II. Het derde argument, op grond waarvan dominé's de onvereenigbaarheid van sociaal-demokratie en christendom, bepleiten, is de bewe ring, dat ons doel in strijd zou zijn met één der tien geboden. Het achtste gebod luidt: „Gij zult niet stelen," en waar de sociaal-demokraten het „privaat-bezit" wi len afschaffen, m. a. w. aan hen die bezitten ontnemen wat zij bezitten, daar handelen zfj in strijd met dat gebod. Ons doel is dus diefstal! We gelooven niet te veel te hebben gezegd, toen we boven ons artikeltje zetten „Van den smallen kant." Dat een vijftigtal jaren geleden dergelijke kletspraatjes over sociaaldemocratie werden verkocht, dat wisten we Dat nu nog oude juffrouwen met neepjesmutsen op en snuifdoozen in de hand, aan haar theetafel elkaar beangst zitten te maken voor „die booze socialisten" op deze wijze, och, dat wisten we ook Maar dat gestudeerde menschen, geroepen anderen voor te lichten op verschillend gebied, schrijvend over sociaaldemokratie niets beters weten te zeggen dan deze oude tantes, zie, dat doet ons de kennis en de ernst van deze menschen niet zeer hoog aanslaan! Wij zullen die bespottelijke beschuldiging dat wij in den gro d, diefstal zouden prediken, eens toetsen aan een urgent punt van gemeente politiek, de voorziening in de behoefte aan water. We hebben hier één particuliere waterleiding-maat schappij. De prijs van het door die maatschappij geleverde water is abnormaal hoog, 25 centen per kubieke meter. Er zijn tal van plaatsen waar die prijs is 12, 10, 9, 8, 7, 6, 5 ct. per kubieke meter. Nu willen wij direct toegeven dat in betrekkelijk kleine plaatsen als Vlaardingen het water niet zoo goedkoop zal kunnen worden geproduceerd als in vijf of tien maal grootere gemeenten. Hoe grooter produktie, hoe geringer produktiekosten per kubieke meter. Wij willen dus de laagste prijzen laten vallen, maar dan blijven toch prijzen van 12 en 20 ct. Wij betalen dus in ieder geval het water te duur. En waarvoor? Om de hooge winsten die de aan deelhouders in deze maatschappij opstrijken, bijeen te brengen. Dat hier nette dividenden worden opgestreken is algemeen bekend Indien naast deze maatschappij eenige concurreerende ondernemingen stonden, zou de prjjs spoedig veel lager worden. Doch juist doordat zij geen concurrentie te duchten heeft, laat zij ons dien buitengewoon hoogen prijs be talen, laat zij ops dus feitelijk een belasting betalen aan de aandeelhoudende 'particulierenEn niets weer houdt haar ons nog meer te laten betalen Als zij den prjjs wenscht te bepalen op 30 of 35 ct. per M3., dan doet zij dat, tot ergernis van ons, ar beiders, die ten slotte in allerlei vormen moeten dok ken, tot groote vreugde van hen die aan dit laadje zitten Als wp, sociaal-demokraten, nu de macht in handen hadden, m. a. w. indien de meerderheid der raadszetels was bezet door sociaal-demokraten, dan zouden wij dit bedrijf eenvoudig naasten, d. w. z. brengen in handen der Gemeente. De overnemingssom zou worden vastgesteld en vol daan de waterprps verlaagd, de arbeidsvoorwaarden 'van het personeel verbeterd, de rente van en de aflos singen op de voor de overneming geleende som betaald, en de winst, die mogelpk dan nog overbleef, zou wor den aangewend tot vtrlichting der lasten die op de gemeentenaren drukken, en tot verhelfing en veraan genaming van het leven in onze gemeente. Dominé moest ons eens even zeggen, of dit dief stal is. Wij zijn niet voor het onteigenen of stelen van alles wat thans bezeten wordt, zooals dominé ons minder christelijk, minder eerlpk, dan men in hem zou ver wachten, in de schoenen tracht te schuiven. Wij zijn voor het onteigenen, overnemen of naasten net zoo men 't noemen wil van den grond, omdat het particulier grondbezit thans een middel is om zich op kosten der groote massa te verrijken. Voor het onteigenen der arbeidsmiddelen, der fabrie ken, der gecentt aliseerde bedrijven, omdat zij in handen der bezittenden middelén zpn om de in hun dienst ar beidenden uit te buiten, om het publiek voor kunstmatig hooge prpzen schatting te laten betalen. Wij zijn dus voor het onteigenen der voortbrengings- middelen in het algemeen, omdat daarvoor thans een kleine klasse van menschen „diefstal" dominé zelf heeft dit woord het eerst gebruikt plegen kan en pleegt op de groote klasse werkenden in de maat schappij. Wij zijn niet zulke dwazen om te zeggenwp' hebben zoo lang gearbeid in dienst van anderen, laten die „anderen" nu eens arbeiden in dienst van ons! of: zp hebben zoo lang bezeten en wij ontbeert, laten wij nu de rollen eens omkeeren. Neen, het is het „privaat" bezit der voortbrengings- middelen, dat één klasse van menschen in zulk een treurigen, menschonwaardigen toestand heeft gebracht, dat van de maatschappij, in plaats van een organisatie van broederlijk opwaartsstrevenden een huis heeft ge maakt, waarin men zelfs het brood elkander betwist, waarin de afschuwelijkste aller spreuken regel is „De een zijn dood is de ander zijn brood Door te streven naar vervorming van dit bezit in een gemeenschappelijk, waardoor de stoffelijke belangen der menschen, in plaats van tegenover elkaar staande gemeenschappelijke zullen worden, door daarnaar te streven handelen wij niet in strijd met één der christelijke geboden, maar trachten wij juist den geest van het christendom te brengen in praktijk! (Slot volgt). Uit den Raad. In de raadszitting van Vrpdag 26 April jl. werd o. m. definitief besloten ook het bouwen eener openbare lagere school in de Prins Hendrikstraat by den Parallelweg. Tot hoofd van school B werd met 8 stemmen benoemd de he'er J. Faber van Amsterdam. De heer Duber, onderwijzer aan die school, verkreeg 4 stemmen. Bij het voorstel van B. en W. tot wijziging van de verordening, regelende het onderwij-s aan de Burgeravond school, kwamen de tongen nog even los. De Witte zeide dat, hem uit het rapport van den heer de Groot te 's Gravenhage gebleken was, dat het onderwijs hier zeer veel te wenschen overlaat. In andere plaatsen kunnen de leerlingen zonder toelatingsexamen tot de Burgeravondschool worden toegelatenalleen wij maken daarop een uitzondering. De heer Hoogendijk diende een voorstel in, luidende: „De raad besluit de verordening, regelende de toelating van leerlingen tot de B. A. S., zoodanig te wijzigen, dat leerlingen die met vrucht de lagere school doorloopen hebbeD, onder overlegging van een desbetreffend bewijs van het hoofd der school, zonder examen worden toe gelaten." De voorzitter, wethouder Versteve, kwam tegen de woorden van de Witte in verzet. Hij vond zijne uitdruk kingen al te kras. Nadat de Witte nog had opgemerkt, dat het toelatings examen de kinderen afschrikt, kwam het voorstel van B. en W. in stemming. Er vóór waren 6, er tegen even eens 6 stemmen. De beslissing is hiermede dus tot een volgende ver gadering uitgesteld. Yakactie. Op het voor eenige weken door ons gepubliceerde adres der afd. Vlaardingen van den Cen- tralen Bond van Metselaars en Opperlieden, van de Metselaars-Patroonsvereeniging „Helpt Elkaar" ontving die afd. het volgende antwoord: Aan de afd. Vlaardingen van den Centralen Bond van Metselaars en Opperlieden. M p n e Heeren, In antwoord op uw schrijven, d. d. 8 April j. 1., dient, dat in de gisteravond gehouden ledenvergadering uw verzoek door de Metselaarspatroons is besproken, en de punten afzonderlijk zijn voorgelezen. Het slot van de besprekingen is, dat de vergadering de tijd nog niet rijp achtte, om aan een zoodanig verzoek gehoor te geven, waarom besloten werd, niet op uw verzoek in te gaan. Het zal worden op prijs gesteld, om in 't vervolg van dergelijke verzoeken verschoond te blijven, daar een en ander de sympathie van de vergadering niet kan hebben. Namens de Metselaarspatroons te Vlaardingen. (w. g.) F. Binnendijk Hz. Als de heeren nu hebben gedacht, dat zp op deze wijze van de zsak af zouden zijn, dan vreezen wij toch voor hen, dat zij zich schromelijk zullen blijken te hebben vergist. Het zou toch voor arbeiders wel wat al te mal zijn te wachten tot de heeren patroons „den tijd rijp achten"; wij denkeD dat zij dan zouden kunnen wachten tot St. Jnttemis, wanneer de kalveren op 't ijs dansen! Heusch, dit muisje heelt nog wel een staartje. Anarchistisch moois. Eenige dagen voor den 1 Meidag hebben blijkbaar de leden der Anarchistische Propagandaclub hier en daar strookjes aangeplakt, waarin de arbeiders werden opgewekt op den eersten Mei niet te werken Dat men in plaatsen waar de beweging is gegroeid tot een groote en machtige, daartoe opwekt, is uit stekend. Maar in een plaats als de onze, waar zij nog in de kinderschoenen staat, is dit domerger nog, het is misdadig! Staakt de Anarchistis 'he Propagandaclub soms voor de gevolgen, als deze raad door sommigen wordt nageleeft? Dit is de ernstige kant. Er is echter ook nog een moppige kant aan dit zaakje.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 3