10de brief van Joost uit Maassluis. Ingezonden. niets te verliezen dan hunne ketenen. Zij hebben eene wereld te winnen. Proletariërs aller landen vereenigt n!" Daargelaten nu of bij deze vertaling de woorden door de heeren niet expresselijk wat „zwaarder," wat „snorkender" zijn gemaakt dan zij oorspronkelijk luidden, waarvan wij zoo'n vermoeden hebben en wat wij thans niet kunnen controleeren, nemen wjj toch deze passage geheel voor onze rekening. Of wij ons doel slechts zouden kunnen bereiken door de „gewelddadige omverwerping der tegenwoordige maatschappij," is iets waarover de meeningen onder sociaaldemokraten zeer uiteenloopen, de schrijvers van dit voor vyftig jaren verschenen manifest meenden ditMaar wat zij ivisten, en wat elk sociaaldemokraat weet, dat is dat onze beweging niet behoeft te gaan langs den weg der gewelddadige omverwerping en dat ivij dien weg ook niet gaarne zullen bewandelen! Onze beweging heeft in den grond niets onmenschelijks, niets ongodsdienstigniets slechts. Zij beoogt de mensch- heid te voeren tot een schooner, gelukkiger maatschappij, en het spreekt vanzelf dat de dragers van dit ideaal niets liever wenschen dan het doel te bereiken door gestadige ontwikkeling van den tegenwoordigen maat schappij vorm. Iets anders is echter of onze tegenstanders dit moge lijk zullen makqn. aIs zij inzien, willen inzien, dat het kapitalisme met zijn uitwassen niet alleen thans reeds zulke vloekwaar dige toestanden heeft geschapen, maar dat dit op den duur ook lot de meest onnatuurlijke eu krankzinnige tegen stellingen zal leiden, en dat de sociaal-demokratie ons uit dit moeras zal opvoeren tot hoogere beschaving, dan: ja! Maar wij vreezen Als wjj zien op welk een f, llen tegenstand wjj in den economischen en politieken strijd stuitenals wij zien hoe nog onlangs onze reeders zich met hand en tand verzetten zelfs tegen een kleine loonsverhooging voor de visschers, hoe nu weer de arme, tot op het gebeente uitgezogen en gekloven jutearbeiders van Rjjssen, na een-en-twintig weken strjjd voor een zoo bitter noodige verbetering hunner arbeidsvoorwaarden tegen de machtige Twentsche textielbaronnen, het weer hebben moeten opgeven als wij zien hoe in 1903 onze politieke christenen, met Dr. Kuyper aan het hoofd, als door machts-waanzin bevangen, zich opmaakten en trachtten de optredende, naar lucht- en licht- snakkende arbeidersklasse neer te slaan, en dat waren godbetertmet christelijke liefde en zachtzinnig heid begenadigdendan denken wij dat het met onze beweging zal gaan als met een stroom dien men poogt af te dammen. Laat hem vrij zijn loop en hij zal zich rustig in zjjne bedding voortbewegen en zjjn doel bereiken Als gij hem poogt af te dammen, in zijn loop te stuiten, dan zal hij buiten zijne oevers treden, de om geving overstroomen Onzen maatschappelijken stroom te willen verhinderen zjjn weg te volgen is dus misdadig en, indien hij een maal buiten zjjne oever treedt, dan niet aan ons de schulddoch aan hen, die door hun kleingeestige kort zichtigheid dit veroorzaakten Ten slotte haalde dominé weder eenige citaten van sociaal-democratische schrijvers aan. We hebben al zoo veel aandacht aan deze malle wijze van argumenteeren geschonken, dat wij er ditmaal niet veel woorden aan zullen verspillen. We willen echter van uit een ander oogpunt dit citatengemier even beslechten. Niet alleen wy beweren, maar zelfs de leider der anti-revolutionairen, Dr. Kuyper, heeft erkend, dat ons economisch doel niet in strijd is met eenige godsdien stige gezindheid. Ook hij zegt, dat men zeer goed christen en tegelijk voorstander van onze maatschappelijke theorieën kan zijn. Dit is dus wel buiten kijf. Nu kan met honderden citaten worden betoogd, dat de socialistische wijsbegeerte niet vereenigbaar is met een ot ander theologisch stelsel, maar dat raakt onze koude kleeren niet I Wjj voelen dat de maatschappij ziek is en wij zien dat een socialistische operatie haar van haar kwalen zal genezen. Welnu, dan een socialistische operatie! Wat raakt het ons of de professoren, die deze operatie uitdachten, joden waren, christenen of mahomedanen? Vraagt een anti-revolutionair, wiens been moet worden geamputeerd, soms ook of de te volgen methode van afzetten wel is uitgedacht door een anti-revolutionair professor Malligheid Zoo ook hier. Het is malligheid, indien men ziet dat de economische beginselen der sociaal-demokraten goed zijn, te gaan vragen of er in die kringen zich altemet ook menschen bevinden, die zich niet tot het specifiek christelijk volksdeel rekenen. Maar het is ook kleingeestig, het getuigt van weinig vertrouwen in de kracht van eigen geloof. Indien het geloof van n, rechtzinnige christenen, zoo sterk is als gij zegt, zoo sterk is dat het bergen zou kunnen verzetten, zou het dan zelfs niet den omgang met andere menschen kunnen verduren? Arme rechtzinnigen I wel zwak moet gij staan in uw geloof, om daartoe te kunnen komen En thans tot slot nog iets over de noodzakelijkheid van onzen strijd. Nadat dominé in één zijner artikelen had uiteengezet, dat wij ons ideaal niet bouwen op losse theorieën, maar op een door ons waargenomen ontwikkeling in de maat schappij, waardoor wjj zeggen dat uit de kapitalistische maatschappij een socialistische zal groeien, bevreemdde hjj er zich over, dat wij dan toch nog den klassenstrijd prediken en de komende revolutie. Als dominé in zijn onnoozelheid aan zijn schrijftafel heeft gezocht naar het waarom van onzen strijd, dan moeten we toch zeggen, met een variant op een be kende uitdrukking van onze kinderen als ze naar elkander zoeken: „dominé was in de b and!" Dominé zélf is een dergenen, waarom wij den strjjd voeren Wat kapitalistisch denkt en voelt, tracht de kapita listische orde van zaken te bestendigen. Wat natuur lijker, dan dat wat socialistisch voelt en denkt strijdt voor de komst der socialistische maatschappij? En dat in dezen strijd aan de laatste, aan ons ten slotte de overwinning zal zijn, dat bewijzen zoovele feiten, waarover Dominé fcich verbaast, dat bewijst ook een bestrijding als wij thans van hem ondervonden- Dat wij met ons legertje van 7000 zulk een abnor maal grooten invloed hebben, zooveel aandncht tot ons trekken, is iets wat hem bevreemdt. Het bewijst dat één man van ons meer is dan één man der tegenpartij. Het bewijst dat in ons woitelt een beginsel, een ideaal, dat van beteekenis voor de menschheid is. Dat wij zulk een smalle, vaak kinderachtige bestrij ding van een predikant ondervonden, bewijst dat wat van die zijde tegen ons kan worden ingebracht, van bitter weinig beteekenis is. Dat sociaal-demokratie en christendom hand aan hand kunnen gaan, is voor ons aan geen twjjfel onder hevig. Wat de sociaal-demokratie wil, is -.brood en meer geluk, voor hen, die arbeiden in de maatschappij Dat het christendom zich daartegen zou verzetten, kunnen wjj niet aannemen. En als dominé zegt van wel, dan Zou dat de bedoeling z^jn Het mag be kend geacht worden dat onze raad in meerderheid christelijk is. Dit geeft den raad echter nog niet het recht om, gebruik makende van zjjn machtspositie op dit oogenblik, dingen te doen die gansch en al in- druischen tegen de bedoeling van den wetgever. Wij hebben hier het oog op de stiefmoederlijke be handeling die het openbaar onderwijs van dien kant ondervindt. Zooals de meesten onzer lezers wel zullen weten is er een chronisch gebrek aan ruimte op de openbare scholen, voornamelijk in school B. In plaats nu echter, zooals het de plaatselijke overheid betaamde, daarin zoo spoedig mogelijk te voorzien, door het bouwen van een nieuwe school thans zal het er toch eindelijk van komen is het tot op heden niets anders dan een gesukkel geweest met hulpklassen. Hier kan dus geen sprake zijn dat het openbaar onderwijs een aanhoudende zorg was van onze plaat selijke overheid iets wat toch duidelijk door den wetgever was vooropgesteld dat geschieden moest. Ter illustratie wenschen wij te wijzen op de laatst gehouden inschrijving van leerlingen aan school B. Er werden toen 74 kinderen ingeschreven, waarvan er slechts 47 geplaatst konden worden. De overigen werden ver wezen naareen lokaal van de oude chr. school in de Koningstraat. Daar zullen zij heen moeten tot de nieuwe school aan de Prins Hendrikstraat gebouwd is. Deze kleintjes van nauwelijks zes jaar moeten dus vier keer per dag de brug passeeren, geheel alleen. Hun grootere broertjes en zusjes gaan op de school aan 't Westnieuwland en hun moeders zullen wel geen gelegenheid hebben vier maal per dag zoo'n wandelingetje te doen. Zou het nu werkelijk niet mogeljjk geweest zijn voor die kinderen tijdelijk een schoolruimte te vinden aan deze zjjde van de haven, bjjv. in de Burgeravondschool een gebouw dat van de gemeente is en toch alleen 's avonds gebruikt wordt Zou dat nou heusch niet mogelijk geweest zjjn Och kom Neen heeren, dat is de kwestie niét. Het is eenvoudig onwil om de Burgeravondschool niet voor dat doel te laten gebruiken, anders niets. Ook onverantwoordelijk! En wel, zooals we hier boven reeds opmerkten, het niet aangaat kleuters van 6 jaar viermaal per dag de brug te laten passeeren zonder voldoende geleide bij zich. De kleinen loopen dan groot gevaar het een of ander letsel te bekomen. Wellicht zijn de heeren van 't idee uitgegaan dat onze werkmansvrouwen er tegenwoordig ook gouver nantes of dienstboden op na houden, evenals zjj zelf, doch daarin hebben ze zich dan vergist. Dat is niet zoo. Maar het mooiste van de heele geschiedenis is dat door dergelijke maatregelen sommige kinderen de open bare school moeten verlaten. Zoo vernamen we dat reeds een paar ouders van plan waren hun kinderen eenvoudig naar de christelijke school te zeilden, dan behoefden hun kleinere broertjes en zusjes niet naar de Koningstraat. Zjjn deze gegevens juist, en wij hebben niet de minste reden er aan te twijfelen, dan is zeker de vraag, die wij boven dit stukje schreven: „Zou dat de bedoeling zijn gewettigd. Waarde Moker. Er is hier een mooi baantje vacant en om veel liefhebbers in de gelegenheid te stellen er naar te dingen, schrijf ik je er over. Het geeft f 700 in't jaar, dat is nog geen 14 gulden in de week. De werktijd duurt van 's morgens 6 tot den volgenden morgen 6 uur, gedurende 6 dagen in de week en zoo 52 weken in 't ja,ar. Vindt je dien diensttijd lang en dan f 700 te weinig? Och, de raadsleden vinden het mooi genoeg, 't Is maar voor een brugwachter aan de nieuw te bouwen havenbrug. Daarenboven krijgt hij er nog f 50 bij als assistent-havenmeester. Ja, dat baantje kan ook nog wel wat werk geven. Als dat nooit vrij zijn hem eens verveelt, mag hjj gerust eens vrijaf nemen. Dat staat ronduit in de advertentie. Alleen moet hij dan op eigen kosten in de plaatsvervanging voorzien. Ja, ja in Maasslnis is het voor de lagere beambten toch maar een waar luilekkerhand. Toch zijn de toestanden hier zoo, dat er nog heel wat sollicitanten voor dat baantje zullen komen, vrees ik. Ook ben ik benieuwd, hoe 't Zondags gaan zal, als de loggers binnen komen. Van de loggers gesproken. Daarvoor breekt een nieuwe tijd aan. Tot nog toe was regel, dat je schipper op zoo'n vaartuig werd, als je gelukkig voer. Hadt je het ongeluk een jaar weinig aan de wal te brengen, dan kreeg je eenvoudig gedaan. Want het heet wel: „welkom schipper," maar bedoeld wordt: „welkom haring." Nu wordt er door het Rijk een examen ingesteld als schipper en stuurman op loggers en fietsen. En eer we een jaar of wat verder zjjn, zal er wel een wet komen, dat niet anders dan gediplomeerden mogen aangesteld worden. Hier ter plaatse is een visscherijschool, waar reeds voor ieder een diploma als zoodanig wordt verkrijgbaar gesteld. Meer en meer wordt daarvan gebruik gemaakt en de lessen door den havenmeester gegeven, worden algemeen geroemd. Maar nu zal iedere visscherman aan de studie moeten. En dat vind ik heel gelukkig voor het volk, want het is toch eigenlijk te gek om los te loopen, dat soms het leven van 13 man toevertrouwd wordt aan een schipper, wiens eenige verdienste is, dat hij veel visch binnenbrengt. Maar vooral noem ik het een geluk, omdat dan ook onze visschers zullen ondervinden wat een genot het is wat te weten en ontwikkeld te worden. Dan zullen ze dien langen, langen wintertijd, waarin geen goed betaald werk voor hen te vinden is, gaan gebruiken om te lezen en als verstandige mannen met elkaar te praten, inplaats van als spreeuwen op een tak uren te zitten op de leuning van een brug en ieder mensch tot mikpunt van hun flauwiteiten te maken. Vele reeders zullen die verandering niet gaarne zien. Vo'oral onder de oudere zal het geblaas geven. Toen de visscherijschool hier pas geopend was, moeten er geweest zijn, die opzettelijk hun loggers ?s winters naar zee zonden om het volk te beletten er gebruik van te maken. Er moet gezegd zijn „als de lui gaan leeren, gaan ze denken en vragen om meer loon en betere schepen." Nu hoop ik dat de zetter mijn schrift goed zal kun nen lezen en me niet zoo'n koopje zal bezorgen als onze moppenbakker de vorige week. Verbeeld je, die had geschreven kerk en de zetter maakte er kat van. Ook een grap. Addio, tot een volgende keer Je vriend JOOST. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Copie wordt niet teruggegeven. Rotterdam, 3 Mei 1907. Geachte Redactie, Seder eenigen tijd hoort men weer spreken van het Coza-poeder, dat genoemd wordt „het eenige middel te gen dronkenschap, 't welk het huiselijk geluk van dui zenden ge/Junen heeft hersteld, duizenden personen van oneer en schaamte heeft gered." Een paar jaar geleden werd er ook reclame voor ge maakt. Dat echter niet algemeen geloof werd geslagen aan dit onfeilbaar middel, ja, de bedriegerij door dit goedje, dat ter waarde van ongeveer een kwartje voor 7 gulden wordt verkocht, werd begrepen, blijkt wel hieruit, dat in 1905 het Ministerie van Binnenland- sche Zaken in Oostenrijk aan de Posterijen verboden heeft, zendingen Coza-poeder, voor zoover zij tegen rem bours gezonden waren, aan de geadresseerden af te ge ven en verder order heeft gegeven, om de bladen, die de leugenachtige advertentie bevatten inbeslag te nemen. In Bazel en het kanton St. Gallen werd zelfs de ver koop en de aankondiging van dit poeder geheel verboden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 3