De Alcohol en de Arbeidersbeweging.
Vlaardingsche IJzerkoekjes.
Maassluische Moppen.
f
broodheer afhankelijk te zijn; die dagelijks in het gareel
moet loopen hetwelk dezen hem toedenkt; die torst,
tot bezwijkens toe, van af de wieg tot aan het graf,
zijn kruis der armoede, zonder hoop op eenige verade
ming; wjj zeggen: die arbeider schreeuwt het uit met
schrille stem: „Waarom mogen wjj niet een enkele
week, wij en onze vrouwen en onze kinderen ons ver
meien in bosch en beemd, of aan het strand, en gretig
met volle teugen drinken wat de natuur ons biedt?
Ja, waarom wij niet
Omdat nog zoovele arbeiders hun plicht om mee te
strijden, verzaken.
Daarom
Af keurings waardig, Naar wjj vernemen
wordt er door de arbeiders der suikerfabriek alhier,
die in nacht- en dagploeg werken, sterk onderling tegen
elkander opgewerkt.
Zoo gebeurde het, dat door een ploeg des naohts, de
productie werd opgevoerd tot een nog niet bereikte
hoogte. Wat bleek echter een paar dagen later?
Die suikerslaven hadden in 't geheel des nachts geen
schafttijd gehad en onder het werk door een hap brood
genomen, dit werd hun niet door de Directie gelast,
neen, dat deden zij zich zeiven aan, om maar meer te
produceeren dan de andere ploeg.
Arbeiders der suikerfabriekBegrijpt gjj niet, dat gjj
uzelven ziek en in het ongeluk werkt, en uw patroon
nog rijker?
Zijt gij zoo strijdlustig, dat gij elkaar gaat bestrijden
Welnu, organiseert u dan in een vakorganisatie, dan
kunt gij den waren vijand n.l. het kapitalisme, bestrijden.
Maar elkander bestrijden, zelfs met opoffering van uw
schafttijd, dat is wel het domste wat ge doen kunten
daar zijn n. b. nog al vooruitstrevende elementen onder.
Kom kerels, wordt wijzer en organiseert u.
Y.
Hebben we de opmerking, die trouwens voor de hand
ligt, reeds gemaakt in een der vorige artikelen dat ar
beiders, die zich aan drankmisbruik schuldig maken,
voor de bevrijdingsstrijd verloren zijn, of zelfs niet tot
poging-n zich te organiseeren, zijn te brengen, omge
keerd is de goede werking der vakvereenigingen op
het alcoholgebruik niet te miskennen.
Wij meenen niet beter te kunnen doen dan, wat dit
betreft, het woord te geven aan Spiekman, wiens gezag
in vakvereenigingszaken wel door niemand zal worden
betwist.
Op het „Congres over het verband tusschen de maat
schappelijke' toestanden der arbeidende klasse en het
alcoholisme,1' gehouden te Amsterdam in October 1904,
heeft S. eenige stellingen verdedigd, waarvan wjj de
volgende als hier ter zake dienende aanhalen, n.l.
3. De arbeidersbeweging brengt met zich meege
voel van verantwoordelijkheid, zelftrots en verlangen
naar zedelijke en verstandelijke verheffing. Als eerste
hinderpaal ontmoet zij hierbij het drankmisbruik bij
de arbeiders en is genoopt allereerst drankgewoonten
tegen te gaan, teneinde zelfrespect, eigenwaarde en
besef van rechten te hebben, te doen ontwaken.
4. Daar de arbeidersbeweging, die van invloed wil
zijn in het maatschappelijke leven, onvereenigbaar is
met drankmisbruik, moet daar waar de arbeidersbe
weging grootei' en innerlijk krachtiger wordt, in dezelfde
verhouding wel het drankmisbruik verminderen.
5. De feiten toonen aan, dat overal waar de arbeiders
beweging haar invloed op het geestelijk leven der ar
beiders en op de arbeidsvoorwaarden heeft doen gelden,
het drankmisbruik ten zeerste verminderd en daarmee
het zedelijk peil der arbeiders gestegen is, terwijl
daartegenover in die streken, welke door de arbeiders
beweging gesloten bleven, het drankmisbruik ook het
ergste is.
Menigeen, die ons tot dusver welwillend gevolgd heeft,
zal nu de opmerking maken„Alles zeer juist maar er
is hier bijna steeds gesproken van misbruik, althans
onmatig gebruik van alcohol. Dat misbruik onze bewe
ging schaadt dat weten we allen, maar een matig ge
bruik van alcohol kan toch niet schaden."
Zij zullen wjjzen op de resolutie van 1897 aangenomen
op het congres der S. D. A. P., zij kunnen verder aan-
toonen, dat ook in Duitschland ongeveer hetzelfde stand
punt werd ingenamen op de partijdagen van Hannover
1899, Mainz 1900 en zelfs nog in 1904 te Bremen,
hoewel daar reeds een kentering is waartenemen in de
houding tegenover de alkohol.
Wat ons betreft we noemen dit alles onvoldoende!
Behalve de nadeelen, die we achtereenvolgens behan
delden en die we hier kort nogmaals willen opsommen
Als de groote macht van het drankkapitaal, dat zich
steeds versterkt, dat er belang bjj heelt, dat de arbeider
bljjft drinken, dat daartoe reclame maakt en zijn afzet-
gelegenheden steeds talrijker en aanlokkelijker maakt,
behalve verder de indirecte steun, die de klassestaat
uit het drankgebruik trekt, heeft de drank dit groote
nadeel, dat hij de arbeider gewent aan en doet berusten
in zijn toestand, hen onverschillig maakt voor den strjjd,
dien hjj te voeren heeft. Maar boven en vóór alles moe
ten wij ook niet vergeten, da', wanneer eenmaal de
dageraad van een hoogere samenleving is aangebroken,
we niet kunnen verwachten in één slag een einde te
zien gemaakt aan de reusachtige verwoestingen, die
de alcohol dan zal aangericht hebben.
Vergeten we toch niet dat de noodlottige invloed
van alcohol niet beperkt is tot de individu, die hem
gebruikt maar zich doet gevoelen ook bij zijn nageslacht.
Het toenemend aantal krankzinnigen, zenuwzieken,
misdadigers en zwakkelingen is voor een niet gering
deel te wjjten aan alcoholge- en misbruik. We zien er
van af ook hierover weer cijfers te geven Wjj willen
alleen nog wjjzen op de uitspraak van Von Bunge, die
onlangs heeft gewezen op het verschijnsel dat een toe
nemend aantal vrouwen niet meer in staat is hare
kinderen te zoogen door het alcoholgebruik der ouders.
Wjj zullen de desbetreffende tabel die te vinden is op
bldz. 262 van Helenins „die Alkoholfrage" niet over
nemen, alleen de conclusie vermelden n.l. dat gebleken
is, dat de onbekwaamheid tot zoogen erfelijk is; kan
een vrouw haar kind niet zoogen, zoo kan in den regel
ook haar dochter niet zoogen, en daarmee is voor alle
komende generaties het in staat zjjn te zoogen verloren
gegaan.
Als gevolg hiervan krjjgen we kunstmatige voeding,
grooter kindersterfte en kans op een zwakker geslacht,
een geslacht dat dus minder in staat zal zjjn, zich
zoover te verheffen dat het naast zijn inspannenden
arbeid lust en moed en kracht genoeg over heeft om
mee de bevrijdingsworsteling te strijden, gezwegen nog
van de verhoogde kans op zjjn beurt tot alcoholisme
te vervallen.
3 Als zij dit alles bedenken is het, naar wij meenen,
niet teveel gevergd, als we vragensteunt de geheel
onthoudersbeweging door uw toetreden
Alleen als geheelonthouder kan men krachtig stelling
nemen tegen den alcohol. Het voorbeeld sterktNiemand
weet vooraf of hij al dan niet tot drankzucht zal ver
vallen, wat voor den één nog matig is, is voor den
ander, die hem navolgt, reeds veel te veel.
Dat de strjjd tegen het drankgebruik bovendien niet
zonder resultaten is gebleven, bljjkt uit wat we lezen
in Wegwijzer, afL. 5/6 van dit jaar
„In de eerste helft der vorige eeuw was Noorwegen
„een der landen van Europa, waar het meest gedron
gen werd. Omstreeks 1833 bedroeg het hoofdeljjk ge-
„bruik van gedistilleerd meer dan het dubbele van wat
„het thans bij pns is, n.l. 16 L. a 50 pCt. In 1905
was dit cijfer gedaald tot 2.66 L. Yan een der meest
„gealcoholiseerde is het dus een der soberste landen
„geworden.
„Verschillende oorzaken hebben daartoe het hare
„bijgedragen.
„Twee der meest belangrijke zijn stellig de vorming
„van een krachtige publieke opinie ten gunste der ge
heelonthouding, welke vooral onder de arbeidende klasse
een paar honderdduizend aanhangers telt, en verschil
lende drankwetten, die het mogelijk maken, dat het
„volk den drankhandel voor een belangrijk deel onder
„zijn controle krjjgt en het zelfs in zijn macht heeft,
„den verkoop van gedistilleerd geheel te verbieden."
De kleine opoffering die men zich getroost door zich
het genot van hét alcoholgebruik te ontzeggen wordt
boveDdien ruimschoots vergoed door de voldoening die
her ons geeft ook in deze richting te doen in den strijd
tegen het kapitalisme wat we vermogen.
„Zoolang het alcoholbedrijf bestaan zal, is een beter
„een meer gelukkige toekomst voor de menschheid on
denkbaar" zoo eindigt Helenius zijn bekend werk „die
Alkoholfrage".
Die woorden maak ik tot de mijne en eindig hier
mee in de hoop iets te hebben bijgedragen tot het op
wekken niet langer den alcoholstrijd aan anderen over-
telaten, maar zelf er aan te gaan deelnemen, opdat 't
ideaal elk welbewust sociaal demokraat tevens geheel
onthouder, weldra bereikt moge zijn.
A. M.
Niet y.oo'n klein beetjeNaar wjj vernemen
heeft de Vlaardingsche Waterleiding-Maatschappjj over
het jaar 1906 een netto winst gemaakt van f 24.059.39.
Als een socialistische Gemeenteraad over dit winstje
had te beschikken, zou er een vrjjwat nuttiger gebruik
voor de groote massa van worden gemaakt dan nu het
geval zal zijn
Minimum-loon en maximum arbeidstijd.
Door het Bestuur der timmerliedenvereen. „Arbeid
Adelt" is aan het College van Kerkvoogden der Nederl.
Herv. Gemeente verzocht bjj de besteding van den bouw
eener tweede kerk in de aanbestedingsvoorwaarden te
willen opnemen
1. dat het maken van het benoodigde timmerwerk,
op de plaats waar het gebouw zal verrijzen, moet plaats
hebben
2. dat in de eerste plaats alhier woonachtige wer-
kelooze timmerlieden worden aangenomen
3. dat een behoorlijk uurloon voor alle werklieden
wordt vastgesteld;
4. dat een normalen arbeidsdag wordt bepaald.
Onjuist In het vorig nummer deelde de heer
v. Gend mede, dat hij wegens drukke werkzaamheden
zijn ontslag nam als kapelmeester der R.-K. Muziek
vereniging „St. Johannes", instede van zooals wjj
meenden te zjjn ontslagen omdat hij geen katho
liek was.
Wjj zjjn echter te goed met de toedracht der zaak
bekend, dan dat wij van ons bericht ook maar één
letter zouden terugnemen.
De heer v. Gend kon niet ontkennen» dat hjj door
de huishoudelijke vergadering dier vereeniging werd
ontslagen. Hij rook echter lont, en zond nog voor het
bestuur hem dit had kunnen mededeelen, bericht dat hij
ontslag nam. Daarmede kwam hij deze ketterjagers voor
Formeel moge nu de heer v. Gend kunnen zeggen,
met de stukken in de handik heb ontslag genomen.
Dat doet ons genoegen voor den heer v. Gend
Maarindien hij dit niet had gedaan, was het hem
gegeven
Wij bedoelden dit staaltje van katholieke verdraag
zaamheid aan de kaak te stellen. Dat de heer v. Gend
een schrap door de rekening der verdraagzame broeders
haalde, verandert natuurljjk aan het feit niets
Politiebond. Een afdeeling van den Bond van
Gemeente-Politiebeambten, waarbij toetraden 20 leden,
is in onze gemeente opgericht. Het voorloopig bestuur
is samengesteld als volgt: P. M. Vestiens, voorzitter;
H. Bakker, secretaris; W. Rongen, A. Groeneveld en
J. de Ronde.
Concert „Voorwaarts" en „Stem". Woens
dag 4 September a.s. zal onze Muziekvereeuiging „Voor
waarts" wederom een concert geven op het terrein der
vereeniging „Flardinga."
Het is voor de eerste maal dat zich op een dergelijk
concert voor „Flardinga" ook een zangvereeniging zal
laten hooren. Het is onze zangvereeniging „De Stem"
die dan eenige liederen ten gehoore zal brengen.
Dat daardoor het bezoek nóg drukker zal zjjn, dan
waarin „Voorwaarts" zich tot nu toe reeds mocht ver
heugen, is te verwachten.
Het „Gereformeerd Weekblad" heefteen stukje over
genomen uit „Patrimonium" met het opschrift „Roode
tirannie", dat wel eens in wijder kring bekend mag
worden, volgens dat blad.
De plaatsruimte laat niet toe dat stukje over te
nemen, wjj veronderstellen dat het genoeg verspreid zal
wezen, doch wjj zullen de ware toestand even melden.
Want dit stukje is beslist onjuist en de Maassluische
arbeiders, die niet een weinig nadenken, nemen dat
natuurlijk voor waarheid aan. 't Staat immers in 't
„Gereformeerde Weekblad" We zullen den correspon
dent van „'t Volk" even laten spreken. Bij de vereeni
ging „Werkmansbloei" zjjn ongeveer 200 arbeiders aan
gesloten, waarvan de helft christeljjk is. Deze vereeniging
heeft reeds twee keeren verbetering tot stand gebracht,
tot spjjt van de boeren, althans van de christeljjke
boeren. Deze vereeniging had plan tegen het voorjaar
een krachtige actie op touw te zetten en besloot toen
op voorstel van een christelijk werkman te trachten
verplicht lidmaatschap door te voeren. Uit de christelijke
arbeiders kwam niet het verlangen naar een christeljjke
vereeniging, doch van die zijde kwam juist het voorstel
om de klaploopers tot organisatie ie dwingen. Daar
tegen is toen oorlog gevoerd en daarbij zijn toen ruiten
ingesmeten, wat wij even sterk afkeuren als Patrimo
nium, maar ook is afgekeurd door de leiders van „Werk
mansbloei". Maar het is een gevolg van de onontwik
keldheid der arbeiders. Dat het ruiten insmijten gebeurd
is op last van de leiders, is een groote onwaarheid.
Deze zoogenaamde roode leiders hebben het afgekeurd.
Degene die het slachtoffer, of beter wier ruiten het
slachtoffer zijn geworden dezer ruwe methode, waren
zelfs meerendeels menschen die zich niet rekenen bjj de
officieele christenen. Een strijd tegen de christelijke
arbeiders was het dus niet, eenvoudig een tegen de
klaploopers. De christeljjke werklieden gevoelen zich in
„Werkmansbloei* nog volkomen thuis.
We meenen voor de Maassluische arbeiders de zaak
wat duidelijk gemaakt te hebben, maar we zjjn nu toch
aan 't schrjjv^n over „Patrimonium" en zoo we ons niet
vergissen, bestaat hier ook een afdeeling. Je hoort er
natuurlijk nooit iets van. Maar vrienden, gij moest de
handen ook eens aan den ploeg slaan, want er is op
Maassluis nog zoo veel te verbeteren.
Er zjjn hier zulke treurige toestanden en het wordt
tjjd, dat gij uw slaapmuts eens afzet. Er is hier name
lijk een christelijke directeur van een zalmvisscherij, die
zeer goed zjjn. godsdienstplichten waarneemt, waar wij
natuurljjk niets op tegen hebben, maar waar wij wel
op tegen hebben, dat is dat zijn personeel eiken Zondag
5 a 6 uren in de weer is om winst te maken. En dat
voor een loon van f 10.— a f 10.50. Dat wil er bjj
ons socialisten maar niet in, dat zoo iets met het 4de
gebod te rijmen is. Dan hebben wij aan 't Amersgat
een directeur, die beslist eischt dat zijn volk 10 pas
achter hem blijft. Hebben zij een week van veel uren,