Uit den Gemeenteraad. Vlaardingsche IJzerkoekjes. Ruwketels. Naar wij vernemen komt het door breken van ruwketels in de laatste weken weer her haaldelijk voor, gelukkig zonder persoonlijke ongelukken te veroorzaken (bij uitzondering van één geval, waarbij de patroon zieh aan de beenen verbrandde.) Herhaalde malen hebben wij er reeds op gewezen hoe noodzakelijk het is, ook voor ruwketels, eene schouw te doen instellen van Rijkswege door daartoe bevoegde personen. Wij zijn wel nieuwsgierig of bovenbedoelde patroon ook uitgaat van de meening dat het doorbreken van ruwketels, met alle gevolgen van dien, kan geweten worden aan de werklieden, (iets dat ons eenige jaren geleden, in enkele ingezonden stukkeu in de Schied. Courant werd verweten door een, in de brandersknechts wereld, zeer wel ber.... patroon alhier). Wij voor ons houden nog steeds vol dat hierin door bevoegde autoriteiten moet worden tusschenbeide ge treden, o, dat het betrokken personeel niet langer zal blootstaan aan levensgevaarlijke ongelukken. Het Bestuur. Aanvulling. In het verslag van de gehouden vergadering van 26 Oct. 1.1. behoorde nog het volgende aan toegevoegd, n.l. „dat in deze vergadering moest worden overgegaan „tot royement van 2 onzer oudste leden omreden deze „zich hadden laten aanwerven voor het vervullen van „onderkruipersdiensten te Rotterdam dit royement werd „met algemeene stemmen genomen met de opdracht aan „het bestuur (hoewel de voorzitter hierin nog wel een „gemiddelde weg wilde voorstellen), dit aan de betrok ken personen ter kennis te brengen." De afd.-secretaris. Een droom. De dare tijd dien we thans door maken met den kouden en donkeren winter in 't verschiet, neemt zoo geheel en al de gedachten van moed-r de vrouw in beslag, dat zelfs de slaap zich niet over haar ontfermt, en zij gekweld wordt door allerlei booze en nare droomen, die heur nijdig treiteren met het nog grooter gebrek waarmede ze in den komenden winter zal te worstelen hebben. Ik daarentegen, had ook een droom, waarin, behalve dezelfde narigheden, toch het slot een mooie achtergrond vertoonde. Wat ik dan droomde? Dit. Voor mjj zag ik een mooie, flinke zaal. Aan den v and hing o. m. een levensgroot portret van de koningin en nog enkele andere snuisterijen. In de zaal zelve een aantal tafels met zware groene kleeden erover. En voor die tafels een aantal stoelen, waarop een uitgelezen gezelschap van „notabele" menschen gezeten was. Bij de meesten hunner was duideljjk merkbaar dat ze, zoo als dat wel eens gezegd wordt, „door hun haar h-en- groeiden" (de lezer vergete niet dat het een droom is!) wat zich zoo eigenaardig weerkaatste in den grooten spiegel die eveneens daar aan den wand hing. Dat me zulks zoo opviel kwam alleen hierdoor dat de heeren allen met den rug naar mjj toe zaten. Alleen van de heeren die aan de tafel zaten vlak over mjj, en dus met hun gelaat naar mjj toe, was het mij niet gegeven zulk een prachtig vergezicht te genieten! Maar hoort! Een der heeren verlangt het woord en begint te spreken over de nijpende zorgen waaronder het arbei dende volk gebukt gaat, en schildert dat in zulk een anngrjjpende en teere kleurschakeering, dat zjju hoor ders, toen de schilderij voltooid was, met magnetische kracht worden vastgehouden aan het beeld wat hij hen geschetst heeft, en waar uit elke penseelstr-ek het arbeidersleed met schrijnende bitterheid naar voren treedt. Temeer waar de maker van die schilderij vóór dien een ander genre behandelde. „Mjjnheer de Voorzitter!" aldus begint hij, „het is me een aangename plicht, bij het behandelen dezer be grooting (van de gasfabriek nl.) ook een enkel woord in het midden dezer vergadering te leggen, Ik zal dan maar, M. d. V., met de deur in huis vallen, door den Raad voor te stellen, dat, met het oog op de duurte der levensbehoeften en brandstoffen, speciaal van de steenkolen, van nu af aan de cokes die de gasfabriek aan particulieren levert, voor den minst mogeljjken prjjs zullen worden verkrijgbaar gesteld. „Als ik toch naga. dat ik in de begrooting lees, dat voor den verkoop van cokes 2.506.570 K.G. of 58.708 H.L. zullen beschikbaar komen, waarvan ongeveer 60 pCt. geklopt zal worden verkocht, en waarvan de op brengst geraamd wordt op f 32.290,—, ziet, M. de V., dan zou, bjj aanneming van mijn voorstel, de arbeidende klasse ten zeerste gebaat zijn. „Want, het zij hier met nadruk en met den meesten ernst gezegd, het volk zal dezen winter bittere armoede en gebrek lijden. Waar toch vast staat dat den laatsten tijd de levensbedoeften aanmerkelijk in prijs gestegen zijn en de loonen der arbeiders lang niet in dezelfde verhouding naar boven zijn gegaan, daar spreekt het wel vanzelf dat de arbeidersvrouw wegkruipt onder de materiëele zorgen waaronder zij gebukt gaat. Dat zij passen en meten moet, daar wat af en hier wat af, om met het armzalig weekgeld, waar ze met rond moet zien te komen, óók thans zich de beren van het lijf te houden. „Ik doe daarom met de meeste vrijmoedigheid dit mijn voorstel." Op dit met gloed uitgesproken pleidooi voor de nooden van het arbeidende volk, volgde een algemeen applaus en werd het voorstel unaniem aangenomen. Maar, toen ik wakker kwam huwat was het koudMijn vrouw had dien morgen geen brandstof meer.Ze moest wachten tot den avond met brand stof te koopen, omdat ik dan eerst mijn loon ontving. Zóó zal de winter zijn. En zóó sleept de proletariër zijn armoe-loven voort Hij, wiens toestand zoo oneindig veel beter kon zijn, indien hij maar besefte, dat de arbeid de bron van alle rijkdom is. Indien hij maar begreep dat het spot met alle beschaving en menschelijkheid, dat zijn klasse armoede, bittere armoede moet lydenwaarom Ja, net, waarom Clir.-dem. blijdschapDe Ooedkoope van j.l. Zaterdag is verblijd. En nog wel liefst over ons ar tikel „een Chr.-dem. leugen" van voor veertien dagen! Laten we het stukske, waarin ze aan haar blijdschap uiting geeft, maar even hieronder afdrukken, -wie weet werkt die blijdschap ook niet aanstekelijk onder onze lezers. Zjj zegt: „Wanneer wij dat artikel (een Chr.-dem. leugen) (Red. Mokontdoen van alles wat met de zaak niets heeft uit te staan, komen wij tot het nuchtere feit dat twee leden van de 8. D. A. P. te Weesp in der waarheid bij een Statenverkiezing met de lijst hebben geloopen voor een liberaal kapitalist den heer van Mesdag. Het flauwe smoesje, dat die S. D. A. P.-ers dit in den patroon z'n tijd hebben gedaan en bij weigering hun ontslag hadden gekregeD, is een flink sociaal-democraat onwaardig, getuigt niet van kloekmoedig pal staan voor hun beginsel en toont slaafsche kruiperigheid voor den kapitalist. In het candidaatstellen Van Gorter heeft Harten- dorfs geheugen hem blijkbaar parten gespeeld, doch dat verandert niets aan de gepleegde handeling. Wij mogen du-* aan de hand van hun eigen ge schrijf, trots het geschetter van Van den Brink, constateeren dat onze partijgenoot Hartendorf vol komen in het geljjk is gesteld. Dat verblijdt ons." Voor een antwoord hierop verwijzen wij gedeeltelijk naar het elders in dit blad aan het adres van Harten- dorfl wordt gezegd. Maar bovendien hebben wij nog een paar afzonderlijke opmerkingen aan de Nieuwe, wier artikel een ware proeve van Chr -dem listigheid is. Het feif, dat onze twee partijgenoten door economische overmacht genoodzaakt waren dat te doen en derhalve een heel ander licht daarmede op de zaak in kwestie valt, geeft haar niettemin toch aanleiding om heel leuk te zeggen„dat zulks een flink sociaal-democraat on waardig is" Jawel, dergelijke „flauwe smoesjes" om het „eigen geschrijf" van De Ooedkoope te gebruiken, hebben we wel meer van de heeren Chr.-dem. gehoordmaar bovenal óók ondervonden hoe die heeren dergelijke „flinke" sociaal-democraten behandelen! We willen hier maar even herinneren hoe het inzonder heid de heer Staalman is geweest die door zijn drijven bereikt heeft dat onze partijgenoot Kapteijn uit zjjn betrekking van onderwijzer te Den Helder gestooten is, ja, hoe hij hem zelfs toen hij in Indië een plaats trachtte te krijgen, nog steenen voor de voeten rolde; hoe verder de heer Staalman mede zijn steun gegeven heeft om destijds onzen partijgenoot Lindeman, toen leeraar aan de landbouwschool te Wageningen, uit zijn betrekking te ontslaan. Waarom? Eenvoudig hierom: omdat zjj „kloekmoedig pal hadden gestaan voor hun beginsel." Ziet, dat is nu het specifiek „Christelijke" in die democraten van den kouden grond: eerst hemelen ze je erg op als „flink" sociaal-democraat, maar, pas op, dat je geen dingen doet die hen niet aanstaan, dan trappen ze je meedoogenloos de straat op! Zoo iets noemt men in goed Hollandsch gemeen. De begrootings debatten behooren weer tot het verleden. Wy kunnen met voldoening terug zien op de afgeloopen debatten, daar zij hebben laten zien, hoe goed en noodzakelijk het is, een sociaal-democraat in den raad te hebben. Ook ziet men op zulke dagen wat er van de beloften van de burger candidaten terecht komt, in de verkiezingsdagen gedaan. Als men b.v. de als vooruitstrevende democratische aanbevolen candidaat der kerkelijke partijen in den raad ziet stemmen of spreken, dyi staat men verwonderd, over den moed om met zulke candidaten voor den dag te komen. We hebben hier begrijpelijk het oog op den heer v. d. Laan. Deze heer schijnt in den raad gebracht te Zijn om speciaal het partijdige der kerkeljjken op de voorgrond te brengen. Bij elk woord dat hp sprak, keek hy naar zyn overbuur (Von BrieJ Sasse) of hy zich nu niet goed hield. Wat den anderen pasgekozene betreft, kan ik niet nalaten een woord van lof uit te spreken over zijne houding. De heer Koopmans laat zien dat het'hem ernst is met de belofte aan zynen kiezers gedaan. Steeds was hy trouw en democraat. En nu het verslag. Zitting van Woensdag. Eerst werd er gestemd over de brug over de buitensluis. Het voorstel van B. en W. werd aangenomen met 17 tegen 2 stemmen. Hierna kwam aan de orde de begrooting. De heer de Groot stelde voor om aan Ged. Staten te verzoe ken het salaris der wethouders ieder met f 500 te verhoogen. Hy de verdediging van het vóorstel gaf de Groot den raad een leelijke pil te slikken. Hy noemde het namelyk onverantwoor delijk van den raad om iemand als wethouder te kiezen, die de bekwaamheid miste. Prosit, mijnheer Lagerwey! Het voor stel de Groot werd aangenomen met 9 tegen 7 stemmen. De Bruin stemde tegen. Door Koopwans werd voorgesteld, f 1000 uit te trekken voor precentiegeld. Door Koopmans en dé Bruin werd dit voorstel verdedigd. Huns inziens was het noodig omdat ook werklieden lid v-an den raad konden worden. Het voorstel van f 1000 werd verworpen doch een voorstel van Ris om f 600 uit te trekken werd aangenomen met 12 stemmen roor 7 tegen. Bij de behandeling der afdeeling politie kon de Bruin wel een succesje behalen. Hij verdedigde n.J. het afschaffen der helmen. Deze zijn te zwaar, te duur en zeer gehaat bij de politieagenten. De agenten krygen hoofdpijn in den zomer, en zyn 's winters meer 'vatbaar voor kouvatten. Ook dr. Ris brak een lans voor het afschaffen,- De Burgemeester meende echter dat het afbreuk aan het tenu der agenten zou doen. Hij gaf echter de toezegging de afschaffing in ernstige over weging te nemen. De Bruin bracht ook nog ter sprake de agenten 3e klas (nachtwakers). Hij wenschte reorganisatie van het korps, waardoor der burgelyke wacht zou vervallen, en de diensttyd van het geheele korps beter geregeld zou worden. Hy vond ook het loon van den nachtwaker veel te laag. Dit is 20 cent per uur. Hy verzocht B. en W. een voorstel in den geest als in de M. v. A. geuit, in te dienen. De Voorzitter zegde zulks toe. Door Koopmans, Ris en de Bruin werd er sterk op aange drongen ook de schouw over ruwketels uit te strekken. Een voorstel de Bruin, B. en W. uitnoodigende een verordening als bedoeld te ontwerpen werd aangenomen. Zitting van Donderdag. Door de Bruin werd voorgesteld het salaris van den len klerk aan gemeentewerken te brengen van 600 op 700 gulden. Het werd door de Bruin verdedigd,_o. a. omdat hy het billyk achtte en omdat van zoo'n loon een volwassen man geen bestaan had. Het'voorstel werd echter verworpen met 5 tegen 13 stemmen. Door Koopmans werd een lans gebroken voor de brug- en sluiswachter, om den arbeidstyd, die circa 16 uur daags is, te verkorten. Door B. en W. werd de toezegging gedaan hierop te letten. Naar aanleiding van bovengenoemd besluit diende De Bruin een voorstel in om de post bruggen en overzetveeren met f 200 te verhoogen en alle brugwachters die een loon beneden f 600 hebben met f 25 te verhoogen. De meerderheid der kerkelijken liepen te hoop tegen dit voorstelVan der Laan meende dat de betrokken arbeiders by verdiensten konden zoeken met schoenmaken, houtjes hakken enz.en dat de salarissen van f 450 en f 500 hoog genoeg waren. Het voorstel De Bruin werd echter aangenomen met 9 tegen 7 stemmen. By de post kosten voor het gymnasium wyst De Bruin er op dat van de 33 leerlingen er 11 Schiedamsche leerlingen zijn. De kosten waren voor de gemeente, buiten het rykssubsidie, f 10.000. Hij vindt het offer veel te groot en deed het voorstel B. en W. op te dragen het onderzoeken naar de mogelykheid van opheffing en de gevolgen daarvan. Dit voorstel werd ook weer aangenomen. Bij punt 176, Vlaggen, stelde De Bruin voor deze post met f 50 te verminderen en te brengen op f 150. De voorzitter meende dat het geld noodig was, omdat op de feestdagen nuttig en noodig was, dat onderwijzers Jk cursiveer) en kinderen leerden eerbied te hebben voor de boven hen gestelden. De Bruin kon niet inzien dat het in een paar vlaggen kon zitten. Hij meende dat de opvoeding het moest doen. Er bestaat weinig vertrouwen in de liefde voor 't Koningshuis als het met vlaggetjes gekweekt moet worden, v. d. Laan zou voor het voorstel B. en W. stemmen, als protest tegen den geest van verzet, die hoe langer zoo meer het volk bezielt. Hm 1 Hm Het voorstel De Bruin werd verworpen met 3 stemmen tegen 11. Bij het hoofdstuk ontvangsten, volgn. 11 havengeld, stelde Kranen voor deze post met f 3000 te verhoogen. Door verschil lende leden werd dit voorstel aangeprezen. Een ieder zong de lof over onze haven. Er wordt wel eens kwaad van onze haven gesproken, maar met een beetje goeden wil is er wel wat goeds van te maken. De post werd met algemeene stemmen verhoogd met f 3000. Door den voorzitter wordt er op gewezen dat by de boeien en ook in de Oosterhaven flinke gelegenheid is voor het meeren van schepen. Bij het hoofd schoolgelden komt de „vooruitstrevende?" heer v. d. Laan uit den hoek schieten. Het was hem by onderzoek gebleken, dat de toestand van de byzondere school, betreffende het schoolgeld, beter was dan van de openbare school. Aan de gewone lagere school was het schoolgeld f 64.50. Dit is gemiddeld per leerling f2.- per jaar. Hy heeft toen geïn formeerd bij de byzondere scholen. Daar betaalden 700 leerlin gen f 5800; dit is per leerling f 8.25 per jaar. Na nog eenige cijfers gegeven te hebben, dringt hy er bij B. en W. op aan om er op te letten, dat de heffing van schoolgeld beter zou worden nageleefd. De wethouder Honnerlage Grete vindt het voor een raadslid makkelyk om rekeningen te maken. Maar als het op uitvoeren op aan komt, wat dan? (Verder meende hij, dat de vergelijking van de openbare met de byzondere school niet opging. De wet maakt drie categoriën van leerlingen, die op de openbare school moeten toegelaten worden. Dit is niet het geval met de bij zondere. Daar worden weinig kinderen toegelaten, misschien in 't geheel niet zonder schoolgeld, al betalen de ouders dat zelf dikwyls niet. Hy meende, dat menschen met 10 of 11 gld. inkomen en dikwyls gezegend met een groot aantal kinderen, vry van schoolgeld betalen moeten zyn. De Bruin had met genoegen de wethouder aangehoord. Hy hoopte, dat de wethouder steeds op dien weg voort mag gaan, dien hij nu bewandelt. By de begrooting van de gasfabriek verklaart de Bruin, dat wat hij zegt van deze begrooting, evengoed slaat op die van de waterleiding. Hij vindt, dat de gemeente deze zaken niet op een goede manier dryft. Hy vindt het verkeerd, dat de schuld, die deze bedrijven aan de gemeente hebben, niet afgelost wordt, terwyl er toch winst is. De rente, die betaald wordt bedraagt f 21780. Bovendien wordt er f 28000 winst uitgekeerd. Als men zoo door blyft gaan, krygt men nooit een goed overzicht over deze bedryven. Door de Bruin wordt de volgende motie gesteld De Raad, van oordeel dat de financiëele verhouding der ge meentebedrijven tot de gemeente verbetering behoeft, noodigt B. en W. uit dienaangaande voorstellen aan den Raad over te leggen. Door Koopmans en de Groot wordt de motie onder steund, door den laatste evenwel onder voorbehoud er tegen te stemmen. Door verschillende heeren werd de motie bestreden. Sterk werd op den voorgrond gedrongen, dat men pas deze zaken behandeld had en naar het oordeel van den Raad zelfs zeer goed. De Bruin trok voorloopig zyn motie in, om er nader hand op terug te komen. By de begrooting der waterleiding houdt onze partijgenoot een lange redevoering, die zeer aandachtig, zoowel door den Raadsleden als op de tribune aangehoord wordt. In de eerste plaats keerde hy zich tegen het produkt zelf. Herhaalde malen zyn daar klachten over gekomen. Naar de Bruin zijn meening deugt de filtratie niet. De bacterie die hiei in 't water wordt gevonden, vindt men op andere plaatsen niet. Ook wordt het water van de voorfilters dikwijls gebruikt. Dan deugt de ligging van het zand niet. Het grove zand behoort boven te liggen, en het fijne onder. Dit is hier anders om. De Bruin geeft in overweging aan het andere einde der stad een reservoir te bouwen, of anders een drukbuis aan te brengen op de Koemarkt. Honnerlage Grete (W.) brengt buide aan de Bruin voor zyn yver om de zaken die een raadslid aangaan zoo flink te onder zoeken. Al het mogelyke wordt gedaan om het. water zoo goed mogelyk te doen zijn. Het plan bestaat om een tweede druk-' buis te maken. De oorzaak moet veel gezocht worden van het minder goede drinkwater in het feit, dat er veel crenotrix in het Maaswater zit. Ook de ophoogingen in den omtrek van den watertoren veroorzaakten veel grondwater. Hierna werden achter elkaar verschillende zaken afgehandeld, die ik niet afzonderlijk zal vermelden. Bij het eind der begroo ting sprak de voorzitter een woord over den vooruitgang van Schiedam. Met het oog gericht op den platten grond der ge meente riep hy een ieder toe om mee te werken tot bloei en uitbreiding van Schiedam. Laten we hopen dat wy arbeiders ook wat van dien bloei zullen profiteeren. Het is nu alleen maar dure woningen. De begrooting werd daarna met algemeene stemmen goedgekeurd. By het eind van de vergadering maakte v. d. Laan zich nog belachelyk, om zich kwaad te maken over den wethouder van gemeentewerken die maar geen toezegging wou doen, dat een straat aan de Singel direkt opgeknapt zou worden. Ik vermoed dat hy met een warm hoofd en een paar natte beenen naar bed gegaan is. Want de ongelukkige moet zelf juist-door die straat. D.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

De Moker | 1907 | | pagina 3